B29C - Vormen of samenvoegen van kunststoffen; niet elders ondergebracht vormen van materiaal in plastische toestand; nabehandelen van de gevormde producten, bijv. repareren

(maken van voorvormen B29B 11\5; maken van gelamineerde producten door combineren van niet eerder samengevoegde lagen tot één product, waarvan de lagensamengevoegd blijven B32B 37\5 - B32B 41\5) [4,17]

Aantekeningen

(1) Onder deze subklasse valt: - het vormen of samenvoegen van kunststoffen; - het vormen van materiaal in plastische toestand, waarbij geen specifiek materiaal wordt onderscheiden; - het niet elders ondergebracht vormen van materiaal in plastische toestand. [17] (2) Onder deze subklasse valt niet: - het bewerken van kunststofplaatmateriaal op een analoge wijze aan het bewerken van papier, wat valt onder de klasse B31; - het elders ondergebracht vormen van materialen, bijv. van metaal, klei of voeingswaren. [17] (3) De aandacht wordt gevestigd op Aantekening (3) volgend op de titel van klasse B29. [4,17] (4) In deze subklasse: - wordt het repareren van artikelen die zijn gemaakt van kunststoffen of materiaal in een plastische toestand, bijv. van artikelen die worden gevormd of geproduceerd door gebruik te maken van technieken die vallen onder deze subklasse of subklasse B29D, geklasseerd in groep B29C 73\5; - worden componenten, details, accessoires of hulpbewerkingen die toepasbaar zijn bij meer dan één giettechniek, geklasseerd in de groepen B29C 31\5 - B29C 37\5; - worden componenten, details, accessoires of hulpbewerkingen die alleen toepasbaar of bruikbaar zijn bij één specifieke vormtechniek, alleen geklasseerd in de relevante subgroepen van groepen B29C 39\5 - B29C 71\5. [4,5,17] (5) In deze subklasse is het gewenst om de indexcodes van de subklassen B29K en B29L toe te voegen. [4,17]

Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

Aantekening

De aandacht wordt gevestigd op Aantekening (3) volgend op de titel van deze subklasse. [4]

  • B29C 31/00

    Hanteren, bijv. toevoeren van het te vormen materiaal [4,18]

    • B29C 31/02

      Afgeven uit vaten, bijv. vultrechters [4]

    • B29C 31/04

      Injecteren of toevoeren, bijv. in een matrijsholte [4,18]

      • B29C 31/06

        in afgepaste hoeveelheden [4,18]

      • B29C 31/08

        van voorvormen [4]

      • B29C 31/10

        van meerdere materialen [4]

  • B29C 33/00

    Matrijzen of kernen; Details daarvan of accessoires daarvoor [4]

    • B29C 33/02

      met ingebouwde verwarmingsmiddelen of koelmiddelen [4]

      • B29C 33/04

        gebruikmakend van vloeistoffen, gas of stoom [4]

      • B29C 33/06

        gebruikmakend van straling [4]

      • B29C 33/08

        voor het diëlektrisch verwarmen [4]

    • B29C 33/10

      met ingebouwde ontluchtingsmiddelen [4]

    • B29C 33/12

      met ingebouwde middelen voor het positioneren van inzetstukken, bijv. labels [4]

      • B29C 33/14

        tegen de matrijswand [4]

        • B29C 33/16

          gebruikmakend van magnetische middelen [4]

        • B29C 33/18

          gebruikmakend van een vacuüm [4]

    • B29C 33/20

      Openen, sluiten of klemmen [4]

      • B29C 33/22

        door een lineaire beweging [4]

        • B29C 33/24

          gebruikmakend van hydraulische of pneumatische middelen [4]

      • B29C 33/26

        door een draaibeweging [4]

        • B29C 33/28

          gebruikmakend van hydraulische of pneumatische middelen [4]

    • B29C 33/30

      Monteren, uitwisselen of centreren [4]

      • B29C 33/32

        gebruikmakend van magnetische middelen [4]

    • B29C 33/34

      beweegbaar, bijv. naar of van het vormstation [4]

      • B29C 33/36

        continu beweegbaar [4]

    • B29C 33/38

      gekenmerkt door het materiaal of het fabricaproces B29C 33\5 heeft voorrang) [4,18]

      • B29C 33/40

        Kunststoffen, bijv. schuim of rubber [4]

    • B29C 33/42

      gekenmerkt door de vorm van het matrijsoppervlak, bijv. ribben of groeven [4]

    • B29C 33/44

      met middelen voor het verwijderen van artikelen of speciaal daartoe geconstrueerd, bijv. van artikelen met een ondersnijding [4]

      • B29C 33/46

        gebruikmakend van fluïdumdruk [4]

      • B29C 33/48

        met middelen voor het inklappen of demonteren [4]

        • B29C 33/50

          elastisch [4]

      • B29C 33/52

        oplosbaar of smeltbaar [4]

      • B29C 33/54

        van poedervormig of korrelvormig materiaal [4]

    • B29C 33/56

      Coatings; Middelen voor het afgeven, smeren of lossen [4]

      • B29C 33/58

        Aanbrengen van de afgiftemiddelen [4]

      • B29C 33/60

        Middelen voor het afgeven, smeren of lossen [4]

        • B29C 33/62

          op basis van polymeren of oligomeren [4]

          • B29C 33/64

            Silicium [4]

          • B29C 33/66

            Cellulose; Derivaten daarvan [4]

      • B29C 33/68

        Afgiftevellen [4]

    • B29C 33/70

      Onderhouden [4]

      • B29C 33/72

        Reinigen [4]

      • B29C 33/74

        Repareren [4]

    • B29C 33/76

      Kernen B29C 33\5 tot B29C 33\5 hebben voorrang) [4]

  • B29C 35/00

    Verwarmen, koelen of uitharden, bijv. verknopen of vernetten (crosslinken), of vulkaniseren; Apparatuur daarvoor (matrijzen met ingebouwde verwarmingsmiddelen of koelmiddelen B29C 33\5; inrichtingen voor het uitharden van gebitsprothesen van kunststof A61C 13\5; vóór het gieten B29B 13\5) [4,18]

    • B29C 35/02

      Verwarmen of uitharden, bijv. verknopen (crosslinken), of vulkaniseren (koud vulkaniseren B29C 35\5) [4]

      • B29C 35/04

        gebruikmakend van vloeistoffen, gas of stoom [4]

        • B29C 35/06

          voor artikelen met een oneindige lengte [4]

      • B29C 35/08

        door golfenergie of deeltjesstraling [4]

        • B29C 35/10

          voor artikelen met een oneindige lengte [4]

      • B29C 35/12

        Diëlectrisch verwarmen [4]

        • B29C 35/14

          voor artikelen met een oneindige lengte [4]

    • B29C 35/16

      Koelen [4]

    • B29C 35/18

      Koud vulkaniseren [4]

  • B29C 37/00

    Componenten, details, accessoires of hulpbewerkingen voorzover niet vallend onder de groepen B29C 33\5 of B29C 35\5 [4]

    • B29C 37/02

      Afbramen of ontbramen [4,18]

      • B29C 37/04

        van gelaste artikelen, bijv. afbramen of ontbramen in combinatie met lassen [4]

Specifieke vormtechnieken, bijv. gieten of samenvoegen; Apparatuur daarvoor [4]

  • B29C 39/00

    Vormen door gieten, d.w.z. het inbrengen van het gietmateriaal in een matrijs of tussen aangrenzende oppervlakken zonder noemenswaardige gietdruk; Apparatuur daarvoor B29C 41\5 heeft voorrang) [4]

    • B29C 39/02

      voor het maken van artikelen met een eindige lengte, d.w.z. afzonderlijke artikelen [4]

      • B29C 39/04

        gebruikmakend van beweegbare matrijsdelen B29C 41\5 heeft voorrang) [4]

        • B29C 39/06

          continu beweegbaar, bijv. langs een productielijn [4]

        • B29C 39/08

          Inbrengen van het materiaal in de matrijs door centrifugaalkracht [4]

      • B29C 39/10

        met voorgevormde delen of lagen, bijv. gieten rondom inzetstukken of voor het coaten van artikelen [4]

      • B29C 39/12

        Maken van meerlaagse of meerkleurige artikelen [4]

    • B29C 39/14

      voor het maken van artikelen met een oneindige lengte [4]

      • B29C 39/16

        tussen eindloze banden [4]

      • B29C 39/18

        met voorgevormde delen of lagen, bijv. gieten rondom inzetstukken of voor het coaten van artikelen [4]

      • B29C 39/20

        Maken van meerlaagse of meerkleurige artikelen [4]

    • B29C 39/22

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

      • B29C 39/24

        Toevoeren van gietmateriaal in de matrijs [4]

      • B29C 39/26

        Matrijzen of kernen [4]

        • B29C 39/28

          met middelen voor het voorkomen van bramen [4]

        • B29C 39/30

          met middelen voor het doorsnijden van een artikel [4]

        • B29C 39/32

          met verbindingen en dergelijke voor het ondoordringbaar maken van de matrijs [4]

        • B29C 39/34

          voor artikelen met een ondersnijding [4]

      • B29C 39/36

        Afvoeren van gegoten artikelen [4]

      • B29C 39/38

        Verwarmen of koelen [4]

      • B29C 39/40

        Compenseren van volumeverandering, bijv. door terugtrekken [4]

      • B29C 39/42

        Gieten onder speciale condities, bijv. in een vacuüm [4]

