(contactkabels H01B 7\5; elektrolytische zelfonderbrekers *
H01G 9/18
; noodbeschermingscircuitvoorzieningen H02H; schakelen door elektronische middelen zonder contact te maken H03K 17\5) [9]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt, in de groepen H01H 69\5 tot H01H 87\5, inrichtingen voor het beschermen van elektrische leidingen of elektrische machines of apparatuur ingeval van ongewenste veranderingen in gewone elektrische werkcondities, waarbij de elektrische conditie direct dient als invoer voor de inrichting. [19] (2) Deze subklasse dekt geen bases, omhulsels of afdekkingen voor twee of meer schakelinrichtingen of voor zowel een schakelinrichting als een andere elektrische component, bijv. een verzamelrail of leidingverbindingsklem. Die bases, omhulsels of afdekkingen vallen onder groep H02B 1\5. (3) In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “relais” betekent een schakelinrichting met contacten die worden bediend door elektrische invoeren die, direct of indirect, alle mechanische energie leveren voor het veroorzaken van zowel het sluiten als openen van de contacten; - “aandrijfmechanisme” heeft betrekking op de middelen waardoor een bedieningskracht die wordt uitgeoefend op de schakelaar wordt overgebracht naar het bewegende contact of de bewegende contacten; - “bedienen” wordt in een bredere zin gebruikt dan “in werking stellen” dat is voorbehouden voor die delen die niet met de hand worden aangeraakt om te schakelen; - “werken” of “werking” betekent een zelf-inducerende beweging van delen bij een specifieke schakeltrap. Deze betekenissen zijn van toepassing op alle delen van de werkwoorden “bedienen”; “in werking stellen” en “werken”, en op daarvan afgeleide woorden, bijv. op “werking”. (4) In deze subklasse wordt details als volgt geklasseerd: - details van een niet-specifieke soort schakelinrichting, of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten schakelinrichtingen die worden beschreven door de termen of uitdrukkingen “schakelaar”, “relais”, “selectieschakelaar” en “noodbeveiligingsinrichtingen”, worden geklasseerd in de groepen H01H 1\5 tot H01H 9\5; - details van een niet-specifieke soort schakelaar, of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten schakelaars zoals gedefinieerd in de groepen H01H 13\5 tot H01H 43\5 en de subgroepen H01H 35\5, H01H 35\5, H01H 35\5, H01H 35\5, H01H 35\5 en H01H 35\5, alle hierna genoemd basissoorten, worden geklasseerd in de groepen H01H 1\5 tot H01H 9\5; - details van een niet-specifiek soort relais, of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten relais zoals gedefinieerd in de groepen H01H 51\5 tot H01H 61\5, hierna genoemd basissoorten, worden geklasseerd in groep H01H 45\5; - details van een niet-specifieke beveiligingsinrichting, of die toepasbaar zijn bij twee of meer soorten beveiligingsinrichtingen zoals gedefinieerd in de groepen H01H 73\5 tot H01H 83\5, hierna genoemd basissoorten, worden geklasseerd in groep H01H 71\5. Details die alleen zijn beschreven met betrekking tot, of duidelijk alleen toepasbaar bij, schakelinrichtingen van één enkele basissoort, worden echter geklasseerd in de groep die van toepassing is op schakelinrichtingen van die basissoort, bijv. H01H 19\5 of H01H 75\5; - mechanische structurele details van de regellichamen van schakelaars of van toetsenborden zoals toetsen, drukknoppen, hefbomen of andere mechanismen voor het overdragen van de kracht op de geactiveerde elementen, worden geklasseerd in deze subklasse, zelfs als zij worden gebruikt voor het regelen van elektronische schakelaars. Mechanische details die direct een elektronisch effect veroorzaken, worden echter geklasseerd in groep H03K 17\5. [4]
H01H 1/00
Contacten (vloeibare contacten H01H 29\5)
H01H 1/02
gekenmerkt door het materiaal daarvan
H01H 1/021
Composietmateriaal [8]
Aantekeningen
(1) In deze groep wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis: - “composietmateriaal” is een materiaal gemaakt uit twee of meer verschillende materialen, bijv. gecoat materiaal, gelaagde materialen of koolstofvezels in een koperbasis of een kopermatrix. [8] (2) Onderwerpen die kunnen worden geklasseerd in meer dan één van de groepen H01H 1\5 tot H01H 1\5, moeten worden geklasseerd in alle relevante groepen. [8]
H01H 1/023
met een edelmetaal als basismateriaal [8]
H01H 1/0233
en met carbiden [8]
H01H 1/0237
en met oxiden [8]
H01H 1/025
met koper als basismateriaal [8]
H01H 1/027
met koolstofdeeltjes of koolstofvezels [8]
H01H 1/029
met geleidend materiaal dat is gedispergeerd in een elastische drager of een elastisch bindmateriaal [8]
H01H 1/04
Samenwerkende contacten van verschillend materiaal
H01H 1/06
gekenmerkt door de vorm of structuur van het contact-makende oppervlak, bijv. gegroefd
H01H 1/08
bevochtigd met kwik
H01H 1/10
Gelamineerde contacten met een gescheiden contactoppervlak
H01H 1/12
gekenmerkt door de wijze waarop samenwerkende contacten elkaar raken
H01H 1/14
tegen elkaar liggend
H01H 1/16
door rollen; door omwikkelen; Rolcontacten of kogelcontacten
H01H 1/18
met opvolgende verschuiving
H01H 1/20
Brugcontacten
H01H 1/22
met een star draaibaar deel dat het bewegende contact draagt
H01H 1/24
met een verende bevestiging
H01H 1/26
met een veerbladsteun
H01H 1/28
Stelsel van drie of meer contact-ondersteunende veerbladen
H01H 1/30
in steungeleiders
H01H 1/32
Zelf-richtende contacten
H01H 1/34
met een voorziening voor het verstellen van de positie van een contact ten opzichte van het samenwerkende contact
H01H 1/36
langs elkaar schuivend [9]
H01H 1/38
Contacten met een stekker en contrastekker
H01H 1/40
Contacten die zodanig zijn bevestigd dat het contact-makende oppervlak is een vlak ligt met de aangrenzende isolatie
H01H 1/42
Contacten met een mes en contactveer
H01H 1/44
met een verende bevestiging
H01H 1/46
Zelf-richtende contacten
H01H 1/48
met een voorziening voor het verstellen van de positie van een contact ten opzichte van het samenwerkende contact
H01H 1/50
Middelen voor het verhogen van de contactdruk, het voorkomen van de trilling van contacten, het bij elkaar houden van contacten na aanraking of het voorspannen van contacten naar de open positie
H01H 1/52
Aangepaste contacten die werken als grendels
H01H 1/54
door magneetkracht
H01H 1/56
Contactvoorzieningen die zorgen voor een make-before-break werking, bijv. voor het onder belasting wisselen van aftakking
H01H 1/58
Elektrische verbindingen naar of tussen contacten; Aansluitklemmen [9]
H01H 1/62
Verwarmen of koelen van contacten
H01H 1/64
Beschermende omhulsels, keerplaten of schermen voor contacten [9]
H01H 1/66
Contacten die zijn afgedicht in een gevacumeerde of met gas gevulde omhulling, bijv. magnetische dry-reed contacten
H01H 3/00
Mechanismen voor het bedienen van contacten (thermische bedieningsmiddelen of ontkoppelmiddelen H01H 37\5) [9]
H01H 3/02
Bedieningsdelen, d.w.z. voor het bedienen van een aandrijfmechanisme door een mechanische kracht buiten de schakelaar
H01H 3/04
Hefbomen (tuimelaars H01H 23\5)
H01H 3/06
Middelen voor het aan een drijfas vastzetten van het aandrijfmechanisme
H01H 3/08
Draaiknoppen
H01H 3/10
Middelen voor het aan een drijfas vastzetten van het aandrijfmechanisme
H01H 3/12
Drukknoppen
H01H 3/14
aangepast voor bediening door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 3/16
aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan het in werking stellen van de schakelaar, bijv. voor een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 3/18
waarbij de beweging in één richting opzettelijk door de hand gebeurt, bijv. voor het automatisch instellen van uitgezette richtingaanwijzers
H01H 3/20
waarin een extra beweging daarvan, of van een hulpstuk daaraan, nodig is vóór het kunnen uitvoeren of benutten van de hoofdbeweging, bijv. voor ontgrendeling of koppeling
H01H 3/22
Vermogensvoorzieningen in de schakelaar zelf voor het bedienen van het aandrijfmechanisme
H01H 3/24
gebruikmakend van een pneumatische of hydraulische aandrijver
H01H 3/26
gebruikmakend van een dynamo-elektrische motor (voor het opslaan van energie in een veermotor H01H 3\5)
H01H 3/30
gebruikmakend van een veermotor
H01H 3/32
Aandrijfmechanismen, d.w.z. voor het overbrengen van de aandrijfkracht naar de contacten (voorzieningen met klikwerking H01H 5\5; inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging H01H 7\5)
H01H 3/34
gebruikmakend van een pal
H01H 3/36
gebruikmakend van een riem, ketting of koord
H01H 3/38
gebruikmakend van een veer of een andere flexibele drijfaskoppeling
H01H 3/40
gebruikmakend van een wrijvingsdrijfwerk, tandwieldrijfwerk of drijfwerk met een schroef en moer
H01H 3/42
gebruikmakend van een nok of excentriek
H01H 3/44
gebruikmakend van een sterradmechanisme of Genèvemechanisme
H01H 3/46
gebruikmakend van een stangoverbrenging of hefboomoverbrenging, bijv. een kniehefboom
H01H 3/48
gebruikmakend van een inrichting met een verloren beweging
H01H 3/50
met indexeermiddelen of plaatsbepalingsmiddelen, bijv. het indexeren met een kogel en veer
H01H 3/52
met middelen voor het garanderen van stopzetting bij tussenliggende werkposities
H01H 3/54
Mechanismen voor het koppelen of ontkoppelen van bedieningsdelen, aandrijfmechanismen of contacten
H01H 3/56
gebruikmakend van een elektromagnetische aandrijfkoppeling
H01H 3/58
gebruikmakend van een wrijvingskoppeling, tandwielkoppeling of andere mechanische aandrijfkoppeling
H01H 3/60
Mechanische voorzieningen voor het voorkomen of dempen van trillingen of schokken
H01H 3/62
Smeermiddelen die structureel samenhangen met de schakelaar (voor het smeren van contact-makende oppervlakken H01H 1\5)
H01H 5/00
Voorzieningen met klikwerking, d.w.z. waarin tijdens één openingsbediening of sluitbediening energie eerst wordt opgeslagen en daarna wordt vrijgegeven voor het produceren of ondersteunen van de contactbeweging
H01H 5/02
Energie die wordt opgeslagen door het aantrekken of afstoten van magnetische delen
H01H 5/04
