SECTIE C         CHEMIE; METALLURGIE

 

              Aantekeningen

 

(1)        In Sectie C zijn de definities van groepen chemische elementen als volgt:

Alkalimetalen:                 Li, Na, K, Rb, Cs, Fr

Aardalkalimetalen:           Ca, Sr, Ba, Ra

Lanthaniden:                   elementen met atoomgetallen 57 t/m 71

Zeldzame aardmetalen:    Sc, Y, Lanthaniden

Actiniden:                       elementen met atoomgetallen 89 t/m 103

Vuurvaste metalen:          Ti, V, Cr, Zr, Nb, Mo, Hf, Ta, W

Halogenen:                      F, Cl, Br, I, At

Edelgassen:                    He, Ne, Ar, Kr, Xe, Rn

Platinagroep:                   Os, Ir, Pt, Ru, Rh, Pd

Edele metalen:                Ag, Au, platinagroep

Lichte metalen:                alkalimetalen, aardalkalimetalen, Be, Al, Mg

Zware metalen:                metalen anders dan lichte metalen

IJzergroep:                      Fe, Co, Ni

Niet-metalen:                   H, B, C, Si, N, P, O, S, Se, Te, edelgassen, halogenen

Metalen:                         elementen anders dan niet-metalen

Transitie-elementen:         elementen met atoomgetallen 21 t/m 30, 39 t/m 48, 57 t/m 80, en 89 en hoger

              (2)      Onder Sectie C vallen:

                        (a)      Pure chemie, waaronder vallen anorganische verbindingen, organische verbindingen, macromoleculaire verbindingen, en hun bereidingsmethoden;

                        (b)      Toegepaste chemie, waaronder vallen samenstellingen met bovenstaande verbindingen, bijv. glas, keramiek, meststoffen, kunststofsamenstellingen, verven, en producten uit de petroleumindustrie. Ook vallen hieronder bepaalde samenstellingen op grond van het hebben van bijzondere eigenschappen, die ze geschiklt maken voor bepaalde doeleinden, zoals in geval van explosieven, kleurstoffen, kleefmiddelen, smeermiddelen, en wasmiddelen.

                        (c)      Bepaalde marginale industrieën, zoals het maken van kolen en van vaste of gasvormige brandstoffen, de productie and raffinage van oliën, vetten en wassen, de fermentatie-industrie (bijv. brouwerijen en wijnmakerijen), en de suikerindustrie.

                        (d)      Bepaalde bewerkingen of behandelingen, die ofwel puur meachnisch zijn, bijv. de mechanische behandeling van leer en huiden, of gedeeltelijk mechanisch, bijv. de behandeling van water of het voorkomen van corrosie in het algemeen.

                        (e)      Metallurgie, en ferrolegeringen of niet-ferrolegeringen.

              (3)      In alle Secties van de IPC is het Periodiek Systeem van chemische elementen waarnaar wordt verwezen, dezelfde als die algemeen aanvaard en gebruikelijk is.

              (4)      (a)      In geval van bewerkingen, handelingen, producten of artikelen met zowel een chemisch als een niet-chemisch gedeelte of aspect, geldt de algemene regel dat het chemische gedeelte of aspect valt onder Sectie C.

                        (b)      In sommige van deze gevallen brengt het chemische gedeelte of aspect een niet chemische met zich mee, zelfs als dat puur mechanisch is, omdat dit laatste aspect ofwel essentieel is voor de bewerking of handeling, of daarvan een belangrijk deel uitmaakt. In feite blijkt het logischer de verschillende gedeelten of aspecten niet te scheiden van een samenhangend geheel. Dit geldt voor toegepaste chemie en voor de industrieën, bewerkingen en handelingen genoemd in de Aantekeningen (1)(c), (d) en (e). Bijvoorbeeld vallen ovens specifiek bedoeld voor het maken van glas onder klasse C03 en niet onder klasse F27.

                        (c)      Er zijn echter sommige uitzonderingen, waarin het mechanisch (of niet-mechanische) aspect juist het chemische aspect met zich meebrengen, bijvoorbeeld:

                                 -         Bepaalde extractieprocessen, in subklasse A61K;

                                 -         De chemische zuivering van lucht, in subklasse A61L;

                                 -         Chemische methoden van brandbestrijding, in subklasse A62D;

                                 -         Chemische processen en apparatuur, in klasse B01;

                                 -         Impregneren van hout, in subklasse B27K;

                                 -         Chemische analysemethoden of testmethoden, in subklasse G01N;

                                 -         Fotografische materialen en processen, in klasse G03; en algemeen

                                 -         De chemische behandeling van textiel en de productie van cellulose of papier, in Sectie D.

                        (d)      In nog andere gevallen valt het puur chemische aspect onder Sectie C, en het toegepaste chemische aspect in een andere Sectie, zoals A, B of F, bijv. het gebruik van een substantie of samenstelling voor:

                                 -         de behandeling van planten of dieren, valt onder subklasse A01N;

                                 -         voedingsmiddelen, vallen onder klasse A23;

                                 -         munitie of explosieven, vallen onder klasse F42.

                        (e)      Als de chemische en mechanische aspecten zo nauw met elkaar zijn verbonden dat een nette en eenvoudige splitsing niet mogelijk is, of als bepaalde mechanische processen een natuurlijk en logisch vervolg op een chemische behandeling vormen, kan onder Sectie C, in aanvulling op het chemische aspect, ook een gedeelte van het mechanische aspect vallen, bijv. nabehandeling van kunststeen, wat valt onder klasse C04.In dit laatste geval wordt gewoonlijk een aantekening of referentie gegeven om de positie te verduidelijken, zelfs als splitsing nogal arbitrair is.