      • B29C 39/44

        Meten, sturen of regelen [4]

  • B29C 41/00

    Vormen door het coaten van een matrijs, kern of ander substraat, d.w.z. door het afzetten van materiaal en het vervolgens afstropen van het gevormde artikel; Apparatuur daarvoor (met verdichtingsdruk B29C 43\5) [4]

    • B29C 41/02

      voor het maken van artikelen met een eindige lengte, d.w.z. afzonderlijke artikelen [4]

      • B29C 41/04

        Rotatiegieten of centrifugaalgieten, d.w.z. het coaten van de binnenzijde van een matrijs door het roteren van de matrijs [4]

        • B29C 41/06

          om twee of meer assen [4]

      • B29C 41/08

        Coaten van een vorm, kern of ander substraat door sproeien of fluïdiseren, bijv. sproeien met een poeder [4]

        • B29C 41/10

          door fluïdiseren [4]

      • B29C 41/12

        Uitspreiden van het materiaal over een substraat [4]

      • B29C 41/14

        Indopen van een kern [4]

      • B29C 41/16

        Suspensiegieten, d.w.z. het aanbrengen van een suspensie of slurrie op een geperforeerd of poreus of absorberend oppervlak waardoorheen de vloeistof wegvloeit [4]

      • B29C 41/18

        Slush gieten, d.w.z. het gieten van gietmateriaal in een holle matrijs waarbij het overtollige materiaal wordt afgegoten [4]

      • B29C 41/20

        met voorgevormde delen of lagen, bijv. gieten rondom inzetstukken of voor het coaten van artikelen [4]

      • B29C 41/22

        Maken van meerlaagse of meerkleurige artikelen [4]

    • B29C 41/24

      voor het maken van artikelen met een oneindige lengte [4]

      • B29C 41/26

        door het afzetten van vloeibaar materiaal op een roterende trommel [4]

      • B29C 41/28

        door het afzetten van vloeibaar materiaal op een eindloze band [4]

      • B29C 41/30

        met voorgevormde delen of lagen, bijv. gieten rondom inzetstukken of voor het coaten van artikelen [4]

      • B29C 41/32

        Maken van meerlaagse of meerkleurige artikelen [4]

    • B29C 41/34

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

      • B29C 41/36

        Toevoeren van het materiaal naar de matrijs, de kern of een ander substraat [4]

      • B29C 41/38

        Matrijzen, kernen of andere substraten [4]

        • B29C 41/40

          Kernen [4]

      • B29C 41/42

        Verwijderen van artikelen uit matrijzen, van kernen of van andere substraten [4]

        • B29C 41/44

          Artikelen met een oneindige lengte [4]

      • B29C 41/46

        Verwarmen of koelen [4]

      • B29C 41/48

        Compenseren van volumeverandering, bijv. door terugtrekken [4]

      • B29C 41/50

        Vormen onder speciale condities, bijv. in een vacuüm [4]

      • B29C 41/52

        Meten, sturen of regelen [4]

  • B29C 43/00

    Compressiegieten, d.w.z. het uitoefenen van een uitwendige druk voor het laten vloeien van het gietmateriaal; Apparatuur daarvoor [4,6,18]

    • B29C 43/02

      van artikelen met een eindige lengte, d.w.z. afzonderlijke artikelen [4]

      • B29C 43/04

        gebruikmakend van beweegbare matrijsdelen [4]

        • B29C 43/06

          continu beweegbaar [4]

          • B29C 43/08

            met een rondgaande beweging [4]

      • B29C 43/10

        Isostatisch persen, d.w.z. gebruikmakend van niet-starre lichamen die druk uitoefenen op starre delen of stempels [4]

        • B29C 43/12

          gebruikmakend van zakken die het gietmateriaal omgeven [4]

      • B29C 43/14

        in diverse stappen [4]

      • B29C 43/16

        Smeden [4]

      • B29C 43/18

        met voorgevormde delen of lagen, bijv. compressiegieten rondom inzetstukken of voor het coaten van artikelen [4]

      • B29C 43/20

        Maken van meerlaagse of meerkleurige artikelen [4]

    • B29C 43/22

      van artikelen met een oneindig lengte [4]

      • B29C 43/24

        Kalanderen [4]

      • B29C 43/26

        in meerdere stappen B29C 43\5 heeft voorrang) [4]

      • B29C 43/28

        met voorgevormde delen of lagen, bijv. compressiegieten rondom inzetstukken of voor het coaten van artikelen [4]

      • B29C 43/30

        Maken van meerlaagse of meerkleurige artikelen [4]

    • B29C 43/32

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

      • B29C 43/34

        Toevoeren van het materiaal naar de matrijs of de compressiemiddelen [4]

      • B29C 43/36

        Matrijzen voor het maken van artikelen met een eindige lengte, d.w.z. afzonderlijke artikelen [4]

        • B29C 43/38

          met middelen voor het vermijden van bramen [4]

        • B29C 43/40

          met middelen voor het doorsnijden van het artikel [4]

        • B29C 43/42

          voor artikelen met een ondersnijding [4]

      • B29C 43/44

        Compressiemiddelen voor het maken van artikelen met een oneindige lengte [4]

        • B29C 43/46

          Walsen [4]

        • B29C 43/48

          Eindloze banden [4]

      • B29C 43/50

        Afvoeren van gegoten artikelen [4]

      • B29C 43/52

        Verwarmen of koelen [4]

      • B29C 43/54

        Compenseren van volumeverandering, bijv. door terugtrekken [4]

      • B29C 43/56

        Compressiegieten onder speciale condities, bijv. in een vacuüm [4]

      • B29C 43/58

        Meten, sturen of regelen [4]

  • B29C 44/00

    Vormen door inwendige druk die in het materiaal wordt opgewekt, bijv. zwellen of schuimen [6]

    • B29C 44/02

      voor artikelen met een eindige lengte, d.w.z. afzonderlijke artikelen [6]

      • B29C 44/04

        bestaande uit tenminste twee delen van chemisch of fysisch verschillende materialen, bijv. met verschillende dichtheden [6]

        • B29C 44/06

          Maken van meerlaagse artikelen [6]

      • B29C 44/08

        gebruikmakend van meerdere expansiestappen [6]

      • B29C 44/10

        Uitoefenen van tegendruk tijdens het expanderen [6]

      • B29C 44/12

        Inbrengen van of gieten op voorgevormde delen, bijv. inzetstukken of versterkingen [6]

        • B29C 44/14

          waarbij het voorgevormde deel een bekleding is [6]

          • B29C 44/16

            gevormd door het expanderen van het materiaal [6]

        • B29C 44/18

          Vullen van voorgevormde holten [6]

    • B29C 44/20

      voor artikelen met een oneindige lengte [6]

      • B29C 44/22

        bestaande uit tenminste twee delen van chemisch of fysisch verschillende materialen, bijv. met verschillende dichtheden [6]

        • B29C 44/24

          Maken van meerlaagse artikelen [6]

      • B29C 44/26

        gebruikmakend van meerdere expansiestappen [6]

      • B29C 44/28

        Expanderen van het gietmateriaal op continue bewegende oppervlakken [6]

      • B29C 44/30

        Expanderen van het gietmateriaal tussen eindloze banden of walsen [6]

      • B29C 44/32

        Inbrengen in of gieten op voorgevormde delen, bijv. bekledingen, inzetstukken of versterkingen [6]

    • B29C 44/34

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [6]

      • B29C 44/36

        Toevoeren van het te vormen gietmateriaal [6]

        • B29C 44/38

          in een gesloten ruimte, d.w.z. voor het maken van artikelen met een eindige lengte [6]

          • B29C 44/40

            door zwaartekracht, bijv. door gieten [6]

          • B29C 44/42

            gebruikmakend van drukverschil, bijv. door injecteren of vacumeren [6]

          • B29C 44/44

            in de vorm van expandeerbare deeltjes of bolletjes [6]

        • B29C 44/46

          in een open ruimte of op bewegende oppervlakken, d.w.z. voor het maken van artikelen met een oneindige lengte [6]

          • B29C 44/48

            door zwaartekracht, bijv. door te gieten op of tussen bewegende oppervlakken [6]

          • B29C 44/50

            gebruikmakend van drukverschil, bijv. door extruderen of spuiten [6]

            • B29C 44/52

              tussen bewegende oppervlakken [6]

          • B29C 44/54

            in de vorm van expandeerbare deeltjes of bolletjes [6]

      • B29C 44/56

        Nabehandelen van artikelen, bijv. voor het veranderen van de vorm [6]

      • B29C 44/58

        Matrijzen [6]

      • B29C 44/60

        Meten, sturen of regelen [6]

  • B29C 45/00

    Spuitgieten of injectiegieten, d.w.z. het met kracht via een mondstuk in een gesloten matrijs brengen van de benodigde hoeveelheid gietmateriaal; Apparatuur daarvoor (injectieblazen B29C 49\5) [4]

    • B29C 45/02

      Transfergieten, d.w.z. het overbrengen van de benodigde hoeveelheid gietmateriaal met een plunjer vanuit een buffer naar een matrijsholte [4]

    • B29C 45/03

      Spuitgietapparatuur (transfergieten B29C 45\5) [4]

      • B29C 45/04

        gebruikmakend van beweegbare matrijzen B29C 45\5 heeft voorrang) [4]

        • B29C 45/06

          op een draaitafel [4]

      • B29C 45/07

        gebruikmakend van beweegbare injectie-eenheden [4]

        • B29C 45/08

          met de mal meebewegend tijdens het injecteren [4]