Energie die wordt opgeslagen door het vervormen van elastische delen (door het vervormen van een bimetaalelement in thermisch in werking gestelde schakelaars H01H 37\5)
H01H 5/06
door het samendrukken of uittrekken van schroefveren
H01H 5/08
waarbij het ene uiteinde van de veer een beweging overbrengt naar het contactlichaam terwijl het andere uiteinde wordt verplaatst door het bedieningsdeel
H01H 5/10
waarbij het ene uiteinde van de veer vastzit aan het stationaire of beweegbare deel van de schakelaar, en het andere uiteinde reageert op een beweegbaar of stationair stijf deel via respectievelijk pennen, nokken, tandvlakken of andere vormvlakken
H01H 5/12
met twee of meer klikbewegingen achter elkaar
H01H 5/14
door het verdraaien van torsiedelen
H01H 5/16
met extra middelen voor het tijdelijk vasthouden van delen totdat het torsielichaam voldoende gespannen is
H01H 5/18
door het doorbuigen van bladveren
H01H 5/20
waarbij één blad over het dode punt heen wordt bewogen
H01H 5/22
waarbij de bladveer tenminste één been met klikwerking heeft, en tenminste één apart been dat het contact draagt of in werking stelt
H01H 5/24
met drie benen
H01H 5/26
met twee of meer klikbewegingen achter elkaar
H01H 5/28
waarbij twee aparte bladveren een kniehefboom vormen
H01H 5/30
door het uitbuigen van schijfveren
H01H 7/00
Inrichtingen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging tussen het op gang brengen van de schakelbediening en het openen of sluiten van de contacten (tijdschakelaars en tijd-programmaschakelaars H01H 43\5)
H01H 7/02
met tijd-instelmiddelen in de vorm van een fluïdum
H01H 7/03
met buffers
H01H 7/04
met vleugels, d.w.z. waaierregelaars
H01H 7/06
met thermische tijd-instelmiddelen [9]
H01H 7/08
waarbij de tijd wordt ingesteld door mechanische snelheidsregelinrichtingen
H01H 7/10
door een échappement
H01H 7/12
mechanisch
H01H 7/14
elektromagnetisch
H01H 7/16
Inrichtingen voor het garanderen van de werking van een schakelaar op een vooraf bepaald punt in de wisselstroomcyclus (circuitvoorzieningen H01H 9\5)
H01H 9/00
Details van schakelinrichtingen die niet vallen onder de groepen H01H 1\5 tot H01H 7\5 [9]
H01H 9/02
Bases, omhulsels of afdekkingen (onderbrengen van meer dan één schakelaar of van een schakelaar met een andere elektrische component H02B 1\5)
H01H 9/04
Stofdichte, spatwaterdichte, druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H01H 9/06
Omhulsels van schakelaars die zijn uitgevoerd als handgreep met een ander doel dan het in werking stellen van de schakelaar, bijv. als de handgreep van een stofzuiger
H01H 9/08
Voorzieningen voor het kunnen vervangen van een schakelaar, bijv. een patroonbehuizing
H01H 9/10
Toepassing van ingebouwde zekeringen (afzonderlijk op of in een gemeenschappelijke drager bevestigen van schakelaars en zekeringen H02B 1\5) [9]
H01H 9/12
Middelen voor het aarden van delen van de schakelaar die gewoonlijk niet geleidend zijn verbonden met de contacten
H01H 9/14
Ingebouwde veiligheidsvonkenbanen
H01H 9/16
Weergeefmiddelen voor de schakelconditie, bijv. “aan” of “uit”
H01H 9/18
Onderscheidingsmarkeringen op schakelaars, bijv. voor het aanduiden van de plaats van de schakelaar in het donker; Aangepaste schakelaars voor het opnemen van onderscheidingsmarkeringen
H01H 9/20
Mechanismen voor het onderling blokkeren, blokkeren of vergrendelen [9]
H01H 9/22
voor het onderling blokkeren van een omhulsel, afdekking of beschermingsblindering en een mechanisme voor het bedienen van contacten
H01H 9/24
voor het onderling blokkeren van twee of meer delen van het mechanisme voor het bedienen van contacten
H01H 9/26
voor het onderling blokkeren van twee of meer schakelaars (door een te verwijderen deel H01H 9\5)
H01H 9/30
Middel voor het doven of voorkomen van een vlamboog tussen stroom-dragende delen
H01H 9/32
Isolatielichamen die tussen contacten kunnen worden gestoken
H01H 9/34
Stationaire delen voor het beperken of opdelen van de vlamboog, bijv. een sperplaat
H01H 9/36
Metalen delen
H01H 9/38
Hulpcontacten waarop de vlamboog wordt overgebracht vanaf de hoofdcontacten (gebruikmakend van vlamboogafleiders H01H 9\5)
H01H 9/40
Meervoudige hoofdcontacten voor het opdelen van de stroom door, of een potentiaalverschil langs, de vlamboog
H01H 9/42
Impedanties die verbonden zijn met contacten
H01H 9/44
gebruikmakend van een blaasmagneet of blaasspoel
H01H 9/46
gebruikmakend van vlamboogafleiders (gebruikmakend van een blaasmagneet H01H 9\5) [9]
H01H 9/48
Middelen voor het voorkomen van ontlading naar niet-stroom-dragende delen, bijv. gebruikmakend van een coronaring
H01H 9/50
Middelen voor het detecteren van de aanwezigheid van een vlamboog of ontlading
H01H 9/52
Koelen van schakeldelen (koelen van contacten H01H 1\5)
H01H 9/54
Circuitvoorzieningen die niet zijn aangepast aan een bijzondere toepassing van de schakelinrichting en die niet elders kunnen worden ondergebracht
H01H 9/56
voor het garanderen van de werking van de schakelaar op een vooraf bepaald punt in de wisselstroomcyclus
H01H 11/00
Speciaal aangepaste apparatuur of processen voor het maken van elektrische schakelaars (speciaal aangepaste processen voor het maken van rechtlijnig beweegbare schakelaars met meerdere bedieningslichamen die samenwerken met verschillende sets contacten, bijv. toetsenborden H01H 13\5) [8,9]
H01H 11/02
voor kwikschakelaars
H01H 11/04
voor schakelcontacten
H01H 11/06
Vastmaken van contacten op een drager
H01H 13/00
Schakelaars met één of meer rechtlijnig beweegbare bedieningsdelen die maar in één richting kunnen worden geduwd of getrokken, bijv. een drukknopschakelaar (waarin het bedieningsdeel flexibel is H01H 17\5)
H01H 13/02
Details [8,9]
H01H 13/04
Omhulsels; Afdekkingen
H01H 13/06
Stofdichte, spatwaterdichte, druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H01H 13/08
Omhulsels van schakelaars die zijn uitgevoerd als handgreep met een ander doel dan het in werking stellen van de schakelaar
H01H 13/10
Bases; Daarop bevestigde stationaire contacten
H01H 13/12
Beweegbare delen; Daarop bevestigde contacten
H01H 13/14
Bedieningsdelen, bijv. een drukknop
H01H 13/16
aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 13/18
aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan het in werking stellen van de schakelaar, bijv. voor een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 13/20
Aandrijfmechanismen
H01H 13/22
werkend met klikwerking (afhankelijk van het vervormen van elastische lichamen H01H 13\5)
H01H 13/24
met middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 13/26
Voorzieningen met klikwerking die afhangt van het vervormen van elastische lichamen
H01H 13/28
gebruikmakend van het samendrukken of uittrekken van een schroefveer
H01H 13/30
waarbij het ene uiteinde van de veer een beweging overbrengt naar het contactlichaam terwijl het andere uiteinde wordt bewogen door het bedieningsdeel
H01H 13/32
waarbij het ene uiteinde van de veer vastzit aan het stationaire of beweegbare deel van de schakelaar, en het andere uiteinde reageert met een beweegbaar of stationair stijf lichaam via respectievelijk pennen, nokken, tandvlakken of andere vormvlakken
H01H 13/34
met twee of meer klikbewegingen achter elkaar
H01H 13/36
gebruikmakend van het doorbuigen van bladveren
H01H 13/38
Eén blad dat over het dode punt heen wordt bewogen
H01H 13/40
Bladveren met tenminste één been met klikwerking, en tenminste één apart been dat het contact draagt of in werking stelt
H01H 13/42
met drie benen
H01H 13/44
met twee of meer klikbewegingen achter elkaar
H01H 13/46
waarbij twee afzonderlijke bladveren een kniehefboom vormen
H01H 13/48
gebruikmakend van het uitbuigen van schijfveren
H01H 13/50
met één bedieningslichaam
H01H 13/52
waarbij het contactdeel direct na wegvallen van de bedieningskracht terugkeert in de oorspronkelijke toestand, bijv. de drukknopschakelaar van een deurbel
H01H 13/54
waarbij het contact een vooraf bepaald tijdsinterval later dan het wegvallen van de bedieningskracht terugkeert in de oorspronkelijke toestand, bijv. voor het verlichten van een trappenhuis
H01H 13/56
waarbij het contact in de oorspronkelijke toestand terugkeert bij de volgende uitoefening van de bedieningskracht
H01H 13/58
waarbij een contact-aandrijvend lichaam stapsgewijze in één richting wordt geroteerd
H01H 13/60
waarbij een contact-aandrijvend lichaam afwisselend in tegengestelde richtingen wordt bewogen
H01H 13/62
waarbij het contact in de oorspronkelijke toestand terugkeert na het handmatig vrijgeven van een grendel (grendels die worden vrijgegeven door een tweede drukknop H01H 13\5)
H01H 13/64
waarbij de schakelaar meer dan twee elektrisch onderscheidende posities heeft, bijv. drukknopschakelaars met meerdere posities
H01H 13/66
waarbij het bedieningslichaam slechts twee posities heeft
H01H 13/68
met twee bedieningslichamen, één voor het openen en één voor het sluiten van hetzelfde stel contacten (één bedieningslichaam dat naar verschillende kanten naar buiten uitsteekt door het schakelomhulsel voor het afwisselend drukken op de tegenoverliggende uiteinden H01H 15\5)
H01H 13/70
met meerdere bedieningslichamen die samenwerken met verschillende stellen contacten, bijv. een toetsenbord (aan elkaar bevestigen van meerdere onafhankelijke schakelaars H02B) [9]
H01H 13/702
met contacten die worden gedragen door of worden gevormd uit lagen in een meerlaagse structuur, bijv. membraanschakelaars [7]
H01H 13/703
gekenmerkt door afstandshouders tussen de contact-dragende lagen [8]
H01H 13/704
gekenmerkt door de lagers, bijv. door hun materiaal of opbouw H01H 13\5 heeft voorrang) [8]
H01H 13/705
gekenmerkt door constructie, bevestiging of opstelling van bedieningsdelen, bijv. drukknoppen of toetsen [7,8]
H01H 13/7057
gekenmerkt door de opstelling van bedieningsdelen in relatie tot elkaar, bijv. voorgebouwde groepen toetsen [8]
H01H 13/7065
gekenmerkt door het mechanisme tussen toetsen en gelaagde toetsenborden [8]
H01H 13/7073
gekenmerkt door veren, bijv. Euler-veren [8]
H01H 13/708
