B23B - Draaien; boren

(gebruikmakend van een elektrode die de plaats inneemt van een gereedschap B23H, bijv. maken van gaten B23H 9\5; bewerken met een laserstraal B23K 26\5; voorzieningen voor het kopiëren of regelen B23Q) [9]

Draaien

  • B23B 1/00

    Methoden voor het draaien of bewerken waarbij voornamelijk het gebruik van draaibanken nodig is; Gebruik van hulpuitrusting in verband met dergelijke methoden

  • B23B 3/00

    Universele draaibanken of draai-inrichtingen, bijv. centerdraaibanken met een leispil en een transportschroef; Draaibankinstallaties

    • B23B 3/02

      Kleine draaibanken, bijv. voor gereedschapmakers (speciaal ontworpen voor horlogemakers G04D 3\5)

    • B23B 3/04

      Draaibanken waarin het werkstuk wordt geroteerd door middelen op afstand van de spilkop

    • B23B 3/06

      Draaibanken of draai-inrichtingen die alleen worden gekenmerkt door de speciale opstelling van constructieve eenheden B23Q 37\5 heeft voorrang; zie voor structurele kenmerken van details de relevante groepen; meer algemene soortgelijke kenmerken B23Q)

    • B23B 3/08

      Draaibanken die worden gekenmerkt door het gebruik van spanplaten

      • B23B 3/10

        met liggende spanplaten, d.w.z. staande draaibanken

      • B23B 3/12

        met staande spanplaten, d.w.z. kopdraaibanken

      • B23B 3/14

        Bevestigingen of aandrijvingen van spanplaten

    • B23B 3/16

      Revolverdraaibanken voor het draaien van afzonderlijk opgespannen werkstukken

      • B23B 3/18

        met een liggende werkspindel

      • B23B 3/20

        met een staande werkspindel

    • B23B 3/22

      Draaibanken of draai-inrichtingen met roterende gereedschapkoppen

      • B23B 3/24

        waarvan het gereedschap geen radiale beweging uitvoert; Roterende gereedschapkoppen daarvoor

      • B23B 3/26

        waarvan het gereedschap een radiale beweging uitvoert; Roterende gereedschapkoppen daarvoor

    • B23B 3/28

      Draaibanken waarin de toevoer wordt geregeld door een kopieerinrichting, d.w.z. kopieerdraaibanken (kenmerken van kopieerinrichtingen B23Q 35\5)

    • B23B 3/30

      Draaibanken met twee of meer werkspindels, bijv. in een vaste opstelling

      • B23B 3/32

        voor het gelijktijdig uitvoeren van identieke bewerkingen aan twee of meer werkstukken

    • B23B 3/34

      Korte draaibanken met één of meerdere werkspindels die worden bediend vanaf het uiteinde B23B 3\5 heeft voorrang)

    • B23B 3/36

      Stelsels van alleen maar draaibanken die zijn gericht op een specifiek metaalbewerkingsresultaat (als het metaalbewerkingsresultaat niet van belang is B23Q 39\5)

  • B23B 5/00

    Speciaal aangepaste draaibanken of draai-inrichtingen voor specifiek werk; Speciaal daarvoor aangepaste accessoires

    • B23B 5/02

      voor het draaien van naven of remtrommels B23B 5\5 heeft voorrang)

    • B23B 5/04

      voor het reconditioneren van naven, remtrommels of asspindels zonder die van het voertuig te verwijderen

    • B23B 5/06

      voor het draaien van kleppen of kleplichamen

    • B23B 5/08

      voor het draaien van assen, stangen, staven, buizen of kogels, d.w.z. schachtdraaibanken of walsdraaibanken; Centerloos draaien

      • B23B 5/10

        voor het draaien van pilgrim walsen

      • B23B 5/12

        voor het afdraaien van stangen of buizen met snijkoppen die zijn aangebracht rond het werkstuk (gebruikmaken van snijkoppen die zijn aangebracht rond het werkstuk op een andere wijze dan draaien B23D 79\5) [2]

    • B23B 5/14

      Afkortdraaibanken (knippen B23D)

    • B23B 5/16

      voor het afschuinen, afkanten of ontbramen van de uiteinden van stangen of buizen

    • B23B 5/18

      voor het draaien van krukassen, eccentrieken of nokken, bijv. krukpennendraaibanken

      • B23B 5/20

        zonder deze van de machine te verwijderen

      • B23B 5/22

        Vasthouden van het werkstuk in de machine, bijv. klauwplaten of opspaninrichtingen

