(alarmvoorzieningen op zich G08B) [2]
Aantekening
In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “bank” is een gebouw of deel van een gebouw dat speciaal is ingericht en bedoeld voor het veilig bewaren van waardevoorwerpen of voor het uitwisselen van waarde-voorwerpen tussen de “bank” en haar klanten; [2] - “beschermingsinrichting voor een bank” is een mechanisme in of op een bank voor het beschermen van de waardevoorwerpen of voor het afslaan van aanvallen door insluiping of geweld. [2]
E05G 1/00
Brandkasten of kluizen voor waardevoorwerpen (spaarpotten A45C 1\5; drijvende brandkasten B63C 7\5; opslagcontainers zonder kenmerken met betrekking tot het afslaan van een aanval of het bestrijden van een brand B65D; bankgebouwen in het algemeen, bijv. modulaire constructie of plattegrond, E04H 1\5; gebouwen die bestand zijn tegen een aardbeving of oorlogshandeling E04H 9\5)
E05G 1/02
Details (brandkastscharnieren E05D 7\5)
E05G 1/024
Opbouw van wanden of panelen [2]
E05G 1/04
Sluitingsbevestigingen (sloten E05B)
E05G 1/06
met een voorziening voor meerdere compartimenten [2]
E05G 1/08
afzonderlijk vastgezet [2]
E05G 1/14
met middelen voor het markeren of vernietigen van de waardevoorwerpen, bijv. ingeval van diefstal [6]
E05G 5/00
Beschermingsinrichtingen voor banken E05G 1\5 en E05G 7\5 hebben voorrang; gesloten televisiecircuitsystemen H04N 7\5) [2]
E05G 5/02
Vangmechanismen of inperkende mechanismen (middelen voor het buiten werking stellen van een dief of inbreker in het algemeen G08B 15\5) [2]
E05G 7/00
Veiligheidsloketten voor transacties, bijv. beweegbare geldladen (niet-beveiligde betaalkassa's, bijv. voor supermarkten, A47F 9\5) [2]