(wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen, reminrichtingen of blokkeerinrichtingen daarvoor B66D; speciaal aangepast voor kernreactoren G21)
Aantekening
In de groepen B66C 1\5 of B66C 3\5 wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis: - “kranen” omvat tevens kaapstanders, lieren of takels.
B66C 1/00
Lastdragende elementen of inrichtingen die zijn vastgemaakt aan kraandrijfwerken voor het heffen, laten zakken of ophalen, of die zijn aangepast om daarmee te worden verbonden voor het overbrengen van krachten op artikelen of groepen artikelen (bevestigen aan kabels of touwen F16G 11\5)
B66C 1/02
met zuigmiddelen
B66C 1/04
met magnetische middelen
B66C 1/06
elektromagnetisch
B66C 1/08
Circuits daarvoor (voor elektromagneten in het algemeen H01F 7\5)
B66C 1/10
met mechanische middelen
B66C 1/12
Stroppen die kettingen, draden, touwen of banden bevatten; Netten (middelen voor het grijpen van de zijkanten van artikelen, die met touwen of kettingen zijn opgehangen aan kraanhaken B66C 1\5)
B66C 1/14
Stroppen met haken
B66C 1/16
Stroppen met lastdragende platforms of draagconstructies
B66C 1/18
Bandvormige stroppen
B66C 1/20
speciaal aangepast voor het hanteren van voertuigen
B66C 1/22
Stijve lichamen met delen die het ondervlak van de lasten raken, bijv. L-vormige lichamen; Kraanhaken
B66C 1/24
Losse lichamen die de lasten slechts aan één kant raken
B66C 1/26
met middelen voor het lossen van de lasten
B66C 1/28
Dubbele lichamen die de lasten aan twee kanten raken, bijv. draaibaar
B66C 1/30
en die tevens zijn aangebracht voor het grijpen van de zijkanten van de lasten
B66C 1/32
van opgehoopte of gestapelde artikelen
B66C 1/34
Kraanhaken
B66C 1/36
met middelen voor het voorkomen van het onopzettelijk loslaten van lasten, bijv. met een veer voorgespannen blokkeermiddelen
B66C 1/38
aangepast voor het automatisch laslaten van lasten bij het wegvallen van kabelspanningen (voor parachutes B64D)
B66C 1/40
gevormd of uitgerust met meetinrichtingen of weergeefinrichtingen voor de belasting
B66C 1/42
Grijplichamen die alleen het buitenvlak of binnenvlak van de artikelen raken (voor het hanteren of strippen van gietstukken of gietelingen tijdens de fabricage B22D 29\5)
B66C 1/44
waarbij wrijvingskrachten worden uitgeoefend
B66C 1/46
met opblaasbare elementen
B66C 1/48
op verticale randdelen van vellen, buizen of soortgelijke dunne of dunwandige artikelen (inwendig aangrijpende middelen die uitzetten B66C 1\5)
B66C 1/54
Inwendig aangrijpende middelen die uitzetten, voor het hanteren van holle artikelen B66C 1\5 heeft voorrang) [2]
B66C 1/56
voor het hanteren van buizen
B66C 1/58
waarbij de artikelen worden vervormd, bijv. door gebruik te maken van grijplichamen zoals tongen of ankers
B66C 1/59
Tongen voor jutezakken [3]
B66C 1/62
met artikeldragende lichamen met een vorm die complementair is ten opzichte van die van de artikelen
B66C 1/64
voor T-balken of I-balken
B66C 1/66
voor het aangrijpen in gaten, inkepingen of steunpunten in of op artikelen, die speciaal zijn aangebracht voor het kunnen hanteren ervan
B66C 1/68
gemonteerd op of geleid door kraanbalken (kraanbalken B66C 23\5)
B66C 3/00
Lastdragende elementen of inrichtingen die zijn vastgemaakt aan kraandrijfwerken voor het heffen of laten zakken of die zijn aangepast om daarmee te worden verbonden, en die in eerste instantie zijn bedoeld voor het overbrengen van hefkrachten op losse materialen; Grijpers (emmers of andere containers B65D, bijv. pallets B65D 19\5; grondverzetapparatuur die is uitgerust met grijpers E02F)
B66C 3/02
Emmergrijpers
B66C 3/04
Getande grijpers
B66C 3/06
Grijpers die in werking worden gesteld door één kabel of ketting
B66C 3/08
en met kipringen
B66C 3/10
en met emmers die automatisch opengaan bij het laten zakken van de grijper in de richting van de hoeveelheid materiaal
B66C 3/12
