Aantekeningen
(1) Onder deze subklasse vallen: - gelaagde producten die verschillende soorten materialen of gelaagde producten bevatten, die niet worden gekenmerkt door het specifieke soort gebruikte materiaal; - producten die vergelijkbaar zijn met een gelaagd product, maar die alleen materiaal bevatten in de vorm van een vel of netwerk dat is ingebed in een kunststofmassa of fysisch daarmee vergelijkbare substanties waarvan de massa het genoemde vel of netwerk binnendringt en aan beide zijden daarvan ligt (bijv. zodanig dat het vel of netwerk de plastische substantie versterkt), onder voorwaarde dat het ingebedde vel of netwerk zich uitstrekt over het gehele gebied van het product en daarmee samenhangt of verbonden is; het ingebedde vel of netwerk kan dus een weefsel zijn, of een reeks staven die door kruisdraden met elkaar zijn verbonden. De wijze van maken van zo'n product wordt echter alleen in deze subklasse geklasseerd als het voornamelijk gaat om een proces voor het opbouwen van een lagenstelsel waarvan tenminste één buitenste laag voorgevormd is. Als het ingebedde materiaal alleen een reeks niet met elkaar verbonden staven bevat, wordt het product niet geklasseerd in deze subklasse. (2) Onder deze subklasse vallen niet: - apparatuur die wordt gebruikt bij, of in verband met, het produceren of behandelen van een product, als de apparatuur volledig kan worden geklasseerd in één andere klasse of subklasse voor processen of apparatuur, bijv. B05, B29C, B29D, B44D, C08J, C09J of C23; [8,10] - samenstellingen of het bereiden of behandelen daarvan, tenzij zij voornamelijk zijn beperkt tot gelaagde producten en niet volledig kunnen worden geklasseerd in een andere klasse zonder deze beperking buiten beschouwing te laten; - geëtste metaalachtige patronen op het oppervlak van een printplaat. [3] (3) In deze subklasse wordt een film die is gevormd op een laag door het daarover uitspreiden van een substantie, niet beschouwd als laag op zich als deze alleen dient als kleefstof of als deze meer tot doel heeft een oppervlak van een product af te werken. [8] (4) In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “laag” is een vel of strook of iets anders met een geringe dikte in vergelijking tot de overige afmetingen, die samen met tenminste één andere laag een gelaagd product vormt, of het nu reeds eerder bestond als bijvoorbeeld een afzonderlijke vel of afzonderlijke strook of werd gevormd tijdens het produceren van het gelaagde product. De laag kan al dan niet homogeen of cohesief zijn; de laag kan bestaan uit een stelsel van vezels of stukjes materiaal. De laag kan discontinu zijn, bijv. in de vorm van een rooster, honingraat of frame. De laag kan al dan niet volledig in contact staan met de volgende laag, bijv. een gegolfde laag tegen een platte laag; - “gelaagd product” bevat tenminste twee lagen die aan elkaar zijn vastgezet. De term “vastgezet” omvat elke methode van het onderling verbinden van lagen, bijv. naaien, rijgen, lijmen, spijkeren, zwaluwstaartverbindingen of het tussenvoegen van een kleefstof of een met kleefstof geïmpregneerde ondersteuning. Het kan tevens een tussenstap zijn bij het produceren van een artikel dat niet gelaagd is in zijn definitieve vorm, bijv. een paneel met een beschermlaag die wordt verwijderd als het paneel in de gebruikspositie