    • B23B 5/24

      voor het draaien van zuigers of andere werkstukken tot een enigszins niet-ronde doorsnede

    • B23B 5/26

      voor het gelijktijdig draaien van inwendige en uitwendige oppervlakken van een lichaam

    • B23B 5/28

      voor het draaien van wielen of wielsets of krukassen daarop, d.w.z. wielendraaibanken

      • B23B 5/30

        Voorzieningen voor het regelen van gereedschap met sjablonen

      • B23B 5/32

        voor het reconditioneren van wielsets zonder deze van het rijtuig te verwijderen; Ondergrondse wielendraaibanken voor wagons

      • B23B 5/34

        Vasthouden van het werkstuk in de machine, bijv. klauwplaten daarvoor; Aandrijfinrichtingen daarvoor

    • B23B 5/36

      voor het draaien van speciaal gevormde oppervlakken door gebruik te maken van de onderlinge beweging tussen het gereedschap en het geproduceerde werkstuk door geometrische mechanismen, d.w.z. profieldraaibanken

      • B23B 5/38

        voor het draaien van kegelvormige oppervlakken aan de binnenzijde of de buitenzijde, bijv. tapse pennen

      • B23B 5/40

        voor het draaien van bolvormige oppervlakken aan de binnenzijde of de buitenzijde

      • B23B 5/42

        voor het draaien van achtervlakken, d.w.z. achterdraaibanken

      • B23B 5/44

        voor het draaien van veelhoekige of andere niet-ronde oppervlakken, dat wordt geregeld door tandwielmechanismen of geleidingsmechanismen, d.w.z. eccentrische draaibanken

      • B23B 5/46

        voor het draaien van schroefvormige of spiraalvormige oppervlakken (snijden van draad B23G)

        • B23B 5/48

          voor het snijden van groeven met een schroefvorm, bijv. oliegroeven

  • B23B 7/00

    Automatische of semiautomatische draaimachines met één werkspindel, bijv. geregeld door nokken; Uitrusting daarvoor; Kenmerken die horen bij automatische en semiautomatische draaimachines met één of meer werkspindels

    • B23B 7/02

      Automatische of semiautomatische machines voor het draaien van uitgangsmaterialen

      • B23B 7/04

        Revolverdraaibanken

      • B23B 7/06

        met een schuivende spilkop

      • B23B 7/08

        met een staande werkspindel

      • B23B 7/10

        Accessoires, bijv. beschermers

    • B23B 7/12

      Automatische of semiautomatische machines voor het draaien van werkstukken

      • B23B 7/14

        met een liggende werkspindel

      • B23B 7/16

        met een staande werkspindel

  • B23B 9/00

    Automatische of semiautomatische draaimachines met meerdere werkspindels, bijv. automatische meerspindelmachines waarbij de spindels in een trommeldrager zijn geplaatst die naar vooraf bepaalde posities kan worden bewogen; Uitrusting daarvoor (uitrusting die toepasbaar is bij machines met één spindel B23B 7\5)

    • B23B 9/02

      Automatische of semiautomatische machines voor het draaien van uitgangsmaterialen

      • B23B 9/04

        met een liggende werkspindel

      • B23B 9/06

        met een staande werkspindel

    • B23B 9/08

      Automatische of semiautomatische machines voor het draaien van werkstukken

      • B23B 9/10

        met een liggende werkspindel

      • B23B 9/12

        met een staande werkspindel

  • B23B 11/00

    Automatische of semiautomatische draaimachines met uitrusting voor het uitvoeren van andere bewerkingsprocedures, bijv. afsteken, frezen of walsen

  • B23B 13/00

    Voorzieningen voor het automatisch doorvoeren, opspannen of geleiden van uitgangsmaterialen voor draaimachines [9]

    • B23B 13/02

      voor draaimachines met één werkspindel

    • B23B 13/04

      voor draaimachines met meerdere werkspindels

    • B23B 13/06

      Voorzieningen voor het uitschakelen van de aandrijving van draaimachines nadat de uitgangsmaterialen volledig zijn bewerkt

    • B23B 13/08

      Voorzieningen voor het verminderen van trillingen in toevoeropeningen of voor het dempen van lawaai (dempen van lawaai in het algemeen G10K)

    • B23B 13/10

      met magazijnen voor uitgangsmaterialen

    • B23B 13/12

      Accessoires, bijv. stoppen of grijpers

  • B23B 15/00

    Speciaal ontworpen voorzieningen voor het transporteren, toevoeren, verstellen, omkeren, opspannen of afvoeren van werkstukken voor automatische of semiautomatische draaimachines

