Aantekeningen
(1) Klasse D06 heeft voorrang boven deze subklasse met betrekking tot processen waarbij sprake is van zowel weven als afwerkstappen, en met betrekking tot het afgewerkte weefsel. (2) Een weefmethode wordt geklasseerd in de groep waarin het weefsels wordt benoemd, tenzij de methode eerder wordt gekenmerkt door de werking van een specifiek weefgetouw dan door het maken van een specifiek weefsel. In dat geval wordt de methode geklasseerd in de groep voor het weefgetouw. (3) In deze subklasse moeten, als er twijfel bestaat over welke van de essentiële kenmerken het meest belangrijk is (dit is meestal het meest beperkende kenmerk), de groepen die weefsels benoemen worden beschouwd in de volgorde waarin zij op elk aandachtsniveau voorkomen, behalve dat groepen die poolweefsel benoemen met voorrang moeten worden beschouwd boven groepen die andere weefsels benoemen.
D03D 1/00
Weefsels die zijn ontworpen voor het maken van specifieke artikelen
D03D 1/02
Opblaasbare artikelen
D03D 1/04
Artikelen in de vorm van een tas of zak
D03D 1/06
Stootbanden voor gordijnen
D03D 1/08
Ladderbanden (ladderbanden voor jalouzieën E06B 9\5)
D03D 3/00
Weefsels die worden gekenmerkt door hun vorm
D03D 3/02
Buisvormige weefsels
D03D 3/04
Eindloze weefsels
D03D 3/06
Weefsels met een variërende breedte
D03D 3/08
Gebogen, geplooide of soortgelijke weefsels
D03D 5/00
Zelfkanten
D03D 7/00
Weefsels die zijn ontworpen om veerkrachtig te zijn, d.w.z. voor het opnemen van drukspanning
D03D 9/00
Open weefsels (ladderbandweefsel D03D 1\5)
D03D 11/00
Niet elders ondergebrachte dubbelweefsels of meerlaagse weefsels
D03D 13/00
Weefsels die worden gekenmerkt door de speciale plaatsing van de kettingdraden of inslagdraden, bijv. met gebogen inslagdraden, discontinue kettingdraden of een diagonale ketting of inslag
D03D 15/00
Weefsels die worden gekenmerkt door het materiaal of de constructie van het garen of van andere gebruikte kettingelementen of inslagelementen
D03D 15/02
waarbij kettingelementen of inslagelementen van een stijfmateriaal zijn, bijv. een draad, stok of lat
D03D 15/04
geweven voor het produceren van vormen of effecten op grond van verschillende krimp
D03D 15/06
gebruikmakend van steigerdraden, d.w.z. draden die na het weven worden verwijderd
D03D 15/08
gebruikmakend van strekbare of elastische draden (weefsels waarvan de elastische eigenschappen of rekeigenschappen het gevolg zijn van de wijze van weven D03D 17\5)
D03D 15/10
gebruikmakend van draden met hoge of lage wrijvingscoëfficiënten
D03D 15/12
gebruikmakend van warmte-isolerende of brandwerende draden
D03D 17/00
Weefsels met elastische eigenschappen of rekeigenschappen die het gevolg zijn van de wijze van weven (weefsels waarbij gebruik wordt gemaakt van rekbare of elastische draden D03D 15\5)
D03D 19/00
Gaasweefsels of kinonweefsels
D03D 21/00
Borduurweefsels of swivel-weefsels
D03D 23/00
Algemene weefmethoden die niet speciaal bedoeld zijn voor het produceren van een specifiek weefsels of het gebruik van een specifiek weefgetouw; Niet in één andere groep ondergebrachte weefsels
D03D 25/00
Niet elders ondergebrachte weefsels
D03D 27/00
Poolweefsels
D03D 27/02
waarbij de pool wordt gevormd door ketting of inslag
D03D 27/04
Inslagpoolweefsels
D03D 27/06
Kettingpoolweefsel
D03D 27/08
Geluste weefsels
D03D 27/10
Weefsels die tegenover elkaar liggend zijn geweven, bijv. dubbelgeweven fluweel
D03D 27/12
waarbij poolvezels worden ingestoken tijdens het weven
D03D 27/14
met vezels rondom kettingen
D03D 27/16
met vezels rondom inslagen
D03D 27/18
Chenilleweefsel
D03D 29/00
Handweefgetouwen
D03D 31/00
Borduurweefstoelen, swivel weefgetouwen en dergelijke voor het vormen van borduurselversiering op weefsels