 

CHEMIE

 

C 10        PETROLEUMINDUSTRIE, GASINDUSTRIE OF COKESINDUSTRIE; TECHNISCHE GASSEN DIE KOOLMONOXIDE BEVATTEN; BRANDSTOFFEN; SMEERMIDDELEN; TURF

 

C 10 M    SMEERMIDDELSAMENSTELLINGEN (boorspoelmiddelsamenstellingen C09K 8/02); GEBRUIK VAN CHEMISCHE SUBSTANTIES DIE APART OF ALS SMEERMIDDELINGREDIËNTEN IN EEN SMEERMIDDELSAMENSTELLING (middelen voor het uit een gietmal lossen, d.w.z. afscheiden, van metalen B22C 3/00, voor kunststoffen of plastische substanties in het algemeen B29C 33/56, voor glas C03B 40/02; smeermiddelsamenstellingen voor textiel D06M 11/00, D06M 13/00 of D06M 15/00; immersie-oliën voor de microscopie G02B 21/33) [4,8,12]

              Aantekeningen

 

              (1)      In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen:

                        -        “smeermiddel” of “smeermiddelsamenstelling” omvat snij-oliën, hydraulische fluïda, metaaldieptreksamenstellingen, spoeloliën, roestwerende oliën en dergelijke;

                        -        “alifatisch” omvat “cyclo-alifatisch”. [4]

              (2)      In deze subklasse  is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. Dus een verbinding met een aromatische ring wordt geklasseerd als aromatisch ongeacht of de van belang zijnde substituenten deel uitmaken van de ring of van een alifatische groep van het molecuul. [4,15]

              (3)      In deze subklasse:

                        (a)      worden metaalzouten of ammoniumzouten van een verbinding geklasseerd als die verbinding;

                        (b)      worden, indien van belang, zouten of adducten die worden gevormd tussen twee of meer organische verbindingen, geklasseerd in overeenstemming met alle verbindingen die het zout of adduct vormen;

                        (c)      worden specifieke verbindingen, bijv. fenolen of zuren, die zijn gesubstitueerd door een macromoleculair koolwaterstofradicaal, geklasseerd als die verbinding;

                        (d)      worden basismaterialen of verdikkers of additieven die bestaan uit een mengsel waarvoor geen specifieke hoofdgroep aanwezig is, geklasseerd in de meest belangrijke groep waarin alle essentiële bestanddelen van het mengsel zijn ondergebracht, bijvoorbeeld,

                                 -        een basismateriaalmengsel van een keton en een amide in groep C10M 105/00;

                                 -        een basismateriaalmengsel van een keton en een ether in groep C10M 105/08;

                                 -        een additiefmengsel van esters met korte en lange ketens in groep C10M 129/00;

                                 -        een additiefmengsel van alifatische carbonzuren met korte ketens en aromatische carbonzuren in groep C10M 129/26;

                        (e)      wordt, met uitzondering van waterige smeermiddelsamenstellingen die meer dan 10% water bevatten die apart worden geklasseerd, geklasseerd naar het soort ingrediënt of naar het mengsel van soorten ingrediënten (basismateriaal, verdikker of additief) dat de samenstelling karakteriseert. De aandacht wordt gevestigd op het feit dat een mengsel van belangrijke ingrediënten dat alleen wordt gekenmerkt door één van de componenten ervan in plaats van door het mengsel als geheel, niet wordt geklasseerd als een mengsel; bijvoorbeeld, een smeermiddelsamenstelling die bestaat uit:

                                 -        een bekend basismateriaal en een nieuw additief wordt alleen geklasseerd naar het additief;

                                 -        een bekend basismateriaal met zowel een verdikker als een additief als belangrijke ingrediënten die op zich al dan niet bekend kunnen zijn, wordt geklasseerd als een mengsel van een verdikker en een additief;

                                            -                een bekend basismateriaal met een combinatie van additieven als belangrijke ingrediënten die op zich al dan niet bekend kunnen zijn, wordt geklasseerd in de toepasselijke plaats voor het mengsel van additieven. [4]

              (4)      Elk deel van een samenstelling dat niet wordt geïdentificeerd door de klassering in overeenstelling met de aantekeningen (2) of (3) hierboven, en dat zèlf als nieuw en niet voor de hand liggend wordt beschouwd, moet tevens worden geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats. Het deel op zich kan ofwel een enkele ingrediënt ofwel een samenstelling zijn. [8]

              (5)      Elk deel van een samenstelling dat niet wordt geïdentificeerd door de klassering in overeenstemming met de aantekeningen (2) of (4) hierboven, en dat wordt geacht belangrijke informatie voor het zoeken weer te geven, mag tevens worden geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het van belang wordt geacht te kunnen zoeken naar samenstellingen door gebruik te maken van een combinatie van klasseringssymbolen. Zo’n niet-verplichte klassering moet worden toegekend als “extra informatie”. [8]

              (6)      In deze subklasse is het gewenst de indexeercodes van subklasse C10N toe te voegen. [8]

 

Basismaterialen [4]

 

C 10 M    101/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een minerale of een vette olie als basismateriaal (met meer dan 10% water C10M 173/00) [4,8]

C 10 M    101/02                   .    Petroleumfracties [4,8]

C 10 M    101/04                   .    Vette oliefracties [4,8]

 

C 10 M    103/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een anorganisch materiaal als basismateriaal (met meer dan 10% water C10M 173/00) [4,8]

C 10 M    103/02                   .    Koolstof; Grafiet [4,8]

C 10 M    103/04                   .    Metalen; Legeringen [4,8]

C 10 M    103/06                   .    Metaalverbindingen [4,8]

 

C 10 M    105/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een niet-macromoleculaire organische verbinding als basismateriaal [4,8]

C 10 M    105/02                   .    Goed gedefinieerde koolwaterstoffen (petroleumfracties C10M 101/02) [4,8]

C 10 M    105/04                   .    .    alifatisch [4,8]

C 10 M    105/06                   .    .    aromatisch [4,8]

C 10 M    105/08                   .    met zuurstof [4,8]

C 10 M    105/10                   .    .    met hydroxygroepen die zijn gebonden aan acyclische of cyclo-alifatische koolstofatomen [4,8]

C 10 M    105/12                   .    .    .    monohydroxygroepen [4,8]

C 10 M    105/14                   .    .    .    polyhydroxygroepen [4,8]

C 10 M    105/16                   .    .    met hydroxygroepen die zijn gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    105/18                   .    .    Ethers, bijv. epoxiden [4,8]

C 10 M    105/20                   .    .    Aldehyden; Ketonen [4,8]

C 10 M    105/22                   .    .    Carbonzuren of hun zouten [4,8]