Componenten of accessoires voor met name draaimachines

  • B23B 17/00

    Draaibankbedden (fundatieframes, wagengeleiders op zich B23Q 1\5)

  • B23B 19/00

    Spilkoppen; Vergelijkbare delen van ander machinegereedschap

    • B23B 19/02

      Werkspindels; Kenmerken in verband daarmee, bijv. steunvoorzieningen B23B 13\5 heeft voorrang)

  • B23B 21/00

    Ondersteuningen; Dwarssleden; Bovensleden (gereedschapshouders B23B 29\5); Soortgelijke delen van ander machinegereedschap

  • B23B 23/00

    Losse koppen; Centers

    • B23B 23/02

      Vaste centers

    • B23B 23/04

      Losse centers

  • B23B 25/00

    Accessoires of hulpuitrusting voor draaimachines (voor machinegereedschap in het algemeen B23Q; koelen of smeren B23Q 11\5)

    • B23B 25/02

      Voorzieningen voor het breken van spanen in draaimachines (bij snijgereedschap B23B 27\5)

    • B23B 25/04

      Speciaal ontworpen veiligheidsbeschermers voor draaimachines (in het algemeen F16P)

    • B23B 25/06

      Meetuitrusting, ijkuitrusting of steluitrusting op draaimachines voor het opzetten, toevoeren, regelen of bewaken van het snijgereedschap of werk (meetinrichtingen of ijkinstrumenten G01B)

  • B23B 27/00

    Gereedschap voor draaimachines of boormachines (voor boormachines B23B 51\5); Soortgelijk gereedschap in het algemeen; Accessoires daarvoor

    • B23B 27/02

      Snijgereedschap met een recht hoofddeel en met een snijrand onder een hoek B23B 27\5 tot B23B 27\5 hebben voorrang)

    • B23B 27/04

      Afkortgereedschap B23B 27\5 heeft voorrang)

    • B23B 27/06

      Profielsnijgereedschap, d.w.z. vormgereedschap

    • B23B 27/08

      Snijgereedschap met bladvormige of schijfvormige hoofddelen

    • B23B 27/10

      Snijgereedschap met een speciale voorziening voor het koelen

      • B23B 27/12

        met een continu roterende cirkelvormige snijrand; Houders daarvoor

    • B23B 27/14

      Snijgereedschap waarvan de koppen of uiteinden van een speciaal materiaal zijn gemaakt

      • B23B 27/16

        met uitwisselbare snijkoppen, bijv. in staat om te worden ingeklemd

      • B23B 27/18

        met snijkoppen of snij-uiteinden die star gemonteerd zijn, bijv. door hardsolderen

      • B23B 27/20

        met diamantkoppen

    • B23B 27/22

      Snijgereedschap met spaanbreekuitrusting

    • B23B 27/24

      Opruwgereedschap

  • B23B 29/00

    Houders voor niet-roterend snijgereedschap B23B 27\5 heeft voorrang); Boorstangen of boorkoppen; Accessoires voor gereedschapshouders

    • B23B 29/02

      Boorstangen

    • B23B 29/03

      Boorkoppen

      • B23B 29/034

        met gereedschap dat radiaal beweegt, bijv. voor het maken van schuine randen of ondersnijdingen [4]

    • B23B 29/04

      Gereedschapshouders voor één snijgereedschap

      • B23B 29/06

        Gereedschapshouders die zijn uitgerust met in lengterichting geplaatste groeven voor het zetten van snijgereedschap

      • B23B 29/08

        Gereedschapshouders die zijn uitgerust met kruislings ten opzichte van de lengterichting geplaatste groeven voor het zetten van snijgereedschap

        • B23B 29/10

          met een verstelbare contrabodem voor het snijgereedschap

      • B23B 29/12

        Speciale voorzieningen op gereedschapshouders

        • B23B 29/14

          voor het meegevend ondersteunen van het snijgereedschap, bijv. door veerinklemming

        • B23B 29/16

          voor het ondersteunen van het werkstuk in een rugsteun

        • B23B 29/18

          voor het terugtrekken van het snijgereedschap

        • B23B 29/20

          voor het met schachten plaatsen daarvan in de klembussen van een revolverdeel

        • B23B 29/22

          voor het verstellen van gereedschap door middel van vulplaatjes of afstandshouders

