F16N - Smeren

Aantekening

De aandacht wordt gevestigd op de volgende plaatsen:

  • A01D 69/12

    Oogstmachines of maaimachines

  • B21B 25/04

    Doornen voor het walsen van metalen buizen [8]

  • B21B 27/06

    Walsen voor metaalwalsmolens [8]

  • B21D 37/18

    Gereedschap voor machines voor het bewerken van metaal zonder materiaal te verwijderen [8]

  • B21J 3/00

    Smeden of persen

  • B22D 11/07

    Mallen voor het continu gieten van metalen [8]

  • B23C 5/28

    Frezen [8]

  • B23D 59/02

    , 59/04 Metaalzagen [8]

  • B23Q 11/10

    , 11/12 Machinegereedschap [8]

  • B25D 17/26

    Draagbaar, door een krachtbron aangedreven slaggereedschap

  • B26B 19/40

    Tondeuses of droogscheerapparaten [8]

  • B27B 13/12

    Bandzaagbladen voor hout en dergelijke [8]

  • B60R 17/00

    Voertuigen

  • B61B 12/08

    Kabelsystemen voor spoorwegen [8]

  • B61C 17/08

    Spoorlocomotieven

  • B61F 17/00

    Aspotten van spoorrijtuigen [8]

  • B61K 3/00

    Spoor- of wielflenzen bij spoorwegen [8]

  • B62D 55/092

    Rupsbanden voor voertuigen

  • B62J 31/00

    Fietsen [8]

  • B65G 45/02

    Transportbanden [8]

  • B66B 7/12

    Touwen, kabels of geleiders voor liften [8]

  • D01H 7/20

    Spindels voor machines voor het spinnen of twisten van draden of vezels [8]

  • D04B 35/28

    Breimachines

  • D05B 71/00

    Naaimachines [8]

  • D05C 13/04

    Borduurmachine [8]

  • E01B 7/26

    Spoorwissels [8]

  • E05B 17/08

    Sloten

  • E05D 11/02

    Scharnieren

  • E21B 10/22

    Boorbeitels met rollende snij-organen ten behoeve van grondboorwerk

  • F01C 21/04

    Rotatiezuigermachines of rotatiezuigermotoren, oscillatiezuigermachines of oscillatiezuigermotoren [8]

  • F01D 25/18

    Niet-verdringermachines of niet-verdringermotoren [8]

F 01 M Machines of motoren in het algemeen [8]

  • F02C 7/06

    Gasturbine-installaties [8]

  • F02F 1/20

    Cilinders van verbrandingsmotoren [8]

  • F04B 39/02

    Pompen voor vloeistoffen [8]

  • F04C 29/02

    Rotatiezuigerpompen of oscillatiezuigerpompen voor vloeistoffen [8]

  • F04D 29/04

    Niet-verdringerpompen [8]

  • F16C 1/24

    Flexibele assen [8]

  • F16C 33/10

    Glijlagers [8]

  • F16C 33/66

    Kogellagers of rollagers [8]

  • F16F 1/24

    Veren [8]

  • F16H 57/04

    Overbrengingen [8]

  • F41A 29/04

    Handvuurwapens of geschut [8]

  • G04B 31/08

    Klokken [8]

  • H01R 39/56

    Draaistroomafnemers, verdelers of onderbrekers [8]

Smeerinrichtingen of smeervoorzieningen voor olie of vet

  • F16N 1/00

    Constructieve modificaties van delen van machines of apparatuur voor het smeren daarvan

  • F16N 3/00

    Inrichtingen voor het toevoeren van smeermiddelen door handbediening [9]

    • F16N 3/02

      voor het afgeven van olie

      • F16N 3/04

        Oliekannen; Oliespuiten

        • F16N 3/06

          waarbij afgifte plaatsvindt door uitknijpen

        • F16N 3/08

          met een zuigerpomp

    • F16N 3/10

      voor het afgeven van vet

      • F16N 3/12

        Vetpistolen

  • F16N 5/00

    Apparatuur met een met de hand gepositioneerd mondstuk waaraan smeermiddel onder druk wordt toegevoerd F16N 3\5 heeft voorrang)