      • B29C 45/10

        gebruikmakend van matrijzen of injectie-eenheden die in verschillende opstellingen of onderlinge combinaties kunnen worden gebruikt [4]

      • B29C 45/12

        gebruikmakend van twee of meer vaste matrijzen, bijv. in een tandemopstelling [4]

      • B29C 45/13

        gebruikmakend van twee of meer injectie-eenheden die samenwerken met één matrijs [4]

    • B29C 45/14

      met voorgevormde delen of lagen, bijv. spuitgieten rondom inzetstukken of voor het coaten van artikelen [4]

    • B29C 45/16

      Maken van meerlaagse of meerkleurige artikelen [4]

    • B29C 45/17

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

      • B29C 45/18

        Toevoeren van gietmateriaal in de spuitgietapparatuur [4]

      • B29C 45/20

        Spuitgietmonden [4]

        • B29C 45/22

          Meervoudige mondstuksystemen [4]

        • B29C 45/23

          Uitrusting voor het stopzetten van de toevoer [4]

        • B29C 45/24

          Reinigingsuitrusting [4]

      • B29C 45/26

        Matrijzen [4]

        • B29C 45/27

          Aanspuitkanalen [4]

          • B29C 45/28

            Sluitinrichtingen daarvoor [4]

          • B29C 45/30

            Middelen in het aanspuitkanaal voor het regelen van de stroming, bijv. torpedovormig [4]

        • B29C 45/32

          met diverse matrijsholten die zich in axiale richting op afstand van elkaar bevinden [4]

        • B29C 45/33

          met in dwarsrichting, bijv. radiaal, beweegbare matrijsdelen [4]

        • B29C 45/34

          met ontluchtingsmiddelen [4]

        • B29C 45/36

          met middelen voor het plaatsen of centreren van kernen [4]

        • B29C 45/37

          Wanden van vormholten of matrijsholten [4]

      • B29C 45/38

        Afscheidingsmiddelen voor aanspuitkanalen of zijdoorlaten van de gietopening [4]

      • B29C 45/40

        Afvoeren of uitstoten van spuitgietartikelen [4]

        • B29C 45/42

          gebruikmakend van middelen die van buiten de matrijs tussen de matrijsdelen kunnen worden bewogen [4]

        • B29C 45/43

          gebruikmakend van een fluïdum onder druk [4]

        • B29C 45/44

          voor artikelen met een ondersnijding [4]

      • B29C 45/46

        Middelen voor het verweken of homogeniseren van de spuitgietmassa of voor het met kracht in een matrijs brengen daarvan [4]

        • B29C 45/47

          gebruikmakend van schroeven B29C 45\5 heeft voorrang) [4]

          • B29C 45/48

            Kneedschroeven en injectieschroeven [4]

          • B29C 45/50

            Axiaal beweegbare schroeven [4]

            • B29C 45/52

              Terugslaginrichtingen [4]

        • B29C 45/53

          gebruikmakend van een injectieplunjer of een injectiezuiger [4]

          • B29C 45/54

            en een kneedschroef [4]

        • B29C 45/56

          gebruikmakend van matrijsdelen die tijdens of na het injecteren kunnen bewegen, bijv. compressiespuitgieten [4]

        • B29C 45/57

          Uitoefenen van nadruk op de spuitgietmassa [4]

        • B29C 45/58

          Details [4]

          • B29C 45/60

            Schroeven [4]

          • B29C 45/62

            Pompzuigers of cilinders [4]

          • B29C 45/63

            Ontluchtingsmiddelen of ontgassingsmiddelen [4]

      • B29C 45/64

        Inrichtingen voor het openen, sluiten of inklemmen van een matrijs [4]

        • B29C 45/66

          mechanisch [4]

        • B29C 45/67

          hydraulisch [4]

        • B29C 45/68

          hydromechanisch [4]

      • B29C 45/70

        Middelen voor het verweken of homogeniseren van de spuitgietmassa of voor het met kracht in een matrijs brengen daarvan, gecombineerd met een inrichting voor het openen, sluiten of dichtklemmen van de matrijs [4]

      • B29C 45/72

        Verwarmen of koelen [4]

        • B29C 45/73

          van de matrijs [4]

        • B29C 45/74

          van de injectie-eenheid [4]

      • B29C 45/76

        Meten, sturen of regelen [4]

        • B29C 45/77

          van de snelheid of druk van de spuitgietmassa [4]

        • B29C 45/78

          van de temperatuur [4]

        • B29C 45/80

          van de onderlinge positie van matrijsdelen [4]

        • B29C 45/82

          Hydraulische circuits [4]

      • B29C 45/83

        Smeermiddelen [4]

      • B29C 45/84

        Veiligheidsinrichtingen [4]

  • B29C 48/00

    Extrusiegieten, d.w.z. het naar buiten persen van de spuitgietmassa door een stempel of mondstuk v0or het meegeven van de uiteindelijke vorm; Apparatuur daarvoor (extrusieblazen B29C 49\5) [19]

    • B29C 48/02

      Kleine extrusie-apparatuur, bijv. handbediend, speelgoed of laboratoriumextrusie-apparatuur [19]

    • B29C 48/025

      Algemene opstelling of plaatsing van een productiebedrijf [19]

    • B29C 48/03

      gekenmerkt door de vorm van het extrusiemateriaal tijdens de extrusie [19]

      • B29C 48/04

        Deeltjesvormig (maken van korrels B29B9/00) [19]

      • B29C 48/05

        Filamentvormig, bijv. strengen [19]

      • B29C 48/06

        Staafvormig [19]

      • B29C 48/07

        Plat, bijv. panelen [19]

        • B29C 48/08

          flexibel, bijv. films [19]

      • B29C 48/09

        Artikelen met een doorsneden met geheel of gedeeltelijk ingesloten holten, bijv. leidingen of kanalen [19]

        • B29C 48/10

          flexibel, bijv. blaasfoliën [19]

        • B29C 48/11

          met twee of meer geheel of gedeeltelijk ingesloten holten, bijv. honingraatvormig [19]

      • B29C 48/12

        Artikelen met een onregelmatige omtrek vanuit dwarsdoorsnede-aanzicht, bijv. raamprofielen [19]

      • B29C 48/13

        Artikelen met een doorsnede die varieert in lengterichting, bijv. gegolfde buizen [19]

    • B29C 48/14

      gekenmerkt door bijzondere extrusie-omstandigheden, bijv. in een aangepaste atmosfeer of met gebruik van trilling [19]

    • B29C 48/15

      met voorgevormde delen of lagen, bijv. extrusiegieten rondom inzetstukken [19]

      • B29C 48/151

        Bekleden van holle artikelen [19]

        • B29C 48/152

          van het binnenoppervlak daarvan [19]

          • B29C 48/153

            Bekleden van zowel het binnenoppervlak als het buitenoppervlak [19]

      • B29C 48/154

        Bekleden van vaste artikelen, d.w.z. niet-holle artikelen [19]

        • B29C 48/155

          Gedeeltelijk bekleden daarvan [19]

      • B29C 48/156

        Simultaan bekleden van twee of meer artikelen [19]

      • B29C 48/157

        Bekleden van met elkaar verbonden inzetstukken, bijv. kettingen [19]

    • B29C 48/16

      Artikelen met twee of meer componenten, bijv. gecoëxtrudeerde lagen [19]

      • B29C 48/17

        waarbij de componenten verschillende kleuren hebben [19]

      • B29C 48/18

        waarbij de componenten bestaan uit lagen [19]

        • B29C 48/19

          waarbij de lagen langs hun randen met elkaar zijn verbonden [19]

        • B29C 48/20

          waarbij één van de lagen bestaat uit een strook, bijv. een gedeeltelijk ingebedde strook [19]

        • B29C 48/21

          waarbij de lagen aan hun oppervlakken met elkaar zijn verbonden [19]

        • B29C 48/22

          met middelen voor het met elkaar verbinden van de lagen, bijv. bindlagen of ondersnijdingen [19]

        • B29C 48/23

          met middelen voor het vermijden van hechting van de lagen, bijv. voor het vormen van afstroopbare lagen [19]

    • B29C 48/25

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [19]

      • B29C 48/255

        Doorstroomregelmiddelen, bijv. kleppen (stroomverdelers B29C 48\5) [19]

      • B29C 48/265

        Draagstructuren of bases voor apparatuur, bijv. frames [19]

      • B29C 48/27

        Reinigen; x; Vermijden van vervuiling [19]

      • B29C 48/275

        Terugwinnen of hergebruiken vanenergie of materialen [19]

      • B29C 48/28

        Opslaan van geëxtrudeerd materiaal, bijv. door opwikkelen of stapelen [19]

      • B29C 48/285

        Toevoeren van het extrusiemateriaal aan de extrusiemachine [19]

        • B29C 48/29

          in vloeibare vorm [19]

        • B29C 48/295

          in gasvorm [19]

      • B29C 48/30

        Extrusiespuitmonden of extrusiemallen (extrusie gekenmerkt door de vorm of doorsneden van het geëxtrudeerde artikel B29C 48\5) [19]

        • B29C 48/305

          met een brede opening, bijv. voor het vormen van vellen [19]

          • B29C 48/31

            verstelbaar [19]

          • B29C 48/315

            met delen die releatief ten opzichte van elkaar oscilleren [19]

        • B29C 48/32

          met ringvormige openingen, bijv. voor het vormen van buisvormige artikelen [19]