    • B23B 29/24

      Gereedschapshouders voor meerdere snijgereedschappen, bijv. bij revolverdraaibanken

      • B23B 29/26

        Gereedschapshouders in vaste positie

      • B23B 29/28

        Revolverdelen die handmatig verstelbaar zijn om een verticaal draaipunt

      • B23B 29/30

        Revolverdelen die handmatig verstelbaar zijn om een horizontaal draaipunt

      • B23B 29/32

        Revolverdelen die verstelbaar zijn door krachtaandrijving, d.w.z. revolverkoppen

      • B23B 29/34

        Revolverdelen die zijn uitgerust met trekkers voor het lossen van het snijgereedschap

  • B23B 31/00

    Klauwplaten of opspanvoorzieningen; Expansiedoornen; Aanpassen daarvan ten behoeve van afstandsbediening (spanplaten B23Q 1\5; inrichtingen in het algemeen voor het op spindels vastzetten van werk of gereedschap B23Q 3\5; roterende inrichtingen die worden vasthouden door magnetische of elektrische krachten die direct op het werk aangrijpen B23Q 3\5)

    • B23B 31/02

      Klauwplaten

      • B23B 31/06

        Kenmerken met betrekking tot het verwijderen van gereedschap of werk; Accessoires daarvoor

        • B23B 31/07

          Uitstootwiggen [5]

      • B23B 31/08

        voor het meegevend vasthouden van gereedschap of werk

      • B23B 31/10

        gekenmerkt door de vasthoudinrichtingen of grijpinrichtingen of de directe bedieningsmiddelen daarvoor

Aantekening

Groep B23B 31\5 heeft voorrang boven de groepen B23B 31\5 tot B23B 31\5. [5]

  • B23B 31/103

    Vasthouden door draaibare elementen, bijv. vangers of pallen [5]

  • B23B 31/107

    Vasthouden door zijwaarts werkende blokkeerorganen, bijv. pennen, schroeven of wiggen; Vasthouden door losse elementen, bijv. kogels [5]

  • B23B 31/11

    Vasthouden door schroefdraadverbindingen [5]

  • B23B 31/113

    Vasthouden door bajonetsluitingen [5]

  • B23B 31/117

    Vasthouden door alleen wrijving, bijv. met veren, verende klembussen of kegelrollen [5]

  • B23B 31/12

    Klauwplaten met gelijktijdig werkende bekken, die tevens al dan niet afzonderlijk verstelbaar zijn

    • B23B 31/14

      waarbij sprake is van het gebruik van centrifugaalkracht

    • B23B 31/16

      radiaal bewegend

      • B23B 31/163

        in werking gesteld door één of meer spiraalgroeven [5]

      • B23B 31/165

        in werking gesteld door schroef-moermechanismen [5]

      • B23B 31/167

        in werking gesteld door schuine tandheugels [5]

      • B23B 31/169

        in werking gesteld door tanddrijfwerken B23B 31\5 heeft voorrang) [5]

      • B23B 31/171

        in werking gesteld door een nokvormig oppervlak in een radiaal vlak [5]

      • B23B 31/173

        in werking gesteld door coaxiale kegelvormige oppervlakken B23B 31\5 heeft voorrang) [5]

      • B23B 31/175

        in werking gesteld door hefbomen die worden bewogen door een coaxiale stuurstang [5]

      • B23B 31/177

        in werking gesteld door de hellende vlakken van een coaxiale stuurstang B23B 31\5 heeft voorrang) [5]

    • B23B 31/18

      draaiend beweegbaar in vlakken waarin de as van de klauwplaat ligt

    • B23B 31/19

      parallel bewegend aan de as van de klauwplaat

    • B23B 31/20

      In lengterichting gespleten klembussen, bijv. tegenspaninrichtingen

    • B23B 31/22

      Bekken in de vorm van kogels

  • B23B 31/24

    gekenmerkt door aspecten die in eerste instantie betrekking hebben op afstandsbediening van de grijpmiddelen

  • B23B 31/26

    gebruikmakend van mechanische overbrenging via de werkspindel

  • B23B 31/28

    gebruikmakend van elektrische of magnetische middelen in de klauwplaat

  • B23B 31/30

    gebruikmakend van fluïdumdrukmiddelen in de klauwplaat

  • B23B 31/32

    met bekken die worden gedragen door een diafragma

  • B23B 31/34

    met middelen waardoor het werkstuk kan worden omgekeerd of gekanteld

  • B23B 31/36

    met middelen voor het verstellen van de klauwplaat ten opzichte van de werkspindel