D03D 33/00
Meervoudige weefgetouwen, d.w.z. twee of meer samen samengestelde weefgetouwen, al dan niet met gemeenschappelijke mechanismen D03D 35\5 heeft voorrang)
D03D 35/00
Weefgetouwen voor klein werk, d.w.z. weefgetouwen voor het weven van linten of andere smalle weefsels D03D 47\5 heeft voorrang)
D03D 37/00
Cirkelvormige weefgetouwen (in een cirkel of veelhoek geplaatste weefgetouwen voor het weven van afzonderlijke weefsels D03D 33\5)
D03D 39/00
Weefgetouwen voor poolweefsel
D03D 39/02
Axminster-weefgetouwen, d.w.z. waarbij poolvezels worden ingestoken tijdens het weven
D03D 39/04
Axminster-weefgetouwen met spoelen
D03D 39/06
Buisframes of spoelframes voor vezelgarens
D03D 39/08
Axminster-weefgetouwen met grijpers
D03D 39/10
Weefgetouwen voor draadtapijt, bijv. voor het weven van fluweel, Brussels tapijt of Wilton-tapijt waarbij de pool wordt gevormd over inslaggewijze draden
D03D 39/12
Mechanismen voor het bedienen van de pooldraden
D03D 39/14
Constructie van de pooldraden, bijv. pooldraden die snijden
D03D 39/16
Weefgetouwen voor dubbelpluche, d.w.z. voor het weven van twee tegenover elkaar liggende poolweefsels
D03D 39/18
Scheiden van de twee pluchelagen, bijv. door snijden
D03D 39/20
Weefgetouwen die de pool vormen over kettinggewijze draden
D03D 39/22
Weefgetouwen voor gelust poolweefsel
D03D 41/00
Niet elders ondergebrachte weefgetouwen, bijv. voor het weven van chenillegaren; Details die specifiek horen bij deze weefgetouwen
D03D 43/00
Weefgetouwen met wisselladen
D03D 43/02
met stijgladen
D03D 43/04
Bedieningsmechanismen
D03D 43/06
met roterende laden
D03D 43/08
Bedieningsmechanismen
D03D 43/10
Inslagvangers, d.w.z. voorzieningen voor het voorkomen van het verstrikt raken van inslagen
D03D 45/00
Weefgetouwen met automatische inslagaanvulling (automatisch aanvullen bij weefgetouwen voor klein werk D03D 35\5, bij cirkelvormige weefgetouwen D03D 37\5; klossen die op het weefgetouw opnieuw worden gewikkeld D03J 1\5)
D03D 45/02
Regelen van de aanvulling
D03D 45/04
Tastorganen voor de inslagspoel of andere detectoren voor het op gang brengen van de aanvulling (inslagnoodstops D03D 51\5)
D03D 45/06
mechanisch
D03D 45/08
met zijwaartse slip
D03D 45/10
elektrisch
D03D 45/12
optisch
D03D 45/14
Bewaren van de benodigde aanvulling of de gewenste kleur tot de lege schietspoel terugkeert naar de aanvulzijde van het weefgetouw
D03D 45/16
waarbij inslag van de juiste kleur wordt geselecteerd
D03D 45/18
Tastorganen voor schietspoelen of andere inrichtingen voor het voorkomen van aanvullen als de schietspoel niet juist is gepositioneerd in de schietspoelkast (schietspoelnoodstops D03D 51\5)
D03D 45/20
Verwisselen van klossen, spoelen of een andere schietspoelvoorraad
D03D 45/22
veroorzaakt door de schietspoel in een gewone schietspoelkast
D03D 45/24
op een andere wijze veroorzaakt dan in een gewone schietspoelkast
D03D 45/26
Magazijnen
D03D 45/28
voor één soort draad, bijv. van dezelfde kleur
D03D 45/30
roterend
D03D 45/32
voor diverse soorten draad, bijv. meerkleurig
D03D 45/34
Verwisselen van de schietspoel
D03D 45/36
waarbij de nieuwe schietspoel wordt vervangen door de verbruikte schietspoel in dezelfde cel van de schietspoelkast
D03D 45/38
Schietspoelkasten met een extra cel die alleen wordt gebruikt tijdens het aanvullen
D03D 45/40
waarbij de verbruikte schietspoel wordt opgenomen in de gewone cel en de nieuwe schietspoel wordt opgepikt uit de extra cel
D03D 45/42
waarbij de verbruikte schietspoel wordt opgenomen in de extra cel en de nieuwe schietspoel wordt opgepikt uit de gewone cel
D03D 45/44
Magazijnen
D03D 45/46
voor één soort draad, bijv. van dezelfde kleur