waarin alle vaste en beweegbare contacten worden gedragen door isolerende lichamen H01H 13\5 heeft voorrang) [7]
H01H 13/712
waarbij alle isolerende lichamen in hoofdzaak plat zijn [7]
H01H 13/715
waarin elke contact-set een contact omvat dat niet is vastgezet op of deel uitmaakt van een steun-laag, bijv. een klikkoepel [7]
H01H 13/718
waarin sommige of alle beweegbare contacten worden gevormd in één geleidende plaat, bijv. gevormd door het ponsen van plaatmetaal H01H 13\5 heeft voorrang) [7]
H01H 13/72
waarin de schakelaar middelen heeft voor het beperken van het aantal bedieningslichamen dat zich gelijktijdig in de werkende positie kan bevinden
H01H 13/74
waarbij elk contactstel alleen in de oorspronkelijke toestand terugkeert bij het in werking stellen van één van de andere bedieningslichamen
H01H 13/76
waarin alle of sommige bedieningslichamen verschillende combinaties van contactstellen in werking stellen, bijv. waarbij tien bedieningslichamen verschillende combinaties uit vier contactstellen in werking stellen
H01H 13/78
gekenmerkt door de contacten of de contactpunten [8]
H01H 13/785
gekenmerkt door het materiaal van de contacten, bijv. geleidende polymeren [8]
H01H 13/79
gekenmerkt door de vorm van de contacten, bijv. gespreide vingers of spiraalnetwerken [8]
H01H 13/80
gekenmerkt door de wijze van samenwerken van de contacten, bijv. waarbij beide contacten kunnen bewegen of met contacten zonder opvering [8]
H01H 13/803
gekenmerkt door de schakelfunctie ervan, bijv. contacten die gewoonlijk zijn gesloten of de opeenvolgende werking van contacten [8]
H01H 13/807
gekenmerkt door de ruimtelijke opstelling van de contacten, bijv. op of over elkaar liggend [8]
H01H 13/81
gekenmerkt door de elektrische verbindingen met externe inrichtingen [8]
H01H 13/82
gekenmerkt door ventilatiemiddelen voor de contactruimte [8]
H01H 13/83
gekenmerkt door opschriften, bijv. Braille, LCD's, lichtgevende elementen of optische elementen [8]
H01H 13/84
gekenmerkt door ergonomische functies, bijv. voor miniatuurtoetsenborden; gekenmerkt door bedieningsgevoelige functies, bijv. geluidsfeedback (opschriften H01H 13\5) [8]
H01H 13/85
gekenmerkt door voelbare feedbackaspecten [8]
H01H 13/86
gekenmerkt door het omhulsel, bijv. afgesloten omhulsels of omhulsels die kunnen worden verkleind [8]
H01H 13/88
Speciaal aangepaste processen voor het maken van rechtlijnig beweegbare schakelaars met meerdere bedieningselementen in samenhang met verschillende sets contacten, bijv. toetsenborden [8]
H01H 15/00
Schakelaars met één of meer rechtlijnig beweegbare bedieningsdelen die in tegenovergestelde richting kunnen worden bediend, bijv. een schuifschakelaar
H01H 15/02
Details
H01H 15/04
Stationaire delen; Daarop bevestigde contacten
H01H 15/06
Verplaatsbare delen; Daarop bevestigde contacten
H01H 15/08
Contactvoorzieningen die zorgen voor een make-before-break werking, bijv. voor het onder belasting wisselen van aftakking
H01H 15/10
Bedieningsdelen
H01H 15/12
aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 15/14
aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 15/16
Aandrijfmechanismen
H01H 15/18
werkend met klikwerking
H01H 15/20
met middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 15/22
met één bedieningsdeel dat naar buiten uitsteekt naar verschillende kanten door het schakelomhulsel voor het afwisselend drukken op tegenoverliggende uiteinden
H01H 15/24
met één bedieningsdeel dat alleen naar buiten uitsteekt naar één kant door het schakelomhulsel voor het afwisselend drukken en trekken
H01H 17/00
Schakelaars met een flexibel bedieningsdeel waaraan alleen kan worden getrokken, bijv. een koord of ketting
H01H 17/02
Details
H01H 17/04
Stationaire delen (geleiders H01H 17\5)
H01H 17/06
Beweegbare delen (geleiders H01H 17\5)
H01H 17/08
Bedieningsdelen, bijv. een koord
H01H 17/10
aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 17/12
aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 17/14
Geleidingsmiddelen voor het flexibele bedieningsdeel
H01H 17/16
met één flexibel bedieningsdeel waaraan aan één uiteinde kan worden getrokken
H01H 17/18
vastgezet aan een deel van het schakelaandrijfmechanisme met alleen een hoekbeweging
H01H 17/20
waarbij het contact in de oorspronkelijke toestand terugkeert direct na het wegvallen van de bedieningskracht
H01H 17/22
waarbij het contact in de oorspronkelijke toestand terugkeert bij de volgende uitoefening van de bedieningskracht
H01H 17/24
vastgezet aan een deel van het schakelaandrijfmechanisme met zowel een hoekbeweging als rechtlijnige beweging
H01H 17/26
met twee flexibele bedieningsdelen; met één bedieningsdeel waaraan aan beide uiteinden kan worden getrokken
H01H 17/28
vastgezet aan één of meer delen van het schakelaandrijfmechanisme met alleen een rechtlijnige beweging
H01H 17/30
vastgezet aan één of meer delen van het schakelaandrijfmechanisme met alleen een hoekbeweging
H01H 19/00
Schakelaars die worden bediend door een bedieningsdeel dat kan ronddraaien om een lengteas daarvan en waarop direct wordt ingewerkt door een massief lichaam buiten de schakelaar, bijv. door een hand, waarin dat deel over een onbeperkte of niet-specifieke hoek kan worden verdraaid [8,9]
H01H 19/02
Details
H01H 19/03
Middelen voor het beperken van de draaiingshoek van het bedieningsdeel [8]
H01H 19/04
Omhulsels; Afdekkingen
H01H 19/06
Stofdichte, spatwaterdichte, druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H01H 19/08
Bases; Daarop bevestigde stationaire contacten
H01H 19/10
Verplaatsbare delen; Daarop bevestigde contacten
H01H 19/11
met indexeermiddelen [8]
H01H 19/12
Contactvoorzieningen die zorgen voor een make-before-break werking, bijv. voor het onder belasting wisselen van aftakking
H01H 19/14
Bedieningsdelen, bijv. een draaiknop
H01H 19/16
aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 19/18
aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 19/20
Aandrijfmechanismen waarbij hoekverplaatsing van het bedieningsdeel in elke richting effectief is
H01H 19/22
met een verloren beweging
H01H 19/24
werkend met klikwerking
H01H 19/26
met middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 19/28
Aandrijfmechanismen waarbij hoekverplaatsing van het bedieningsdeel slechts in één richting effectief of mogelijk is
H01H 19/30
met een verloren beweging
H01H 19/32
werkend met klikwerking
H01H 19/34
met middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 19/36
waarbij het bedieningsdeel slechts twee elektrisch verschillende posities heeft, bijv. relatief verplaatst over 180°
H01H 19/38
Omschakelaars
H01H 19/40
met alleen axiale contactdruk
H01H 19/42
met meer dan twee elektrisch verschillende condities, bijv. voor het sluiten van één of beide van twee circuits
H01H 19/44
met alleen axiale contactdruk
H01H 19/46
waarbij het bedieningsdeel drie werkende posities heeft, bijv. een sterdriehoekschakelaar
H01H 19/48
met alleen axiale contactdruk
H01H 19/50
waarbij het bedieningsdeel vier werkende posities heeft, bijv. een groepenschakelaar
H01H 19/52
met alleen axiale contactdruk
H01H 19/54
waarbij het bedieningsdeel tenminste vijf of een onbekend aantal werkende posities heeft
H01H 19/56
Onder een hoek beweegbare delen met contacten, bijv. een wals-schakelaar
H01H 19/58
met alleen axiale contactdruk, bijv. een schijfschakelaar of wafer schakelaar
H01H 19/60
Onder een hoek beweegbare delen zonder contacten
H01H 19/62
Contacten die in werking worden gesteld door radiale nokken
H01H 19/63
Contacten die in werking worden gesteld door axiale nokken [2]
H01H 19/635
Contacten die in werking treden door een rechtlijnig beweegbaar lichaam dat vastzit aan een bedieningsdeel, bijv. via een pen en gat [8]
H01H 19/64
Omhulde schakelaars die zijn aangepast voor een ganged werking als ze in serie geschakeld zijn met identieke schakelaars, bijv. gestapelde schakelaars
H01H 21/00
Schakelaars die worden bediend een bedieningsdeel in de vorm van een draaibaar lichaam waarop wordt ingewerkt door een massief lichaam, bijv. een hand, waarin dit deel alleen kan worden verdraaid over een beperkte hoek (tuimelschakelaars H01H 23\5; schakelaars met een bedieningsdeel dat onder een hoek beweegbaar is in meer dan één vlak H01H 25\5) [8]
H01H 21/02
Details
H01H 21/04
Omhulsels; Afdekkingen
H01H 21/06
onderling gekoppeld met het bedieningsmechanisme
H01H 21/08
Stofdichte, spatwaterdichte, druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H01H 21/10
Omhulsels van schakelaars die zijn uitgevoerd als handgreep met een ander doel dan het in werking stellen van de schakelaar
H01H 21/12
Bases; Daarop bevestigde stationaire contacten
H01H 21/14
Middelen voor het verhogen van de contactdruk
H01H 21/16
Aanpassing voor ingebouwde zekeringen
H01H 21/18
Beweegbare delen; Daarop bevestigde contacten
H01H 21/20
Contactvoorzieningen die zorgen voor een make-before-break werking, bijv. voor het onder belasting wisselen van aftakking
H01H 21/22
Bedieningsdelen, bijv. een handgreep
H01H 21/24
die in de oorspronkelijke toestand terugkeren na wegvallen van de bedieningskracht
H01H 21/26
aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 21/28
aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 21/30
die niet in de oorspronkelijke toestand terugkeren na wegvallen van de bedieningskracht
H01H 21/32
aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 21/34
aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 21/36
Aandrijfmechanismen
H01H 21/38
met een verloren beweging
H01H 21/40
met klikwerking
H01H 21/42
geproduceerd door het samendrukken of uitrekken van een schroefveer
H01H 21/44
geproduceerd door doorbuigende bladveren
H01H 21/46
met twee of meer klikbewegingen achter elkaar
H01H 21/48
met een pal-mechanisme
H01H 21/50
met indexeermiddelen of blokkeermiddelen, bijv. het indexeren door een kogel en veer; met middelen voor het garanderen van stopzetting bij tussenliggende werkende posities
H01H 21/52
met middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 21/54