          • B29C 48/325

            verstelbaar [19]

          • B29C 48/33

            met delen die releatief ten opzichte van elkaar oscilleren [19]

          • B29C 48/335

            Meerdere ringvormige extrusiespuitmonden in co-axiale opstelling, bijv. voor het maken van meerlaagse buisvormige artikelen [19]

          • B29C 48/34

            Kruiskopvormige, ringvormige extrusiespuitmonden, d.w.z. voor het gelijktijdig opnemen van gietmateriaal en de te coaten voorvorm [19]

        • B29C 48/345

          Extrusiespuitmonden met twee of meer naast elkaar aangebrachte doorlaten, voor het gelijktijdig extruderen van meerdere strengen, bijv. voor het pelletiseren [19]

        • B29C 48/35

          met rollen [19]

      • B29C 48/355

        Transporteurs voor geëxtrudeerde artikelen [19]

      • B29C 48/36

        Middelen voor het verweken of homogeniseren van de spuitgietmassa of voor het met kracht door een mondstuk of een kop persen daarvan [19]

        • B29C 48/365

          gebruikmakend van pompen, bijv. zuigerpompen [19]

          • B29C 48/37

            Tandwielpompen [19]

        • B29C 48/375

          Weekmakers, homogenisatoren of toevoerinrichtingen met twee of meer trappen [19]

          • B29C 48/38

            gebruikmakend van twee of meer serieel opgestelde schroeven in dezelfde loop [19]

          • B29C 48/385

            gebruikmakend van twee of meer serieel opgestelde schroeven in verschillende lopen [19]

          • B29C 48/39

            waarbij een eerste extrustie-apparaat de smelt toevoert aan een tussenlocatie van een tweede extrusie-apparaat [19]

        • B29C 48/395

          gebruikmakend van schroeven die zijn omgeven door een gemeenschappelijke loop, bijv. een extrusie-apparaat met enkele schroef [19]

          • B29C 48/40

            gebruikmakend van twee of meer parallelle schroeven, bijv. een extrusie-apparaat met dubbele schroef [19]

            • B29C 48/405

              met in elkaar grijpende, gezamenlijk draaiende schroeven [19]

            • B29C 48/41

              met in elkaar grijpende, tegengesteld draaiende schroeven [19]

            • B29C 48/415

              en met gedeeltelijk niet in elkaar grijpende schroeven [19]

            • B29C 48/42

              Ongelijke of niet-gespiegelde schroeven [19]

            • B29C 48/425

              gebruikmakend van drie of meer schroeven (serieel geplaatste schroeven B29C 48\5 of B29C 48\5) [19]

              • B29C 48/43

                Ringextrusie-apparatuur [19]

    • B29C 48/435

      . . . . Onderschroeven [19]

      • B29C 48/44

        Planetaire schroeven [19]

    • B29C 48/445

      Coanxiaal opgestelde schroeven, d.w.z. de één binnen de ander [19]

      • B29C 48/45

        Axiaal verplaatsbare schroeven [19]

      • B29C 48/455

        Schroeven die zijn opgesteld om materiaal naar elkaar toe te transporteren, bijv. aparte schroeven die achter elkaar zijn geplaatst en in tegenovergestelde richtingen toevoeren [19]

    • B29C 48/46

      gebruikmakend van vleugels [19]

      • B29C 48/465

        gebruikmakend van rollen [19]

      • B29C 48/47

        gebruikmakend van schijven, bijv. verweken van het spuitgietmateriaal door het laten passeren daarvan tussen een vaste en een draaiende schijf die coaxiaal zijn opgesteld [19]

      • B29C 48/475

        gebruikmakend van zuigers, accumulatoren of persen [19]

        • B29C 48/48

          Twee of meer persen of zuigers [19]

        • B29C 48/485

          Hydrostatische extrusie [19]

      • B29C 48/49

        gebruikmakend van twee of meer extrusie-apparaten voor het voeden van één matrijs of spuitmond [19]

        • B29C 48/495

          Feedblocks (extrusiegieten van meercomponenten-artikelen B29C 48\5) [19]

      • B29C 48/50

        Details van extusie-apparaten [19]

        • B29C 48/505

          Schroeven [19]

          • B29C 48/51

            met inwendige stromingsdoorgangen, bijv. voor gesmnolten materiaal [19]

            • B29C 48/515

              voor hulpvloeistoffen, bijv. anti-schuimmiddelen [19]

          • B29C 48/52

            met een buitendiameter die varieert langs de lengteas, bijv. voor het verkrijgen van een verschillende draadspeling [19]

            • B29C 48/525

              Conische schroeven [19]

          • B29C 48/53

            met een variërende kanaaldiepte, bijv. het variëren van de diameter van de langsschroefkoker [19]

          • B29C 48/535

            waarbij de draadspoed varieert langs de lengteas [19]

          • B29C 48/54

            met extra voorwaarts voedende elementen [19]

          • B29C 48/55

            met achterwaarts voedende elementen [19]

          • B29C 48/56

            met andere groeven of holten dan de spoed of het kanaal [19]

          • B29C 48/565

            met andere uitsteeksels dan de spoed, bijv. pennen [19]

          • B29C 48/57

            voorzien van knedende schijfvormige elementen, bijv. met ovaalvormige elementen [19]

          • B29C 48/575

            voorzien van elementen met een over het algemeen ronde doorsneden voor het afschuiven van de smelt, d.w.z. afschuifringelementen [19]

          • B29C 48/58

            voorzien van afdichtringelementen, d.w.z. elementen met een over het algemeen ronde kegelvorm voor het voorkomen van terugstroming van de smelt [19]

          • B29C 48/585

            voorzien van tandwielen die samenwerken met de stroming [19]

          • B29C 48/59

            gekenmerkt door details van de spoed, d.w.z. de vorm van één enkele spoed van de materiaaltoevoerschroef [19]

            • B29C 48/595

              waarbij de spoed een niet-gelijkmatige breedte heeft [19]

            • B29C 48/60

              Spoedranden [19]

            • B29C 48/605

              waarbij de spoed discontinu is [19]

            • B29C 48/61

              Spoed met een golvend profiel [19]

            • B29C 48/615

              Spoed met een variërende spiraalhoek [19]

          • B29C 48/62

            gekenmerkt door de vorm van het spoedkanaal, bijv. U-vormig [19]

          • B29C 48/625

            gekenmerkt door de verhouding tussen de spoedlengte van de schroef en de buitendiameter ervan [de L/D verhouding] [19]

          • B29C 48/63

            met gedeelten zonder mengelementen of spoed, d.w.z. met cilindervormige gedeelten [19]

          • B29C 48/635

            Excentrisch draaiende schroeven; Schroeven die draaien rond een andere as dan de centrale as [19]

          • B29C 48/64

            Schroeven met twee of meer spoeden [19]

            • B29C 48/645

              waarbij de aangrenzende spoed of kanaal een identieke configuratie heeft [19]

            • B29C 48/65

              waarbij de aangrenzende spoed of kanaal een verschillende spoed heeft [19]

            • B29C 48/655

              met drie of meer spoeden [19]

            • B29C 48/66

              Barrier thread, d.w.z. met een eerste en een tweede spoed waarbij de tweede spoed ruimte geeft binnen de loop voor materiaaltransport [19]

          • B29C 48/67

            met ingebouwde menginrichtingen voor zover niet vallend onder de groepen B29C 48\5 tot B 29C 48/66 [19]

        • B29C 48/68

          Lopen of cilinders [19]

          • B29C 48/685

            gekenmerkt door hun inwendige oppervlakte, bijv. met groeven, uitsteeksels of spoed [19]

        • B29C 48/69

          Filters of schermen voor het gietmateriaal [19]

          • B29C 48/691

            Voorzieningen voor het vervangen van filters, bijv. met twee parallelle filters voor afwisselend gebruik [19]

          • B29C 48/692

            in de vorm van banen die verplaastbaar zijn voor het opeenvolgend gebruiken van aangrenzende gebieden [19]

          • B29C 48/693

            In hoofdzaak platte filters die aan het uiteinde van een extrusieschroef dwars op de toevoeras zijn gemonteerd [19]

          • B29C 48/694

            Ronde of conische filters [19]

        • B29C 48/695

          Stroomverdelers, bijv. breekplaten [19]

          • B29C 48/70

            met middelen voor het scheiden, verdelen en opnieuw samenbrengen van smeltstromen [19]

            • B29C 48/71

              voor laagvermeerdering (extrusie van meercomponenten-artikelen B29C 48\5) [19]

        • B29C 48/72

          Terugvoermiddelen, d.w.z. waarbij een deel van het gesmolten materiaal wordt teruggevoerd naar stroomopwaarts gelegen fasen van het extrusie-apparaat [19]

        • B29C 48/74

          Omleidingsmiddelen, d.w.z. waarbij een deel van het gesmolten materiaal wordt weggeleid naar stroomafwaarts gelegen fasen van het extrusie-apparaat [19]

        • B29C 48/76

          Ontluchtingsmiddelen; Ontgassingsmiddelen [19]

    • B29C 48/78

      Thermisch behandelen van het extrusiemateriaal of van voorgevormde delen of lagen, bijv. door verwarmen of koelen [19]

      • B29C 48/79

        van voorgevormde delen of lagen [19]

      • B29C 48/793

        stroomopwaarts van het verwekingsgebied, bijv. verwarmen in de voorraadhopper [19]

        • B29C 48/797

          Koelen [19]