C 10 M    105/24                   .    .    .    met slechts één carboxylgroep gebonden aan een acyclisch of cyclo-alifatisch koolstofatoom of waterstof [4,8]

C 10 M    105/26                   .    .    .    met meer dan één carboxylgroep gebonden aan een acyclisch cyclo-alifatisch koolstofatoom [4,8]

C 10 M    105/28                   .    .    .    met slechts één carboxylgroep gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    105/30                   .    .    .    met meer dan één carboxylgroep gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    105/32                   .    .    Esters [4,8]

C 10 M    105/34                   .    .    .    van monocarbonzuren [4,8]

C 10 M    105/36                   .    .    .    van polycarbonzuren [4,8]

C 10 M    105/38                   .    .    .    van polyhydroxyverbindingen [4,8]

C 10 M    105/40                   .    .    .    met vrije hydroxygroepen of carboxylgroepen [4,8]

C 10 M    105/42                   .    .    .    Complexe esters, d.w.z. verbindingen die tenminste drie veresterde carboxylgroepen bevatten, en afgeleid van de combinatie van tenminste drie verschillende soorten van de volgende vijf verbindingen: monohydroxyverbindingen, polyhydroxyverbindingen, monocarbonzuren, polycarbonzuren en hydroxycarbonzuren [4,8]

C 10 M    105/44                   .    .    .    .    afgeleid van alleen de combinatie van monocarbonzuren, dicarbonzuren en dihydroxyverbindingen, en zonder vrije hydroxygroepen of carboxylgroepen [4,8]

C 10 M    105/46                   .    .    .    .    afgeleid van alleen de combinatie van monohydroxyverbindingen, dihydroxyverbindingen en dicarbonzuren, en zonder vrije hydroxygroepen of carboxylgroepen [4,8]

C 10 M    105/48                   .    .    .    van koolzuur [4,8]

C 10 M    105/50                   .    met halogeen [4,8]

C 10 M    105/52                   .    .    met alleen koolstof, waterstof en halogeen [4,8]

C 10 M    105/54                   .    .    met koolstof, waterstof, halogeen en zuurstof [4,8]

C 10 M    105/56                   .    met stikstof [4,8]

C 10 M    105/58                   .    .    Aminen, bijv. polyalkyleenpolyamines of quaternaire aminen (polyalkyleenpolyamines met elf of meer monomeereenheden C10M 107/44) [4,8]

C 10 M    105/60                   .    .    .    met aminogroepen gebonden aan een acyclisch of cyclo-alifatisch koolstofatoom [4,8]

C 10 M    105/62                   .    .    .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    105/64                   .    .    .    met aminogroepen gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    105/66                   .    .    .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    105/68                   .    .    Amiden; Imiden [4,8]

C 10 M    105/70                   .    .    als hetero-atoom in de ring [4,8]

C 10 M    105/72                   .    met zwavel, seleen of telluur [4,8]

C 10 M    105/74                   .    met fosfor [4,8]

C 10 M    105/76                   .    met silicium [4,8]

C 10 M    105/78                   .    met boor [4,8]

C 10 M    105/80                   .    met atomen van elementen die niet vallen onder de groepen C10M 105/02 tot C10M 105/78 [4,8]

 

C 10 M    107/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding als basismateriaal [4,8]

C 10 M    107/02                   .    Koolwaterstofpolymeren; Koolwaterstofpolymeren die zijn gemodificeerd door oxidatie [4,8]

C 10 M    107/04                   .    .    Polyetheen [4,8]

C 10 M    107/06                   .    .    met propeen [4,8]

C 10 M    107/08                   .    .    met buteen [4,8]

C 10 M    107/10                   .    .    met een alifatisch monomeer met meer dan 4 koolstofatomen [4,8]

C 10 M    107/12                   .    .    met een aromatisch monomeer, bijv. styreen [4,8]

C 10 M    107/14                   .    .    met een geconjugeerd dieen [4,8]

C 10 M    107/16                   .    .    met een niet-geconjugeerd dieen [4,8]

C 10 M    107/18                   .    .    Koolwaterstofpolymeren die zijn gemodificeerd door oxidatie [4,8]

C 10 M    107/20                   .    met zuurstof (C10M 107/18 heeft voorrang) [4,8]

C 10 M    107/22                   .    .    Macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    107/24                   .    .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een alcoholradicaal, aldehyderadicaal, ketonradicaal, etherradicaal, ketaalradicaal of acetaalradicaal [4,8]

C 10 M    107/26                   .    .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een acyloxyradicaal van een verzadigd carbonzuur of koolzuur [4,8]

C 10 M    107/28                   .    .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal dat is gebonden aan een carboxylradicaal, bijv. acrylaat [4,8]

C 10 M    107/30                   .    .    Macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    107/32                   .    .    .    Condensatiepolymeren van aldehyden of ketonen; Polyesters; Polyethers [4,8]

C 10 M    107/34                   .    .    .    .    Polyoxyalkylenen [4,8]

C 10 M    107/36                   .    .    Polysacchariden, bijv. cellulose [4,8]

C 10 M    107/38                   .    met halogeen [4,8]

C 10 M    107/40                   .    met stikstof [4,8]

C 10 M    107/42                   .    .    Macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    107/44                   .    .    Macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    107/46                   .    met zwavel [4,8]

C 10 M    107/48                   .    met fosfor [4,8]

C 10 M    107/50                   .    met silicium [4,8]

C 10 M    107/52                   .    met boor [4,8]

C 10 M    107/54                   .    met atomen van elementen die niet vallen onder de groepen C10M 107/02 tot C10M 107/52 [4,8]

 

C 10 M    109/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een verbinding met een onbekende of niet volledig gedefinieerde samenstelling als basismateriaal (C10M 101/00 heeft voorrang) [4,8]

C 10 M    109/02                   .    Reactieproducten [4,8]

              Aantekening

 

              Bij het klasseren in deze groep mag elke reactant van een reactieproduct die wordt geacht belangrijke informatie voor het zoeken weer te geven, tevens worden geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het van belang wordt geacht te kunnen zoeken naar samenstellingen door gebruik te maken van een combinatie van klasseringssymbolen. Zo’n niet-verplichte klassering moet worden toegekend als “extra informatie”. [8]

 