D03D 45/48
voor diverse soorten draad, bijv. meerkleurig
D03D 45/50
Snijden, vasthouden, manipuleren of plaatsen van inslaguiteinden
D03D 45/52
Snijden van de inslag van een lege schietspoel vlak naast de schietspoel, waarbij het stuk dat vastzit aan het weefsel wordt vastgehouden
D03D 45/54
Snijden van een nieuwe inslag, waarbij het stuk dat vastzit aan het weefsel wordt vastgehouden
D03D 45/56
Snijden van verbruikte en nieuwe inslagen aan de zelfkant
D03D 45/58
Verwijderen van de tip bunch of het nieuwe inslaguiteinde van een nieuwe klos
D03D 45/60
in hoofdzaak door luchtstroom of luchtaanzuiging
D03D 45/62
Verplaatsen van afvalstukken van gesneden inslaguiteinden D03D 45\5 heeft voorrang)
D03D 47/00
Weefgetouwen waarin de toevoer van de inslagmassa niet via een vak loopt, bijv. weefgetouwen zonder schietspoel, schietspoelweefgetouwen met grijpers of weefgetouwen met blinde schietspoelen (cirkelvormige weefgetouwen D03D 37\5)
D03D 47/02
waarbij lussen van een continue inslagdraad worden ingestoken, d.w.z. dubbele inslagen D03D 47\5 heeft voorrang) [3]
D03D 47/04
door een heen-en-weer bewegende naald met een oog waarin zich permanent een draad bevindt
D03D 47/06
door een draaibare naald met een oog waarin zich permanent een draad bevindt
D03D 47/08
waarbij de baan van de naald wordt gemodificeerd door nokken, schakels of andere middelen
D03D 47/10
door een gevorkte naald die de inslaglus door het vak duwt
D03D 47/12
waarbij afzonderlijke inslagdraden worden ingestoken, d.w.z. waarbij een vak wordt gemaakt tussen elke inslag D03D 47\5 heeft voorrang) [3]
D03D 47/14
door een grijpnaald die het uiteinde van de inslag door het vak meeneemt
D03D 47/16
door een grijpnaald die het vak leeg binnengaat en de inslag meetrekt bij het terugtrekken
D03D 47/18
waarbij twee inslaginstekers elkaar tegenkomen in of bij het midden van het vak en waarbij de inslag van de ene naar de andere wordt overgedragen
D03D 47/20
Constructieve kenmerken van inrichtingen op de instekers die de draad raken
D03D 47/22
aangepast voor het bewerken van een inslaglus die gedeeltelijk in het vak is ingestoken en vervolgens naar buiten toe wordt rechtgetrokken
D03D 47/23
Draadgrijpers (in blinde schietspoelen of schietspoelen met een grijper D03J 5\5) [3]
D03D 47/24
door een grijper of een blinde schietspoel (weefgetouwen met een vak in de vorm van een lopende golf D03D 47\5; insteekmechanismen voor schietspoelen D03D 49\5; blinde schietspoelen of schietspoelen met een grijper op zich D03J 5\5)
D03D 47/25
ingestoken vanaf slechts één zijde van het weefgetouw [3]
D03D 47/26
Weefgetouwen met een vak in de vorm van een lopende golf
D03D 47/27
Aandrijfmechanismen of geleidingsmechanismen voor het insteken van inslag [3]
D03D 47/28
waarbij de inslag zelf in het vak steekt
D03D 47/30
door een gasstraal
D03D 47/32
door een vloeistofstraal
D03D 47/34
Hanteren van de inslag tussen massa-opslag en inslaginstekende middelen
D03D 47/36
Meten en snijden van de inslag
D03D 47/38
Inslagpatroonmechanismen
D03D 47/39
waarbij riet, stro, latten, materiaal voor haarweefsel of soortgelijk materiaal wordt gehanteerd [3]
D03D 47/40
Vormen van zelfkanten
D03D 47/42
door het breien of vlechten van inslaglussen
D03D 47/44
met een extra zelfkantdraad
D03D 47/46
door een zelfkantschietspoel of andere inrichting die langs de zelfkantdraad gaat door de inslaglus (door breien D03D 47\5)
D03D 47/48
door het insteken van het afgesneden inslaguiteinde in het volgende vak, bijv. door dóórsteken of blazen
D03D 47/50
door adhesie
D03D 49/00
Details of constructieve kenmerken die niet specifiek horen bij een specifiek soort weefgetouw (tempels D03J 1\5)
D03D 49/02