is geplaatst. De lagen zijn voorgevormde lagen of lagen die ter plaatse op een voorgevormde laag worden gevormd, en kunnen bestaan uit coherente massieve materialen, inclusief honingraten en ander cellulaire materialen met een celstructuur of uit niet-coherente massieve materialen die zijn samengesteld uit stelsels van strengen, stroken, vezels, tegels en dergelijke; - “filamentlaag” betekent een laag van draden of filamenten van een willekeurige substantie (bijv. draden) met een min of meer onbeperkte lengte, die in een geordende opstelling zijn geplaatst en aan elkaar zijn vastgezet; de laag kan zijn geweven, gebreid, gevlochten of geknoopt, of zijn gevormd uit draden die kruislings of zij aan zij gelegd en met elkaar verlijmd zijn; - “vezellaag” betekent een willekeurig stelsel van vezels of filamenten met een gewoonlijk eindige lengte, bijv. vilt of vlies; de vezels kunnen al dan niet in elkaar grijpen of met elkaar verbonden zijn, bijv. door kleefstof. (5) In de groepen B32B 1\5 tot B32B 33\5 wordt geklasseerd in de eerst toepasselijke plaats, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau, tenzij anders staat vermeld. [8,15] (6) Als een gelaagd product wordt gekenmerkt door de wijze waarop het is geproduceerd en niet door het karakter of de samenstelling ervan, dient de productiewijze te worden geklasseerd in de groepen B32B 37\5 of B32B 38\5, of in subklasse B29C, bijv. in de groepen B29C 45\5 of B29C 48\5. [10,19] (7) Gelaagde producten vallen onder vele verschillende klassen, waarvan de meeste betrekking hebben op een specifiek soort materiaal. Om echter deze subklasse een basis te kunnen laten zijn voor het uitvoeren van een volledig onderzoek naar gelaagde producten, wordt alle relevante materie geklasseerd in deze subklasse zelfs al kan zij tevens worden geklasseerd in andere klassen.
B32B 1/00
Gelaagde producten met voornamelijk een algemene, niet-vlakke vorm
Aantekening
Ten behoeve van het klasseren van producten in deze groep worden oneffenheden in het oppervlak, ongelijkheden en de vorm van afzonderlijke lagen buiten beschouwing gelaten.
B32B 1/02
Verzamelbakken, bijv. tanks
B32B 1/04
gekenmerkt door vormkenmerken op specifieke plaatsen, bijv. in randgebieden
B32B 1/06
gekenmerkt door vullingen of toegevoegde lichamen in holle delen
B32B 1/08
Buisvormige producten
Aantekening
In deze groep kunnen kanalen, holle ruimten en holten anders zijn gevuld dan met lucht, bijv. met een gas, een vloeistof of een ander materiaal dat verschilt van dat van de laag waarin het voorkomt.
B32B 3/02
gekenmerkt door vormkenmerken op specifieke plaatsen, bijv. in randgebieden
B32B 3/04
gekenmerkt door een laag die aan de rand gevouwen is, bijv. over een andere laag
B32B 3/06
voor het aan elkaar vastzetten van lagen; voor het vastmaken van het product aan een ander lichaam, bijv. aan een steun (gebruik of aanwezigheid van spijkers, stiksel of soortgelijke aparte bevestigingselementen voor dat doel B32B 7\5)
B32B 3/08
gekenmerkt door toegevoegde lichamen op specifieke delen
B32B 3/10
gekenmerkt door een discontinue laag, d.w.z. met openingen of gevormd uit afzonderlijke stukken materiaal
Aantekening
In deze groep moeten een reeks op afstand van elkaar staande, afzonderlijke elementen die resulteren in een gebroken oppervlak, worden beschouwd als een laag.
