(opstelling of bevestiging van elektrische voortstuwingseenheden of van meerdere verschillende krachtbronnen voor gemeenschappelijke of gezamenlijke aandrijving in voertuigen B60K 1\5; B60K 6\5; opstelling of bevestiging van elektrische drijfwerken in voertuigen B60K 17\5 of B60K 17\5; voorkomen van wielslip bij railvoertuigen door het verminderen van energie B61C; dynamo-elektrische machines H02K; regelen van elektromotoren H02P); TOEVOEREN VAN ELEKTRISCHE ENERGIE AAN HULPUITRUSTING VAN ELEKTRISCH VOORTBEWOGEN VOERTUIGEN (elektrische koppelinrichtingen gecombineerd met mechanische koppelingen bij voertuigen B60D 1\5; elektrisch verwarmen van voertuigen B60H 1\5); ELEKTRODYNAMISCHE REMSYSTEMEN VOOR VOERTUIGEN IN HET ALGEMEEN (regelen van elektromotoren H02P); MAGNETISCHE OPHANGING OF LEVITATIE VOOR VOERTUIGEN; BEWAKEN VAN WERKVARIABELEN VAN ELEKTRISCH VOORTBEWOGEN VOERTUIGEN; ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSINRICHTINGEN VOOR ELEKTRISCH VOORTBEWOGEN VOERTUIGEN [4,11]
B60L 1/00
Toevoeren van elektrische energie aan hulpuitrusting van elektrisch voortbewogen voertuigen (opstelling van signaalinrichtingen of verlichtingsinrichtingen, het aanbrengen of vasthouden daarvan of circuits daarvoor, voor voertuigen in het algemeen B60Q) [6,11]
B60L 1/02
aan elektrische verwarmingscircuits
B60L 1/04
toegevoerd via de stroomtoevoerleiding
B60L 1/06
gebruikmakend van slechts één bron
B60L 1/08
Methoden of inrichtingen voor het sturen of regelen
B60L 1/10
met een voorziening voor het gebruikmaken van verschillende bronnen
B60L 1/12
Methoden of inrichtingen voor het sturen of regelen
B60L 1/14
aan elektrische verlichtingscircuits
B60L 1/16
toegevoerd via de stroomtoevoerleiding
B60L 3/00
Elektrische inrichtingen op elektrisch voortbewogen voertuigen voor de veiligheid; Bewaken van werkvariabelen, bijv. snelheid, vertraging of stroomverbruik (methoden of schakelvoorzieningen voor het bewaken of regelen van accu's of brandstofcellen B60L 58\5) [11,19]
B60L 3/02
Dodemansinrichtingen
B60L 3/04
Afsluiten van de stroomtoevoer bij storingen [11]
B60L 3/06
Beperken van de tractiestroom bij mechanische overbelasting
B60L 3/08
Middelen voor het voorkomen van een overmatige snelheid van het voertuig
B60L 3/10
Aanduiden van wielslip
B60L 3/12
Opnemen van variabelen
B60L 5/00
Stroomcollectoren voor stroomtoevoerleidingen van elektrisch voortbewogen voertuigen [11]
B60L 5/02
met een inrichting voor het verwijderen van ijs
B60L 5/04
gebruikmakend van rollen of glijschoenen in contact met een trolliedraad B60L 5\5 heeft voorrang)
B60L 5/06
Opbouw van de rollen of de steunmiddelen daarvoor
B60L 5/08
Opbouw van de glijschoenen of de steunmiddelen daarvoor
B60L 5/10
Inrichtingen voor het voorkomen van het van de draad springen van de collector
B60L 5/12
Structurele aspecten van stangen of hun bevestigingspunten
B60L 5/14
Inrichtingen voor het automatisch laten zakken van een collector die van de draad is gesprongen
B60L 5/16
Inrichtingen voor het optillen en weer terugplaatsen van de collector B60L 5\5 heeft voorrang)
B60L 5/18
gebruikmakend van boogvormige collectoren in contact met een trolliedraad
B60L 5/19
gebruikmakend van voorzieningen voor het tot stand brengen van een collectorbeweging dwars op de richting van een voertuigbeweging [3]
B60L 5/20
Details van de contactboog
B60L 5/22
Steunmiddelen voor de contactboog
B60L 5/24
Pantografen
B60L 5/26
Half-pantografen, bijv. met tegengesteld bewegende tuimelarmen
