H01L - Halfgeleiderinrichtingen; niet elders ondergebrachte elektrische halfgeleiderapparatuur

(gebruik van halfgeleiderinrichtingen voor meting G01; weerstanden in het algemeen H01C; magneten, inductieklossen, transformatoren H01F; condensatoren in het algemeen H01G; elektrolytische inrichtingen H01G 9\5; batterijen, accumulatoren H01M; golfgeleiders, resonatoren of leidingen die werken als golfgeleider H01P; verbindingsklemmen voor leidingen, stroomcollectoren H01R; inrichtingen met gestimuleerde emissie H01S; elektromechanische resonatoren H03H; luidsprekers, microfoons, platenspelers of soortgelijke akoestische elektromechanische transducers H04R; elektrische lichtbronnen in het algemeen H05B; gedrukte circuits, hybride circuits, omhulsels of constructieve details van elektrische apparatuur, maken van stelsels van elektrische componenten H05K; zie voor het gebruik van halfgeleiderinrichtingen in circuits met een specifieke toepassing de subklasse voor de toepassing) [2,10]

Aantekeningen

(1) Deze subklasse dekt: - niet onder een andere subklasse vallende elektrische halfgeleiderapparatuur en details daarvan, en omvat aangepaste halfgeleiderinrichtingen voor het gelijkrichten, versterken, oscilleren of schakelen, halfgeleiderinrichtingen die gevoelig zijn voor straling; elektrische halfgeleiderapparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van thermo-elektrische, supergeleidende, piëzo-elektrische, elektrostrictieve, magnetostrictieve, galvanomagnetische of massa-negatieve weerstandseffecten en inrichtingen met een geïntegreerd circuit; [2] - fotoweerstanden, van een magnetisch veld afhankelijke weerstanden, veldweerstanden, condensatoren met een potentiaalsprongbarrière, weerstanden met een potentiaalsprongbarrière of een oppervlaktebarrière, incoherente licht-uitstralende dioden en circuits in de vorm van een dunne of dikke film; [2] - aangepaste processen en apparatuur voor het maken of behandelen van dergelijke inrichtingen, behalve waar dergelijke processen betrekking hebben op enkeltrapsprocessen waarin elders is voorzien. [2] (2) In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “wafer” betekent een schijf van een halfgeleidermateriaal of van een kristallijn substraatmateriaal, die kan worden gemodificeerd door diffusie van verontreinigingen (doping), ionenimplantatie of laagsgewijze opbouw, en waarvan het actieve oppervlak kan worden verwerkt tot reeksen van op zich staande componenten of geïntegreerde schakelingen; [8] - “halfgeleiderlichaam” betekent het materiaallichaam waarin, of op de oppervlakte waarvan, de fysische effectenkarakteristiek van de inrichting plaatsvindt. In thermo-elektrische inrichtingen omvat het alle materialen in het stroom-pad. Gebieden in of op het lichaam van de inrichting (anders dan het halfgeleiderlichaam zelf) die een elektrische invloed uitoefenen op het halfgeleiderlichaam, worden beschouwd als “elektroden”, ongeacht of er nu wel of niet een elektrische verbinding van buitenaf mee wordt gemaakt. Een elektrode kan diverse gedeelten omvatten, en de term omvat tevens metaalachtige gedeelten die invloed uitoefenen op het halfgeleiderlichaam via een isolatiegebied (bijv. een capacitieve koppeling) en inductieve koppelvoorzieningen naar het lichaam. Het diëlectrische gebied in een capacitieve opstelling wordt gezien als deel van de elektrode. In voorzieningen met meerdere gedeelten worden slechts die gedeelten die op grond van hun vorm, grootte of plaatsing of het materiaal waaruit zij worden gevormd invloed uitoefenen op het halfgeleiderlichaam, beschouwd als deel van de elektrode. De andere delen worden beschouwd als “voorzieningen voor het geleiden van een elektrische stroom naar of van het halfgeleiderlichaam” of als “onderlinge verbindingen tussen halfgeleidercomponenten die zijn gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat”, d.w.z. leidingen; [2] - “inrichting” betekent een elektrisch circuitelement; als een elektrisch circuitelement deel uitmaakt van meerdere elementen die zijn gevormd in of op een gemeenschappelijk substraat, wordt gesproken over een “component”; [2] - “volledige inrichting” is een inrichting in volledig opgebouwde staat waarbij wel of geen verdere behandeling, bijv. elektroformeren, en tevens geen toevoeging van verdere structurele eenheden nodig is voor het gebruiksklaar maken; [2] - “delen” omvat alle structurele eenheden die deel uitmaken van een volledige inrichting; [2] - “container” is een omhulsel dat deel uitmaakt van de volledige inrichting en de vorm heeft van een vaste constructie waarin het lichaam van de inrichting is aangebracht, of dat wordt gevormd rondom het lichaam zonder het vormen van een innige laag daarop. Een omhulsel dat bestaat uit één of meer lagen op het lichaam en in innig contact daarmee, wordt een “inkapseling” genoemd; [2] - “geïntegreerd circuit” is een inrichting waarbij alle componenten, bijv. dioden of weerstanden, op een gemeenschappelijk substraat zijn opgebouwd en de inrichting vormen inclusief onderlinge verbindingen tussen de componenten; [2] - “samenstellen” van een inrichting is het opbouwen van de inrichting uit de constructieve componenteenheden en omvat het aanbrengen van vullingen in containers. [2] (3) In deze subklasse worden zowel de proces of de apparatuur voor het maken of behandelen van een inrichting als de inrichting zelf geklasseerd, steeds als deze beide voldoende zijn beschreven om van belang te zijn. [6] (4) De aandacht wordt gevestigd op Aantekening (3) volgend op de titel van Sectie C, waarin wordt gewezen op de versie van het Periodiek Systeem waaraan de IPC refereert. [10]

