(meten, testen G01R; optische parametrische versterkers G02F; circuitvoorzieningen met buizen met secundaire emissie H01J 43\5; masers, lasers H01S; dynamo-elektrische versterkers H02K; regelen van versterkers H03G; koppelvoorzieningen die onafhankelijk zijn van het soort versterker, spanningsdelers H03H; versterkers die alleen geschikt zijn voor pulsen H03K; repeterende circuits in transmissielijnen H04B 3\5 of H04B 3\5; toepassing van spraakversterkers in de telefonische communicatie H04M 1\5 of H04M 3\5) [9]
Aantekening
Deze subklasse dekt: - lineaire versterkers, waarbij er een lineaire relatie bestaat tussen de ingangsamplituden en uitgangsamplituden en waarbij het uitgangssignaal in hoofdzaak dezelfde golfvorm heeft als het ingangssignaal; - diëlectrische versterkers, magnetische versterkers en parametrische versterkers die worden gebruikt als oscillatoren of frequentie-veranderende circuits; - constructies van actieve elementen van niet elders ondergebrachte diëlectrische versterkers en parametrische versterkers.
H03F 1/00
Details van versterkers met alleen ontladingsbuizen, alleen halfgeleiderinrichtingen of alleen niet-specifieke inrichtingen als versterkerelementen
H03F 1/02
Modificaties van versterkers voor het verhogen van het rendement, bijv. glijdende klasse-A-trappen of het gebruik van een hulposcillatie
H03F 1/04
in ontladingsbuizenversterkers
H03F 1/06
voor het verhogen van het rendement van de versterking van gemoduleerde radiofrequentiegolven; voor het verhogen van het rendement van versterkers die tevens werken als modulatoren [2]
H03F 1/07
Doherty-versterkers [2]
H03F 1/08
Modificaties van versterkers voor het verminderen van schadelijke invloeden van inwendige impedanties van versterkerelementen (breedbandversterkers met koppelnetwerken tussen de trappen waarvan deze impedanties deel uitmaken H03F 1\5; elimineren van looptijdeffecten in vacuümbuizen H01J 21\5)
H03F 1/10
door gebruik van versterkerelementen met meerdere elektrode-aansluitingen
H03F 1/12
door gebruik van dempingmiddelen
H03F 1/13
in buizenversterkers [2]
H03F 1/14
door gebruik van neutralisatiemiddelen
H03F 1/16
in buizenversterkers
H03F 1/18
door gebruik van een verdeelde koppeling
H03F 1/20
in buizenversterkers
H03F 1/22
door gebruik van een cascadekoppeling, d.w.z. een trap met een geaarde kathode of emitter gevolgd door respectievelijk een trap met geaard rooster of geaarde basis
H03F 1/24
in buizenversterkers
H03F 1/26
Modificaties aan versterkers voor het verminderen van de invloed van ruis die wordt opgewekt door versterkerelementen
H03F 1/28
in buizenversterkers
H03F 1/30
Modificaties aan versterkers voor het verminderen van de invloed van temperatuurvariaties of de voedingsspanning
H03F 1/32
Modificaties aan versterkers voor het verminderen van niet-lineaire vervorming (door negatieve terugkoppeling H03F 1\5)
H03F 1/33
in buizenversterkers [2]
H03F 1/34
Circuitvoorzieningen met negatieve terugkoppeling met of zonder positieve terugkoppeling H03F 1\5 tot H03F 1\5, H03F 1\5 tot H03F 1\5 en H03F 3\5 hebben voorrang) [3]
H03F 1/36
in buizenversterkers
H03F 1/38
Circuitvoorzieningen met positieve terugkoppeling zonder negatieve terugkoppeling
H03F 1/40