B60L 5/28
Inrichtingen voor het optillen en weer terugplaatsen van de collector
B60L 5/30
gebruikmakend van veren
B60L 5/32
gebruikmakend van fluïdumdruk
B60L 5/34
met inrichtingen waardoor het ene voertuig een ander kan passeren bij gebruikmaking van dezelfde stroomtoevoerleiding
B60L 5/36
met middelen voor het gelijktijdig afnemen van stroom van meer dan één geleider, bijv. met meer dan één fase
B60L 5/38
voor het afnemen van stroom van geleiderails B60L 5\5 heeft voorrang)
B60L 5/39
van een derde rail [3]
B60L 5/40
voor het afnemen van stroom van leidingen in sleufvormige goten
B60L 5/42
voor het afnemen van stroom van losse contactdelen die zijn verbonden met de stroomtoevoerleiding
B60L 7/00
Elektrodynamische remsystemen voor voertuigen in het algemeen [4]
B60L 7/02
Elektrodynamische weerstandremmen B60L 7\5 heeft voorrang)
B60L 7/04
voor voertuigen die worden voortbewogen door gelijkstroommotoren
B60L 7/06
voor voertuigen die worden voortbewogen door wisselstroommotoren
B60L 7/10
Elektrodynamische corrigerende remmen B60L 7\5 heeft voorrang)
B60L 7/12
voor voertuigen die worden voortbewogen door gelijkstroommotoren
B60L 7/14
voor voertuigen die worden voortbewogen door wisselstroommotoren
B60L 7/16
voor voertuigen die omvormers bevatten tussen de stroombron en de motor
B60L 7/20
Remmen door het toevoeren van geregenereerde stroom aan de krachtbron van voertuigen die door een motor aangedreven generatoren bevatten
B60L 7/22
Elektrodynamische weerstandremmen gecombineerd met elektrodynamische corrigerende remmen
B60L 7/24
met extra mechanische of elektromagnetische remmen [11]
B60L 7/26
Regelen van de afremming
B60L 7/28
Wervelstroomremmen
B60L 8/00
Elektrische voorstuwing met stroomtoevoer door natuurkrachten, bijv. de zon of de wind [5,19]
B60L 9/00
Elektrische voortstuwing met stroomtoevoer van buiten het voertuig B60L 8\5 en B60L 13\5 hebben voorrang) [5,6]
B60L 9/02
gebruikmakend van gelijkstroommotoren
B60L 9/04
toegevoerd via gelijkstroomtoevoerleidingen
B60L 9/06
met omzetting door metadyne
B60L 9/08
toegevoerd via wisselstroomtoevoerleidingen
B60L 9/10
met roterende omvormers
B60L 9/12
met statische omvormers
B60L 9/14
toegevoerd via verschillende soorten energietoevoerleidingen
B60L 9/16
gebruikmakend van wisselstroominductiemotoren
B60L 9/18
toegevoerd via gelijkstroomtoevoerleidingen
B60L 9/20
éénfasemotoren
B60L 9/22
meerfasemotoren
B60L 9/24
toegevoerd via wisselstroomtoevoerleidingen
B60L 9/26
éénfasemotoren
B60L 9/28
meerfasemotoren
B60L 9/30
toegevoerd via verschillende soorten energietoevoerleidingen
B60L 9/32
gebruikmakend van wisselstroommotoren met borstelverplaatsing
B60L 11/02
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 11/04
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 11/06
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 11/08
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 11/10
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 11/12
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 11/14
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 11/16
(verplaatst naar B60L 50\5) [19]
B60L 13/00
Elektrische voortstuwing voor monorailvoertuigen, hangvoertuigen of tandradbanen; Magnetische ophanging of levitatie voor voertuigen [4,6,11]
B60L 13/03
Elektrische voortstuwing door lineaire motoren [6]
B60L 13/04
Magnetische ophanging of levitatie voor voertuigen [4]
B60L 13/06
Middelen voor het aftasten of regelen van de positie of stand van het voertuig ten opzichte van de spoorbaan [4]