C 10 M    111/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een basismateriaal in de vorm van een mengsel van twee of meer verbindingen die vallen onder meer dan één van de hoofdgroepen C10M 101/00 tot C10M 109/00, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4]

C 10 M    111/02                   .    waarvan er tenminste één een niet-macromoleculaire organische verbinding is [4]

C 10 M    111/04                   .    waarvan er tenminste één een macromoleculaire organische verbinding is [4]

C 10 M    111/06                   .    waarvan er tenminste één een verbinding is die valt onder groep C10M 109/00 [4]

 

Verdikkers [4]

 

              Aantekening

 

              In de groepen C10M 113/00 tot C10M 123/00 wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis:

              -         “verdikker” is een middel dat andere vloeibare componenten laat stollen voor het vormen van een smeermiddel (vaste smeermiddelen die bestaan uit vaste componenten C10M 101/00 tot C10M 111/00). [4]

 

C 10 M    113/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een anorganisch materiaal als verdikker [4,8]

C 10 M    113/02                   .    Koolstof; Grafiet [4,8]

C 10 M    113/04                   .    Zwavel [4,8]

C 10 M    113/06                   .    Metalen; Legeringen [4,8]

C 10 M    113/08                   .    Metaalverbindingen [4,8]

C 10 M    113/10                   .    Klei; Glimmer [4,8]

C 10 M    113/12                   .    Siliciumdioxide [4,8]

C 10 M    113/14                   .    Glas [4,8]

C 10 M    113/16                   .    Anorganisch materiaal dat is behandeld met organische verbindingen, bijv. gecoat [4,8]

 

C 10 M    115/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een andere niet-macromoleculaire organische verbinding dan een carbonzuur of een zout daarvan als verdikker [4,8]

C 10 M    115/02                   .    Koolwaterstoffen (petroleumfracties C10M 121/02) [4,8]

C 10 M    115/04                   .    met zuurstof [4,8]

C 10 M    115/06                   .    met halogeen [4,8]

C 10 M    115/08                   .    met stikstof [4,8]

C 10 M    115/10                   .    met zwavel [4,8]

C 10 M    115/12                   .    met fosfor [4,8]

 

C 10 M    117/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een niet-macromoleculair carbonzuur of zout daarvan als verdikker [4,8]

C 10 M    117/02                   .    met slechts één carboxylgroep gebonden aan een acyclisch of cyclo-alifatisch koolstofatoom of waterstof [4,8]

C 10 M    117/04                   .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    117/06                   .    met meer dan één carboxylgroep gebonden aan een acyclisch of cyclo-alifatisch koolstofatoom [4,8]

C 10 M    117/08                   .    met slechts één carboxylgroep gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    117/10                   .    met meer dan één carboxylgroep gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

 

C 10 M    119/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding als verdikker [4,8]

C 10 M    119/02                   .    Koolwaterstofpolymeren; Koolwaterstofpolymeren die zijn gemodificeerd door oxideren [4,8]

C 10 M    119/04                   .    met zuurstof (koolwaterstofpolymeren die zijn gemodificeerd door oxidatie C10M 119/02) [4,8]

C 10 M    119/06                   .    .    Macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    119/08                   .    .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een alcoholradicaal, aldehyderadicaal, ketonradicaal, etherradicaal, ketaalradicaal of acetaalradicaal [4,8]

C 10 M    119/10                   .    .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een acyloxyradicaal van een verzadigd carbonzuur of koolzuur [4,8]

C 10 M    119/12                   .    .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een carboxylradicaal, bijv. acrylaat [4,8]

C 10 M    119/14                   .    .    Macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij sprake is van alleen onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    119/16                   .    .    .    Condensatiepolymeren van aldehyden of ketonen; Polyesters; Polyethers [4,8]

C 10 M    119/18                   .    .    .    .    Polyoxyalkylenen [4,8]

C 10 M    119/20                   .    .    Polysacchariden, bijv. cellulose [4,8]

C 10 M    119/22                   .    met halogeen [4,8]

C 10 M    119/24                   .    met stikstof [4,8]

C 10 M    119/26                   .    met zwavel [4,8]

C 10 M    119/28                   .    met fosfor [4,8]

C 10 M    119/30                   .    met atomen van elementen die niet vallen onder de groepen C10M 119/02 tot C10M 119/28 [4,8]

 

C 10 M    121/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een verbinding met een onbekende of niet volledig gedefinieerde samenstelling als verdikker [4,8]

C 10 M    121/02                   .    Petroleumfracties, bijv. teer [4,8]

C 10 M    121/04                   .    Reactieproducten [4,8]

              Aantekening

 

              Bij het klasseren in deze groep mag elke reactant van een reactieproduct die wordt geacht belangrijke informatie voor het zoeken weer te geven, tevens worden geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het van belang wordt geacht te kunnen zoeken naar samenstellingen door gebruik te maken van een combinatie van klasseringssymbolen. Zo’n niet-verplichte klassering moet worden toegekend als “extra informatie”. [8]

  

C 10 M    123/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een verdikker in de vorm van een mengsel van twee of meer verbindingen die vallen onder meer dan één van de hoofdgroepen C10M 113/00 tot C10M 121/00, waarbij elk van deze verbindingen van belang is (anorganisch materiaal dat is gecoat met organische verbindingen C10M 113/16) [4]

C 10 M    123/02                   .    waarvan er tenminste één een niet-macromoleculaire verbinding is [4]

C 10 M    123/04                   .    waarvan er tenminste één een macromoleculaire verbinding is [4]

C 10 M    123/06                   .    waarvan er tenminste één een verbinding is die valt onder groep C10M 121/00 [4]

 

Additieven [4]

 

C 10 M    125/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een anorganisch materiaal als additief [4,8]

C 10 M    125/02                   .    Koolstof; Grafiet [4,8]

C 10 M    125/04                   .    Metalen; Legeringen [4,8]

C 10 M    125/06                   .    Zwavel [4,8]

C 10 M    125/08                   .    Metaalcarbiden of metaalhydriden [4,8]

C 10 M    125/10                   .    Metaaloxiden, metaalhydroxiden, metaalcarbonaten of metaalbicarbonaten [4,8]

C 10 M    125/12                   .    Metaalcarbonylen [4,8]