Grijpers die in werking worden gesteld door twee of meer touwen
B66C 3/14
Grijpers die worden geopend of gesloten door daarop aangebrachte aandrijfmotoren
B66C 3/16
door fluïdummotoren
B66C 3/18
door elektromotoren
B66C 3/20
gemonteerd op of geleid door kraanbalken (kraanbalken B66C 23\5)
B66C 5/00
Door een basis ondersteunde bouwwerken met poten
B66C 5/02
Vaste bruggen, loopbruggen of stellages, d.w.z. langwerpige bouwwerken met een omgekeerde L-vorm of U-vorm
B66C 5/04
met loopbanen of sporen die worden ondersteund voor verplaatsingen ten opzichte van een brug of stellage
B66C 5/06
met loopbanen of sporen die worden ondersteund voor zijwaartse schommelbewegingen
B66C 5/08
met verticaal hellende loopbanen of sporen
B66C 5/10
Portalen, d.w.z. voornamelijk ronde of vierkante platforms met drie of meer speciaal aangepaste poten voor het ondersteunen van draaikranen
B66C 7/00
Loopbanen, sporen of spoorbanen voor trollies of kranen
B66C 7/02
voor hangende trollies of kranen
B66C 7/04
Spoorbaanophanging
B66C 7/06
op steunen die zijn geconstrueerd voor het gemakkelijk opzetten, bijv. transporteerbaar
B66C 7/08
Constructieve kenmerken van loopbaanrails of railbevestigingen (algemeen toepasbaar E01B)
B66C 7/10
Voorzieningen of inrichtingen voor het verlengen van loopbanen of sporen
B66C 7/12
Inrichtingen voor het wisselen van looprichting of voor het overgaan van de ene loopbaan naar een andere; Kruisingen; Combinaties van sporen met verschillende spoorbreedte (algemeen toepasbare doorvoerinrichtingen E01B)
B66C 7/14
Koppelinrichtingen voor loopbanen
B66C 9/00
Loopwerk dat deel uitmaakt van of is vastgemaakt aan trollies of kranen (voor grondverzetmachines E02F)
B66C 9/02
voor hangende trollies of kranen
B66C 9/04
voor het kunnen nemen van bochten
B66C 9/06
voor meer dan één spoorbreedte
B66C 9/08
Looprollen; Looprollagers (wielen voor railvoertuigen B60B)
B66C 9/10
Onderstellen of draaistellen, bijv. eindonderstellen of einddraaistellen
B66C 9/12
met middelen voor het spreiden van de belasting voor het compenseren van wieldruk
B66C 9/16
met middelen voor het in stand houden van de uitlijning tussen wielen en spoor
B66C 9/18
met middelen voor het blokkeren van trollies of kranen ten opzichte van loopbanen of sporen voor het voorkomen van onopzettelijke bewegingen
B66C 11/00
Trollies of loopkatten, bijv. werkend boven loopbanen (loopbanen, sporen of spoorbanen daarvoor B66C 7\5; liermechanismen B66D)
B66C 11/02
waarbij het bedieningsdrijfwerk of de bestuurderscabine is opgehangen aan of naast de loopbaan of het spoor
B66C 11/08
met draaitafels
B66C 11/10
uitgerust met kraanbalken (giekkranen B66C 23\5)
B66C 11/12
met een niet elders ondergebracht hijsdrijfwerk dat is aangepast voor speciale lastdragende elementen
B66C 11/14
aangepast voor het werken op specifiek uitgevoerde kraanbouwwerken of brugbouwwerken, bijv. op rechthoekige steunbalken van gewapend beton
B66C 11/16
Kabelaandrijvingen en dergelijke of kettingaandrijvingen voor trollies; Combinaties van dergelijke aandrijvingen met een hijsdrijfwerk
B66C 11/18
met eindloze touwen of kabels
B66C 11/20
Voorzieningen, bijv. met differentiëlen, voor het gelijktijdig of selectief kunnen laten werken van een loopdrijfwerk en een hijsdrijfwerk; Voorzieningen waarbij gebruik wordt gemaakt van hetzelfde touw of dezelfde kabel voor zowel het lopen als hijsen, bijv. bij Temperley-kranen (krachtoverbrengingen tussen aandrijfmotoren en liertrommels B66D 1\5)
B66C 11/22
pneumatisch of hydraulisch in werking gesteld
B66C 11/24
met middelen voor het in vooraf bepaalde posities brengen of houden van de lasten of trollies; Hooiliften
B66C 11/26
Steunpunten; Stootblokken; Eindstoppen
B66C 13/00
Andere constructieve kenmerken of details
B66C 13/02