      • B29C 48/80

        in het verwekingsgebied, bijv. door de cilinders te verwarmen [19]

        • B29C 48/82

          Koelen B29C 48\5 heeft voorrang) [19]

        • B29C 48/84

          door verwarmen of koelen van de toevoerschroeven (voor holle schroeven B29C 48\5) [19]

          • B29C 48/85

            Koelen [19]

      • B29C 48/86

        in het spuitmondgebied [19]

        • B29C 48/87

          Koelen [19]

      • B29C 48/875

        voor het bereiken van een niet-gelijkmatige temperatuurverdeling, bijv. gebruikmakend van lopen die zowel koelgebieden als verwarmingsgebieden hebben [19]

Aantekening

Bij het klasseren in deze groep worden vormen of uitvoeringen tevens geklasseerd in de groepen B29C 48\5 tot B29C 48\5. [19]

  • B29C 48/88

    Thermisch behandelen van de stroom geëxtrudeerd materiaal, bijv. koelen [19]

    • B29C 48/885

      Uitwendig behandelen, bijv. door gebruikmaking van luchtringen voor het koelen van buisvormige films [19]

    • B29C 48/89

      Inwendig behandelen, bijv. door toepassing van een inwendige koelvloeistofstroom [19]

    • B29C 48/90

      met ijking of afpassing, d.w.z. gecombineerd met het vastzetten of instellen vande uiteindelijke afmetingen van het geëxtrudeerde artikel [19]

    • B29C 48/91

      Verwarmen, bijv. voor het verknopen [19]

  • B29C 48/92

    Meten, sturen of regelen [19]

  • B29C 48/94

    Smeren [19]

    • B29C 48/95

      door toevoegen van smeermiddel aan het gietmateriaal [19]

  • B29C 48/96

    Veiligheidsinrichtingen [19]

  • B29C 49/00

    In vorm blazen of blaasvormen, d.w.z. het blazen van een voorvorm of parison tot een gewenste vorm in een matrijs; Apparatuur daarvoor [4]

    • B29C 49/02

      Gecombineerd in vorm blazen en maken van de voorvorm of de parison [4]

      • B29C 49/04

        Extrusieblazen [4]

      • B29C 49/06

        Injectieblazen [4]

    • B29C 49/08

      In twee richtingen strekken tijdens het in vorm blazen [4]

      • B29C 49/10

        gebruikmakend van mechanische middelen [4]

        • B29C 49/12

          Strekstaven [4]

        • B29C 49/14

          Klemmen [4]

      • B29C 49/16

        gebruikmakend van drukverschil, bijv. voorblazen [4]

    • B29C 49/18

      gebruikmakend van meerdere blaasstappen ( *

      B29C 49/16

      heeft voorrang) [4]

    • B29C 49/20

      van artikelen met inzetstukken of versterkingen [4]

    • B29C 49/22

      gebruikmakend van meerlaagse voorvormen of parisons [4]

    • B29C 49/24

      Bekleden of labelen [4]

      • B29C 49/26

        als binnenbekleding van buizen [4]

    • B29C 49/28

      Apparatuur voor het in vorm blazen [4]

      • B29C 49/30

        met beweegbare matrijzen of matrijsdelen [4]

        • B29C 49/32

          heen en weer bewegend [4]

          • B29C 49/34

            waarbij de matrijsdelen om en om bewegen [4]

        • B29C 49/36

          draaibaar om één as [4]

        • B29C 49/38

          gemonteerd op beweegbare eindloze dragers [4]

          • B29C 49/40

            op samenwerkende trommels [4]

    • B29C 49/42

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

      • B29C 49/44

        voor het uitoefenen van druk door de wanden van een opblaasbare zak [4]

      • B29C 49/46

        gekenmerkt door gebruik te maken van een specifieke atmosfeer of door andere blaasfluïda dan lucht [4]

      • B29C 49/48

        Matrijzen [4]

        • B29C 49/50

          met snijmiddelen of afbraammiddelen [4]

        • B29C 49/52

          met middelen voor het versieren of bedrukken [4]

        • B29C 49/54

          voor artikelen met een ondersnijding [4]

      • B29C 49/56

        Middelen voor het openen, sluiten of inklemmen [4]

      • B29C 49/58

        Blaasmiddelen [4]

        • B29C 49/60

          Blaasnaalden [4]

      • B29C 49/62

        Ontluchtingsmiddelen [4]

      • B29C 49/64

        Verwarmen of koelen van voorvormen, parisons of geblazen artikelen [4]

        • B29C 49/66

          Koelen door een koelmiddel dat in het geblazen artikel wordt ingebracht [4]

        • B29C 49/68

          Speciaal aangepaste technische ovens voor het verwarmen van voorvormen of parisons [4]

      • B29C 49/70

        Afvoeren of uitstoten van geblazen artikelen uit de matrijs [4]

      • B29C 49/72

        Afbramen buiten de matrijs [4]

        • B29C 49/74

          Afbramen van het halsdeel [4]

      • B29C 49/76

        Van een maatverdeling voorzien van de hals [4]

      • B29C 49/78

        Meten, sturen of regelen [4]

        • B29C 49/80

          Testen, bijv. op lekken [4]

  • B29C 51/00

    Vormen door thermovormen, bijv. het vormen van platen in vormholten of door dieptrekken; Apparatuur daarvoor [4]

    • B29C 51/02

      Gecombineerd thermovormen en maken van de voorvorm [4]

    • B29C 51/04

      Gecombineerd thermovormen en vóórverstrekken, bijv. biaxiaal verstrekken [4]

      • B29C 51/06

        gebruikmakend van een drukverschil [4]

    • B29C 51/08

      Dieptrekken of vormen in een vormholte, d.w.z. alleen gebruikmakend van mechanische middelen [4]

    • B29C 51/10

      Vormen door drukverschil, bijv. in een vacuüm [4]

    • B29C 51/12

      van artikelen met inzetstukken of versterkingen [4]

    • B29C 51/14

      gebruikmakend van meerlaagse voorvormen of platen [4]

    • B29C 51/16

      Bekleden of labelen [4]

    • B29C 51/18

      Thermovormapparatuur [4]

      • B29C 51/20

        met beweegbare matrijzen of matrijsdelen [4]

        • B29C 51/22

          draaibaar om een as [4]

        • B29C 51/24

          gemonteerd op beweegbare eindloze steunen [4]

    • B29C 51/26

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

      • B29C 51/28

        voor het uitoefenen van druk door de wand van een opblaasbare zak of diafragma [4]

      • B29C 51/30

        Matrijzen [4]

        • B29C 51/32

          met snijmiddelen [4]

        • B29C 51/34

          voor artikelen met een ondersnijding [4]

        • B29C 51/36

          speciaal aangepast voor het vormen in een vacuüm [4]

        • B29C 51/38

          Middelen voor het openen, sluiten of inklemmen [4]

        • B29C 51/40

          Ontluchtingsmiddelen [4]

      • B29C 51/42

        Verwarmen of koelen [4]

      • B29C 51/44

        Afvoeren of uitstoten van gegoten artikelen [4]

      • B29C 51/46

        Meten, sturen of regelen [4]

  • B29C 53/00

    Vormen door buigen, vouwen, vlechten, recht maken of plat maken; Apparatuur daarvoor B29C 61\5 heeft voorrang) [4]

    • B29C 53/02

      Buigen of vouwen B29C 53\5, B29C 53\5, B29C 53\5 en B29C 53\5 hebben voorrang) [4]

      • B29C 53/04

        van platen of vellen [4]

        • B29C 53/06

          Vormen van vouwlijnen door persen of inkerven [4]

      • B29C 53/08

        van buizen [4]

      • B29C 53/10

        van geblazen buisvormige films, bijv. voor het vormen van zijvouwen [4]

      • B29C 53/12

        schroefvormig, bijv. voor het maken van veren [4]

    • B29C 53/14

      Vlechten [4]

    • B29C 53/16

      Recht maken of plat maken [4]

      • B29C 53/18

        van platen of vellen [4]

      • B29C 53/20

        van buizen [4]

    • B29C 53/22

      Plooien [4]

      • B29C 53/24

        van platen of vellen [4]

        • B29C 53/26

          parallel aan de toevoerrichting [4]

        • B29C 53/28

          dwars op de toevoerrichting [4]

      • B29C 53/30

        van buizen (door in vorm blazen B29C 49\5) [4]

    • B29C 53/32

      Spoelen B29C 53\5 heeft voorrang) [4]

    • B29C 53/34

      Walsen van de randen (van buiseinden B29C 57\5) [4]

    • B29C 53/36

      Buigen en samenvoegen, bijv. voor het maken van holle artikelen B29C 53\5 heeft voorrang) [4,18]

      • B29C 53/38

        door het buigen van vellen of stroken onder rechte hoeken met de lengteas van het gevormde artikel en het samenvoegen van de randen [4]

        • B29C 53/40

          voor artikelen met een eindige lengte, d.w.z. afzonderlijke artikelen [4]

          • B29C 53/42

            gebruikmakend van inwendige vormvlakken, bijv. doornen [4]

            • B29C 53/44

              roteerbaar om de as van het artikel [4]

          • B29C 53/46

            gebruikmakend van uitwendige vormvlakken, bijv. moffen [4]

        • B29C 53/48

          voor artikelen met een oneindige lengte, d.w.z. het progressief buigen van een strook [4]

          • B29C 53/50

            gebruikmakend van inwendige vormvlakken, bijv. doornen [4]