C 10 M    125/14                   .    Water (waterige smeermiddelsamenstellingen met meer dan 10% water C10M 173/00) [4,8]

C 10 M    125/16                   .    Waterstofperoxide; Zuurstofrijk water [4,8]

C 10 M    125/18                   .    Verbindingen die halogeen bevatten [4,8]

C 10 M    125/20                   .    Verbindingen die stikstof bevatten [4,8]

C 10 M    125/22                   .    Verbindingen die zwavel, seleen of telluur bevatten [4,8]

C 10 M    125/24                   .    Verbindingen die fosfor, arseen of antimoon bevatten [4,8]

C 10 M    125/26                   .    Verbindingen die silicium of boor bevatten, bijv. siliciumdioxide of zand [4,8]

C 10 M    125/28                   .    .    Glas [4,8]

C 10 M    125/30                   .    .    Klei [4,8]

 

C 10 M    127/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een niet-macromoleculaire koolwaterstof als additief (petroleumfracties C10M 159/04) [4,8]

C 10 M    127/02                   .    goed gedefinieerd alifatisch [4,8]

C 10 M    127/04                   .    goed gedefinieerd aromatisch [4,8]

C 10 M    127/06                   .    Gealkyleerde aromatische koolwaterstoffen [4,8]

 

C 10 M    129/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een organische niet-macromoleculaire verbinding die zuurstof bevat als additief [4,8]

C 10 M    129/02                   .    met een koolstofketen van minder dan 30 atomen [4,8]

C 10 M    129/04                   .    .    Hydroxyverbindingen [4,8]

C 10 M    129/06                   .    .    .    met hydroxygroepen gebonden aan acyclische of cyclo-alifatische koolstofatomen [4,8]

C 10 M    129/08                   .    .    .    .    met tenminste twee hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    129/10                   .    .    .    met hydroxygroepen gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    129/12                   .    .    .    .    met gecondenseerde ringen [4,8]

C 10 M    129/14                   .    .    .    .    met tenminste twee hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    129/16                   .    .    Ethers [4,8]

C 10 M    129/18                   .    .    .    Epoxiden [4,8]

C 10 M    129/20                   .    .    .    Cyclische ethers met vier of meer ringatomen, bijv. furanen of di-oxolanen [4,8]

C 10 M    129/22                   .    .    Peroxiden; Ozoniden [4,8]

C 10 M    129/24                   .    .    Aldehyden; Ketonen [4,8]

C 10 M    129/26                   .    .    Carbonzuren; Zouten daarvan [4,8]

C 10 M    129/28                   .    .    .    met carboxylgroepen gebonden aan acyclische of cyclo-alifatische koolstofatomen [4,8]

C 10 M    129/30                   .    .    .    .    met zeven of minder koolstofatomen [4,8]

C 10 M    129/32                   .    .    .    .    .    monocarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/34                   .    .    .    .    .    polycarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/36                   .    .    .    .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    129/38                   .    .    .    .    met acht of meer koolstofatomen [4,8]

C 10 M    129/40                   .    .    .    .    .    monocarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/42                   .    .    .    .    .    polycarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/44                   .    .    .    .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    129/46                   .    .    .    .    cyclo-alifatisch [4,8]

C 10 M    129/48                   .    .    .    met carboxylgroepen gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    129/50                   .    .    .    .    monocarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/52                   .    .    .    .    polycarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/54                   .    .    .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    129/56                   .    .    .    Zuren met een onbekende of niet volledig gedefinieerde samenstelling [4,8]

C 10 M    129/58                   .    .    .    .    Nafteenzuren [4,8]

C 10 M    129/60                   .    .    .    .    Talloliezuren [4,8]

C 10 M    129/62                   .    .    .    .    Harszuren [4,8]

C 10 M    129/64                   .    .    .    Zuren die worden verkregen uit gepolymeriseerde onverzadigde zuren [4,8]

C 10 M    129/66                   .    .    Geëpoxideerde zuren of esters [4,8]

C 10 M    129/68                   .    .    Esters (geëpoxideerd C10M 129/66) [4,8]

C 10 M    129/70                   .    .    .    van monocarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/72                   .    .    .    van polycarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/74                   .    .    .    van polyhydroxyverbindingen [4,8]

C 10 M    129/76                   .    .    .    met vrije hydroxygroepen of carboxylgroepen [4,8]

C 10 M    129/78                   .    .    .    Complexe esters, d.w.z. verbindingen die tenminste drie veresterde carboxylgroepen bevatten, en afgeleid van de combinatie van tenminste drie verschillende soorten van de volgende vijf verbindingen: monohydroxyverbindingen, polyhydroxyverbindingen, monocarbonzuren, polycarbonzuren of hydroxycarbonzuren [4,8]

C 10 M    129/80                   .    .    .    .    afgeleid van alleen de combinatie van monocarbonzuren, dicarbonzuren en dihydroxyverbindingen, en zonder vrije hydroxygroepen of carboxylgroepen [4,8]

C 10 M    129/82                   .    .    .    .    afgeleid van alleen de combinatie van monohydroxyverbindingen, dihydroxyverbindingen en dicarbonzuren, en zonder vrije hydroxygroepen of carboxylgroepen [4,8]

C 10 M    129/84                   .    .    .    van koolzuur [4,8]

C 10 M    129/86                   .    met een koolstofketen van dertig of meer atomen [4,8]

C 10 M    129/88                   .    .    Hydroxyverbindingen [4,8]

C 10 M    129/90                   .    .    .    met hydroxygroepen gebonden aan acyclische of cyclo-alifatische koolstofatomen [4,8]

C 10 M    129/91                   .    .    .    met hydroxygroepen gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    129/92                   .    .    Carbonzuren [4,8]

C 10 M    129/93                   .    .    .    met carboxylgroepen gebonden aan acyclische of cyclo-alifatische koolstofatomen [4,8]

C 10 M    129/94                   .    .    .    met carboxylgroepen gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    129/95                   .    .    Esters [4,8]

 

C 10 M    131/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een organische niet-macromoleculaire verbinding die halogeen bevat als additief [4,8]

C 10 M    131/02                   .    met alleen koolstof, waterstof en halogeen [4,8]

C 10 M    131/04                   .    .    alifatisch [4,8]