Inrichtingen voor het kunnen binnenhalen van drijvende objecten, bijv. voor het uit het water halen van vaartuigen en dergelijke uit het water (uitrusting voor het hanteren van reddingsboten en dergelijke B63B 23\5; laden of lossen van drijvende vracht waarbij gebruik wordt gemaakt van scheepsuitrusting B63B 27\5; bergen of via glijbanen ophalen van vaartuigen B63C; regelen van wikkelmechanismen B66D 1\5)
B66C 13/04
Hulpinrichtingen voor het regelen van de verplaatsingen van hangende lasten of voor het voorkomen van het verslappen van kabels
B66C 13/06
voor het tegengaan of voorkomen van het schommelen van lasten in lengterichting of dwarsrichting
B66C 13/08
voor het afleggen van lasten in gewenste standen of posities
B66C 13/10
voor het voorkomen van het verslappen van kabels (regelinrichtingen voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen, bijv. voor het regelen van spanning, B66D 1\5)
B66C 13/12
Middelen van middelen voor het overbrengen van pneumatisch, hydraulisch of elektrisch vermogen op beweegbare delen of inrichtingen (speciaal aangepaste of gemonteerde inrichtingen van algemeen belang voor het opslaan en herhaaldelijk afrollen en weer oprollen van stukken materiaal B65H 75\5)
B66C 13/14
op lastdragende elementen of daarmee samenhangende motoren
B66C 13/18
Regelsystemen of regelinrichtingen (uitsluitend voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen B66D 1\5)
B66C 13/20
voor niet-elektrische aandrijvingen (overbrengen van regelsignalen B66C 13\5)
B66C 13/22
voor elektrische aandrijvingen (overbrengen van regelsignalen B66C 13\5; algemeen toepasbare systemen of inrichtingen H02P)
B66C 13/23
Circuits voor het regelen van het dalen van de last
B66C 13/24
bij gelijkstroommotoren
B66C 13/26
bij wisselstroommotoren
B66C 13/28
gebruikmakend van het corrigerend afremmen voor het regelen van de afdaling van zware lasten, en met middelen voor het voorkomen van rotatie van de motor in de hijsrichting als de last wordt losgelaten
B66C 13/30
Circuits voor het afremmen, dwars laten overgaan of laten zwenken van motoren
B66C 13/32
voor het bedienen van hijskranen met grijperemmers door middel van één of meer elektromotoren die worden gebruikt voor het zowel ophijsen en laten zakken van de lasten als het openen en sluiten van de grijperbekken (andere aspecten van speciaal aangepaste wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen voor het in werking stellen van grijperemmers B66D 1\5)
B66C 13/34
met een differentieel of een planeetwieldrijfwerk
B66C 13/36
Regelsystemen voor aandrijvingen met één motor
B66C 13/38
Systemen voor het regelen van onafhankelijke motoren
B66C 13/40
Toepassingen van inrichtingen voor het overbrengen van regelsignalen; Toepassingen van afstandsbedieningen (regelen in het algemeen G05)
B66C 13/42
Hydraulische overbrengers
B66C 13/44
Elektrische overbrengers
B66C 13/46
Positiemeters voor hangende lasten of voor kraanelementen
B66C 13/48
Automatisch regelen van kraanaandrijvingen voor het produceren van één werkcyclus of voor repeterende werkcycli; Programmabesturing
B66C 13/50
Toepassingen van eindcircuits of eindschakelvoorzieningen (voor wikkelmechanismen B66D 1\5)
B66C 13/52
Details van compartimenten voor aandrijfmachines of aandrijfmotoren of van standaards of cabines voor de bestuurder
B66C 13/54
Standaards of cabines voor de bestuurder
B66C 13/56
Voorzieningen van handgrepen of pedalen
B66C 15/00
Veiligheidsdrijfwerk (voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen B66D 1\5)
B66C 15/02
voor het tegenhouden van lastdragende elementen ingeval van touwbreuk of kabelbreuk
B66C 15/04
voor het voorkomen van botsingen, bijv. tussen kranen of trollies die werken op hetzelfde spoor
B66C 15/06
Voorzieningen of gebruik van waarschuwingsinrichtingen [2]
B66C 17/00
Bovenloopkranen die één of meer in hoofdzaak horizontale steunbalken bevatten waarvan de uiteinden direct worden ondersteund door wielen of rollen die lopen over sporen, die op hun beurt worden gedragen door steunen op afstand van elkaar (aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6\5) [9]