Hefboomschakelaars met een bladvormig contact dat samenwerkt met één of twee veerklemcontacten, bijv. een mes-schakelaar of opdeler
H01H 21/56
waarbij slechts in één positie contact wordt gemaakt
H01H 21/58
Omschakelaars zonder stabiele tussenposities
H01H 21/60
Omschakelaars met een stabiele tussenpositie
H01H 21/86
Schakelaars met een raakcontact dat wordt gedragen door het bedieningsdeel, bijv. de tapping sleutel van een telegraaf
H01H 21/88
met een tussenliggende rustpositie
H01H 23/00
Tuimelschakelaars, d.w.z. schakelaars met als kenmerk dat ze worden bediend door tuimelen van een bedieningslichaam in de vorm van een pendelknop [8]
Aantekening
In deze groep wordt de term “tuimelen” gedefinieerd als een kantelbeweging in één vlak om een as die parallel loopt aan het vooraanzicht van de schakelaar, en die zich in hoofdzaak in het midden tussen de uiteinden van de pendelknop bevindt. [8]
H01H 23/02
Details
H01H 23/04
Omhulsels; Afdekkingen
H01H 23/06
Stofdichte, spatwaterdichte, druipwaterdichte, waterdichte of ontploffingsvrije omhulsels
H01H 23/08
Bases; Daarop bevestigde stationaire contacten
H01H 23/10
Aanpassing voor ingebouwde zekeringen
H01H 23/12
Beweegbare delen; Daarop bevestigde contacten
H01H 23/14
Tuimelaars
H01H 23/16
Aandrijfmechanismen
H01H 23/18
met een verloren beweging
H01H 23/20
met klikwerking
H01H 23/22
met middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 23/24
met twee werkende posities
H01H 23/26
waarbij één van de posities onstabiel is
H01H 23/28
met drie werkende posities
H01H 23/30
met een stabiele middenpositie, en waarbij één of beide eindposities onstabiel zijn
H01H 25/00
Schakelaars met een samengestelde beweging van de handgreep of een ander bedieningsdeel
H01H 25/04
Bedieningsdelen die onder een hoek kunnen bewegen in meer dan één vlak, bijv. een joystick
H01H 25/06
Bedieningsdelen die zowel onder een hoek als rechtlijnig kunnen bewegen, waarbij de rechtlijnige beweging langs de as van de hoekbeweging plaatsvindt
H01H 27/00
Schakelaars die worden bediend door een te verwijderen lichaam, bijv. een sleutel, contactstop of plaat; Schakelaars die worden bediend door het instellen van lichamen in overeenstemming met één vooraf bepaalde combinatie uit diverse instelmogelijkheden (gecombineerd met verbindingsklemmen met een stekker en contrastekker H01R 13\5; met een stroom-dragende stekker H01R 31\5) [9]
H01H 27/04
Isolerende stekkers of platen die tussen gewoonlijk gesloten contacten worden gestoken
H01H 27/06
Sleutels die worden ingestoken en dan omgedraaid voor het laten werken van de schakelaar
H01H 27/08
waarin de sleutel niet kan worden verwijderd totdat de schakelaar is teruggekeerd in de oorspronkelijke positie
H01H 27/10
Schakelaars die worden bediend door het instellen van lichamen in overeenstemming met één vooraf bepaalde combinatie uit diverse instelmogelijkheden
H01H 29/00
Schakelaars met tenminste een vloeistofcontact (massieve contacten die zijn bevochtigd met of gedoopt in kwik H01H 1\5)
H01H 29/02
Details
H01H 29/04
Contacten; Containers voor vloeistofcontacten
H01H 29/06
Vloeistofcontacten die worden gekenmerkt door het materiaal
H01H 29/08
Middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 29/10
door het beperken van de stroming van de contactvloeistof
H01H 29/12
Bedieningsmechanismen die zijn aangepast om te worden bediend door een ander deel van het menselijk lichaam dan de hand, bijv. door de voet
H01H 29/14
Bedieningsmechanismen die zijn aangepast om in werking te worden gesteld bij een grens of een andere vooraf bepaalde positie in de baan van een lichaam, waarbij de relatieve beweging tussen schakelaar en lichaam in eerste instantie bedoeld is voor iets anders dan voor het in werking stellen van de schakelaar, bijv. een deurschakelaar, eindschakelaar of vloer-niveauschakelaar van een lift
H01H 29/16
bediend door het in een stationaire contactvloeistof dopen van een massief contact
H01H 29/18
waarbij het oppervlakteniveau van de contactvloeistof wordt bewogen door een niet-elektrische contact-makende plunjer
H01H 29/20
bediend door het kantelen van de contactvloeistofcontainer [9]
H01H 29/22
waarbij contact wordt gemaakt en verbroken tussen de vloeistof en een vaste stof
H01H 29/24
waarbij contact wordt gemaakt en verbroken tussen de vloeistof en een vloeistof
H01H 29/26
waarbij het oppervlakteniveau van de contactvloeistof wordt bewogen door een middelpuntvliedende kracht
H01H 29/28
waarbij het oppervlakteniveau van de contactvloeistof wordt bewogen door fluïdumdruk
H01H 29/30
waarbij het oppervlakteniveau van de contactvloeistof wordt bewogen door uitzetten of verdampen
H01H 29/32
waarbij het contact wordt gemaakt door een vloeistofstraal, bijv. een aardschakelaar met een contact dat wordt gemaakt door een waterstraal [9]
H01H 31/00
Schakelaars met luchtonderbreking voor hoogspanning zonder vlamboog-dovende of vlamboog-voorkomende middelen (in combinatie met hoogspanningsschakelaars of sterkstroomschakelaars met vlamboog-dovende of vlamboog-voorkomende middelen H01H 33\5) [3,9]
H01H 31/02
Details
H01H 31/04
Grendel-mechanismen [9]
H01H 31/06
voor het onderling vergrendelen van een omhulsel, afdekking of beschermende bekleding met een mechanisme voor het bedienen van contacten
H01H 31/08
voor het onderling vergrendelen van twee of meer delen van het mechanisme voor het bedienen van contacten
H01H 31/10
voor het onderling vergrendelen van twee of meer schakelaars [9]
H01H 31/12
Aanpassing voor ingebouwde zekeringen
H01H 31/14
met een brugcontact dat niet elektrisch is verbonden met één van de leidingcontacten in de open positie van een schakelaar
H01H 31/16
met een onder een hoek beweegbaar brugcontact of contact-dragend lichaam
H01H 31/18
in werking gesteld door het bewegen van één of meer scheidingsschakelaars
H01H 31/20
waarbij tenminste één scheidingsschakelaar kan roteren om de eigen geometrische as
H01H 31/22
waarbij één of meer contacten rechtlijnig kunnen bewegen ten opzichte van het dragende lichaam
H01H 31/24
met een rechtlijnig beweegbaar brugcontact
H01H 31/26
met een beweegbaar contact dat elektrisch verbonden blijft met één leiding in de open positie van een schakelaar
H01H 31/28
met een onder een hoek beweegbaar contact
H01H 31/30
in werking gesteld door het bewegen van één of meer scheidingsschakelaars
H01H 31/32
met een rechtlijnig beweegbaar contact
H01H 31/34
met een beweegbaar contact dat is aangepast voor aangrijping van een bovengrondse transmissieleiding, bijv. voor het aftakken
H01H 31/36
Contacten die worden bewogen door een pantograaf
H01H 33/00
Hoogspanningsschakelaars of sterkstroomschakelaars met vlamboog-dovende of vlamboog-voorkomende middelen
H01H 33/02
Details
H01H 33/04
Vlamboog-dovende of vlamboog-voorkomende middelen tussen stroom-dragende delen [9]
H01H 33/06
Isolatielichamen die tussen contacten kunnen worden gestoken
H01H 33/08
Stationaire delen voor het begrenzen of opdelen van de vlamboog, bijv. een sperplaat
H01H 33/10
Metalen delen
H01H 33/12
Hulpcontacten waarop de vlamboog wordt overgebracht vanaf de hoofdcontacten (gebruikmakend van vlamboogafleiders H01H 33\5)
H01H 33/14
Meervoudige hoofdcontacten voor het opdelen van de stroom door de vlamboog, of voor een potentiaalval langs de vlamboog
H01H 33/16
Impedanties die zijn verbonden met contacten
H01H 33/18
gebruikmakend van een blaasmagneet
H01H 33/20
gebruikmakend van vlamboogafleiders (gebruikmakend van een blaasmagneet H01H 33\5) [9]
H01H 33/22
Selectie van fluïda voor het doven van een vlamboog
H01H 33/24
Middelen voor het voorkomen van ontlading naar niet-stroom-dragende delen, bijv. gebruikmakend van een coronaring
H01H 33/26
Middelen voor het detecteren van de aanwezigheid van een vlamboog of andere ontlading
H01H 33/28
Stroomvoorzieningen in de schakelaar voor het bedienen van het aandrijfmechanisme
H01H 33/30
gebruikmakend van een fluïdumaandrijver
H01H 33/32
pneumatisch
H01H 33/34
hydraulisch
H01H 33/36
gebruikmakend van een dynamo-elektrische motor [9]
H01H 33/38
gebruikmakend van een elektromagneet [9]
H01H 33/40
gebruikmakend van een veermotor
H01H 33/42
Aandrijfmechanismen
H01H 33/44
Inrichtingen voor het garanderen van de werking van de schakelaar op een vooraf bepaald punt in de wisselstroomcyclus (circuitvoorzieningen H01H 33\5)
H01H 33/46
Grendelmechanismen
H01H 33/48
voor het onderling vergrendelen van een omhulsel of afdekking en een mechanisme voor het bedienen van contacten
H01H 33/50
voor het onderling vergrendelen van twee of meer delen van het mechanisme voor het bedienen van contacten
H01H 33/52
voor het onderling vergrendelen van twee of meer schakelaars
H01H 33/53
Afdekkingen (voor een schakeldrijfwerk H02B 1\5); Reservoirs, tanks, leidingwerk of kleppen voor een vlamboog-dovend fluïdum; Accessoires daarvoor, bijv. veiligheidsvoorzieningen of overdrukinrichtingen [3]
H01H 33/55
Oliereservoirs of olietanks; Middelen voor het laten zakken daarvan (in samenhang met een terugtrekmechanisme voor de isolatie van een schakelaar H02B 11\5)
H01H 33/56
Gasreservoirs
H01H 33/57
Terugwinnen van een vloeistof of gas
H01H 33/575
Overdrukinrichtingen voor normaal gebruik of noodgebruik [3]
H01H 33/58
Dempers voor het onderdrukken van ruis bij het schakelen [3]
H01H 33/59
Niet elders ondergebrachte circuitvoorzieningen die niet zijn aangepast aan een specifieke toepassing van de schakelaar, bijv. voor het garanderen van de werking van de schakelaar op een vooraf bepaald punt van de wisselstroomcyclus
H01H 33/60
Schakelaars waarin de middelen voor het doven of voorkomen van de vlamboog niet zijn voorzien van aparte middelen voor het verkrijgen of laten toenemen van een stroming van een vlamboog-dovend fluïdum
H01H 33/64
waarbij de onderbreking plaatsvindt in een gas (vacuümschakelaars H01H 33\5) [9]
H01H 33/65
waarbij de onderbreking plaatsvindt in lucht onder atmosferische druk, bijv. in de open lucht [9]
H01H 33/66
Vacuümschakelaars
H01H 33/662
Behuizingen of afschermingen [7]
