B21C 1/00
Maken van metalen platen, draad, staven, buizen of soortgelijke halfproducten door trekken [9]
B21C 1/02
Trekken van metaaldraad of soortgelijk flexibel metaalachtig materiaal met trekmachines of trekapparatuur waarin de trekwerking wordt veroorzaakt door trommels
B21C 1/04
met twee of meer trekstenen die in serie werken
B21C 1/06
waarbij het materiaal op de trommels slipt
B21C 1/08
waarbij het materiaal niet op de trommels slipt
B21C 1/10
waarbij het materiaal wordt verzameld tussen opeenvolgend geplaatste trekstenen
B21C 1/12
Regelen of sturen van de snelheid van trektrommels, bijv. voor het beïnvloeden van de spanning; Aandrijvingen; Stopmechanismen of vrijloopmechanismen (koppelingen voor trommels B21C 1\5; zie voor ontwerpen of constructies van elektrische uitrusting de relevante klassen)
B21C 1/14
Trommels, bijv. kaapstanders (kaapstanders of lieren in het algemeen B66D); Bevestigen van grijpers daaraan; Speciaal aangepaste grijpers voor trommelvormige trekmachines of trekapparatuur; Speciaal aangepaste koppelingen voor deze trommels
B21C 1/16
Trekken van metaal met machines of apparatuur waarin de trekwerking wordt veroorzaakt door andere middelen dan trommels, bijv. door een in lengterichting bewegende wagen die het werk of de uitgangsmaterialen voorttrekt of voortduwt voor het maken van metalen platen, staven of buizen [9]
B21C 1/18
uit uitgangsmaterialen met een beperkte lengte B21C 1\5 heeft voorrang)
B21C 1/20
uit uitgangsmaterialen met een voornamelijk onbeperkte lengte B21C 1\5 heeft voorrang)
B21C 1/22
speciaal aangepast voor het maken van buisvormige artikelen (buigen van metaal tot een buisvorm door trekken B21D 5\5)
B21C 1/24
door middel van doornen (doornen B21C 3\5)
B21C 1/26
Drukbanktrekken
B21C 1/27
Wagens; Aandrijvingen
B21C 1/28
Wagens; Bevestigen van grijpers daaraan; Grijpers (voor trommelvormige trekmachines B21C 1\5)
B21C 1/30
Aandrijvingen, bijv. wagendoorvoermechanismen; Aandrijfelementen, bijv. trekkettingen; Regelen van de aandrijving
B21C 1/32
Toevoeren of verwijderen van het materiaal of de doornen
B21C 1/34
Geleiden of ondersteunen van het materiaal of de doornen
B21C 3/00
Profielgereedschap voor het trekken van metaal; Combinaties van trekstenen en doornen voor het trekken van metaal [9]
B21C 3/02
Trekstenen; Materialen daarvoor; Reinigen daarvan
B21C 3/04
met een niet-verstelbaar deel B21C 3\5 heeft voorrang)
B21C 3/06
met een verstelbaar deel B21C 3\5 heeft voorrang)
B21C 3/08
met een deel dat wordt begrensd door walsen, kogels en dergelijke
B21C 3/10
met hydraulische krachten die direct op het werk inwerken
B21C 3/12
Treksteenhouders; Roterende trekstenen
B21C 3/14
Treksteenhouders die zijn gecombineerd met inrichtingen voor het geleiden van het trekmateriaal of met inrichtingen voor het koelen, verwarmen of smeren
B21C 3/16
Doornen (scheiden van doornen en werk B21C 45\5); Bevestigen of verstellen daarvan
B21C 3/18
Maken van gereedschap door bewerkingen die niet vallen onder één andere subklasse; Repareren
B21C 5/00
Richten; Richten door duwen van getrokken werk of getrokken materiaal [9]
B21C 9/00
Koelen, verwarmen of smeren van trekmateriaal B21C 3\5 heeft voorrang)
B21C 9/02
Samenstellingen daarvoor
B21C 19/00
Inrichtingen voor het rechtmaken van draad of soortgelijk werk, gecombineerd met of speciaal aangepast voor gebruik in verband met machines of apparatuur voor het trekken of wikkelen
B21C 23/00
Extruderen van metaal; Inslagextrusie
B21C 23/01
uitgaande van materiaal met een speciale vorm of uitvoering, bijv. mechanisch voorbehandeld B21C 23\5 heeft voorrang; zie voor warmtebehandelingen of combinaties daarvan met mechanische behandelingen de toepasselijke klassen)
B21C 23/02
Maken van ongecoate producten
B21C 23/03
door zowel direct als achterwaarts extruderen