B32B 3/12
gekenmerkt door een laag van regelmatig aangebrachte cellen als integraal deel, hetzij individueel hetzij door het onderling verbinden van afzonderlijke stroken gevormd, bijv. honingraatstructuren
B32B 3/14
gekenmerkt door een aanzichtlaag die is gevormd uit afzonderlijke stukken materiaal
B32B 3/16
vastgezet aan een flexibele ruglaag
B32B 3/18
gekenmerkt door een inwendige laag die is gevormd uit afzonderlijke stukken materiaal
B32B 3/20
van holle stukken, bijv. buizen; uit stukken met kanalen of holten
B32B 3/22
van delen op afstand van elkaar
B32B 3/24
gekenmerkt door een laag met openingen, bijv. van geëxpandeerd metaal (laag van netwerken of vezels B32B 5\5)
B32B 3/26
gekenmerkt door een specifiek vorm van de omtrek van de doorsnede van een continue laag; gekenmerkt door een laag met holten of inwendige holle ruimten (regelmatige cellen B32B 3\5)
B32B 3/28
gekenmerkt door een laag die een dun vervormd vel bevat, bijv. gegolfd of gekreukt B32B 29\5 heeft voorrang) [3]
B32B 3/30
gekenmerkt door een laag die is gevormd met uithollingen of uitsteeksels, bijv. gegroefd of geribbeld
Aantekening
In deze groep kunnen vezels, filamenten, korrels of poeder die een laag vormen of daarvan deel uitmaken, zijn geïmpregneerd in, samengebonden met of ingebed in een substantie zoals synthetische hars. Als de substantie van de vezels en dergelijke, of de impregneersubstantie, bindmiddelsubstantie of inbeddingssubstantie van belang is, wordt deze geklasseerd in de relevante groep voor de substantie.
B32B 5/02
gekenmerkt door structurele aspecten van een laag die vezels of filamenten bevat (gevormd uit deeltjes, bijv. snippers, gehakte vezels of poeder, B32B 5\5)
Aantekening
Onder deze groep vallen, naast draadlagen en vezellagen zoals gedefinieerd in Aantekening (4) volgend op de titel van deze subklasse, lagen van substanties met een intrinsiek vezelkarakter (bijv. papier of hout), als het vezelkarakter wel en de specifieke substantie niet belangrijk is.
B32B 5/04
gekenmerkt door een laag die specifiek kan worden vergroot op grond van de structuur of het aanbrengen ervan
B32B 5/06
gekenmerkt door een vezellaag die op een andere laag is genaaid, bijv. van vezels of papier
B32B 5/08
waarbij de vezels of filamenten van een laag speciaal zijn aangebracht of uit verschillende substanties bestaan
B32B 5/10
gekenmerkt door een vezellaag die versterkt is met filamenten
B32B 5/12
gekenmerkt door de onderlinge plaatsing van vezels of filamenten van aanliggende lagen
B32B 5/14
gekenmerkt door een laag die qua samenstelling of fysisch op verschillende plaatsen anders is, bijv. dichter naar de aanzichtvlakken toe
B32B 5/16
gekenmerkt door kenmerken van een laag die is gevormd uit deeltjes, bijv. snippers, gehakte vezels of poeder
B32B 5/18
gekenmerkt door kenmerken van een laag die of een specifiek poreus materiaal bevat
B32B 5/20
ter plaatse geschuimd
B32B 5/22
gekenmerkt door de aanwezigheid van twee of meer lagen die vezels, filamenten, korrels of poeder bevatten of die geschuimd of specifiek poreus zijn
B32B 5/24
met één vezellaag of filamentlaag als laag
B32B 5/26
waarbij een andere laag tevens bestaat uit vezels of filamenten
B32B 5/28
die is geïmpregneerd met of ingebed in een plastische substantie
B32B 5/30
met één laag met korrels of poeder
B32B 5/32
waarbij beide lagen geschuimd of specifiek poreus zijn
B32B 7/00
Gelaagde producten die worden gekenmerkt door het onderlinge verband tussen de lagen; Gelaagde producten die worden gekenmerkt door de relatieve oriëntatie van kenmerken tussen lagen, of door de relatieve waarden van een meetbare parameter tussen lagen, d.w.z. producten die lagen bevatten met verschillende fysische, chemische of fysisch-chemische eigenschappen; Gelaagde producten die worden gekenmerkt door de onderlinge binding tussen lagen [19]
B32B 7/02
Fysische, chemische of fysisch-chemische eigenschappen [19]
B32B 7/022
Mechanische eigenschappen [19]
B32B 7/023
Optische eigenschappen [19]
B32B 7/025
Elektrische of magnetische eigenschappen [19]
B32B 7/027
Thermische eigenschappen [19]
B32B 7/028
Warmte-krimpvermogen [19]
B32B 7/03
met het oog op de oriëntatie van kenmerken (richting van vezels of filamenten B32B 5\5) [19]
B32B 7/035
gebruikmakend van rangschikkingen van gestrekte films, bijv. van afwisselend gerangschikte in één richting gestrekte films [19]
B32B 7/04
Onderlinge binding tussen lagen [19]
B32B 7/06
gemakkelijk te scheiden [19]
B32B 7/08
met mechanische middelen [19]
B32B 7/09
door stikken of naaien (door aan elkaar naaien van vezellagen B32B 5\5) [19]
B32B 7/10
waarbij tenminste één laag inter-reactieve eigenschappen heeft [19]
B32B 7/12
gebruikmakend van tussenlaags aangebrachte kleefmiddelen of materialen met kleefeigenschappen [19]
B32B 7/14
aangebracht in ruimtelijk verband, bijv. in stroken [19]
Aantekening
In de groepen B32B 9\5 tot B32B 29\5 worden de volgende uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “specifieke substantie” omvat specifieke alternatieve substanties als zij allemaal vallen onder één hoofdgroep; - “specifieke laag” betekent een laag van deeltjes, bijv. snippers, gehakte vezels of poeder.