H01H 33/664
Contacten; Middelen voor het uitdoven van bogen, bijv. afbrandringen [7]
H01H 33/666
Bedieningsvoorzieningen [7]
H01H 33/668
Middelen voor het verkrijgen of in stand houden van het vacuüm [7]
H01H 33/68
Schakelaars met vloeistofonderbreking, bijv. met olie-onderbreking
H01H 33/70
Schakelaars met afzonderlijke middelen voor het richten, verkrijgen of laten toenemen van een stroming van een vlamboog-dovend fluïdum
H01H 33/72
met stationaire delen voor het richten van de stroming van een vlamboog-dovend fluïdum, bijv. een vlamboog-dovende kamer
H01H 33/73
waarbij de onderbreking plaatsvindt in lucht bij atmosferische druk, bijv. in de open lucht
H01H 33/74
waarbij de onderbreking plaatsvindt in een gas (in lucht bij atmosferische druk H01H 33\5)
H01H 33/75
Schakelaars met vloeistofonderbreking, bijv. met olie-onderbreking
H01H 33/76
waarbij het vlamboog-dovende gas zich ontwikkeld uit stationaire delen; Selectie van materiaal daarvoor
H01H 33/77
waarbij de onderbreking plaatsvindt in lucht bij atmosferische druk
H01H 33/78
waarbij de onderbreking plaatsvindt in een gas (in lucht bij atmosferische druk H01H 33\5)
H01H 33/80
waarbij de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum uit een druk-bron wordt geregeld door een klep
H01H 33/82
waarbij het fluïdum lucht of gas is
H01H 33/825
met een gesloten circuit van lucht of gas H01H 33\5 heeft voorrang) [3]
H01H 33/83
waarin de contacten worden geopend door de stroming van lucht of gas
H01H 33/835
met een gesloten circuit voor lucht of gas [3]
H01H 33/84
waarbij het fluïdum vloeistof is, bijv. olie
H01H 33/85
waarbij de contacten worden geopend door de stroming van vloeistof
H01H 33/86
waarbij de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum onder druk uit de contactruimte wordt geregeld door een klep
H01H 33/867
waarbij het fluïdum lucht of gas is [3]
H01H 33/873
met een gesloten circuit voor lucht of gas [3]
H01H 33/88
waarbij de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum wordt geproduceerd of verhoogd door de beweging van zuigers of andere druk-producerende delen
H01H 33/90
waarbij deze verplaatsing wordt veroorzaakt door, of in samenhang met, het bedieningsmechanisme voor het contact
H01H 33/91
waarbij het vlamboog-dovende fluïdum lucht of gas is
H01H 33/915
met een gesloten circuit van lucht of gas [3]
H01H 33/92
waarbij het vlamboog-dovende fluïdum vloeistof is, bijv. olie
H01H 33/94
waarbij deze verplaatsing uitsluitend wordt veroorzaakt ten gevolge van de druk die wordt veroorzaakt door de vlamboog zelf of door een hulpvlamboog
H01H 33/95
waarbij het vlamboog-dovende fluïdum lucht of gas is
H01H 33/96
waarbij het vlamboog-dovende fluïdum vloeistof is, bijv. olie
H01H 33/98
waarbij de stroming van het vlamboog-dovende fluïdum op gang wordt gebracht door een hulpvlamboog of een gedeelte van de vlamboog, zonder bewegende delen voor het produceren of laten toenemen van de stroming
H01H 33/985
waarbij het fluïdum lucht of gas is [3]
H01H 33/99
waarbij het fluïdum vloeistof is [3]
Aantekening
Een schakelinrichting wordt geklasseerd in overeenstemming met de fysische conditie die - bij verandering - werkt als invoer voor de inrichting, bijv. een externe explosie die een drukgolf veroorzaakt welke op een schakelaar inwerkt wordt geklasseerd in groep H01H 35\5, een explosie die in de schakelaar plaatsvindt in groep H01H 37\5 als die door warmte wordt opgewekt, in groep H01H 39\5 als die elektrisch wordt opgewekt en in groep H01H 35\5 als die door een uitwendige slag wordt opgewekt.
H01H 35/06
Schakelaars die worden bediend door het veranderen van snelheid (bediend door het veranderen van fluïdumstroming H01H 35\5)
H01H 35/10
Centrifugaal-schakelaars (waarbij het kwikniveau wordt verplaatst door centrifugaal-werking H01H 29\5)
H01H 35/12
bediend door het omkeren van de bewegingsrichting
H01H 35/14
Schakelaars die worden bediend door het veranderen van versnelling, bijv. een schokschakelaar, trilschakelaar of botsingsschakelaar
H01H 35/18
Schakelaars die worden bediend door het veranderen van vloeistofniveau of vloeistofdichtheid, bijv. een vlotterschakelaar (door een magneet die wordt gedragen door een vlotter H01H 36\5) [9]
H01H 35/24
Schakelaars die worden bediend door het veranderen van fluïdumdruk, door fluïdumdrukgolven of door het veranderen van fluïdumstroming (waarin de drukverandering wordt veroorzaakt door een verandering van temperatuur H01H 37\5)
H01H 35/26
Details
H01H 35/28
Compenseren voor variaties in omgevingsdruk of omgevingstemperatuur
H01H 35/30
Middelen voor het overbrengen van druk op een bedieningsdeel dat op druk reageert, bijv. door een capsule en capillaire buis
H01H 35/32
in werking gesteld door een balg
H01H 35/34
in werking gesteld door een diafragma
H01H 35/36
in werking gesteld door een gekrulde flexibele buis, bijv. een Bourdon-buis
H01H 35/38
in werking gesteld door een zuiger met cilinder
H01H 35/40
in werking gesteld door inrichtingen die continue fluïdumstroming toestaan, bijv. een schoep
H01H 35/42
Schakelaars die worden bediend door het veranderen van vochtigheid
H01H 36/00
Schakelaars die in werking worden gesteld door het veranderen van een magnetisch of een elektrisch veld, bijv. door het veranderen van de relatieve positie van een magneet en schakelaar of door afscherming
H01H 36/02
in werking gesteld door het bewegen van een vlotter die een magneet draagt
H01H 37/00
Thermisch in werking gestelde schakelaars [9]
H01H 37/02
Details
H01H 37/04
Bases; Behuizingen; Bevestigen
H01H 37/06
met het oog op vervanging, bijv. een patroonbehuizing
H01H 37/08
Meters; Onderscheidingsmarkeringen
H01H 37/10
Compenseren voor variaties in omgevingstemperatuur of omgevingsdruk
H01H 37/12
Middelen voor het instellen van de aan/uit-temperatuur
H01H 37/14
door het vooruitlopend elektrisch verwarmen
H01H 37/16
door het variëren van de hoeveelheid invoerwarmte die wordt opgenomen door het thermische element, bijv. door het verplaatsen van een afscherming
H01H 37/18
door het variëren van de voorspanning op het thermische element ten gevolge van een aparte veer
H01H 37/20
door het variëren van de positie van het thermische element ten opzichte van de basis of het omhulsel van de schakelaar
H01H 37/22
door het verstellen van een lichaam dat de beweging overbrengt van het thermische element naar contacten of een grendel
H01H 37/24
door het verstellen van de positie van het beweegbare contact op het aandrijflichaam
H01H 37/26
door het verstellen van de aanslag voor de uit-positie van het beweegbare contact
H01H 37/28
door het verstellen van de positie van het vaste contact
H01H 37/30
door het variëren van de positie van de contacteenheid ten opzichte van de basis of het omhulsel van de schakelaar
H01H 37/32
Thermisch-gevoelige lichamen [9]
H01H 37/34
Middelen voor het overbrengen van warmte daarheen, bijv. een capsule op afstand van het contactlichaam
H01H 37/36
in werking gesteld door het uitzetten of krimpen van een fluïdum met of zonder verdamping (waarbij het fluïdum een contact van de schakelaar vormt H01H 29\5 of H01H 29\5)
H01H 37/38
met een balg
H01H 37/40
met een diafragma
H01H 37/42
met een gekrulde flexibele buis, bijv. een Bourdon-buis
H01H 37/44
met een zuiger met cilinder
H01H 37/46
in werking gesteld ten gevolge van het uitzetten of krimpen van een vaste stof (afbuiging van een bimetaalelement H01H 37\5)
H01H 37/48
met verlengbare stijve staven of buizen
H01H 37/50
met onder spanning verlengbare draden
H01H 37/52
in werking gesteld ten gevolge van het afbuigen van een bimetaalelement
H01H 37/54
waarbij het bimetaalelement tevens onderhevig is aan klikwerking
H01H 37/56
met een spiraalvormig of schroefvormig gewikkeld bimetaalelement
H01H 37/58
in werking gesteld ten gevolge van het thermisch geregeld veranderen van de magnetische permeabiliteit
H01H 37/62
Andere dan thermische middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging
H01H 37/64
Contacten
H01H 37/66
Magnetisch versterken van de contactdruk; Magneten die klikwerking veroorzaken
H01H 37/68
afgedicht in een gevacumeerde of met gas gevulde buis
H01H 37/70
Terugstelmiddelen
H01H 37/72
Schakelaars waarin de openingsbeweging en sluitbeweging van een contact worden veroorzaakt door respectievelijk het verwarmen en koelen, of omgekeerd
H01H 37/74
Schakelaars waarin alleen de openingsbeweging of alleen de sluitbeweging van een contact wordt veroorzaakt door het verwarmen of koelen [9]
H01H 37/76
Contactlichamen die in werking worden gesteld door het smelten van een smeltbaar materiaal, dat in werking wordt gesteld ten gevolge van het verbranden van brandbaar materiaal of ten gevolge van het exploderen van explosief materiaal [9]
H01H 39/00
Schakelinrichtingen die in werking worden gesteld door een explosie die wordt geproduceerd in de inrichting, en die op gang wordt gebracht door een elektrische stroom
H01H 41/00
Schakelaars die zorgen voor een geselecteerd aantal opeenvolgende bewerkingen van de contacten door één handmatige in werking stelling van het bedieningsdeel [9]
H01H 41/04
Schakelaars zonder middelen voor het instellen of mechanisch opslaan van een meercijferig nummer
H01H 41/06
bediend door een kiesschijf of schuif
H01H 41/08
bediend door een toetsenbord
H01H 41/10
Schakelaars met middelen voor het instellen of mechanisch opslaan van een meercijferig nummer
H01H 41/12
bediend door een kiesschijf of schuif
H01H 41/14
bediend door een toetsenbord
H01H 43/00
Tijdschakelaars of tijdprogramma-schakelaars die zorgen voor een keus in tijdsintervallen voor het uitvoeren van één of meer schakelhandelingen en die automatisch hun werking beëindigen na voltooien van het programma [7,9]
H01H 43/02
Details
H01H 43/04
Middelen voor het instellen op tijd
H01H 43/06
met afzonderlijk instelbare delen voor elke programmastap, bijv. met nokken
H01H 43/08
met een uitwisselbaar programmadeel dat voor alle programmastappen wordt gebruikt, bijv. met een ponskaart
H01H 43/10