          • B29C 53/52

            gebruikmakend van uitwendige vormvlakken, bijv. moffen [4]

          • B29C 53/54

            Geleiden, uitlijnen of vormen van randen [4]

    • B29C 53/56

      Wikkelen en samenvoegen, bijv. spiraalvormig wikkelen [4]

      • B29C 53/58

        schroefvormig [4]

        • B29C 53/60

          gebruikmakend van inwendige vormvlakken, bijv. doornen [4]

          • B29C 53/62

            roteerbaar om de wikkelas [4]

            • B29C 53/64

              en axiaal bewegend [4]

            • B29C 53/66

              met een axiaal beweegbaar wikkeltoevoerlichaam [4]

          • B29C 53/68

            met een roteerbaar wikkeltoevoerlichaam [4]

            • B29C 53/70

              en axiaal bewegend [4]

        • B29C 53/72

          gebruikmakend van uitwendige vormvlakken [4]

        • B29C 53/74

          gebruikmakend van een vormvlak in de vorm van een eindloze band die kan worden hergebruikt na de vormbewerking [4]

        • B29C 53/76

          om meer dan één as [4]

        • B29C 53/78

          gebruikmakend van geprofileerde vellen of stroken [4]

    • B29C 53/80

      Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [4]

      • B29C 53/82

        Kernen of doornen [4]

      • B29C 53/84

        Verwarmen of koelen [4]

  • B29C 55/00

    Vormen door strekken, bijv. het door een kop trekken; Apparatuur daarvoor B29C 61\5 heeft voorrang) [4]

    • B29C 55/02

      van platen of vellen [4]

      • B29C 55/04

        in één richting, bijv. schuin [4]

        • B29C 55/06

          parallel aan de toevoerrichting [4]

        • B29C 55/08

          dwars op de toevoerrichting [4]

      • B29C 55/10

        in meerdere richtingen [4]

        • B29C 55/12

          in twee richtingen [4]

          • B29C 55/14

            opvolgend [4]

          • B29C 55/16

            gelijktijdig [4]

      • B29C 55/18

        door samenpersen tussen oppervlakken, bijv. walsen [4]

      • B29C 55/20

        Randklemmen [4]

    • B29C 55/22

      van buizen [4]

      • B29C 55/24

        radiaal [4]

      • B29C 55/26

        in twee richtingen [4]

    • B29C 55/28

      van geblazen buisvormige films, bijv. door opblazen [4]

    • B29C 55/30

      Trekken door een kop [4]

  • B29C 57/00

    Vormen van buiseinden, bijv. omzetten, uitbollen of sluiten; Apparatuur daarvoor [4]

    • B29C 57/02

      Uitbollen of vergroten, bijv. gecombineerd met het vormen van een groef [4]

      • B29C 57/04

        gebruikmakend van mechanische middelen [4]

        • B29C 57/06

          elastisch vervormbaar [4]

      • B29C 57/08

        gebruikmakend van drukverschil [4]

    • B29C 57/10

      Sluiten [4]

    • B29C 57/12

      Walsen van randen [4]

  • B29C 59/00

    Vormen van oppervlakken, bijv. reliëfdruk; Apparatuur daarvoor [4]

    • B29C 59/02

      door mechanische middelen, bijv. door persen [4]

      • B29C 59/04

        gebruikmakend van walsen of eindloze banden [4]

      • B29C 59/06

        gebruikmakend van vacuümtrommels [4]

    • B29C 59/08

      door behandelen met een vlam [4]

    • B29C 59/10

      door behandelen met een elektrische ontlading [4,18]

      • B29C 59/12

        in een andere atmosfeer dan lucht [4]

    • B29C 59/14

      door behandelen met een plasma [4,18]

    • B29C 59/16

      met golfenergie of deeltjesstraling [4]

    • B29C 59/18

      door het ontlasten van inwendige spanningen, bijv. plastisch geheugen [4]

  • B29C 61/00

    Vormen door het ontlasten van inwendige spanningen; Maken van voorvormen met inwendige spanning; Apparatuur daarvoor (voor het vormen van oppervlakken B29C 59\5; voor het bekleden van artikelen B29C 63\5; voor het samenvoegen van voorgevormde delen B29C 65\5) [4]

    • B29C 61/02

      Thermisch krimpen [4]

    • B29C 61/04

      Thermisch uitzetten [4]

    • B29C 61/06

      Maken van voorvormen met inwendige spanning, bijv. plastisch geheugen [4]

      • B29C 61/08

        door het verstrekken van buizen [4]

      • B29C 61/10

        door het buigen van platen of vellen [4]

  • B29C 63/00

    Bekleden of omhullen, d.w.z. het aanbrengen van voorgevormde lagen of omhulsels van kunststoffen; Apparatuur daarvoor B29C 73\5 heeft voorrang; door blazen B29C 49\5; door thermovormen B29C 51\5) [4,5]

    • B29C 63/02

      gebruikmakend van velvormig of baanvormig materiaal B29C 63\5 heeft voorrang) [4]

      • B29C 63/04

        door vouwen, wikkelen, buigen en dergelijke [4]

        • B29C 63/06

          om buisvormige artikelen [4]

        • B29C 63/08

          door schroefvormig wikkelen [4]

          • B29C 63/10

            om buisvormige artikelen [4]

        • B29C 63/12

          door spiraalvormig wikkelen [4]

          • B29C 63/14

            om buisvormige artikelen [4]

      • B29C 63/16

        aangebracht door een “rubber” zak of een diafragma [4]

    • B29C 63/18

      gebruikmakend van buisvormige lagen of omhulsels B29C 63\5 heeft voorrang) [4]

      • B29C 63/20

        gebruikmakend van drukverschil, bijv. een vacuüm [4]

    • B29C 63/22

      gebruikmakend van lagen of omhulsels met een vorm die is aangepast aan die van het artikel B29C 63\5 heeft voorrang) [4]

    • B29C 63/24

      gebruikmakend van schroefdraad [4]

    • B29C 63/26

      Bekleden of omhullen van inwendige oppervlakken B29C 63\5 heeft voorrang) [4]

      • B29C 63/28

        aangebracht door een “rubber” zak of diafragma [4]

      • B29C 63/30

        gebruikmakend van velvormig of baanvormig materiaal [4]

        • B29C 63/32

          door schroefvormig wikkelen [4]

      • B29C 63/34

        gebruikmakend van buisvormige lagen of omhulsels [4]

        • B29C 63/36

          die binnenste buiten worden gekeerd [4]

    • B29C 63/38

      door het ontlasten van inwendige spanningen [4]

      • B29C 63/40

        gebruikmakend van velvormig of baanvormig materiaal [4]

      • B29C 63/42

        gebruikmakend van buisvormige lagen of omhulsels [4]

      • B29C 63/44

        waarbij de vorm van de lagen of omhulsels is aangepast aan die van de artikelen [4]

      • B29C 63/46

        van inwendige oppervlakken [4]

    • B29C 63/48

      Voorbereiden van de oppervlakken [4]

  • B29C 64/00

    Additief produceren, d.w.z. het maken van drie-dimensionale (3D) voorwerpen door additieve afzetting, additieve agglomeratie of additieve laag-opbrenging, bijv. door 3d printen, stereolithografie of selectief lasersinteren [17]

    • B29C 64/10

      Processen voor additieve productie [17]

      • B29C 64/106

        alleen gebruikmakend van vloeistoffen of viskeuze materialen, bijv. afzetten van een continue kraal van viskeus materiaal [17]

        • B29C 64/112

          gebruikmakend van afzonderlijke druppels, bijv. met straalkoppen [17]

        • B29C 64/118

          gebruikmakend van filamentair materiaal dat wordt gesmolten, bijv. modellering met gesmolten afzetting [FDM] [17]

        • B29C 64/124

          gebruikmakend van lagen vloeistoffen die selectief worden gestold [17]

          • B29C 64/129

            gekenmerkt door de energiebron daarvoor, bijv. door algemene bestraling met een masker [17]

            • B29C 64/135

              waarbij de energiebron geconcentreerd is, bijv. aftastende lasers of gefocuseerde lichtbronnen [17]

      • B29C 64/141

        alleen gebruikmakend van vaste materialen [17]

        • B29C 64/147

          gebruikmakend van plaatmateriaal, bijv. productie van gelamineerde objecten [LOM] of gelamineerd plaatmateriaal dat is voorgesneden tot plaatselijke dwarsdoorsneden van het 3D object [17]

        • B29C 64/153

          gebruikmakend van lagen poeder, die selectief met elkaar worden verbonden, bijv. door selectief lasersinteren of smelten [17]

      • B29C 64/159

        alleen gebruikmakend van gasvormige substantie, bijv. dampafzetting [17]

      • B29C 64/165

        gebruikmakend van een combinatie van vaste en vloeibare materialen, bijv. een poeder dat selectief gebonden is aan een vloeistofbinder, een katalysator, een remmer of een energie-opnemer [17]

      • B29C 64/171

        speciaal aangepast voor het produceren van meerdere 3D objecten [17]

        • B29C 64/176

          achter elkaar [17]

        • B29C 64/182

          in parallelle batches [17]

      • B29C 64/188

        waarbij sprake is van extra bewerkingen die worden uitgevoerd op de toegevoegde lagen, bijv. gladmaken, shuren of diktecontrole (oppervlaktebewerking B29C 59\5; nabehandeling van artikelen zonder hun vorm te wijzigen B29C 71\5) [17]

        • B29C 64/194

          tijdens het opleggen [17]