B60L 13/08
voor de zijwaartse positie [4]
B60L 13/10
Combinatie van elektrische voortstuwing en magnetische ophanging of levitatie [4]
B60L 15/00
Methoden, circuits of inrichtingen voor het regelen van de voortbeweging van elektrisch voortbewogen voertuigen, bijv. hun tractiemotorsnelheid, om een gewenste prestatie te bereiken; Aanpassing van regeluitrusting op elektrisch voortbewogen voertuigen ten behoeve van afstandsbediening vanaf een vaste plaats, van wisselende delen van het voertuig of van wisselende voertuigen van dezelfde voertuigreeks [11]
B60L 15/02
gekenmerkt door de soort stroom die in het regelcircuit wordt gebruikt
B60L 15/04
gebruikmakend van gelijkstroom
B60L 15/06
gebruikmakend van in hoofdzaak sinusvormige wisselstroom
B60L 15/08
gebruikmakend van pulsen
B60L 15/10
voor het automatisch regelen naast het regelen door een persoon voor het beperken van de versnelling van het voertuig, bijv. voor het voorkomen van overmatige motorstroom (elektrische inrichtingen voor de veiligheid B60L 3\5)
B60L 15/12
met circuits die worden geregeld door relais of schakelaars
B60L 15/14
met een hoofdregelaar die wordt aangedreven door een servomotor B60L 15\5 heeft voorrang)
B60L 15/16
met een hoofdregelaar die wordt aangedreven door een palmechanisme B60L 15\5 heeft voorrang)
B60L 15/18
zonder het maken of verbreken van contacten, bijv. met een magnetische versterker
B60L 15/20
voor het regelen van het voertuig of de aandrijfmotor daarvan voor het bereiken van een gewenste prestatie, bijv. snelheid, torsie of een geprogrammeerde snelheidsvariatie
B60L 15/22
met een opeenvolgende bediening van onderling afhankelijke schakelaars, bijv. relais, schakelaars of een programmatrommel
B60L 15/24
met een hoofdregelaar die wordt aangedreven door een servomotor B60L 15\5 heeft voorrang)
B60L 15/26
met een hoofdregelaar die wordt aangedreven door een palmechanisme B60L 15\5 heeft voorrang)
B60L 15/28
zonder het maken of verbreken van contacten, bijv. met een magnetische versterker
B60L 15/30
met middelen voor het overschakelen op persoonlijke regeling
B60L 15/32
Sturen of regelen van meerdelige elektrisch voortbewogen voertuigen
B60L 15/34
waarbij een instelmiddel door een persoon wordt geregeld
B60L 15/36
met daarnaast een automatische regeling, bijv. voor het voorkomen van overmatige motorstroom
B60L 15/38
met automatische regeling
B60L 15/42
Aanpassen van de regeluitrusting op een voertuig voor het in werking stellen van wisselende delen van het voertuig of van wisselende voertuigen van dezelfde reeks voertuigen B60L 15\5 heeft voorrang)
B60L 50/00
Elektrische voortstuwing met stroom die wordt toegevoerd van binnen het voertuig (met stroomtoevoer door natuurkrachten, bijv. zon of wind, B60L 8\5; voor monorailvoertuigen, hangvoertuigen of tandradbanen B60L 13\5) [19]
B60L 50/10
gebruikmakend van stuwkracht die wordt toegevoerd door motor-aangedreven generatoren, bijv. generatoren die worden aangedreven door verbrandingsmotoren [19]
B60L 50/11
gebruikmakend van gelijkstroomgeneratoren en gelijkstroommotoren [19]
B60L 50/12
gebruikmakend van wisselstroomgeneratoren en gelijkstroommotoren [19]
B60L 50/13
gebruikmakend van wisselstroomgeneratoren en wisselstroommotoren [19]
B60L 50/14
gebruikmakend van gelijkstroomgeneratoren en wisselstroommotoren [19]
B60L 50/16
met een voorziening voor aparte directe mechanische voortstuwing [19]
B60L 50/20