B32B 9/00
Gelaagde producten die voornamelijk een specifieke substantie bevatten, die niet valt onder de groepen B32B 11\5 tot B32B 29\5
B32B 9/02
met dierlijke of plantaardige substanties
B32B 9/04
met zo'n substantie als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 9/06
van papier of karton
B32B 11/00
Gelaagde producten die voornamelijk bitumineuze of teerachtige substanties bevatten
B32B 11/02
met vezels of deeltjes die daarin zijn ingebed of die daarmee zijn verbonden
B32B 11/04
met zo'n substantie als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 11/06
van papier of karton
B32B 11/08
van metaal
B32B 11/10
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 11/12
naast een bijzondere laag
B32B 13/00
Gelaagde producten die voornamelijk een door water uithardende substantie bevatten, bijv. beton, pleister, asbestcement of een soortgelijk bouwmateriaal
B32B 13/02
met vezels of deeltjes die daarin zijn ingebed of die daarmee zijn verbonden
B32B 13/04
met zulke substanties als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 13/06
van metaal
B32B 13/08
van papier of karton
B32B 13/10
van hout; van spaanplaat
B32B 13/12
van synthetisch hars
B32B 13/14
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 15/00
Gelaagde producten die voornamelijk metaal bevatten
B32B 15/01
waarbij alle lagen uitsluitend metaalachtig zijn [3]
B32B 15/02
in een andere vorm dan een vel, bijv. draad of deeltjes
B32B 15/04
met metaal als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag van een specifieke substantie
B32B 15/06
van rubber
B32B 15/08
van synthetisch hars
B32B 15/082
van vinylharsen; van acrylharsen [8]
B32B 15/085
van polyolefinen [8]
B32B 15/088
van polyamiden [8]
B32B 15/09
van polyesters [8]
B32B 15/092
van epoxyharsen [8]
B32B 15/095
van polyurethanen [8]
B32B 15/098
van condensatieharsen of aldehyden, bijv. met fenolen, ureum of melaminen [8]
B32B 15/10
van hout
B32B 15/12
van papier of karton
B32B 15/14
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 15/16
naast een bijzondere laag
B32B 15/18
met ijzer of staal
B32B 15/20
met aluminium of koper
B32B 17/00
Gelaagde producten die voornamelijk glasplaten of glasvezels, slakken en dergelijke
B32B 17/02
in de vorm van vezels of filamenten
B32B 17/04
verbonden met of ingebed in een plastische substantie
B32B 17/06
met glas als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 17/08
van plastische cellulosesubstanties
B32B 17/10
van synthetisch hars
B32B 17/12
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 18/00
Gelaagde producten die voornamelijk keramiek bevatten, bijv. vuurvaste producten [4]
B32B 19/00
Gelaagde producten die voornamelijk natuurlijke mineraalvezels of mineraaldeeltjes bevatten, bijv. asbest of mica
B32B 19/02
verbonden met of ingebed in een plastische substantie
B32B 19/04
naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 19/06
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 19/08
met asbest
B32B 21/00
Gelaagde producten die voornamelijk hout bevatten, bijv. houtplaat, fineer of spaanplaat
B32B 21/02
in de vorm van vezels, snippers of deeltjes
B32B 21/04
met hout als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 21/06
van papier of karton
B32B 21/08