B66C 17/06
speciaal aangepast voor een specifiek doel, bijv. in gieterijen of smederijen; gecombineerd met hulpapparatuur voor een specifiek doel B66C 17\5 heeft voorrang)
B66C 17/08
voor het beladen van behandelruimten, bijv. industriële ovens, droogovens of technische ovens (laden van industriële ovens in het algemeen F27D 3\5)
B66C 17/10
voor het transporteren van gietpannen
B66C 17/12
voor het hanteren van werkstukken, bijv. gietelingen, die tijdelijk moeten worden ondersteund in of moeten worden verwijderd uit een behandelruimte, bijv. tong kranen, soaking-pit kranen of stripper kranen (voor het hanteren van gietelingen tijdens het smeden B66C 17\5; grijpers voor het hanteren of stripping van gietstukken of gietelingen tijdens de fabricage B22D 29\5)
B66C 17/14
Tong kranen met middelen voor het verplaatsen van duwmiddelen voor artikelen ten opzichte van de tong
B66C 17/16
Tong kranen met middelen voor het omdraaien van de tongen om een verticale as
B66C 17/18
voor het manipuleren van werkstukken tijdens smeedbewerkingen (werkstukrobots in smeedmachines B21J 13\5)
B66C 17/20
voor het hijsen of laten zakken van zware lastdragers, bijv. vrachtcontainers of wagons
B66C 17/22
voor het hijsen of laten zakken van locomotieven
B66C 17/24
voor het bouwen van schepen op scheepshellingen
B66C 17/26
gecombineerd met hulpapparatuur, bijv. boomstamzagen, duwmiddelen voor het lossen van voertuigen of rangeermiddelen voor wagons
B66C 19/00
Kranen die trollies of loopkatten bevatten die lopen over vaste of beweegbare bruggen of kraanbanen B66C 17\5 heeft voorrang; door een basis ondersteunde bouwwerken met poten B66C 5\5; aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6\5; giekkranen B66C 23\5) [9]
B66C 19/02
samenklapbaar
B66C 21/00
Kabelkranen, d.w.z. met hijsinrichtingen die lopen over bovengrondse kabelbanen (aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6\5; kabelaandrijvingen en dergelijke voor trollies, combinaties van dergelijke aandrijvingen met een hijsdrijfwerk B66C 11\5; spoorwegsystemen B61B; wikkelmechanismen voor touwen of kabels B66D 1\5) [9]
B66C 21/02
met kabelbanen die worden ondersteund door een draagconstructie die zwaaibaar is verbonden met op de grond staande elementen
B66C 21/04
met kabelbanen die aan één of beide uiteinden worden ondersteund door een fysiek verplaatsbare draagconstructie, bijv. een draagconstructie die is gemonteerd op een spoorbaan
B66C 21/06
waarbij één uiteinde wordt ondersteund door een draagconstructie die verplaatsbaar is langs een gebogen, bijv. rond, pad en het andere uiteinde door een kolom die kan roteren om een verticale as
B66C 21/08
Al dan niet hangende doorbuigende dragers of kabeltrollies, bijv. vastgemaakt maar ruimte biedend aan een loopdrijfwerk
B66C 21/10
lopend
B66C 23/00
Kranen die voornamelijk een balk, boom of driehoekig bouwwerk bevatten die of dat werkt als een vrijdragende balk, en die is gemonteerd voor schommelbewegingen of zwaaibewegingen of een combinatie van dergelijke bewegingen in verticale of horizontale vlakken, bijv. giekkranen, laadbomen of torenkranen (door een basis ondersteunde bouwwerken met poten B66C 5\5; aanpassingen van steunbalken of spoor-ondersteunende bouwwerken B66C 6\5) [9]
Aantekening
Groep B66C 23\5 heeft voorrang boven de groepen B66C 23\5 tot B66C 23\5. [5]
B66C 23/02
met niet-verstelbare en niet-hellende kraanbalken die uitsluitend gemonteerd zijn voor zwenkbewegingen
B66C 23/04
met kraanbalken waarvan de effectieve lengte tijdens het werk kan variëren, bijv. in lengterichting verplaatsbaar of verlengbaar
B66C 23/06
met kraanbalken die zijn gemonteerd voor doorkaaibewegingen of loefbewegingen
B66C 23/08
en aangepast voor het verplaatsen van de lasten langs vooraf bepaalde paden