B21C 23/04
door direct extruderen
B21C 23/06
Maken van platen
B21C 23/08
Maken van draad, staven of buizen [9]
B21C 23/10
Maken van buizen met vinnen
B21C 23/12
Extruderen van gebogen buizen of staven
B21C 23/14
Maken van andere producten
B21C 23/16
Maken van turbobladen of turbopropellers
B21C 23/18
door inslagextrusie [2]
B21C 23/20
door achterwaarts extruderen
B21C 23/21
Speciaal aangepaste persen voor het extruderen van metaal (extrusiepersen in het algemeen B30B 11\5)
B21C 23/22
Maken van met metaal gecoate producten; Maken van producten uit twee of meer metalen
B21C 23/24
Bedekken van onbepaalde lengten van een metaal of niet-metaalachtig materiaal met een metaalcoating
B21C 23/26
Aanbrengen van metaalcoatings op kabels, bijv. op geïsoleerde elektriciteitskabels
B21C 23/28
op intermitterend werkende extrusiepersen
B21C 23/30
op continu werkende extrusiepersen
B21C 23/32
Smeren van geëxtrudeerd metaal of van extrusiekoppen en dergelijke, bijv. de fysische toestand van het smeermiddel of de plaats waar het smeermiddel wordt opgebracht (zie voor chemische samenstellingen de toepasselijke klassen)
B21C 25/00
Profielgereedschap voor het extruderen van metaal
B21C 25/02
Extrusiekoppen
B21C 25/04
Doornen
B21C 25/06
Perskoppen, extrusiekoppen of doornen voor het coaten van werk
B21C 25/08
Extrusiekoppen of doornen met een deel dat variabel is tijdens het extruderen, bijv. voor het maken van taps toelopend werk; Regelen van variatie
B21C 25/10
Maken van gereedschap door bewerkingen die niet vallen onder één andere subklasse
B21C 26/00
Stempels of plunjers voor het extruderen van metaal; Schijven daarvoor [2,9]
B21C 27/00
Containers voor te extruderen metaal B21C 29\5 heeft voorrang)
B21C 27/02
voor het maken van gecoat werk
B21C 27/04
Ontluchten van de ruimte in een metaalcontainer
B21C 29/00
Koelen of verwarmen van geëxtrudeerd werk of van delen van de extrusiepers [9]
B21C 29/02
van containers voor te extruderen metaal
B21C 29/04
van perskoppen, extrusiekoppen of doornen
B21C 31/00
Regelinrichtingen voor het extruderen van metaal, bijv. voor het regelen van de perssnelheid of de temperatuur van het metaal B21C 25\5 heeft voorrang); Meetinrichtingen, bijv. voor de temperatuur van het metaal, gecombineerd met of speciaal aangepast voor gebruik in verband met extrusiepersen (zie voor meetinrichtingen van meer algemeen belang binnen subklasse B21C de groep B21C 51\5) [9]
B21C 33/00
Toevoeren van te extruderen metaal naar extrusiepersen
B21C 33/02
waarbij het metaal zich in vloeibare vorm bevindt
B21C 35/00
Verwijderen van werk of afval bij extrusiepersen; Wegtrekken van geëxtrudeerd werk (in verband met het extruderen van gebogen buizen of staven B21C 23\5); Reinigen van extrusiekoppen, goten, containers of doornen voor het extruderen van metaal [2,9]
B21C 35/02
Verwijderen of wegtrekken van werk
B21C 35/03
Rechtmaken van het werk (rechtmaken van metaal in het algemeen B21D)
B21C 35/04
Afsnijden of verwijderen van afval
B21C 35/06
Reinigen van extrusiekoppen, goten, containers of doornen [2]
B21C 37/00
Niet elders ondergebracht maken van metalen platen, staven, draad, buizen, profielen of soortgelijke halffabrikaatproducten (door walsen B21B; door het bewerken of produceren van half-afgewerkte metalen platen, profielen, buizen of draad B21D en B21F; door gieten B22; door machinegereedschap waarmee materiaal wordt verwijderd B23; door lassen, bijv. plateren of bekleden, B23K; door slijpen of schuren, of polijsten B24; door elektrolytisch vormen C25D 1\5); Maken van buizen met een speciale vorm [2,9]
B21C 37/02
van platen
B21C 37/04
van staven of draad [9]
B21C 37/06
van buizen of metalen slangen; Gecombineerde bewerkingen voor het maken van buizen, bijv. voor het maken van meerwandige buizen (buigen van platen voor het maken van buizen B21D 5\5; maken van naden door vouwen B21D 39\5)