    • B29C 64/20

      Apparatuur voor additieve productie; Details daarvan of accessoires daarvoor [17]

      • B29C 64/205

        Middelen voor het aanbrengen van lagen [17]

        • B29C 64/209

          Koppen; Spuitmonden [17]

        • B29C 64/214

          Rakels [17]

        • B29C 64/218

          Rollers [17]

        • B29C 64/223

          Folies of films, bijv. voor het overbrengen van lagen bouwmateriaal van het ene naar het andere werkstation [17]

      • B29C 64/227

        Aandrijfmiddelen [17]

        • B29C 64/232

          voor een beweging langs de as orthogonaal op het vlak van een laag [17]

        • B29C 64/236

          voor een beweging in een richting binnen het vlak van een laag [17]

        • B29C 64/241

          voor een rotatiebeweging [17]

      • B29C 64/245

        Platforms of substraten (draagstructuren bedoeld om te worden opgeofferd na productie B29C 64\5) [17]

      • B29C 64/25

        Behuizingen, bijv. machinekasten [17]

      • B29C 64/255

        Omhulsels voor het bouwmateriaal, bijv. poedercontainers [17]

        • B29C 64/259

          verwisselbaar [17]

      • B29C 64/264

        Voorzieningen voor bestraling [17]

        • B29C 64/268

          gebruikmakend van laserstralen; gebruikmakend van elektronenstralen [EB] [17]

          • B29C 64/273

            gepulseerd; frequentie-gemoduleerd [17]

        • B29C 64/277

          gebruikmakend van meervoudige stralingsmiddelen, bijv. microspiegels of meervoudige LED's [17]

          • B29C 64/282

            van dezelfde soort, bijv. gebruikmakend van meerdere energieniveau's [17]

        • B29C 64/286

          Optische filters, bijv. maskers [17]

        • B29C 64/291

          voor een globale werking, bijv. samen met selectief toegepaste activatoren of remmers [17]

      • B29C 64/295

        Verwarmingselementen [17]

    • B29C 64/30

      Hulpvoorzieningen of hulpgereedschap [17]

      • B29C 64/307

        Hanteren van materiaal dat wordt gebruikt bij het additief produceren [17]

        • B29C 64/314

          Voorbereiding [17]

        • B29C 64/321

          Toevoer [17]

          • B29C 64/329

            gebruikmakend van hoppers [17]

          • B29C 64/336

            van twee of meer materialen [17]

        • B29C 64/343

          Afmeten [17]

      • B29C 64/35

        Reinigen [17]

      • B29C 64/357

        Hergebruiken (recyling) [17]

      • B29C 64/364

        Conditioneren van de omgeving [17]

        • B29C 64/371

          gebruikmakend van een andere omgeving dan lucht, bijv. een inert gas [17]

      • B29C 64/379

        Hanteren van additief geproduceerde objecten, bijv. gebruikmakend van robots [17]

      • B29C 64/386

        Gegevensverzameling of gegevensverwerking voor het additief produceren [17]

        • B29C 64/393

          voor het besturen of regelen van additieve productieprocessen [17]

    • B29C 64/40

      Structuren voor het ondersteunen van 3D objecten tijden de productie, en bedoeld om te worden opgeofferd na het voltooien daarvan [17]

  • B29C 65/00

    Samenvoegen van voorgevormde delen; Apparatuur daarvoor [4,5,18]

    • B29C 65/02

      door verwarmen, met of zonder druk [4]

      • B29C 65/04

        Diëlectrisch verwarmen, bijv. hoogfrequent lassen [4]

      • B29C 65/06

        gebruikmakend van wrijving, bijv. rotatielassen [4]

      • B29C 65/08

        gebruikmakend van ultrasoontrillingen [4]

      • B29C 65/10

        gebruikmakend van hete gassen [4]

        • B29C 65/12

          en een lasstaaf [4]

      • B29C 65/14

        gebruikmakend van golfenergie of deeltjesstraling [4]

        • B29C 65/16

          Laserstralen [4]

      • B29C 65/18

        gebruikmakend van een verwarmd gereedschap [4]

        • B29C 65/20

          met direct contact, bijv. gebruikmakend van een “spiegel” [4]

        • B29C 65/22

          Verwarmde draden [4]

        • B29C 65/24

          gekenmerkt door de middelen voor het verwarmen van het gereedschap [4]

Aantekening

Er wordt alleen in de groepen B29C 65\5 tot B29C 65\5 geklasseerd, als de details of aanpassingen van de verwarmingsmiddelen van belang zijn. [4]

  • B29C 65/26

    Hete fluïda [4]

  • B29C 65/28

    Vlammen of brandbare materialen [4]

  • B29C 65/30

    Elektrische middelen [4]

    • B29C 65/32

      Inductie [4]

  • B29C 65/34

    gebruikmakend van verwarmde elementen die in de verbinding achterblijven, bijv. een “verloren laselement” [4]

  • B29C 65/36

    verwarmd door inductie [4]

  • B29C 65/38

    Impulsverwarmen [4]

  • B29C 65/40

    Aanbrengen van gesmolten kunststoffen, bijv. heetsmelten (gebruikmakend van een lasstaaf B29C 65\5; door gieten B29C 65\5) [4]

  • B29C 65/42

    tussen voorgemonteerde delen [4]

  • B29C 65/44

    Samenvoegen van een verwarmd niet-kunststofelement met een kunststofelement [4]

  • B29C 65/46

    verwarmd door inductie [4]

  • B29C 65/48

    gebruikmakend van kleefstoffen [4,18]

  • B29C 65/50

    gebruikmakend van kleefband [4]

  • B29C 65/52

    Aanbrengen van de kleefstof [4]

  • B29C 65/54

    tussen voorgemonteerde delen [4]

  • B29C 65/56

    gebruikmakend van mechanische middelen [4]

  • B29C 65/58

    Klikverbindingen [4]

  • B29C 65/60

    Klinken [4]

  • B29C 65/62

    Rijgen [4]

  • B29C 65/64

    Samenvoegen van een niet-kunststofelement met een kunststofelement, bijv. door kracht B29C 65\5 heeft voorrang) [4]

  • B29C 65/66

    door het ontlasten van inwendige spanningen, bijv. door het laten krimpen van één van de samen te voegen delen [4]

  • B29C 65/68

    gebruikmakend van een extra krimpbaar element [4]

  • B29C 65/70

    door gieten (zie voor het gebruik van een specifieke giettechniek de relevante plaats voor die techniek) [4]

  • B29C 65/72

    door gecombineerde bewerkingen, bijv. lassen en rijgen [4]

  • B29C 65/74

    door lassen en versnijden [4]

  • B29C 65/76

    Maken van niet-permanente of losmaakbare verbindingen [4]

  • B29C 65/78

    Middelen voor het hanteren van de samen te voegen delen, bijv. voor het maken van containers of holle artikelen [4]

  • B29C 65/80

    Roteerbare doorgeefmiddelen [4]

  • B29C 65/82

    Testen van de verbinding [4]

  • B29C 67/00

    Vormtechnieken voorzover niet vallend onder de groepen B29C 39\5 - B29C 65\5, B29C 70\5 of B29C 73\5 [4,6]

    • B29C 67/02

      Gieten door agglomereren [4]

      • B29C 67/04

        Sinteren (gecombineerd met samenpersen B29C 43\5) [4]

      • B29C 67/06

        Coaguleren [4]

    • B29C 67/08

      Roostergieten, bijv. waarbij het gietmateriaal met kracht door een geperforeerd scherm op een gietvlak wordt gebracht [4]

    • B29C 67/20

      voor poreuze of cellulaire artikelen, bijv. van schuimrubber of artikelen met grove poriën [4]

    • B29C 67/24

      gekenmerkt door de materiaalkeuze [4]

  • B29C 69/00

    Combinaties van vormtechnieken voorzover niet vallend onder één van de hoofdgroepen B29C 39\5 tot B29C 67\5, bijv. associaties van giettechnieken en samenvoegtechnieken; Apparatuur daarvoor [4]

    • B29C 69/02

      van alleen giettechnieken [4]

  • B29C 70/00

    Vormen van composietmaterialen, d.w.z. kunststofmateriaal dat versterkingen, vulmiddelen of voorgevormde delen bevat, bijv. inzetstukken [6,18]

Aantekening

In deze groep worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “versterking” betekent een structuur in de vorm van vezels, draden, stangen, staven, stukken, platen of blokken, waarmee de sterkte van een artikel wordt verbeterd; [6] - “vulmiddel” betekent een relatief inerte substantie in de vorm van deeltjes, poeder, balletjes, schilfers of kogeltjes, waarmee de fysische eigenschappen worden verbeterd of waarmee de massa of het gewicht van een artikel wordt vergroot; [6] - “voorgevormd deel” betekent een deel van een willekeurig materiaal, dat volledig gevormd is tot een bepaalde vorm en dat niet wordt gebruikt als versterking, bijv. draden of netten die slechts in het oppervlak van een artikel zijn gedrukt; [6] - “inzetstuk” betekent een voorgevormd deel dat tijdens het gieten wordt ingebed in een artikel. [6]

  • B29C 70/02

    met combinaties van versterkingen en vulmiddelen die worden ingebed in een matrixmateriaal waarbij één of meer lagen worden gevormd, met of zonder niet-versterkte of niet-gevulde lagen [6]

  • B29C 70/04

    met alleen versterkingen, bijv. zelf-versterkende kunststoffen [6]

    • B29C 70/06

      Alleen vezelversterkingen [6]