C 10 M    131/06                   .    .    aromatisch [4,8]

C 10 M    131/08                   .    met koolstof, waterstof, halogeen en zuurstof [4,8]

C 10 M    131/10                   .    .    Alcoholen; Ethers; Aldehyden; Ketonen [4,8]

C 10 M    131/12                   .    .    Zuren; Zouten of esters daarvan [4,8]

C 10 M    131/14                   .    Gehalogeneerde was [4,8]

 

C 10 M    133/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een organische niet-macromoleculaire verbinding die stikstof bevat als additief [4,8]

C 10 M    133/02                   .    met een koolstofketen van minder dan dertig atomen [4,8]

C 10 M    133/04                   .    .    Aminen, bijv. polyalkyleenpolyaminen; Quaternaire aminen (polyalkyleenpolyaminen met elf of meer monomeereenheden C10M 149/22) [4,8]

C 10 M    133/06                   .    .    .    met aminogroepen gebonden aan acyclische of cyclo-alifatische koolstofatomen [4,8]

C 10 M    133/08                   .    .    .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    133/10                   .    .    .    .    cyclo-alifatisch [4,8]

C 10 M    133/12                   .    .    .    met aminogroepen gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    133/14                   .    .    .    .    met hydroxygroepen [4,8]

C 10 M    133/16                   .    .    Amiden; Imiden [4,8]

C 10 M    133/18                   .    .    .    van koolzuren of halomierezuren [4,8]

C 10 M    133/20                   .    .    .    .    Ureum; Semicarbaziden; Allofanaten [4,8]

C 10 M    133/22                   .    .    met een dubbele koolstof-stikstofbinding, bijv. guanidinen, hydrazonen of semicarbazonen [4,8]

C 10 M    133/24                   .    .    Nitrilen [4,8]

C 10 M    133/26                   .    .    met een dubbele stikstof-stikstofbinding [4,8]

C 10 M    133/28                   .    .    .    Azoverbindingen [4,8]

C 10 M    133/30                   .    .    met een stikstof-zuurstofbinding [4,8]

C 10 M    133/32                   .    .    .    met een nitrogroep [4,8]

C 10 M    133/34                   .    .    .    met een nitrosogroep [4,8]

C 10 M    133/36                   .    .    .    Hydroxylaminen [4,8]

C 10 M    133/38                   .    .    Heterocyclische stikstofverbindingen [4,8]

C 10 M    133/40                   .    .    .    Zesringen die alleen stikstof en koolstof bevatten [4,8]

C 10 M    133/42                   .    .    .    .    Triazinen [4,8]

C 10 M    133/44                   .    .    .    Vijfringen die alleen stikstof en koolstof bevatten [4,8]

C 10 M    133/46                   .    .    .    .    Imidazolen [4,8]

C 10 M    133/48                   .    .    .    waarbij de ring zowel stikstof als zuurstof bevat [4,8]

C 10 M    133/50                   .    .    .    .    Morfolinen [4,8]

C 10 M    133/52                   .    met een koolstofketen van dertig of meer atomen [4,8]

C 10 M    133/54                   .    .    Aminen [4,8]

C 10 M    133/56                   .    .    Amiden; Imiden [4,8]

C 10 M    133/58                   .    .    Heterocyclische verbindingen [4,8]

 

C 10 M    135/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een organische niet-macromoleculaire verbinding die zwavel, seleen of telluur bevat als additief [4,8]

C 10 M    135/02                   .    Gesulfideerde verbindingen [4,8]

C 10 M    135/04                   .    .    Koolwaterstoffen [4,8]

C 10 M    135/06                   .    .    Esters, bijv. vetten [4,8]

C 10 M    135/08                   .    met een zwavel-zuurstofbinding [4,8]

C 10 M    135/10                   .    .    Sulfonzuren of derivaten daarvan [4,8]

C 10 M    135/12                   .    Thiozuren; Thiocyanaten; Derivaten daarvan [4,8]

C 10 M    135/14                   .    .    met een dubbele koolstof-zwavelbinding [4,8]

C 10 M    135/16                   .    .    .    op grond van een thio-ureum, d.w.z. met de groep FIG.104 [4,8]

C 10 M    135/18                   .    .    .    op grond van een thiocarbamide, bijv. met de groepen FIG.105 [4,8]

C 10 M    135/20                   .    Thiolen; Sulfiden; Polysulfiden [4,8]

C 10 M    135/22                   .    .    met zwavelatomen gebonden aan acyclische of cyclo-alifatische koolstofatomen [4,8]

C 10 M    135/24                   .    .    .    met hydroxygroepen; Derivaten daarvan [4,8]

C 10 M    135/26                   .    .    .    met carboxylgroepen; Derivaten daarvan [4,8]

C 10 M    135/28                   .    .    met zwavelatomen gebonden aan een koolstofatoom van een aromatische zesring [4,8]

C 10 M    135/30                   .    .    .    met hydroxygroepen; Derivaten daarvan [4,8]

C 10 M    135/32                   .    Heterocyclische zwavelverbindingen, seleenverbindingen of telluurverbindingen [4,8]

C 10 M    135/34                   .    .    waarbij de ring alleen zwavel en koolstof bevat [4,8]

C 10 M    135/36                   .    .    waarbij de ring zwavel en koolstof met stikstof of zuurstof bevat [4,8]

 

C 10 M    137/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een organische niet-macromoleculaire verbinding die fosfor bevat als additief [4,8]

C 10 M    137/02                   .    zonder fosfor-koolstofbinding [4,8]

C 10 M    137/04                   .    .    Fosfaatesters [4,8]

C 10 M    137/06                   .    .    .    Metaalzouten [4,8]

C 10 M    137/08                   .    .    .    Ammoniumzouten of aminezouten [4,8]

C 10 M    137/10                   .    .    .    Thioderivaten [4,8]

C 10 M    137/12                   .    met een fosfor-koolstofbinding [4]

C 10 M    137/14                   .    .    met zwavel [4,8]

C 10 M    137/16                   .    met een fosfor-stikstofbinding [4,8]

 

C 10 M    139/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een additief in de vorm van een organische niet-macromoleculaire verbinding die atomen van elementen bevat die niet vallen onder de groepen C10M 127/00 tot C10M ­137/00 [4,8]