  • B23B 31/38

    met aandrijfkoppelingen met overbelasting

  • B23B 31/39

    Bekkenwisselaars [5]

  • B23B 31/40

    Expansiedoornen

  • B23B 31/42

    gekenmerkt door aspecten die in eerste instantie betrekking hebben op afstandsbediening van de grijpmiddelen

  • B23B 33/00

    Aandrijvingen; Aandrijven van centers; Neusaandrijfkoppelingen, bijv. draaibankklauwen

Boren en dergelijke [3,9]

  • B23B 35/00

    Methoden voor het boren en dergelijke, of bewerkingen waarbij voornamelijk het gebruik van boormachines en dergelijke nodig is; Gebruiken van hulpuitrusting in verband met dergelijke methoden

  • B23B 37/00

    Boren door gebruik te maken van trillingen met ultrasoonfrequentie (bewerken van materialen door het aan trilling blootstellen van het gereedschap of medium voor het slijpen of schuren, bijv. slijpen of schuren met ultrasoonfrequentie B24B 1\5)

  • B23B 39/00

    Universele machines of inrichtingen voor het boren en dergelijke; Boormachine-installaties en dergelijke

    • B23B 39/02

      Boormachines; Gecombineerde liggende boormachines en freesmachines

    • B23B 39/04

      Coördinaatboormachines en dergelijke; Machines voor het maken van gaten zonder markering vooraf

      • B23B 39/06

        Uitrusting voor het positioneren van werk

      • B23B 39/08

        Inrichtingen voor programmabesturing

    • B23B 39/10

      gekenmerkt door de aandrijving, bijv. door een aandrijving met een fluïdum onder druk of een persluchtaandrijving

    • B23B 39/12

      Boormachines met radiaal verstelbare boorkoppen

    • B23B 39/14

      met een speciale voorziening voor het in elke gewenste positie kunnen bewegen van de machine of de boorkop, bijv. ten opzichte van stilstaand werk

    • B23B 39/16

      Boormachines en dergelijke met meerdere werkspindels; Boorautomaten

      • B23B 39/18

        Zetten van werk of gereedschapsdrager langs een rechte referentielijn

      • B23B 39/20

        Zetten van werk of gereedschapsdrager langs een cirkelvormige referentielijn; Revolverkopboormachines

      • B23B 39/22

        met werkspindels in tegenoverliggende spilkoppen

      • B23B 39/24

        ontworpen voor programmabesturing

    • B23B 39/26

      waarin de bewerkingspositie van het gereedschap of werk wordt geregeld door het kopiëren van discrete punten van een patroon (kenmerken van kopieerinrichtingen B23Q 35\5)

    • B23B 39/28

      Stelsels van alleen boormachines en dergelijke die zijn gericht op een specifiek metaalbewerkingsresultaat (als er geen specifiek metaalbewerkingsresultaat wordt bereikt B23Q 39\5)

  • B23B 41/00

    Speciaal aangepaste boormachines of boorinrichtingen voor specifiek werk; Speciaal daarvoor aangepaste accessoires

    • B23B 41/02

      voor het boren van diepe gaten; Schachtboren, bijv. van pistoollopen of geweerlopen

    • B23B 41/04

      voor het boren van veelhoekige of andere niet-cirkelvormige gaten

    • B23B 41/06

      voor het boren van kegelvormige gaten

    • B23B 41/08

      voor het boren, tappen en dergelijke van gaten in buizen die onder druk van een fluïdum of een gas staan (kenmerken of bewerkingen voor het afdichten, gecombineerd met het plaatsen van aftakkingen F16L 41\5)

    • B23B 41/10

      voor het boren van gaten in stoomketels

    • B23B 41/12

      voor het vormen van werkvlakken van cilinders, lagers, bijv. in koppen van aandrijfstangen, of van andere motoronderdelen

    • B23B 41/14

      voor zeer kleine gaten

    • B23B 41/16

      voor het boren van gaten met een oppervlak van hoge kwaliteit

  • B23B 43/00

    Boorinrichtingen en dergelijke die aan een machinegereedschap kunnen worden vastgemaakt, waarbij al dan niet een werkend deel van het machinegereedschap wordt vervangen (zie indien speciaal aangepast voor specifiek werk B23B 41\5)