waarbij de contacten met tijdinstelling in werking worden gesteld ten gevolge van een deel dat roteert met een in hoofdzaak constante snelheid
H01H 43/12
automatisch stoppend na één arbeidscyclus
H01H 43/14
waarin voor het herhalen van de werking terug-stelling van tijdsintervallen nodig is
H01H 43/16
automatisch stoppend na een vooraf bepaald aantal arbeidscycli
H01H 43/24
waarbij de contacten met tijdinstelling in werking worden gesteld ten gevolge van een niet-roterend bewegend deel
H01H 43/26
waarbij de inwerkingstelling wordt geproduceerd door een substantie die stroomt onder invloed van zwaartekracht, bijv. zand of water
H01H 43/28
waarbij de inwerkingstelling wordt geproduceerd door een deel waarvan de snelheid wordt geregeld door fluïdumdrukmiddelen, bijv. door een zuiger en cilinder
H01H 43/30
waarbij de contacten door tijdinstelling in werking worden gesteld ten gevolge van thermische werking
H01H 43/32
waarbij de contacten door tijdinstelling in werking worden gesteld ten gevolge van elektrolytische processen; waarbij de contacten door tijdinstelling in werking worden gesteld ten gevolge van chemische processen
H01H 45/00
Details van relais (elektrische circuitvoorzieningen H01H 47\5; van elektromagnetische relais H01H 50\5; details van elektrisch bediende selectieschakelaars H01H 63\5)
H01H 45/02
Bases; Omhulsels; Afdekkingen (frames voor het bevestigen van twee of meer relais of voor het bevestigen van een relais en een andere elektrische component H02B 1\5, H04Q 1\5 of H05K)
H01H 45/04
Bevestigen van een compleet relais of afzonderlijke delen van een relais op een basis of in een omhulsel
H01H 45/06
met vensters; Transparante omhulsels of afdekkingen
H01H 45/08
Meters; Onderscheidingsmarkeringen
H01H 45/10
Elektromagnetisch of elektrostatisch afschermen (omhulsels H01H 45\5)
H01H 45/12
Ventileren; Koelen; Verwarmen (voor het bedienen van elektro-thermische relais H01H 61\5)
H01H 45/14
Aansluitklemvoorzieningen
H01H 47/00
Circuitvoorzieningen die niet zijn aangepast aan een specifieke toepassing van het relais en die zijn ontworpen voor het verkrijgen van gewenste bedieningskarakteristieken of voor het zorgen voor een bekrachtigingsstroom [9]
H01H 47/02
voor het modificeren van de werking van het relais
H01H 47/04
voor het in aangetrokken positie houden van een anker, bijv. bij het onderbreken van het opstartbekrachtigingscircuit; voor het in aangetrokken positie vasthouden van een anker, bijv. bij verminderde bekrachtigingsstroom
H01H 47/06
door het veranderen van het aantal serieel verbonden slagen of wikkelingen
H01H 47/08
door het veranderen van het aantal parallel verbonden slagen of wikkelingen
H01H 47/10
door het inschakelen of uitschakelen van impedantie buiten de relaiswikkeling
H01H 47/12
voor het zorgen voor voorspanning op de elektromagneet
H01H 47/14
voor het ongelijk bedienen van het relais
H01H 47/16
voor het gezamenlijk, bijv. aanvullend, bedienen van het relais
H01H 47/18
voor het inbrengen van een vertraging in de werking van het relais (kortgesloten geleidende moffen, banden of schijven H01H 50\5)
H01H 47/20
voor het produceren van een frequentie-selectieve bediening van het relais
H01H 47/22
voor het toevoeren van bekrachtigingsstroom voor de relaisspoel
H01H 47/24
met lichtgevoelige invoer
H01H 47/26
met thermogevoelige invoer
H01H 47/28
Bekrachtigingsstromen die worden toegevoerd door een ontladingsbuis
H01H 47/30
door een met gas gevulde ontladingsbuis
H01H 47/32
Bekrachtigingsstromen die worden toegevoerd door een halfgeleiderinrichting
H01H 47/34
Bekrachtigingsstromen die worden toegevoerd door een magnetische versterker
H01H 47/36
Relaisspoelen die deel uitmaken van een brugcircuit
H01H 49/00
Speciaal aangepaste apparatuur of processen voor het maken van relais of delen daarvan
H01H 50/00
Details van elektromagnetische relais (elektrische circuitvoorzieningen H01H 47\5; details van elektrisch bediende selectieschakelaars H01H 63\5)
H01H 50/02
Bases; Omhulsels; Afdekkingen (frames voor het bevestigen van twee of meer relais of voor het bevestigen van een relais en een andere elektrische component H02B 1\5, H04Q 1\5 of H05K)
H01H 50/04
Bevestigen van een compleet relais of aparte delen van een relais op een basis of in een omhulsel
H01H 50/06
met vensters; Transparante omhulsel of afdekkingen
H01H 50/08
Meters; Onderscheidingsmarkeringen
H01H 50/10
Elektromagnetisch of elektrostatisch afschermen (omhulsels H01H 50\5)
H01H 50/12
Ventileren; Koelen; Verwarmen (voor het bedienen van elektro-thermische relais H01H 61\5)
H01H 50/14
Aansluitklemvoorzieningen
H01H 50/16
Magnetische circuitvoorzieningen [9]
H01H 50/18
Bewegende delen van magnetisch circuits, bijv. een anker
H01H 50/20
beweegbaar in de spoel en in hoofdzaak in lengterichting ten opzichte van de as daarvan; coaxiaal beweegbaar ten opzichte van de spoel
H01H 50/22
waarin het magnetische circuit in hoofdzaak gesloten is
H01H 50/24
Delen die buiten de spoel kunnen roteren of schommelen
H01H 50/26
Delen die kunnen bewegen om een mes-rand
H01H 50/28
Delen die kunnen bewegen ten gevolge van het buigen van een bladveer of riet
H01H 50/30
Mechanische voorzieningen voor het voorkomen of dempen van trilling of schokken, bijv. door het balanceren van het anker
H01H 50/32
Mechanisch vergrendelen van beweegbare delen
H01H 50/34
Middelen voor het verstellen van bewegingsgrenzen; Mechanische middelen voor het verstellen van de terugkeerkracht
H01H 50/36
Stationaire delen van een magnetische circuit, bijv. een juk
H01H 50/38
Delen van een magnetische hoofdcircuit die zijn gevormd voor het onderdrukken van vlamboogvorming tussen de contacten van het relais
H01H 50/40
Magnetische hoofdcircuits die zijn vertakt of die meerdere kernen hebben
H01H 50/42
Magnetische hulpcircuits, bijv. voor het in rustpositie houden of daarheen laten terugkeren van het anker, of voor het dempen of versnellen van beweging
H01H 50/44
Magnetische spoelen of wikkelingen [9]
H01H 50/46
Kortgesloten geleidende moffen, banden of schijven
H01H 50/54
Contactvoorzieningen [9]
H01H 50/56
Contactveerstelsels
H01H 50/58
Structureel daarmee samenhangende aandrijfvoorzieningen; Bevestigen van aandrijfvoorzieningen op een anker
H01H 50/60
waarbij het bewegende contact star is gecombineerd met een beweegbaar deel van het magnetische circuit
H01H 50/62
Samenwerkende beweegbare contacten die worden bediend door afzonderlijke elektrische bedieningsmiddelen
H01H 50/64
Aandrijfvoorzieningen tussen een beweegbaar deel van een magnetische circuit en het contact (structureel samenhangend met contactveerstelsels H01H 50\5)
H01H 50/66
met een verloren beweging
H01H 50/68
met klikwerking
H01H 50/70
waarbij een contact tijdelijk wordt bediend tijdens de slag van een anker
H01H 50/72
voor een kwikcontact
H01H 50/74
Mechanische middelen voor het produceren van een gewenste natuurlijke bedieningsfrequentie van de contacten, bijv. voor een zelfonderbreker
H01H 50/76
gebruikmakend van een riet of bladveer
H01H 50/78
gebruikmakend van een diafragma; gebruikmakend van een zijwaarts trillende gestrekte draad of lint
H01H 50/80
gebruikmakend van een door torsie trillend deel, bijv. een draad of strook
H01H 50/82
gebruikmakend van een veer-belast, draaibaar traagheidslichaam
H01H 50/84
met middelen voor het instellen van de frequentie of de make-to-break verhouding
H01H 50/86
Middelen voor het inbrengen van een vooraf bepaalde tijdvertraging tussen het opstarten van de schakelbediening en het openen of sluiten van de contacten (circuitvoorzieningen voor het inbrengen van een vertraging H01H 47\5; kortgesloten geleidende moffen, banden of schijven H01H 50\5)
H01H 50/88
Mechanische middelen, bijv. een buffer
H01H 50/90
waarbij de vertraging in beide bedieningsrichtingen effectief is
H01H 50/92
Thermische middelen (bij elektro-thermische relais H01H 61\5)
H01H 51/00
Elektromagnetische relais (relais waarbij gebruik wordt gemaakt van een dynamo-elektrisch effect H01H 53\5)
H01H 51/01
Relais waarin het anker in één positie wordt gehouden door een permanente magneet en wordt vrijgemaakt door het bekrachtigen van een spoel die een tegengesteld magnetisch veld produceert [3]
H01H 51/02
Niet-gepolariseerde relais H01H 51\5 heeft voorrang) [3]
H01H 51/04
met één anker; met één stelsel van ganged ankers
H01H 51/06
Ankers die beweegbaar zijn tussen twee eindrustposities, die in één richting worden bewogen ten gevolge van het bekrachtigen van een elektromagneet en die terugkeren na opheffing van het bekrachtigen van de elektromagneet door energie die wordt opgeslagen tijdens het bewegen in de eerste richting, bijv. door gebruik te maken van een veer of een permanente magneet of door zwaartekracht
H01H 51/08
Contacten die afwisselend worden geopend en gesloten door opeenvolgende cycli van bekrachtigen en opheffen van de bekrachtiging van de elektromagneet, bijv. door gebruik van een pal
H01H 51/10
Contacten die open of gesloten worden gehouden door een mechanische grendel die wordt geregeld door een elektromagneet
H01H 51/12
Ankers die beweegbaar zijn tussen twee eindrustposities en die in beide richtingen wordt bewogen ten gevolge van het bekrachtigen van de ene of de andere van twee elektromagneten zonder dat energieopslag voor het veroorzaken van de terugkeerbeweging
H01H 51/14
zonder tussenliggende neutrale rustpositie
H01H 51/16
met tussenliggende neutrale rustpositie
H01H 51/18
Ankers die kunnen roteren over een onbeperkt aantal omwentelingen
H01H 51/20
met twee of meer onafhankelijke ankers
H01H 51/22
Gepolariseerde relais
H01H 51/24
zonder tussenliggende neutrale rustpositie
H01H 51/26
met tussenliggende neutrale rustpositie
H01H 51/27
Relais met een anker met twee stabiele magnetische toestanden, die worden bediend door het veranderen van de ene toestand naar de andere
H01H 51/28
Relais met zowel een anker als contacten in een afgedicht omhulsel waarbuiten zich de bedieningsspoel bevindt, bijv. met een contact dat wordt gedragen door een magnetische bladveer of riet H01H 51\5 heeft voorrang)
