(voor het verbranden van brandstoffen die vast zijn bij kamertemperatuur, maar die branden in gesmolten vorm, bijv. kaarsvet, C11C, F23C of F23D; gebruikmakend van vaste brandstof gesuspendeerd in lucht F23C of F23D 1\5; gelijktijdig of afwisselend gebruikmakend van vaste brandstof samen met vloeibare brandstof of met vaste brandstof gesuspendeerd in lucht F23C of F23D 17\5) [8,9,13]
Aantekening
(1) Onder deze subklasse valt alleen verbranding waarbij het grootste deel van de brandstof ofwel in hoofdzaak op dezelfde plaats blijft tijdens de verbranding ofwel mechanisch wordt voortbewogen tijdens de verbranding, dit in tegenstelling tot het door luchtstroming voortbewegen of tot het zweven in de lucht. [8] (2) In deze subklasse is de prioriteitsregel voor de eerste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de eerst toepasselijke plaats. [8] (3) In deze subklasse wordt methoden geklasseerd in de groepen voor de toegepaste apparatuur. Methoden die niet zijn gerelateerd aan specifieke apparatuur, worden geklasseerd in de groep F23B 99\5. [8] (4) In deze subklasse is het gewenst de indexeercodes van de groepen F23B 101\5 en F23B 103\5 toe te voegen. [8]
F23B 10/00
Verbrandingsapparatuur gekenmerkt door de combinatie van twee of meer verbrandingskamers [8]
F23B 10/02
met afzonderlijke tweede verbrandingskamers [11]
F23B 20/00
Verbrandingsapparatuur speciaal aangepast ten behoeve van draagbaarheid of transport [8]
F23B 30/00
Verbrandingsapparatuur met aangedreven middelen voor het omwoelen van de brandstof; Verbrandingsapparatuur met aangedreven middelen voor het voortbewegen van de brandstof door de verbrandingskamer [8]
F23B 30/02
met beweegbare, bijv. trillende, brandstof-ondersteunende oppervlakken; met brandstof-ondersteunende oppervlakken met beweegbare delen [8]
F23B 30/04
met brandstof-ondersteunende oppervlakken die kunnen ronddraaien om een horizontale of schuinstaande as, en die de brandstof ondersteunen aan hun binnenzijde, bijv. cilindrische roosters [8]
F23B 30/06
met brandstof-ondersteunende oppervlakken die speciaal zijn aangepast voor het voortbewegen van de brandstof door het verbrandingsgedeelte [8]
F23B 30/08
met brandstof-ondersteunende oppervlakken die door het verbrandingsgedeelte bewegen [8]
F23B 30/10
met brandstof-ondersteunende oppervlakken met brandstof-voorstuwende elementen die beweegbaar zijn, maar in hoofdzaak op dezelfde plaats blijven, bijv. met rollen of heen en weer gaande roosterstaven [8]
F23B 40/00
Verbrandingsapparatuur met aangedreven middelen voor het toevoeren van brandstof aan de verbrandingskamer [8]
F23B 40/02
waarbij de brandstof wordt toegevoerd door verstrooiing over het brandstof-ondersteunende oppervlak [8]
F23B 40/04
waarbij de brandstof wordt toegevoerd van onderaf door een opening in het brandstof-ondersteunende oppervlak [8]
F23B 40/06
waarbij de brandstof wordt toegevoerd langs het brandstof-ondersteunende oppervlak [8]
F23B 40/08
in kroesvormige of trogvormige roosters [8]
F23B 50/00
Verbrandingsapparatuur waarin de brandstof in of door het verbrandingsgedeelte wordt gevoerd door zwaartekracht, bijv. vanuit een brandstofopslag die zich boven het verbrandingsgedeelte bevindt [8]
F23B 50/02
waarbij de brandstof een kolom, stapel of dikke laag vormt, met het verbrandingsgedeelte op de bodem [8]
F23B 50/04
waarbij de beweging van de verbrandingslucht en de verbrandingsgassen in hoofdzaak dwars op de beweging van de brandstof staat [8]
F23B 50/06
waarbij de verbrandingsgassen naar beneden toe worden afgevoerd door één of meer openingen in het brandstof-ondersteunende oppervlak [8]
F23B 50/08
waarbij brandstof-kerende lichamen vrije verbrandingsruimten vormen binnen de brandstof [8]
F23B 50/10
waarbij het verbrandingsgedeelte op de bodem eindigt aan de oppervlakte van een brandstofbed [8]
F23B 50/12
waarbij de brandstof aan het verbrandingsgedeelte wordt toegevoerd door vrije val of door verschuiving langs schuinstaande vlakken, bijv. vanaf een transportband die ophoudt boven het brandstofbed [8]
F23B 60/00
Verbrandingspparatuur waarin de brandstof voornamelijk verbrandt zonder te bewegen [8]
F23B 60/02
waarbij verbrandingslucht wordt toegevoerd via een rooster [8]
F23B 70/00
Verbrandingsapparatuur gekenmerkt door middelen voor het terugvoeren van vaste verbrandingsresten naar de verbrandingskamer [8]
F23B 80/00
Verbrandingsapparatuur gekenmerkt door middelen die zorgen voor een afgebakend stromingspad voor de verbrandingsgassen of voor de niet-verbrande gassen die worden afgegeven door de brandstof [8]
F23B 80/02
door middelen voor het terugvoeren van de verbrandingsgassen naar de verbrandingskamer of naar het verbrandingsgedeelte [8]
F23B 80/04
door middelen voor het geleiden van de stroming van verbrandingsgassen, bijv. keerschotten [8]
F23B 90/00
Verbrandingsmethoden die niet gerelateerd zijn aan een specifieke soort apparatuur [8]
F23B 90/02
Opstarttechnieken [11]
F23B 90/04
met tweede verbranding (in afzonderlijke verbrandingskamers F23B 10\5) [11]
F23B 90/06
waarbij de eerste verbranding een vergassing of pyrolyse in een reductieve atmosfeer is [11]
F23B 90/08
in aanwezigheid van een katalytisch materiaal [11]
F23B 99/00
Onderwerpen voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]
F23B 101/00
Aanpassing van verbrandingsapparatuur aan boilers, waarbij de verbrandingskamer zich in het boilervat bevindt, bijv. omgeven door gekoelde oppervlakken [8]
F23B 103/00
Aanpassing van verbrandingsapparatuur ten behoeve van plaatsing in of tegen een opening in een boiler, bijv. voor het vervangen van een oliebrander [8]
F23B 103/02
voor het produceren van een in hoofdzaak horizontale vlam [8]