B66C 23/10
met in hoofdzaak horizontale paden; Op een niveau draaibare giekkranen
B66C 23/12
met middelen voor het automatisch variëren van de effectieve lengte van het hijstouw of de hijskabel
B66C 23/14
met middelen voor het variëren van de kraanbalkopstelling, bijv. stangenstelsels
B66C 23/16
met kraanbalken die worden ondersteund door kolommen, bijv. torens waarvan het ondereind gemonteerd is voor zwenkbewegingen
B66C 23/18
speciaal aangepast voor gebruik op specifieke plaatsen of voor een specifiek doel B66C 23\5 tot B66C 23\5 en B66C 23\5 tot B66C 23\5 hebben voorrang) [5]
B66C 23/20
met steunkoppels die worden geleverd door de wanden van gebouwen of soortgelijke bouwwerken
B66C 23/22
Raamkranen, d.w.z. aangepast om te worden ondersteund in raamopeningen
B66C 23/24
Verplaatsbare wandkranen
B66C 23/26
voor gebruik op bouwplaatsen; geconstrueerd om snel te kunnen monteren of demonteren, voor het werken op een steeds hoger niveau of voor transport over de weg of het spoor, bijv. met wegneembare delen (met steunkoppels die worden geleverd door wanden of gebouwen B66C 23\5; gemonteerd op voertuigen B66C 23\5) [5]
B66C 23/28
geconstrueerd voor het werken op een steeds hoger niveau
B66C 23/30
met draagconstructies die zijn opgebouwd uit telescopische elementen
B66C 23/32
Automatisch werkende hijskranen
B66C 23/34
Zichzelf oprichtende kranen, d.w.z. met een hijsdrijfwerk dat is aangepast voor het kunnen oprichten van de kraan
B66C 23/36
gemonteerd op wegvoertuigen of railvoertuigen; Handmatig verplaatsbare giekkranen voor gebruik in werkplaatsen; Drijvende kranen (voertuigaspecten of scheepsaspecten B60 tot B63)
B66C 23/38
met afzonderlijke krachtwerktuigen voor de kraan en het voertuig
B66C 23/40
met één krachtwerktuig voor zowel de kraan als het voertuig
B66C 23/42
met kraanbalken in een verstelbare opstelling, bijv. opvouwbaar
B66C 23/44
Aangepaste giekkranen die kunnen worden bevestigd op standaardvoertuigen, bijv. landbouwtrekkers
B66C 23/46
Verplaatsbare giekkranen met niet-zwenkbare kraanbalken
B66C 23/48
Handmatig verplaatsbare giekkranen voor gebruik in werkplaatsen
B66C 23/50
gemonteerd op wagons, bijv. sloopkranen
B66C 23/52
Drijvende kranen (drijvende baggervaartuigen E02F)
B66C 23/58
aangebracht voor het automatisch uitvoeren van een gewenste volgorde van bewerkingen, bijv. hijsen gevolgd door loeven en zwenken
B66C 23/60
Laadbomen [3]
B66C 23/61
met een zwenkkracht die wordt uitgeoefend bij het draaibare uiteinde [3]
B66C 23/62
Constructieve kenmerken of details (van grondverzetmachines E02F)
B66C 23/64
Kraanbalken
B66C 23/66
Constructie van de uiteinden of bovenzijde
B66C 23/68
opvouwbaar of op een andere wijze verstelbaar in opstelling B66C 23\5 en B66C 23\5 hebben voorrang) [5]
B66C 23/683
tijdens gebruik [5]
B66C 23/687
telescopisch [5]
B66C 23/69
tijdens gebruik [5]
B66C 23/693
verlengbaar door fluïdumdruk [5]
B66C 23/697
met lagermiddelen tussen verschillende stukken [5]
B66C 23/70
opgebouwd uit aparte stukken voor het vormen van kraanbalken van diverse discrete stukken
B66C 23/72
Contragewichten of steunen voor het compenseren van hefkoppels
B66C 23/74
los van de kraanbalk
B66C 23/76
en verplaatsbaar met het oog op variaties in de belasting of in de kraanbalklengte
B66C 23/78
Steunen voor verplaatsbare kranen, bijv. kraanbalken
B66C 23/80
hydraulisch in werking gesteld
B66C 23/82
Loefwerk
B66C 23/84
Zwenkwerk (antifrictielagers F16C)
B66C 23/86
hydraulisch in werking gesteld
B66C 23/88
Veiligheidsdrijfwerk (voor kranen in het algemeen B66C 15\5; voor wikkelmechanismen voor touwen, kabels of kettingen B66D 1\5)
B66C 23/90
Inrichtingen voor het aanduiden of beperken van een hefbeweging
B66C 23/92
Buffers of dempers voor het voorkomen van het achteruitzwaaien van kraanbalken, bijv. ingeval van kabelbreuk of takelbreuk
B66C 23/94
voor het beperken van zwenkbewegingen