C 10 M    139/02                   .    Esters van siliciumzuren [4,8]

C 10 M    139/04                   .    met een silicium-koolstofbinding, bijv. silanen [4,8]

C 10 M    139/06                   .    met een metaal-koolstofbinding (metaalcomplexen met een onbekende samenstelling C10M 159/18) [4,8]

 

C 10 M    141/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een mengsel van twee of meer verbindingen die vallen onder meer dan één van de hoofdgroepen C10M 125/00 tot C10M 139/00 als additief, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4]

C 10 M    141/02                   .    waarvan er tenminste één een organische zuurstofhoudende verbinding is [4]

C 10 M    141/04                   .    waarvan er tenminste één een organische halogeenhoudende verbinding is [4]

C 10 M    141/06                   .    waarvan er tenminste één een organische stikstofhoudende verbinding is [4]

C 10 M    141/08                   .    waarvan er tenminste één een organische zwavelhoudende, seleenhoudende of telluurhoudende verbinding is [4]

C 10 M    141/10                   .    waarvan er tenminste één een organische fosforhoudende verbinding is [4]

C 10 M    141/12                   .    waarvan er tenminste één een organische verbinding is die atomen van elementen bevat die niet vallen onder de groepen C10M 141/02 tot C10M 141/10 [4]

 

C 10 M    143/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire koolwaterstof als ,additief, of een soortgelijke ­koolwaterstof die door oxidatie gemodificeerd is [4,8]

C 10 M    143/02                   .    Polyetheen [4,8]

C 10 M    143/04                   .    met propeen [4,8]

C 10 M    143/06                   .    met buteen [4,8]

C 10 M    143/08                   .    met een alifatisch monomeer met meer dan 4 koolstofatomen [4,8]

C 10 M    143/10                   .    met een aromatisch monomeer, bijv. styreen [4,8]

C 10 M    143/12                   .    met een geconjugeerd dieen [4,8]

C 10 M    143/14                   .    met een niet-geconjugeerd dieen [4,8]

C 10 M    143/16                   .    met een cyclo-alifatisch monomeer [4,8]

C 10 M    143/18                   .    Geoxideerde koolwaterstoffen, d.w.z. geoxideerd aansluitend aan de macromoleculaire vorming [4,8]

 

C 10 M    145/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding die zuurstof bevat als additief (geoxideerde koolwaterstoffen C10M 143/18) [4,8]

C 10 M    145/02                   .    Macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    145/04                   .    .    met monomeren met een onverzadigde radicaal gebonden aan een alcoholradicaal, aldehyderadicaal, ketonradicaal, etherradicaal, ketaalradicaal of acetaalradicaal [4,8]

C 10 M    145/06                   .    .    met monomeren met een onverzadigde radicaal gebonden aan een acyloxyradicaal van een verzadigd carbonzuur of koolzuur [4,8]

C 10 M    145/08                   .    .    .    Vinylesters van een verzadigd carbonzuur of koolzuur [4,8]

C 10 M    145/10                   .    .    met monomeren met een onverzadigde radicaal gebonden aan een carboxylradicaal, bijv. acrylaat [4,8]

C 10 M    145/12                   .    .    .    van een monocarbonzuur [4,8]

C 10 M    145/14                   .    .    .    .    Acrylaat; Methacrylaat [4,8]

C 10 M    145/16                   .    .    .    van een polycarbonzuur [4,8]

C 10 M    145/18                   .    Macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    145/20                   .    .    Condensatiepolymeren van aldehyden of ketonen [4,8]

C 10 M    145/22                   .    .    Polyesters [4,8]

C 10 M    145/24                   .    .    Polyethers [4,8]

C 10 M    145/26                   .    .    .    Polyoxyalkylenen [4,8]

C 10 M    145/28                   .    .    .    .    van alkyleenoxiden die slechts twee koolstofatomen bevatten [4,8]

C 10 M    145/30                   .    .    .    .    van alkyleenoxiden die slechts drie koolstofatomen bevatten [4,8]

C 10 M    145/32                   .    .    .    .    van alkyleenoxiden die vier of meer koolstofatomen bevatten [4,8]

C 10 M    145/34                   .    .    .    .    van twee of meer specifieke, verschillende soorten [4,8]

C 10 M    145/36                   .    .    .    .    veretherd [4,8]

C 10 M    145/38                   .    .    .    .    veresterd [4,8]

C 10 M    145/40                   .    Polysacchariden, bijv. cellulose [4,8]

 

C 10 M    147/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding die halogeen bevat als additief [4,8]

C 10 M    147/02                   .    Monomeren die alleen koolstof, waterstof en halogeen bevatten [4,8]

C 10 M    147/04                   .    Monomeren die koolstof, waterstof, halogeen en zuurstof bevatten [4,8]

 

C 10 M    149/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding die stikstof bevat als additief [4,8]

C 10 M    149/02                   .    Macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    149/04                   .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een aminogroep [4,8]

C 10 M    149/06                   .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een amidogroep of imidogroep [4,8]

C 10 M    149/08                   .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een nitrilgroep [4]

C 10 M    149/10                   .    .    met monomeren met een onverzadigd radicaal gebonden aan een stikstofhoudende heteroring [4]

C 10 M    149/12                   .    Macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    149/14                   .    .    waarbij sprake is van een condensatiereactie [4,8]

C 10 M    149/16                   .    .    .    tussen het stikstofhoudende monomeer en een aldehyde of keton [4,8]

C 10 M    149/18                   .    .    .    Polyamiden [4,8]

C 10 M    149/20                   .    .    .    Polyureum [4,8]

C 10 M    149/22                   .    .    .    Polyaminen [4,8]

 

C 10 M    151/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding die zwavel, seleen of telluur bevat als additief [4,8]

C 10 M    151/02                   .    Macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    151/04                   .    Macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

 

C 10 M    153/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding die fosfor bevat als additief [4,8]

C 10 M    153/02                   .    Macromoleculaire verbindingen die worden verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [4,8]

C 10 M    153/04                   .    Macromoleculaire verbindingen die op een andere wijze worden verkregen dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [,8]

 