H01H 51/29
Relais met een anker, contacten en een bedieningsspoel in een afgedicht omhulsel H01H 51\5 heeft voorrang)
H01H 51/30
speciaal aangepast voor inwerkingstelling door wisselstroom
H01H 51/32
Frequentierelais; Mechanisch afgestelde relais
H01H 51/34
Zelfonderbrekers, d.w.z. waarbij de contacten periodiek of anderszins herhalend wordt geopend of gesloten
H01H 51/36
waarin de make-to-break verhouding wordt gevarieerd door het met de hand instellen of door de stroomsterkte
H01H 53/00
Relais waarbij gebruik wordt gemaakt van het dynamo-elektrische effect, d.w.z. relais waarin contacten worden geopend of gesloten ten gevolge van de relatieve beweging van een stroom-dragende geleider en een magnetisch veld dat wordt veroorzaakt door de kracht van de wisselwerking daartussen
H01H 53/01
Details
H01H 53/015
Draaispoelen; Daarmee samenhangende aandrijfvoorzieningen voor contacten
H01H 53/02
Elektrodynamische relais, d.w.z. relais waarin wisselwerking plaatsvindt tussen twee stroom-dragende geleiders
H01H 53/04
Ferrodynamische relais, d.w.z. relais waarin het magnetische veld is geconcentreerd in ferromagnetische delen
H01H 53/06
Magnetodynamische relais, d.w.z. relais waarin het magnetische veld wordt geproduceerd door een permanente magneet
H01H 53/08
waarin een kwikcontact werkt als de stroom-dragende geleider
H01H 53/10
Inductierelais, d.w.z. relais waarin wisselwerking plaatsvindt tussen een magnetisch veld en de stroom die daardoor wordt geïnduceerd in een geleider
H01H 53/12
Ferraris-relais
H01H 53/14
Contacten die in werking worden gesteld door een elektromotor via een fluïdumdrukoverbrenging, bijv. gebruikmakend van een motorpomp
H01H 55/00
Magnetostrictieve relais
H01H 57/00
Elektrostrictieve relais; Piëzo-elektrische relais
H01H 59/00
Elektrostatische relais; Elektro-adhesieve relais [9]
H01H 61/00
Elektro-thermische relais (thermische schakelaars die niet worden bediend door elektrische invoer, thermische schakelaars met een vooruitlopende elektrische invoer H01H 37\5; thermisch-gevoelige delen H01H 37\5)
H01H 61/01
Details
H01H 61/013
Verwarmingsvoorzieningen voor het bedienen van relais
H01H 61/017
Verwarmen door gloei-ontlading of een vlamboog in een afgesloten ruimte
H01H 61/02
waarin het thermisch-gevoelige lichaam indirect wordt verwarmd, bijv. door weerstand of inductie
H01H 61/04
waarin het thermisch-gevoelige lichaam alleen direct wordt verwarmd
H01H 61/06
Zelfonderbrekers, d.w.z. waarbij contacten periodiek of anderszins herhalend worden geopend en gesloten
H01H 61/08
waarin de make-to-break verhouding wordt gevarieerd door het met de hand instellen of door stroomsterkte
H01H 63/00
Details van elektrisch bediende selectieschakelaars [9]
H01H 63/02
Contacten; Borstels; Verbindingen daarmee
H01H 63/04
Contact-makende of contact-verbrekende borstels; Positiemeters daarvoor
H01H 63/06
Contactblokken
H01H 63/08
cilindrisch
H01H 63/10
vlak
H01H 63/12
Vermeerderen van verbindingen naar contactblokken, bijv. gebruikmakend van lintkabels
H01H 63/14
zonder solderen
H01H 63/16
Aandrijfvoorzieningen voor meerpositieborstels
H01H 63/18
met een stapsgewijze beweging van de borstel naar een geselecteerde positie
H01H 63/20
gebruikmakend van een getrapte magneet en pal
H01H 63/22
gebruikmakend van een stapsgewijze elektromagnetische aandrijving zonder pal, bijv. een zelf-onderbrekende aandrijfmagneet
H01H 63/24
met een continue beweging van de borstel tot een geselecteerde positie is bereikt
H01H 63/26
met een afzonderlijke koppeling-aandrijving vanaf een drijfas die hoort bij meer dan één selectieschakelaar
H01H 63/28
met een afzonderlijke motor voor elke selectieschakelaar
H01H 63/30
Pneumatische motoren voor het bewegen van de borstel naar een geselecteerde positie
H01H 63/32
Veermotoren voor het bewegen van de borstel naar een geselecteerde positie
H01H 63/33
Constructieve details van selectieschakelaars met coördinaten zonder relais op de kruisingen
H01H 63/34
Bases; Omhulsels; Afdekkingen; Bevestigingen (rekken voor het bevestigen van selectieschakelaars met of zonder andere centrale-uitrusting H04Q 1\5); Bevestigen van zekeringen op een selectieschakelaar
H01H 63/36
Circuitvoorzieningen voor het garanderen van een juiste of gewenste werking, die niet zijn aangepast aan een specifieke toepassing van de selectieschakelaar
H01H 63/38
voor schakelaars met een meerpositieborstel
H01H 63/40
voor meerpositieschakelaars zonder borstel
H01H 63/42
voor selectieschakelaars met coördinaten zonder relais op de kruisingen
H01H 65/00
Speciaal aangepaste apparatuur of processen voor het maken van selectieschakelaars of delen daarvan
H01H 67/00
Elektrisch bediende selectieschakelaars [9]
H01H 67/02
Schakelaars met een meerpositieborstel
H01H 67/04
met borstels die alleen kunnen bewegen in een richting ten behoeve van een selectie
H01H 67/06
Roterende schakelaars, d.w.z. met onder een hoek beweegbare borstels
H01H 67/08
met borstelselectie
H01H 67/10
met een grove en fijne afstelling van borstels
H01H 67/12
Lineair bewegende schakelaars
H01H 67/14
met borstels die kunnen bewegen in twee onderling loodrechte richtingen ten behoeve van een selectie
H01H 67/16
waarbij één beweging roterend is en de andere parallel loopt aan de rotatie-as, bijv. Strowger-schakelaars of “up and around” schakelaars
H01H 67/18
waarbij één beweging roterend is en de andere loodrecht staat op de rotatie-as, bijv. “round and in” schakelaars
H01H 67/20
waarbij beide bewegingen lineair zijn
H01H 67/22
Schakelaars zonder multipositieborstels
H01H 67/24
Relaisschakelaars met coördinaten met een afzonderlijke elektromagneet op elke kruising
H01H 67/26
Selectieschakelaars met coördinaten zonder relais op kruisingen maar waarbij sprake is van mechanische beweging, bijv. een kruisstangkiezer of code-bar schakelaar
H01H 67/30
Selectieschakelaars met coördinaten waarbij het veld van de coördinatenspoel direct inwerkt op een magnetische bladveer of rietvormig contactlichaam
H01H 67/32
met meerdere onderling afhankelijke ankers die opeenvolgend worden bediend door één spoel, waarbij elk één contact of contactstelsel regelt, bijv. een telrelais
H01H 69/00
Apparatuur of processen voor het maken van noodbeschermingsinrichtingen [9]
H01H 69/01
voor het ijken of instellen van inrichtingen om te kunnen functioneren onder vooraf bepaalde omstandigheden [9]
H01H 69/02
Maken van zekeringen
H01H 71/00
Details van de beschermingsschakelaars of beschermingsrelais die vallen onder de groepen H01H 73\5 tot H01H 83\5
H01H 71/02
Behuizingen; Omhulsels; Bases; Bevestigingen
H01H 71/04
Middelen voor het aanduiden van de conditie van de schakelinrichting
H01H 71/06
Onderscheidingsmarkeringen, bijv. kleurcodering
H01H 71/08
Aansluitklemmen; Verbindingen [9]
H01H 71/10
Bedieningsmechanismen of ontkoppelmechanismen
H01H 71/12
Automatische ontkoppelmechanismen met of zonder handmatige ontkoppeling
H01H 71/14
Elektro-thermische mechanismen
H01H 71/16
met een bimetaalelement
H01H 71/18
met een uitzettende stang, strook of draad
H01H 71/20
met een smeltbare massa
H01H 71/22
met compensatie voor variatie in de omgevingstemperatuur
H01H 71/24
Elektromagnetische mechanismen
H01H 71/26
met wikkelingen die tegengesteld werkend
H01H 71/28
met wikkelingen die samenwerken
H01H 71/30
met een extra kortgesloten wikkeling
H01H 71/32
met een permanent gemagnetiseerd deel
H01H 71/34
met twee of meer ankers die worden geregeld door een gezamenlijke wikkeling
H01H 71/36
frequentie-selectief
H01H 71/38
waarin de magneetspoel tevens werkt als inrichting voor het uitblazen van een vlamboog
H01H 71/40
Gecombineerde elektro-thermische en elektromagnetische mechanismen
H01H 71/42
Inductiemotormechanismen, inductiestroommechanismen of elektrodynamische ontkoppelmechanismen
H01H 71/43
Elektrodynamische ontkoppelmechanismen
H01H 71/46
met middelen voor het bedienen van hulpcontacten naast de hoofdcontacten
H01H 71/48
met een voorziening voor het kortsluiten van de elektrische invoer naar het ontkoppelmechanisme na het ontkoppelen van de schakelaar, bijv. voor het beschermen van een verwarmingsdraad
H01H 71/50
Handmatige terugstelmechanismen
H01H 71/52
in werking gesteld door een hefboom
H01H 71/54
in werking gesteld door een tuimelaar
H01H 71/56
in werking gesteld door een draaiknop of wiel
H01H 71/58
in werking gesteld door een drukknop, trek-knop of schuif
H01H 71/60
in werking gesteld door het sluiten van het omhulsel van een schakelaar
H01H 71/62
met middelen voor het voorkomen van terug-stelling tijdens een abnormale toestand, bijv. een losse handgreep
H01H 71/64
met een kniehefboomoverbrenging
H01H 71/66
Vermogensterugstelmechanismen
H01H 71/68
in werking gesteld door een elektromagneet
H01H 71/70
in werking gesteld door een elektromotor
H01H 71/72
een beperkt aantal keren automatisch in werking gesteld
H01H 71/74
Middelen voor het verstellen van de omstandigheden waaronder de inrichting zal functioneren voor het bieden van bescherming
H01H 73/00
Beschermingsschakelaars die bij overbelasting een circuit verbreken, waarin een overmaat aan stroom de contacten opent door het automatisch vrijgeven van mechanische energie die is opgeslagen door een voorgaande bediening van een handterugstelmechanisme
H01H 73/02
Details
H01H 73/04
Contacten
H01H 73/06
Behuizingen; Omhulsels; Bases; Bevestigingen
H01H 73/08
Insteekbehuizingen
H01H 73/10
Patroonbehuizingen, bijv. een inschroefbare behuizing
H01H 73/12
Middelen voor het aanduiden van de conditie van de schakelaar
H01H 73/14
Controlelampen die structureel samenhangen met de schakelaar
H01H 73/16
Onderscheidingsmarkeringen, bijv. kleurcodering
H01H 73/18
Middelen voor het doven of onderdrukken van een vlamboog
H01H 73/20
Aansluitklemmen; Verbindingen [9]
H01H 73/22
met elektro-thermische ontkoppeling en zonder andere automatische ontkoppeling (in de vorm van een patroon H01H 73\5)
H01H 73/24
teruggesteld door een hefboom
H01H 73/26
teruggesteld door een tuimelaar
H01H 73/28
teruggesteld door een draaiknop of wiel