Opbouw van de draagconstructie van weefgetouwen
D03D 49/04
Regelen van de kettingspanning of de weefselspanning
D03D 49/06
Mechanismen voor het loslaten van de ketting (constructie van de kettingboom D02H)
D03D 49/08
Kettingboomremmen
D03D 49/10
Aandrijven van de kettingboom voor het loslaten van de ketting
D03D 49/12
Regelen van de kettingspanning door andere middelen dan loslaatmechanismen
D03D 49/14
Compenseren voor spanningsverschillen tijdens het vakmaken
D03D 49/16
Ketting die wordt toegevoerd door vleugels
D03D 49/18
Inrichtingen voor het aanduiden van kettingspanning (meten van de spanning van draden in het algemeen G01L 5\5)
D03D 49/20
Opneembewegingen; Doekbomen (opslagrekken voor bomen D02H)
D03D 49/22
Strijkbomen; Kruisroeden; Borstbomen of voorbomen
D03D 49/24
Mechanismen voor het insteken van een schietspoel in het vak (schietspoelen op zich D03J 5\5)
D03D 49/26
Inslagmechanismen, bijv. voor het voortbewegen van schietspoelen met grijpers of blinde schietspoelen
D03D 49/28
Aandrijfmechanismen voor de inslagstok
D03D 49/30
bediend door een nok
D03D 49/32
bediend door een voorgespannen veer en dergelijke
D03D 49/34
bediend door vloeistofdruk of gasdruk
D03D 49/36
Pikkers of drijvers; Blokkeermiddelen daarvoor (controleriemen D03D 49\5)
D03D 49/38
Inslagstokken; Blokkeermiddelen daarvoor (controleriemen D03D 49\5)
D03D 49/40
Controleriemen; Oogriemen; Soortgelijke riemen
D03D 49/42
waarbij de schietspoel wordt voortbewogen door vloeistofdruk of gasdruk
D03D 49/44
waarbij de schietspoel wordt voortbewogen door elektrische of magnetische middelen
D03D 49/46
waarbij de schietspoel wordt vooruit geduwd of vooruit getrokken (weefgetouwen met een vak in de vorm van een lopende golf D03D 47\5)
D03D 49/48
waarbij de schietspoel wordt klaargezet voor de inslag
D03D 49/50
Inrichtingen of voorzieningen met betrekking tot het insteken van de inslag, voorzover niet elders ondergebracht [8]
D03D 49/52
Schietspoelkasten (wisselladen D03D 43\5)
D03D 49/54
Remmiddelen; Schietspoelklemmen
D03D 49/56
Ontlastmechanismen voor schietspoelen, d.w.z. voor het verminderen van de schietspoelklemdruk vóór de inslag
D03D 49/58
Schietspoelwachters
D03D 49/60
Constructie of bediening van laden
D03D 49/62
Weverskammen die zijn bevestigd op een lade
D03D 49/64
waarin de lade stilstaat of langzaam beweegt terwijl de inslag wordt ingestoken
D03D 49/66
Schietspoelbanen
D03D 49/68
Weverskammen of kruiskammen die niet zijn bevestigd op de lade (losse riet noodstops D03D 51\5)
D03D 51/00
Aandrijfvoorzieningen, startvoorzieningen of stopvoorzieningen; Automatische noodstops
D03D 51/02
Algemene voorzieningen van aandrijfmechanismen
D03D 51/04
Handbesturingen
D03D 51/06
gebruikmakend van specifieke methoden om te stoppen
D03D 51/08
stoppend op een bepaald punt in de weefcyclus, of naar zo'n punt gaand ná het stoppen
D03D 51/10
plotseling stoppend
D03D 51/12
voor het verstellen van de snelheid
D03D 51/14
voor het tijdelijk verlagen van de snelheid
D03D 51/16
voor het periodiek variëren van de snelheid
D03D 51/18
Automatische noodstops
D03D 51/20
Ketting noodstops
D03D 51/22
mechanisch
D03D 51/24
waarbij hangdraden zijn opgehangen aan afzonderlijke kettingdraden of kleine groepen draden
D03D 51/26
Detectorkamschachten
D03D 51/28
elektrisch
D03D 51/30
waarbij hangdraden zijn opgehangen aan afzonderlijke kettingdraden of kleine groepen draden
D03D 51/32
Detectorkamschachten
D03D 51/34
Inslag noodstops
D03D 51/36
Centrale inslagvorken
D03D 51/38
Zij-inslagvorken
D03D 51/40
Schietspoel noodstops
D03D 51/42
Losse weverskammechanismen
D03D 51/44
werkend door het foutief werken van weefgetouwmechanismen
D03D 51/46
van vakmechanismen