C 10 M    155/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een macromoleculaire verbinding die atomen van elementen bevat die niet vallen onder de groepen C10M 143/00 tot C10M 153/00 als additief [4,8]

C 10 M    155/02                   .    Monomeren die silicium bevatten [4,8]

C 10 M    155/04                   .    Monomeren die boor bevatten [4,8]

 

C 10 M    157/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een additief in de vorm van een mengsel van twee of meer macromoleculaire verbindingen die vallen onder meer dan één van de hoofdgroepen C10M 143/00 tot C10M 155/00, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4]

C 10 M    157/02                   .    waarvan er tenminste één een halogeenhoudende verbinding is [4]

C 10 M    157/04                   .    waarvan er tenminste één een stikstofhoudende verbinding is [4]

C 10 M    157/06                   .    waarvan er tenminste één een zwavelhoudende, seleenhoudende of telluurhoudende verbinding is [4]

C 10 M    157/08                   .    waarvan er tenminste één een fosforhoudende verbinding is [4]

C 10 M    157/10                   .    waarvan er tenminste één een verbinding met atomen van elementen is die niet vallen onder de groepen C10M 157/02 tot C10M 157/08 [4]

 

C 10 M    159/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een additief met een onbekende of niet volledig gedefinieerde samenstelling (carbonzuren met minder dan dertig koolstofatomen in de keten, met een onbekende of niet volledig gedefinieerde samenstelling C10M 129/56) [4,8]

C 10 M    159/02                   .    Natuurlijke producten [4,8]

C 10 M    159/04                   .    .    Petroleumfracties, bijv. teer of oplosmiddelen [4,8]

C 10 M    159/06                   .    .    Was, bijv. ozokeriet, ceresine, mengsels van zachte paraffine en zware olie, of olierijke paraffine [4,8,17]

C 10 M    159/08                   .    .    Vette oliën [4,8]

C 10 M    159/10                   .    .    Rubber [4,8]

C 10 M    159/12                   .    Reactieproducten [4,8]

              Aantekening

 

              Bij het klasseren in deze groep mag elke reactant van een reactieproduct die wordt geacht belangrijke informatie voor het zoeken weer te geven, tevens worden geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het van belang wordt geacht te kunnen zoeken naar samenstellingen door gebruik te maken van een combinatie van klasseringssymbolen. Zo’n niet-verplichte klassering moet worden toegekend als “extra informatie”. [8]

 

C 10 M    159/14                   .    .    verkregen door Friedel-Crafts-condensatie [4,8]

C 10 M    159/16                   .    .    verkregen door Mannich-reacties [4,8]

C 10 M    159/18                   .    .    Complexen met metalen [4,8]

C 10 M    159/20                   .    .    Reactiemengsels met een overmaat aan neutraliserende base, bijv. zogenaamde over-basische of hoog-basische producten [4,8]

C 10 M    159/22                   .    .    .    met fenolradicalen [4,8]

C 10 M    159/24                   .    .    .    met sulfonradicalen [4,8]

 

C 10 M    161/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een additief in de vorm van een mengsel van een macromoleculaire verbinding en een niet-macromoleculaire verbinding, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4]

 

C 10 M    163/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een additief in de vorm van een mengsel van een verbinding met een onbekende of niet volledig gedefinieerde samenstelling en een niet-macromoleculaire verbinding, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4,8]

 

C 10 M    165/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een additief in de vorm van een mengsel van een macromoleculaire verbinding en een verbinding met een onbekende of niet volledig gedefinieerde samenstelling, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4,8]

 

C 10 M    167/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door een additief in de vorm van een mengsel van een macromoleculaire verbinding, een niet-macromoleculaire verbinding en een verbinding met een onbekende of niet-volledig gedefinieerde samenstelling, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4,8]

 

Mengsels van basismaterialen, verdikkers en additieven [4]

 

C 10 M    169/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door componenten in de vorm van een mengsel van tenminste twee soorten ingrediënten die worden gekozen uit basismaterialen, verdikkers of additieven uit de voorgaande groepen, waarbij elk van deze verbindingen van belang is [4]

C 10 M    169/02                   .    Mengsels van basismaterialen en verdikkers [4]

C 10 M    169/04                   .    Mengsels van basismaterialen en additieven [4]

C 10 M    169/06                   .    Mengsels van verdikkers en additieven [4]

 

Samenstellingen die worden gekenmerkt door fysische eigenschappen [4]

 

C 10 M    171/00                   Smeermiddelsamenstellingen die worden gekenmerkt door zuiver fysische criteria, bijv. met als dragermateriaal, verdikker of additief ingrediënten die uitsluitend worden gekenmerkt door hun numeriek gespecificeerde fysische eigenschappen, d.w.z. met ingrediënten die fysisch goed gedefinieerd zijn maar waarvan het chemische karakter ofwel niet specifiek ofwel slechts zeer vaag wordt aangeduid (chemisch gedefinieerde ingrediënten C10M 101/00 tot C10M 169/00; petroleumfracties C10M 101/02, C10M 121/02 of C10M 159/04) [4]

C 10 M    171/02                   .    Specifieke viscositeitswaarden of viscositeitsindexen [4]

C 10 M    171/04                   .    Specifieke molecuulgewichten of moleculaire gewichtsverdelingen [4]

C 10 M    171/06                   .    Deeltjes met een speciale vorm of grootte [4]

 

Waterige smeermiddelsamenstellingen [4]

  

C 10 M    173/00                   Smeermiddelsamenstellingen die meer dan 10% water bevatten [4]

C 10 M    173/02                   .    zonder minerale of vette oliën [4]

 

Opwerken [4]

 

C 10 M    175/00                   Opwerken van gebruikte smeermiddelen voor het terugwinnen van bruikbare producten [4]

C 10 M    175/02                   .    op basis van minerale oliën [4]

C 10 M    175/04                   .    op basis van een waterige emulsie [4]

C 10 M    175/06                   .    door ultrafiltratie of osmose [4]

 

Bereiden of nabehandelen [4]

 

C 10 M    177/00                   Speciale methoden voor het bereiden van smeermiddelsamenstellingen; Chemisch modificeren door het nabehandelen van componenten of van een gehele smeermiddelsamenstelling, dat niet valt onder andere klassen [4]