van synthetisch hars; van vezelversterkte hars
B32B 21/10
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 21/12
naast een bijzondere laag
B32B 21/13
met uitsluitend lagen hout [3]
B32B 21/14
met houtplaat of fineer
B32B 23/00
Gelaagde producten die voornamelijk plastische cellulosekunststofsubstanties bevatten
B32B 23/02
in de vorm van vezels of filamenten
B32B 23/04
met zo'n substantie als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 23/06
van papier of karton
B32B 23/08
van synthetisch hars
B32B 23/10
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 23/12
naast een bijzondere laag
B32B 23/14
gekenmerkt door de aanwezigheid van speciale samenstellingsingrediënten
B32B 23/16
Modificerende middelen
B32B 23/18
Vulmiddelen
B32B 23/20
met esters
B32B 23/22
met ethers
B32B 25/00
Gelaagde producten die voornamelijk natuurrubber of synthetisch rubber bevatten
B32B 25/02
met vezels of deeltjes die daarin ingebed of daarmee verbonden zijn
B32B 25/04
met rubber als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 25/06
van papier of karton
B32B 25/08
van synthetisch hars
B32B 25/10
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 25/12
met natuurrubber
B32B 25/14
met copolymeren met overwegend bestanddelen van synthetisch rubber
B32B 25/16
met polydiënen of polyhalodiënen
B32B 25/18
met butylrubber of halobutylrubber
B32B 25/20
met siliconenrubber
B32B 27/00
Gelaagde producten die voornamelijk synthetisch hars bevatten
B32B 27/02
in de vorm van vezels of filamenten
B32B 27/04
als impregneersubstantie, bindsubstantie of inbeddingssubstantie
B32B 27/06
als het hoofdbestanddeel of enige bestanddeel van een laag, naast een andere laag met een specifieke substantie
B32B 27/08
van andersoortige synthetische harsen
B32B 27/10
van papier of karton
B32B 27/12
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 27/14
naast een bijzondere laag
B32B 27/16
speciaal behandeld, bijv. bestraald
B32B 27/18
gekenmerkt door het gebruik van speciale additieven
B32B 27/20
gebruikmakend van vulmiddelen, pigmenten of thixotroop-makende middelen
B32B 27/22
gebruikmakend van weekmakers
B32B 27/24
gebruikmakend van oplosmiddelen of zwelmiddelen
B32B 27/26
gebruikmakend van uithardingsmiddelen
B32B 27/28
met copolymeren van synthetische harsen voorzover niet volledig vallend onder één van de volgende subgroepen
B32B 27/30
met vinylhars; met acrylhars
B32B 27/32
met polyolefinen
B32B 27/34
met polyamiden
B32B 27/36
met polyesters
B32B 27/38
met epoxyharsen [8]
B32B 27/40
met polyurethanen
B32B 27/42
met condensatieharsen of aldehyden, bijv. met fenolen, ureum of melaminen [8]
B32B 29/00
Gelaagde producten die voornamelijk papier of karton bevatten
B32B 29/02
naast een vezellaag of filamentlaag
B32B 29/04
naast een bijzondere laag
B32B 29/06
speciaal behandeld, bijv. met een glad oppervlak of als perkament
B32B 29/08
Golfpapier of golfkarton [3,16]
B32B 33/00
Gelaagde producten die worden gekenmerkt door specifieke eigenschappen of specifieke oppervlaktekenmerken, bijv. specifieke oppervlaktecoatings (oneffenheden of ongelijkheden in oppervlakken B32B 3\5); Gelaagde producten die zijn ontworpen voor een specifiek doel dat niet valt onder één andere klasse
Aantekening