    • B23B 43/02

      aan de losse kop van een draaibank

  • B23B 45/00

    In de hand gehouden of soortgelijke draagbare boormachines, bijv. boorpistolen; Uitrusting daarvoor (zie voor details of componenten, bijv. behuizingen of lichamen, van door een krachtbron aangedreven draagbaar gereedschap dat niet specifiek in verband staat met de uitgevoerde bewerking B25F 5\5) [4]

    • B23B 45/02

      aangedreven door elektrische energie

    • B23B 45/04

      aangedreven door fluïdumdruk of pneumatische druk

    • B23B 45/06

      aangedreven door mankracht

      • B23B 45/08

        voor het boren van rails of een voorraad profielstukken

      • B23B 45/10

        door gebruik te maken van een strijkstok of een riem

      • B23B 45/12

        door gebruik te maken van een ratelboor

    • B23B 45/14

      Middelen voor het vasthouden of geleiden van de boorinrichting of voor het vastzetten daarvan aan het werk B23B 41\5 heeft voorrang); Thrust standaards

    • B23B 45/16

      met een extra stotende werking (draagbare stotende machines met een extra rotatie B25D 16\5) [3]

Componenten of accessoires voor boormachines en dergelijke

  • B23B 47/00

    Constructieve kenmerken van speciaal ontworpen componenten voor boormachines en dergelijke; Accessoires daarvoor (werkspindels, lagerbussen daarvoor B23B 19\5; van machinegereedschap in het algemeen B23Q)

    • B23B 47/02

      Aandrijvingen; Drijfwerken B23B 39\5 heeft voorrang)

      • B23B 47/04

        voor het laten roteren van de werkspindel

        • B23B 47/06

          voornamelijk aangedreven door elektrische middelen

        • B23B 47/08

          voornamelijk aangedreven door fluïdumdruk of pneumatische druk

          • B23B 47/10

            uitgerust met turbines of andere rotatiemachines

          • B23B 47/12

            uitgerust met oscillerende zuigers

        • B23B 47/14

          Versnellingsmechanismen; Omkeermechanismen

        • B23B 47/16

          Riemaandrijvingen of kettingaandrijvingen

      • B23B 47/18

        voor het toevoeren of terugtrekken van gereedschap of werk

        • B23B 47/20

          voornamelijk in werking gesteld door elektrische energie

        • B23B 47/22

          voornamelijk in werking gesteld door fluïdumdruk of pneumatische druk

        • B23B 47/24

          Stoppen of onderbreken van de toevoer ten gevolge van breuk of overbelasting van het boorgereedschap en dergelijke

    • B23B 47/26

      Boorkoppen of spilkoppen die kunnen worden opgetild of die kunnen zakken; Balanceerinrichtingen daarvoor

    • B23B 47/28

      Boorpasmallen voor werkstukken (uitrusting voor het zetten of geleiden van boren B23B 49\5)

    • B23B 47/30

      Extra drijfwerk met één of meer werkspindels die aan de hoofdwerkspindel kunnen worden vastgemaakt, en het bevestigen van het extra drijfwerk

    • B23B 47/32

      Voorzieningen voor het voorkomen van het weglopen van boren of van boorbreuk tijdens het doorboren

    • B23B 47/34

      Voorzieningen voor het verwijderen van spanen uit de gemaakte gaten; Aan het gereedschap vastgemaakte voorzieningen voor het breken van spanen

  • B23B 49/00

    Meetuitrusting of ijkuitrusting op boormachines voor het positioneren of geleiden van de boor; Inrichtingen voor het aanduiden van het haperen van boren tijdens het boren; Centreerinrichtingen voor te boren gaten (aftekenuitrusting B25H 7\5; meetinrichtingen, kalibers G01B)

    • B23B 49/02

      Boormallen of draagbussen voor het boren

    • B23B 49/04

      Inrichtingen voor het boren van centreergaten in werkstukken

    • B23B 49/06

      Inrichtingen voor het boren van gaten in rembanden of remvoeringen

  • B23B 51/00

    Gereedschap voor boormachines

    • B23B 51/02

      Spiraalboren

    • B23B 51/04

      voor het schachtboren

      • B23B 51/05

        voor het snijden van schijven uit een plaat [4]

    • B23B 51/06

      Boren met smeeruitrusting of koeluitrusting

    • B23B 51/08

      Boren die zijn gecombineerd met gereedschapsdelen of gereedschap voor het uitvoeren van een extra bewerking

    • B23B 51/10

      Verzinkkoppen

    • B23B 51/12

      Verloopstukken voor boren of klauwplaten; Tapse bussen

      • B23B 51/14

        Verloopstukken voor gebroken boren