      • B29C 70/08

        met combinaties van verschillende vormen van vezelversterkingen die worden ingebed in een matrixmateriaal waarbij één of meer lagen worden gevormd, met of zonder niet-versterkte lagen [6]

      • B29C 70/10

        gekenmerkt door de structuur van de vezelversterkingen [6]

        • B29C 70/12

          gebruikmakend van korte vezels, bijv. in de vorm van een mat [6]

          • B29C 70/14

            georiënteerd [6,18]

        • B29C 70/16

          gebruikmakend van vezels met een aanzienlijke of oneindige lengte [6]

          • B29C 70/18

            in de vorm van een mat, bijv. een plaatvormverbinding [SMC] [6,18]

          • B29C 70/20

            georiënteerd in één richting, bijv. voorspinvezels of andere parallelle vezels [6]

          • B29C 70/22

            georiënteerd in tenminste twee richtingen die een tweedimensionale structuur vormen [6]

          • B29C 70/24

            georiënteerd in tenminste drie richtingen die een driedimensionale structuur vormen [6]

    • B29C 70/26

      Alleen niet-vezelige versterkingen [6]

    • B29C 70/28

      Vormbewerkingen daarvoor [6]

Aantekeningen

(1) Onder deze groep vallen: - het vormen van coherente vezelversterkingen die zijn voorgeïmpregneerd of geen bindmiddel bevatten, of van niet-coherente versterkingen van vezels die in een matrijs of op een drager geplaatst zijn; [6] - het impregneren of inbrengen van een kunststofmatrix in versterkingen tijdens het vormen. [6] (2) Onder deze groep vallen niet: - het gieten door één techniek van kunststofmatrixmateriaal dat is gemengd met of voorzien van korte versterkingsvezels, wat valt onder door de toepasselijke plaats voor die techniek; [6] - het voorbehandelen, bijv. impregneren, van versterkingen op zich, d.w.z. onafhankelijk van hun vorm, wat valt onder groep B29B 15\5. [6]

  • B29C 70/30

    Vormen door opleggen, d.w.z. het aanbrengen van vezels, een band of een planodruk op een matrijs, vorm of kern; Vormen door opsproeien, d.w.z. het sproeien van vezels op een matrijs, vorm of kern [6]

    • B29C 70/32

      op een roterende matrijs, vorm of kern [6]

    • B29C 70/34

      en vormen of impregneren door samenpersen [6]

    • B29C 70/36

      en impregneren door gieten, bijv. vacuümgieten [6]

    • B29C 70/38

      Geautomatiseerd opleggen, bijv. gebruikmakend van robots die filamenten in overeenstemming met een vooraf bepaald patroon neerleggen [6]

  • B29C 70/40

    Vormen of impregneren door samenpersen B29C 70\5 heeft voorrang) [6]

    • B29C 70/42

      voor het produceren van artikelen met een eindige lengte, d.w.z. afzonderlijke artikelen [6]

      • B29C 70/44

        gebruikmakend van isostatische druk, bijv. het gieten met een drukverschil, gieten met een vacuümzak, gieten met een autoclaaf of gieten met een expandeerbaar rubber [6,18]

      • B29C 70/46

        gebruikmakend van vormmatrijzen, bijv. voor het vervormen van vormplaatsamenstellingen [SMC] of prepregs [6,18]

        • B29C 70/48

          waarbij de versterkingen in de gesloten matrijs worden geïmpregneerd, bijv. harsinjecteren [RTM] [6,18]

    • B29C 70/50

      voor het produceren van artikelen met een oneindige lengte, bijv. prepregs, vormplaatsamenstellingen [SMC] of kruisvormverbindingen [XMC] [6,18]

      • B29C 70/52

        Pultrusie, d.w.z. het vormen en samenpersen door het continue door een stempel trekken [6]

  • B29C 70/54

    Componenten, details of accessoires; Hulpbewerkingen [6]

    • B29C 70/56

      Verstevigingen voor het op spanning brengen of houden vóór of tijdens het vormen [6]

  • B29C 70/58

    met alleen vulmiddelen [6]

Aantekening

Gieten met één techniek van kunststofmatrixmateriaal gemengd met vulmiddelen, wordt geklasseerd in de toepasselijke plaats voor die techniek. [6]

  • B29C 70/60

    met een combinatie van afzonderlijke soorten vulmiddel die zijn ingebed in matrixmateriaal waarbij één of meer lagen worden gevormd, met of zonder niet-gevulde lagen [6]

  • B29C 70/62

    waarbij het vulmiddel wordt georiënteerd tijdens het gieten (voor korte vezels B29C 70\5) [6]

  • B29C 70/64

    waarbij het vulmiddel de oppervlaktekenmerken van het materiaal beïnvloedt, bijv. door zich te concentreren nabij het oppervlak of door het met kracht in het oppervlak inbedden [6]

  • B29C 70/66

    waarbij het vulmiddel holle bestanddelen bevat, bijv. syntactisch schuim [6]

  • B29C 70/68

    door het inbedden van of gieten op voorgevormde delen, bijv. inzetstukken of lagen [6]

Aantekening

Onder deze groep vallen niet: - het inbedden van of gieten op voorgevormde delen met één techniek, wat valt onder de toepasselijke plaats voor die techniek; [6] - het voorbehandelen van voorgevormde delen op zich, d.w.z. onafhankelijk van het vormen ervan, wat valt onder groep B29B 15\5. [6]

  • B29C 70/70

    Volledig inkapselen van inzetstukken [6]

  • B29C 70/72

    Inkapselen van inzetstukken met niet-ingekapselde uitstulpingen, bijv. uitsteeksels of aansluitdelen van elektrische componenten [6]

  • B29C 70/74

    Gieten van materiaal op een relatief klein gedeelte van het voorgevormde deel, bijv. outsert gieten [6]

    • B29C 70/76

      Gieten op randen of uitsteeksels van het voorgevormde deel [6]

  • B29C 70/78

    Gieten van materiaal op slechts één zijde van het voorgevormde deel [6]

    • B29C 70/80

      Gieten van afsluitmateriaal in sluitlichamen [6]

  • B29C 70/82

    Geheel of gedeeltelijk met kracht in het oppervlak van een artikel aanbrengen van draden, netten en dergelijke, bijv. door snijden en persen [6,18]

  • B29C 70/84

    Gieten van materiaal op voorgevormde, samen te voegen delen [6]

  • B29C 70/86

    Inbedden in coherente, geïmpregneerde versterkingslagen [6]

  • B29C 70/88

    in eerste instantie gekenmerkt door het bezitten van specifieke eigenschappen, bijv. elektrische geleidbaarheid of plaatselijke versterking [6]

  • B29C 71/00

    Nabehandelen van artikelen zonder hun vorm te wijzigen; Apparatuur daarvoor B29C 44\5 en B29C 73\5 hebben voorrang; vormen van oppervlakken B29C 59\5) [4,5,6,18]

    • B29C 71/02

      Thermisch nabehandelen [4]

    • B29C 71/04

      met golfenergie of deeltjesstraling [4]

  • B29C 73/00

    Repareren van artikelen van kunststoffen of plastische substanties, bijv. van artikelen die zijn gevormd of geproduceerd door gebruik te maken van technieken die vallen onder deze subklasse of onder subklasse B29D (vernieuwen van loopvlakken van banden B29D 30\5; inrichtingen voor het afdichten van lekken in pijpen of slangen F16L 55\5) [5]

    • B29C 73/02

      gebruikmakend van een vloeistof of pasta-achtig materiaal B29C 73\5 heeft voorrang) [5]

    • B29C 73/04

      gebruikmakend van voorgevormde elementen [5]

      • B29C 73/06

        gebruikmakend van pluggen voor het afsluiten van gaten [5]

        • B29C 73/08

          Apparatuur daarvoor, bijv. voor het inbrengen [5]

      • B29C 73/10

        gebruikmakend van lappen en dergelijke voor het afdichten van het oppervlak van het artikel B29C 73\5 heeft voorrang) [5]

        • B29C 73/12

          Apparatuur daarvoor, bijv. voor het aanbrengen B29C 73\5 heeft voorrang) [5]

      • B29C 73/14

        gebruikmakend van elementen die bestaan uit twee delen die worden samengevoegd nadat ze elk aan een eigen zijde van het artikel te zijn geplaatst [5]

    • B29C 73/16

      Zelf-reparerende of zelfdichtende voorzieningen of middelen [5,18]

      • B29C 73/18

        waarbij het materiaal van het artikel op zich zelfdichtend is, bijv. door samenpersen [5]

        • B29C 73/20

          waarbij het materiaal van het artikel alleen gedeeltelijk bestaat uit een vervormbaar afdichtingsmateriaal [5]

      • B29C 73/22

        waarbij het artikel elementen met een afdichtende samenstelling bevat, bijv. een poeder dat wordt vrijgegeven als het artikel wordt beschadigd [5]

    • B29C 73/24

      Niet elders ondergebrachte apparatuur of accessoires [5]

      • B29C 73/26

        voor het mechanisch voorbehandelen [5]

      • B29C 73/28

        voor het inklemmen en strekken van flexibel materiaal, bijv. binnenbanden [5]

      • B29C 73/30

        voor het plaatselijk uitoefenen van druk of toepassen van verwarming [5]

        • B29C 73/32

          gebruikmakend van een elastisch element, bijv. een opblaasbare zak [5]

        • B29C 73/34

          voor het plaatselijk verwarmen [5]