gebruikmakend van stuwkracht die wordt opgewekt door mensen of dieren [19]
B60L 50/30
gebruikmakend van stuwkracht die mechanisch wordt opgeslagen, bijv. in vliegwielen [19]
B60L 50/40
gebruikmakend van stuwkracht die wordt toegevoerd door condensatoren [19]
B60L 50/50
gebruikmakend van stuwkracht die wordt toegevoerd door accu's of brandstofcellen [19]
B60L 50/51
gekenmerkt door wisselstroommotoren [19]
B60L 50/52
gekenmerkt door gelijkstroommotoren [19]
B60L 50/53
in combinatie met een externe stroomtoevoer, bijv.van bovenleidingen [19]
B60L 50/60
gebruikmakend van stroom die wordt toegevoerd door accu's (in combinatie met brandstofcellen B60L 50\5) [19]
B60L 50/61
door accu's die worden opgeladen door motor-aangedreven generatoren, bijv. seriële hybride elektrische voertuigen [19]
B60L 50/62
opgeladen door laagvermogengeneratoren die in hoofdzaak bedoeld zijn voor het ondersteunen van de accu's, bijv. bereikvergroters [19]
B60L 50/64
Constructieve details van speciaal aangepaste accu's voor elektrische voertuigen [19]
Aantekening
Onder deze groep valt de aanpassing van accuxconstructies van elektrische voertuigen, bijv. de integratie in besturings- en beveiligingssystemen, botsvaste behuizingen of trillingsdempende middelen. [19]
B60L 50/70
gebruikmakend van stroom die wordt toegevoerd door brandstofcellen (in combinatie met accu's B60L 50\5 [19]
B60L 50/71
Speciaal aangepaste opstelling in voertuigen van brandstofcellen voor elektrische voertuigen [19]
Aantekening
Onder deze groep valt de aanpassing van brandstofcelconstructies van elektrische voertuigen, bijv. de integratie in besturings- en beveiligingssystemen, botsvaste behuizingen of trillingsdempende middelen. [19]
B60L 50/72
Constructieve details van speciaal aangepaste brandstofcellen voor elektrische voertuigen [19]
B60L 50/75
gebruikmakend van stuwkracht die wordt toegevoerd door zowel brandstofcellen als accu's [19]
B60L 53/00
Speciaal aangepaste methoden voor het opladen van accu's voor elektrische voertuigen; Oplaadstations of in het voertuig aanwezige oplaaduitrusting daarvoor; Verwisselen van energie-opslagelementen in elektrische voertuigen [19]
B60L 53/10
gekenmerkt door de energie-overdracht tussen het oplaadstation en het voertuig [19]
B60L 53/12
Inductieve energie-overdracht [19]
B60L 53/122
Schakelingen of methoden voor het aandrijven van de primaire dspoel, d.w.z. het toevoeren van elektrische stroom aan de spoel [19]
B60L 53/124
Detectie of verwijdering van vreemde lichamen [19]
B60L 53/126
Methoden voor het maken van een verbinding tussen een voertuig en een oplaadstation, bijv. het tot stand brengen van een één-op-één relatie tussen een draadloze zender en een draadloze ontvanger [19]
B60L 53/14
Geleidende energie-overdracht [19]
B60L 53/16
Speciaal aangepaste connectoren, bijv. stekkers of contactdozen, voor het opladen van elektrische voertuigen [19]
B60L 53/18
Speciaal aangepaste kabels voor het opladen van elektrische voertuigen [19]
B60L 53/20
gekenmerkt door omvormers die in het voertuig zijn geplaatst [19]
B60L 53/22
Constructieve details of opstellingen van speciaal aangepaste omvormers voor het opladen van elektrische voertuigen [19]
B60L 53/24
gebruikmakend van de stuwkrachtomvormer van het voertuig voor het opladen [19]
B60L 53/30
Constructieve details van oplaadstations [19]
B60L 53/302
Koelen van oplaaduitrusting [19]
B60L 53/31
Speciaal aangepaste oplaadpalen voor elektrische voertuigen [19]
B60L 53/34