In de groepen B32B 37\5 tot B32B 39\5 worden de volgende uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “lamineren” betekent het samenvoegen van niet eerder met elkaar verbonden lagen teneinde één product te verkrijgen maarvan de lagen bij elkaar blijven; [8] - “gedeeltelijk lamineren” treedt op als één laag niet volledig het oppervlak van een andere laag bedekt, waarbij de laag met het grootste oppervlak slechts over een gedeelte van het oppervlak wordt gelamineerd; [8] - “kleeflaag” betekent een laag, of een gedeelte van een laag, op welke manier dan ook uitgevoerd, die wordt toegepast met het doel samen te binden. [8]
B32B 37/00
Methoden of apparatuur voor het lamineren, bijv. door uitharden of ultrasoon binden [8]
B32B 37/02
gekenmerkt door een volgorde vanb lamineerstappen, bijv. door het toevoegen van nieuwe lagen bij opeenvolgende lamineerstations [8]
B32B 37/04
gekenmerkt door het gedeeltelijk versmelten van tenminste één laag [8]
B32B 37/06
gekenmerkt door de verwarmingsmethode [8]
B32B 37/08
gekenmerkt door de afkoelingsmethode [8]
B32B 37/10
gekenmerkt door de perstechniek, bijv. door gebuik te maken van de directe werking van vacuüm of fluïdumdruk [8]
B32B 37/12
gekenmerkt door het gebruik van kleefmiddelen [8]
B32B 37/14
gekenmerkt door de eigenschappen van de lagen [8]
B32B 37/15
waarbij tenminste één laag wordt gemaakt en direct gelamineerd vóór het bereiken van de stabiele fase, bijv. waarin een laag wordt geëxtrudeerd en gelamineerd in een half-gesmolten fase [8]
B32B 37/16
waarbij alle lagen bestaan als samenhangende lagen vóór het lamineren [8]
B32B 37/18
waarbij alleen sprake is van de samenvoeging van afzonderlijke lagen of panelen [8]
B32B 37/20
waarbij alleen sprake is van de samenvoeging van continue lagen [8]
B32B 37/22
waarbij alleen sprake is van de samenvoeging van zowel afzonderlijke als continue lagen [8]
B32B 37/24
waarbij tenminste één laag niet samenhangend is vóór het lamineren, bijv. gemaakt uit korrelvormig materiaal dat over een substraat wordt versproeid B32B 37\5 heeft voorrang) [8]
B32B 37/26
waarbij tenminste één laag de samenbinding beïnvloedt tijdens het lamineerproces, bijv. los-latende lagen of druk-verdelende lagen [8]
B32B 37/28
waarbij sprake is van samenvoeging van niet-vlakke tussenproducten die in een latere fase worden vlakgemaakt, bijv. buizen [8]
B32B 37/30
Gedeeltelijk lamineren [8]
B32B 38/00
Hulpbewerkingen in samenhang met lamineerprocessen [8]
B32B 38/04
Ponsen, maken van sleuven of perforeren [8]
B32B 38/06
Versieren [8]
B32B 38/08
Impregneren [8]
B32B 38/10
Mechanisch of chemisch verwijderen van lagen, of delen van lagen (ponsen, maken van sleuven of perforeren B32B 38\5) [8]
B32B 38/12
Dieptrekken [8]
B32B 38/14
Bedrukken of kleuren [8]
B32B 38/16
Drogen; Zachtmaken; Reinigen [8]
B32B 38/18
Verwerken van de lagen van het laminaat [8]
B32B 39/00
Opstelling van apparatuur of fabricage-voorzieningen, bijv. modulaire lamineersystemen [8]
B32B 41/00
Voorzieningen voor het regelen of bewaken van lamineerprocessen; Veiligheidsvoorzieningen [8]
B32B 41/02
Veiligheidsvoorzieningen [8]
B32B 43/00
Speciaal aangepaste bewerkingen voor gelaagde producten voorzover niet eerder vermeld, bijv. reparatie; Apparatuur daarvoor [8]