in buizenversterkers
H03F 1/42
Modificaties van versterkers voor het vergroten van de bandbreedte
H03F 1/44
in afgestemde versterkers
H03F 1/46
met alleen buizen
H03F 1/48
in a-periodieke versterkers
H03F 1/50
met alleen buizen
H03F 1/52
Circuitvoorzieningen voor het beschermen van dergelijke versterkers [3]
H03F 1/54
met alleen buizen [3]
H03F 1/56
Niet elders ondergebrachte modificaties van ingangsimpedanties of uitgangsimpedanties [3]
H03F 3/00
Versterkers met alleen ontladingsbuizen of alleen halfgeleiderinrichtingen als versterkerelementen
Aantekening
De groepen H03F 3\5 tot H03F 3\5 hebben voorrang boven de groepen H03F 3\5 tot H03F 3\5. [2,8]
H03F 3/02
met alleen buizen (volgende subgroepen hebben voorrang)
H03F 3/04
met alleen halfgeleiderinrichtingen (volgende subgroepen hebben voorrang)
H03F 3/06
gebruikmakend van het gaten-opslageffect
H03F 3/08
geregeld door licht
H03F 3/10
met dioden
H03F 3/12
met Esaki-dioden
H03F 3/14
met versterkerinrichtingen met meer dan drie elektroden of meer dan twee PN-juncties
H03F 3/16
met veldinrichtingen
H03F 3/18
met complementaire halfgeleiderinrichtingen (volgende subgroepen hebben voorrang)
H03F 3/181
Laagfrequent-versterkers, bijv. audiovoorversterkers [2]
H03F 3/183
met alleen halfgeleiderinrichtingen [2]
H03F 3/185
met veldinrichtingen H03F 3\5 heeft voorrang) [2]
H03F 3/187
in geïntegreerde circuits [2]
H03F 3/189
Hoogfrequent-versterkers, bijv. radiofrequentieversterkers [2]
H03F 3/19
met alleen halfgeleiderinrichtingen [2]
H03F 3/193
met veldinrichtingen H03F 3\5 heeft voorrang) [2]
H03F 3/195
in geïntegreerde circuits [2]
H03F 3/20
Eindversterkers of vermogensversterkers, bijv. klasse-B-versterkers of klasse-C-versterkers H03F 3\5 tot H03F 3\5 hebben voorrang) [8]
H03F 3/21
met alleen halfgeleiderinrichtingen [2]
H03F 3/213
in geïntegreerde circuits [2]
H03F 3/217
Klasse-D-eindversterkers; Schakelende versterkers [2]
H03F 3/22
met alleen buizen H03F 3\5 heeft voorrang)
H03F 3/24
van zender-uitgangstrappen
H03F 3/26
Push-pull versterkers; Fasegetal-omvormers daarvoor (gedupliceerde eenzijdige push-pull voorzieningen of fasegetal-omvormers daarvoor H03F 3\5)
H03F 3/28
met alleen buizen
H03F 3/30
Eenzijdige push-pull versterkers; Fasegetal-omvormers daarvoor
H03F 3/32
met alleen buizen
H03F 3/34
Gelijkstroomversterkers waarbij alle trappen gelijkstroom-gekoppeld zijn H03F 3\5 heeft voorrang) [3]
H03F 3/343
met alleen halfgeleiderinrichtingen [2]
H03F 3/345
met veldinrichtingen H03F 3\5 heeft voorrang) [2]
H03F 3/347
in geïntegreerde circuits [2]
H03F 3/36
met alleen buizen
H03F 3/38
Gelijkstroomversterkers met een modulator als ingang en de demodulator als uitgang; Speciaal aangepaste modulatoren of demodulatoren voor gebruik in dergelijke versterkers (modulatoren in het algemeen H03C; demodulatoren in het algemeen H03D; amplitudemodulatie van pulsen in het algemeen H03K 7\5; amplitudedemodulatie van pulsen in het algemeen H03K 9\5)
H03F 3/387
met alleen halfgeleiderinrichtingen [2]
H03F 3/393
met veldinrichtingen [2]
H03F 3/40
met alleen buizen
H03F 3/42
Versterkers met twee of meer versterkerelementen met hun gelijkstroompaden in serie geschakeld met de belasting, waarbij de stuurelektrode van elk element wordt bekrachtigd door tenminste een deel van het ingangssignaal, bijv. zogenaamde totempaalversterkers