Speciaal aangepaste stekkervormige of contactdoosvormige inrichtingen voor het contactloos inductief opladen van elektrische voertuigen (positioneermiddelen voor oplaadinrichtingen gebruikmakend van inductieve energie-overdracht B60L 53\5) [19]
B60L 53/35
Middelen voor het automatisch verstellen van de relatieve positie van oplaadinrichtingen en voertuigen [19]
B60L 53/36
door het positioneren van het voertuig [19]
B60L 53/37
gebruikmakend van optische positiebepaling, bijv. gebruikmakend van camera's [19]
B60L 53/38
speciaal aangepast voor het opladen met indusctieve energie-overdracht [19]
B60L 53/39
met positie-afhankelijke activering van primaire spoelen [19]
B60L 53/50
Oplaadstations die worden gekenmerkt door energie-opslagmiddelen of stroom-opwekkende middelen [19]
B60L 53/51
Fotovoltaïsche middelen [19]
B60L 53/52
Wind-aangedreven generatoren [19]
B60L 53/53
Accu's [19]
B60L 53/54
Brandstofcellen [19]
B60L 53/55
Condensatoren [19]
B60L 53/56
Mechanische opslagmiddelen, bijv. vliegwielen [19]
B60L 53/57
Oplaadstations zonder verbinding met stroomnetwerken [19]
B60L 53/60
Monitoren of regelen van oplaadstations [19]
B60L 53/62
in reactie op oplaadparameters, bijv. stroom, voltage of elektrische lading [19]
B60L 53/63
in reactie op de netwerkcapaciteit [19]
B60L 53/64
Optimaliseren van energiekosten, bijv.reagerend op elektriciteitstarieven [19]
B60L 53/65
waarbij sprake is van de identificatie van voertuigen [19]
B60L 53/66
Gegevensoverdracht tussen oplaadstations en voertuigen [19]
B60L 53/67
Regelen van twee of meer oplaadstations [19]
B60L 53/68
Op afstand monitoren of regelen, bijv. afstandsbediening [19]
B60L 53/80
Verwisselen van energie-opslagelementen, bijv. verwijderbare accu's [19]
B60L 55/00
Voorzieningen voor het leveren van in een voertuig opgeslagen energie aan een stroomnetwerk, d.w.z. vehicle-to-grid [V2G] voorzieningen [19]
B60L 58/00
Speciaal aangepaste methoden of schakelvoorzieningen voor het monitoren of regelen van accu's of brandstofcellen, voor elektrische voertuigen [19]
Aantekening
Onder deze groep valt het monitoren van de bedrijfstoestand van accu's of brandstofcellen in combinatie met het regelen van de voortstuwing in reactie op de gedetecteerde variabelen van de bedrijfstoestand. [19]
B60L 58/10
voor het monitoren of regelen van accu's [19]
B60L 58/12
in reactie op de oplaadtoestand [SoC] [19]
B60L 58/13
Instandhouden van de SoC binnen bepaalde grenzen [19]
B60L 58/14
Voorkomen van het overmatig ontladen [19]
B60L 58/15
Voorkomen van het overladen [19]
B60L 58/16
in reactie op de leeftijd van de accu, bijv. op het aantal oplaadcycli of de gezondheidstoestand [SoH] [19]
B60L 58/18
van twee of meer accumodules [19]
B60L 58/19
Schakelen tussen seriële verbinding en parallelle verbinding bij accumodules [19]
B60L 58/20
met verschillende nominale voltages [19]
B60L 58/21
met dezelfde nominale spanning [19]
B60L 58/22
Nivelleren van de lading van accumodules [19]
B60L 58/24
voor het regelen van de temperatuur van accu's [19]
B60L 58/25
door regelen van de elektrische lading [19]
B60L 58/26
door koelen [19]
B60L 58/27
door verwarmen [19]
B60L 58/30
voor het monitoren of regelen van brandstofcellen [19]
B60L 58/31
voor het opstarten van brandstofcellen [19]
B60L 58/32
voor het regelen van de temperatuur van brandstofcellen, bijv. door regelen van de elektrische lading [19]
B60L 58/33
door koelen [19]
B60L 58/34
door verwarmen [19]
B60L 58/40
voor het regelen van een combinatie van accu's en brandstofcellen [19]