H01H 73/30
teruggesteld door een drukknop, trek-knop of schuif
H01H 73/32
teruggesteld door het sluiten van het omhulsel van een schakelaar
H01H 73/34
waarbij voor het terugstellen vervanging of opnieuw conditioneren van een smeltbaar of een explosief deel nodig is
H01H 73/36
met elektromagnetische ontkoppeling en zonder andere automatische ontkoppeling (in de vorm van een patroon H01H 73\5)
H01H 73/38
teruggesteld door een hefboom
H01H 73/40
teruggesteld door een tuimelaar
H01H 73/42
teruggesteld door een draaiknop of wiel
H01H 73/44
teruggesteld door een drukknop, trek-knop of schuif
H01H 73/46
teruggesteld door het sluiten van het omhulsel van een schakelaar
H01H 73/48
met zowel elektro-thermische als elektromagnetische automatische ontkoppeling (in de vorm van een patroon H01H 73\5)
H01H 73/50
teruggesteld door een hefboom
H01H 73/52
teruggesteld door een tuimelaar
H01H 73/54
teruggesteld door een draaiknop of wiel
H01H 73/56
teruggesteld door een drukknop, trek-knop of schuif
H01H 73/58
teruggesteld door het sluiten van het omhulsel van een schakelaar
H01H 73/60
in de vorm van een patroon, bijv. een inschroefbare patroon
H01H 73/62
met alleen elektro-thermische ontkoppeling
H01H 73/64
met alleen elektromagnetische ontkoppeling
H01H 73/66
met een gecombineerde elektro-thermische en elektromagnetische ontkoppeling
H01H 75/00
Beschermingsschakelaars die bij overbelasting een circuit verbreken, waarbij een overmaat aan stroom de contacten opent door het automatisch vrijgeven van mechanische energie die is opgeslagen door een voorgaande bediening van een vermogensterugstelmechanisme
H01H 75/02
Details
H01H 75/04
Terugstelmechanismen voor automatische opnieuw sluiten gedurende een beperkt aantal keren (circuitvoorzieningen H02H 3\5)
H01H 75/06
waarbij slechts één hersluiting plaatsvindt
H01H 75/08
met alleen elektro-thermische ontkoppeling
H01H 75/10
met alleen elektromagnetische ontkoppeling
H01H 75/12
met een gecombineerde elektro-thermische en elektromagnetische ontkoppeling
H01H 77/00
Beschermingsschakelaars die bij overbelasting een circuit verbreken, die door een overmaat aan stroom worden bediend en waarbij een afzonderlijke terug-stelling nodig is H01H 73\5 en H01H 75\5 hebben voorrang)
H01H 77/02
waarin de overmaat aan stroom zelf de energie levert voor het openen van de contacten, en waarbij sprake is van een apart terugstelmechanisme
H01H 77/04
waarbij elektro-thermisch wordt geopend
H01H 77/06
waarbij elektromagnetisch wordt geopend
H01H 77/08
gesloten gehouden door permanent of remanent magnetisme, en geopend door wikkelingen die tegengesteld werken
H01H 77/10
waarbij elektrodynamisch wordt geopend
H01H 79/00
Beschermingsschakelaars waarin een overmaat aan stroom het sluiten van contacten veroorzaakt, bijv. voor het kortsluiten van de te beschermen apparatuur
H01H 81/00
Beschermingsschakelaars waarin contacten normaal gesloten zijn maar herhaaldelijk worden geopend en weer gesloten zolang een conditie die de overmaat aan stroom veroorzaakt, blijft bestaan, bijv. als stroombegrenzer
H01H 81/02
elektrothermisch bediend
H01H 81/04
elektromagnetisch bediend
H01H 83/00
Beschermingsschakelaars, bijv. circuit-verbrekende schakelaars, of beschermingsrelais die worden bediend door andere abnormale elektrische condities anders dan uitsluitend een overmaat aan stroom
H01H 83/02
bediend door aardsluiting H01H 83\5 heeft voorrang)
H01H 83/04
met testmiddelen voor het aanduiden van de mogelijkheid of de schakelaar of het relais naar behoren kan functioneren
H01H 83/06
bediend door een onder een vooraf bepaalde waarde dalende stroom
H01H 83/08
bediend door het omkeren van gelijkstroom
H01H 83/10
bediend door een overmaat aan spanning, bijv. voor het beschermen van verlichting
H01H 83/12
bediend door een onder een vooraf bepaalde waarde dalende spanning, bijv. voor bescherming tegen nulspanning
H01H 83/14
bediend door een onbalans tussen twee of meer stromen of spanningen, bijv. voor het beschermen tegen ongelijkheid
H01H 83/16
bediend door een abnormale verhouding tussen spanning en stroom, bijv. een impedantierelais of distantierelais
H01H 83/18
bediend door een ongewoon product van, of een abnormale fase-hoek tussen, spanning en stroom, bijv. een polair relais
H01H 83/20
bediend door zowel een overmaat aan stroom als een andere abnormale elektrische conditie
H01H 83/22
waarbij de nadere conditie onbalans is tussen twee of meer stromen of spanningen
H01H 85/00
Beschermingsinrichtingen waarin de stroom loopt door een deel van smeltbaar materiaal en waarbij deze stroom wordt onderbroken door verplaatsing van het smeltbare materiaal als deze stroom tot overmaat leidt (schakelaars die in werking worden gesteld door het smelten van smeltbaar materiaal H01H 37\5; plaatsing of opstelling van zekeringen op schakelborden H02B 1\5) [9]
H01H 85/02
Details [9]
H01H 85/04
Zekeringen, d.w.z. delen als uitbreiding van de beschermingsinrichting, bijv. patronen
H01H 85/041
gekenmerkt door het soort [5]
H01H 85/042
Algemene constructies of opbouw van hoogspanningszekeringen, d.w.z. boven de 1000 Volt [5]
H01H 85/044
Algemene constructies of opbouw van laagspanningszekeringen, d.w.z. onder de 1000 Volt, of van zekeringen waarvan de toepasbare spanning niet beschreven wordt H01H 85\5 tot H01H 85\5 hebben voorrang) [5]
H01H 85/045
in de vorm van een patroon [5]
H01H 85/046
Zekeringen die zijn gevormd als gedrukte circuits [5]
H01H 85/047
Vacuümzekeringen [5]
H01H 85/048
Zekering-weerstanden [5]
H01H 85/05
Componenten daarvan [5]
H01H 85/055
Smeltbare lichamen [5]
H01H 85/06
gekenmerkt door het smeltbare materiaal H01H 85\5 heeft voorrang) [5]
H01H 85/08
gekenmerkt door de gedaante of vorm van het smeltbare lichaam [5]
H01H 85/10
met insnoering voor het plaatselijk smelten H01H 85\5 heeft voorrang) [5]
H01H 85/11
met een plaatselijk aangebracht metaal dat, bij versmelting, een eutecticum vormt met het hoofdmateriaal van het smeltbare lichaam, d.w.z. M-inrichtingen [5]
H01H 85/12
Twee of meer aparte en parallelle smeltbare lichamen [5]
H01H 85/143
Elektrische contacten; Bevestigen van smeltbare lichamen aan dergelijke contacten [5]
H01H 85/147
Parallel-side contacten [5]
H01H 85/15
Schroefcontacten [5]
H01H 85/153
Mespuntcontacten [5]
H01H 85/157
Ring-eindcontacten [5]
H01H 85/165
Omhulsels [5,9]
H01H 85/17
gekenmerkt door het materiaal van het omhulsel [5]
H01H 85/175
gekenmerkt door de gedaante of vorm van het omhulsel [5]
H01H 85/18
Omhulselvullingen, bijv. poeder
H01H 85/20
Bases voor het ondersteunen van de zekering; Afzonderlijke delen daarvan [9]
H01H 85/22
Tussendelen of hulpdelen voor het dragen, vasthouden of tegenhouden van een zekering, samenwerkend met een basis of vaste houder en daarvan te verwijderen voor het vernieuwen van de zekering
H01H 85/24
Middelen voor het voorkomen van het insteken van een onjuiste zekering
H01H 85/25
Veiligheidsvoorzieningen voor het voorkomen of tegengaan van contact met levende delen, inclusief het bedienen van isolatie na het verwijderen van de afdekking [5,9]
H01H 85/26
Magazijnvoorzieningen
H01H 85/28
waarbij automatische vervanging plaatsvindt
H01H 85/30
Middelen voor het aanduiden van de conditie van een zekering, die structureel samenhangen met de zekering
H01H 85/32
Controlelampen die structureel samenhangen met de beschermingsinrichting
H01H 85/34
Onderscheidingsmarkeringen, bijv. kleurcodering
H01H 85/36
Middelen voor het uitoefenen van mechanische spanning op een smeltbaar lichaam
H01H 85/43
Middelen voor het afvoeren of absorberen van gassen die vrijkomen door de smeltboog, of voor het ventileren van de overmaat aan druk die wordt opgewekt door verwarming [5]
H01H 85/44
Structurele samenbouw met een overspanningsafleider met vonkenbaan
H01H 85/46
Circuitvoorzieningen die niet zijn aangepast aan een specifieke toepassing van de beschermingsinrichting
H01H 85/47
Middelen voor het koelen [5]
H01H 85/48
Beschermingsinrichtingen waarin de zekering direct wordt gedragen of vastgehouden door de basis
H01H 85/50
waarbij de zekering contacten heeft aan tegenoverliggende uiteinden voor samenwerking met de basis
H01H 85/52
waarbij de zekering is aangepast voor het in de basis schroeven
H01H 85/54
Beschermingsinrichtingen waarin de zekering wordt gedragen, vastgehouden of tegengehouden door een tussendeel of hulp-deel dat van de basis kan worden verwijderd, of die worden gebruikt als opdelers
H01H 85/56
waarbij het tussendeel of hulp-deel zijcontacten heeft voor het insteken in de basis, bijv. in de vorm van een brugdrager
H01H 85/58
met een tussendeel of hulp-deel en een basis die zodanig zijn gevormd dat zij in elkaar passen en daarbij de zekering omsluiten
H01H 85/60
waarbij het tussendeel of hulp-deel contacten heeft aan tegenoverliggende uiteinden voor samenwerking met de basis
H01H 85/62
waarbij het tussendeel of hulp-deel is aangepast voor het in de basis schroeven
H01H 87/00
Beschermingsinrichtingen waarin een stroom die loopt door een vloeistof of vaste stof, wordt onderbroken door het verdampen van de vloeistof of het smelten en verdampen van de vaste stof, als de stroom tot overmaat leidt, waarbij de circuitcontinuïteit wordt hersteld na afkoeling [3]
H01H 89/00
Combinaties van twee of meer verschillende soorten elektrische schakelaars, relais, keuzeschakelaars en noodbeschermingsinrichtingen, voor zover niet vallend onder één van de andere hoofdgroepen van deze subklasse [8]
H01H 89/02
Combinatie van een sleutelschakelaar met een handschakelaar, bijv. ontstekings-/verlichtingsschakelaars [8]
H01H 89/04
Combinatie van een thermische schakelaar en een handschakelaar [8]
H01H 89/06
Combinatie van een handmatige resetschakeling met een contactgever, d.w.z. waarbij dezelfde schakeling wordt geregeld door zowel een beschermingsinrichting als een op afstand bediende inrichting [8]
H01H 89/08
waarbij beide inrichtingen hetzelfde contactenpaar gebruiken [8]
H01H 89/10
waarbij elke inrichting één van de twee samenwerkende contacten regelt [8]