H03F 3/44
met alleen buizen
H03F 3/45
Differentiaalversterkers [2]
H03F 3/46
Reflexversterkers
H03F 3/48
met alleen buizen
H03F 3/50
Versterkers waarin een ingangssignaal wordt toegevoerd aan, of een uitgangssignaal wordt afgeleid van, een impedantie die hoort bij ingangscircuits en uitgangscircuits van het versterkerelement, bijv. een kathodevolger
H03F 3/52
met alleen buizen
H03F 3/54
Versterkers waarbij gebruik wordt gemaakt van het looptijdeffect in buizen of halfgeleiderinrichtingen (parametrische versterkers H03F 7\5; halfgeleiderapparatuur met lopende golf H01L 45\5)
H03F 3/55
met alleen halfgeleiderinrichtingen [2]
H03F 3/56
gebruikmakend van klystrons
H03F 3/58
gebruikmakend van buizen met lopende golf
H03F 3/60
Versterkers waarin koppelnetwerken verdeelde constanten hebben, bijv. met golfgeleider-resonatoren H03F 3\5 heeft voorrang)
H03F 3/62
Tweewegversterkers
H03F 3/64
met alleen buizen
H03F 3/66
Versterkers die gelijktijdig oscillaties van één frequentie en signalen van een andere frequentie versterken
H03F 3/68
Combinaties van versterkers, bijv. meer-kanaalversterkers voor stereofonie
H03F 3/70
Ladingversterkers [2]
H03F 3/72
Poortversterkers, d.w.z. versterkers die in of buiten werking worden gesteld door een regelsignaal [2]
H03F 5/00
Versterkers met zowel ontladingsbuizen als halfgeleiderinrichtingen als versterkingselementen
H03F 7/00
Parametrische versterkers (inrichtingen of voorzieningen voor het parametrisch opwekken of versterken van lichtgolven, infraroodgolven of ultravioletgolven G02F 1\5)
H03F 7/02
gebruikmakend van een element met variabele inductie; gebruikmakend van een element met variabele permeabiliteit
H03F 7/04
gebruikmakend van een element met variabele capaciteit; gebruikmakend van een element met variabele dielectrische constante
H03F 7/06
gebruikmakend van een elektronenstraalbuis
H03F 9/00
Magnetische versterkers
H03F 9/02
geregeld door de stroom, d.w.z. waarbij de belastings-stroom in beide richtingen door een hoofdspoel loopt [2]
H03F 9/04
geregeld door de spanning, d.w.z. waarbij de belastings-stroom in slechts één richting door een hoofdspoel loopt, bijv. Logan-circuits H03F 9\5 heeft voorrang) [2]
H03F 9/06
Regeling door de tijdintegraal van de spanning, d.w.z. waarbij de belastings-stroom in slechts één richting door een hoofdspoel loopt en waarbij de hoofdspoelwikkeling tevens kan worden gebruikt als stuurwikkeling, bijv. Ramey-circuits [2]
H03F 11/00
Diëlectrische versterkers
H03F 13/00
Versterkers waarbij gebruik wordt gemaakt van een versterkingselement dat bestaat uit twee mechanisch of akoestisch gekoppelde transducers, bijv. een telefoonmicrofoonversterker
H03F 15/00
Versterkers waarbij gebruik wordt gemaakt van galvano-magnetische effecten waarbij geen sprake is van mechanische beweging, bijv. gebruikmakend van het Hall-effect
H03F 17/00
Versterkers waarbij gebruik wordt gemaakt van een elektroluminescent element of fotocel
H03F 19/00
Versterkers waarbij gebruik wordt gemaakt van supergeleidingseffecten
H03F 99/00
Onderwerpen voor zover niet vallend onder andere groepen van deze subklasse [9]