B21C 37/08
Maken van buizen met gelaste of gesoldeerde naden (waarbij sprake is van alleen een soldeerbewerking of lasbewerking B23K)
B21C 37/083
Toevoeren, of bewerkingen die zijn gecombineerd met het toevoeren, van strookmateriaal
B21C 37/087
met staven of stroken soldeermateriaal
B21C 37/09
van gecoat strookmateriaal
B21C 37/10
Maken van buizen met geklonken naden
B21C 37/12
Maken van buizen of metalen slangen met schroefvormig aangebrachte naden
B21C 37/14
Maken van buizen uit dubbelgeslagen plat materiaal
B21C 37/15
Maken van buizen met een speciale vorm; Maken van het toebehoren
B21C 37/16
Maken van buizen met een variërende diameter in lengterichting
B21C 37/18
kegelvormige buizen
B21C 37/20
Maken van schroefvormige of soortgelijke geleiders in of op buizen zonder materiaal te verwijderen, bijv. door het trekken daarvan over doornen of door het duwen daarvan door extrusiekoppen
B21C 37/22
Maken van buizen met vinnen of ribben door het vastzetten van strookmateriaal of soortgelijk materiaal aan buizen (maken van warmtewisselaars B21D 53\5)
B21C 37/24
buizen met ringvormige ribben
B21C 37/26
buizen met schroefvormige ribben
B21C 37/28
Maken van buistoebehoren voor pijpverbindingen, bijv. U-stukken
B21C 37/29
Maken van vertakkingen, bijv. T-stukken
B21C 37/30
Afwerken van buizen, bijv. op maat maken of glanzen
B21C 43/00
Inrichtingen voor het reinigen van metalen producten, gecombineerd met of speciaal aangepast voor gebruik met machines of apparatuur die onder deze subklasse vallen
B21C 43/02
gecombineerd met of speciaal aangepast voor gebruik in verband met machines of apparatuur voor het trekken of wikkelen
B21C 43/04
Inrichtingen voor het afbijten van draad of soortgelijk flexibel werk
B21C 45/00
Scheiden van doornen en werkstukken of omgekeerd
B21C 47/00
Opwikkelen, opspoelen of afwikkelen van metalen draad, band of ander flexibel materiaal dat wordt gekenmerkt door aspecten die alleen relevant zijn voor de metaalbewerking (opspoelen van draad in specifieke vormen B21F 3\5; hot coilers in verband met warmtebehandelingsapparatuur C21D 9\5)
B21C 47/02
Opwikkelen of opspoelen
B21C 47/04
op of in haspels of trommels zonder gebruik te maken van een bewegende geleider (haspels of trommels B21C 47\5)
B21C 47/06
met belaste rollen, bouten of vergelijkbare middelen die het materiaal op de haspel of trommel houden
B21C 47/08
zonder gebruik te maken van een haspel of trommel, waarbij de eerste draai wordt gevormd door een stilstaande geleider
B21C 47/10
door middel van een bewegende geleider
B21C 47/12
waarbij de geleider parallel aan de as van de spoel beweegt B21C 47\5 heeft voorrang)
B21C 47/14
door middel van een roterende geleider, bijv. die het materiaal om een stilstaande haspel of trommel legt
B21C 47/16
Afwikkelen of afspoelen
B21C 47/18
van haspels of trommels
B21C 47/20
waarbij het afgehaalde materiaal dwars op de tangenslijn van de trommel beweegt, bijv. axiaal of radiaal
B21C 47/22
Afwikkelen van spoelen zonder haspels of trommels
B21C 47/24
Doorvoeren van spoelen naar of van wikkelapparatuur of naar of van een werkpositie daarbij; Voorkomen van afspoelen tijdens het overdragen
B21C 47/26
Speciale voorzieningen met betrekking tot het gelijktijdig of opeenvolgend behandelen van het materiaal
B21C 47/28
Trommels of andere spoelhouders (grijpmiddelen B21C 47\5)
B21C 47/30
vergrootbaar of verkleinbaar
B21C 47/32
Speciaal aangepaste tangen of grijpmiddelen voor haspelbewerkingen
B21C 47/34
Toevoerinrichtingen of geleidingsinrichtingen die niet speciaal zijn aangepast aan een specifiek soort apparatuur
B21C 49/00
Inrichtingen voor het tijdelijk verzamelen van materiaal
B21C 99/00
Onderwerpen voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [9]