Aantekening

De groepen H01L 21\5 tot H01L 21\5 hebben voorrang boven de groepen H01L 21\5 tot H01L 21\5. [2,8]

Aantekening

Onder deze groep vallen tevens processen en apparatuur die , door gebruik te maken van de toepasselijke technologie, duidelijk geschikt zijn voor het maken of behandelen van inrichtingen waarvan de lichamen elementen bevatten uit de vierde groep van het Periodiek Systeem of AIIIBV verbindingen, zelfs als het gebruikte materiaal niet expliciet wordt omschreven. [7]

Aantekening

Deze groep dekt geen: - details van halfgeleiderlichamen of van elektroden van inrichtingen uit groep H01L 29\5, welke details vallen onder die groep; - details van inrichtingen uit één hoofdgroep van de groepen H01L 31\5 tot H01L 51\5, welke details vallen onder die groepen. [5,8]

Aantekening

Groep H01L 23\5 heeft voorrang boven de groepen H01L 23\5 tot H01L 23\5. [2]

Aantekeningen

1. In de groepen H01L27/01 tot H01L 27\5 is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [2,8,15,17] 2. Bij het klasseren in deze groep worden onderwerpen met betrekking tot elektrisch programmeerbare dode geheugens (EPROM) geklasseerd in de groep H01L 27\5, ongeacht de prioriteitsregel voor de laatste plaats [17]

Aantekening

In deze hoofdgroep wordt geklasseerd in elk van de groepen H01L 29\5, H01L 29\5 en H01L 29\5 als al deze groepen relevant zijn. [2,8]

Aantekening

Groep H01L 29\5 heeft voorrang boven de groepen H01L 29\5 tot H01L 29\5. [6]

Aantekeningen

(1) Deze groep dekt licht-uitstralende diodes (LED's) of super-lichtgevende diodes (SLD's) met inbegrip van LED's of SLD's die infrarood (IR) of ultraviolet (UV) licht uitstralen. [10] (2) In deze groep is de prioriteitsregel voor de eerste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt geklasseerd in de eerst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [10,15]

Aantekening

Bij het klasseren in deze groep wordt tevens geklasseerd in de groep H01L 33\5 of één van de ondergroepen daarvan, teneinde de chemische samenstelling van het licht-uitstralende gebied te identificeren. [10]

Aantekening

Deze groep dekt elementen die in direct contact staan met het halfgeleiderlichaam of die zijn geïntegreerd in de componenten. [10]

Aantekeningen

(1) Deze groep dekt geen aanpassingen voor een specifiek doel, welke vallen onder de relevante plaatsen. [6] (2) De aandacht wordt gevestigd op de volgende, bedoelde plaatsen: [6] B06B voor aanpassingen voor het opwekken of overbrengen van mechanische trillingen [6] G01 voor transducers als tastelementen voor meting [6] G04C en G04F voor transducers die zijn aangepast voor gebruik in uurwerken [6] G10K voor aanpassingen voor het opwekken of overbrengen van geluid [6] H02N voor voorzieningen van elementen in elektrische machines [6] H03H 9\5 voor netwerken die elektromechanische of elektroakoestische elementen bevatten, bijv. resonantiecircuits [6] H04R voor luidsprekers, microfoons, platenspelers of soortgelijke transducers. [6]

Aantekening

De groepen H01L 41\5 en H01L 41\5 hebben voorrang boven de groepen H01L 41\5 tot H01L 41\5. [6]

Aantekening

De integrale opstelling van afzonderlijke laagelektroden en aansluitelektroden wordt geklasseerd in zowel de groep H01L 41\5 als de groep H01L 41\5. [13]