    • F16N 5/02

      Mondstukken of mondstuk-klepvoorzieningen daarvoor, bijv. hogedruk-vetpistolen

  • F16N 7/00

    Voorzieningen voor het toevoeren van olie of een niet-specifiek smeermiddel uit een stilstaand reservoir of het equivalent daarvan in of naar de te smeren machine of het te smeren lichaam [9]

    • F16N 7/02

      met toevoer onder invloed van zwaartekracht of druppelsmering

      • F16N 7/04

        met een oliestroming die wordt opgewekt door trilling

      • F16N 7/06

        Voorzieningen waarbij de druppels zichtbaar zijn

      • F16N 7/08

        geregeld door middel van de temperatuur van het te smeren lichaam [9]

      • F16N 7/10

        met handmatig bediende regelmiddelen, bijv. spindels

    • F16N 7/12

      met toevoer door capillaire werking, bijv. door lonten

    • F16N 7/14

      waarbij het smeermiddel uit het reservoir wordt weggevoerd met mechanische middelen (door pompinrichtingen F16N 7\5 of F16N 7\5) [9]

      • F16N 7/16

        waarbij de olie naar boven wordt gehaald door een hefinrichting [9]

        • F16N 7/18

          met één of meer toevoerlichamen die zijn vastgezet op een aandrijfas

        • F16N 7/20

          met één of meer lichamen die rond de te smeren aandrijfas bewegen

          • F16N 7/22

            gevormd als ringen

        • F16N 7/24

          met schijven, rollen, riemen en dergelijke die de te smeren aandrijfas raken

      • F16N 7/26

        Druppelsmering [9]

      • F16N 7/28

        Dompelsmering

    • F16N 7/30

      waarbij de olie wordt toegevoerd of langs gevoerd door een ander fluïdum [9]

      • F16N 7/32

        Nevelsmering [9]

        • F16N 7/34

          Vernevelinrichtingen voor olie [9]

    • F16N 7/36

      met toevoer door pompwerking van het te smeren lichaam of van een aandrijfas van de machine; Centrifugaalsmering

    • F16N 7/38

      met een aparte pomp; Centrale smeersystemen

      • F16N 7/40

        in een gesloten circulatiesysteem

  • F16N 9/00

    Voorzieningen voor het toevoeren van olie of een niet-specifiek smeermiddel uit een bewegend reservoir of het equivalent daarvan (tevens bruikbaar met een stilstaand reservoir F16N 7\5)

    • F16N 9/02

      met een reservoir op of in een roterend lichaam

    • F16N 9/04

      met een reservoir op of in een heen en weer bewegend, schommelend of zwaaiend lichaam

  • F16N 11/00

    Voorzieningen voor het toevoeren van vet uit een stilstaand reservoir of het equivalent daarvan naar de te smeren machine of het te smeren lichaam; Vetpotten

    • F16N 11/02

      Handmatig in werking gestelde vetpotten, bijv. Stauffer-potten

    • F16N 11/04

      Veerbelaste inrichtingen

    • F16N 11/06

      Gewichtbelaste inrichtingen

    • F16N 11/08

      met mechanische aandrijving, anders dan direct door veren of gewichten (smeerpompen F16N 13\5)

    • F16N 11/10

      door druk van een ander fluïdum

    • F16N 11/12

      door centrifugaal-werking

  • F16N 13/00

    Smeerpompen (oliekannen met een pomp F16N 3\5) [9]

    • F16N 13/02

      met een heen en weer bewegende zuiger (pompen met een distributie-uitrusting F16N 13\5)

      • F16N 13/04

        Verstelbare zuigerpompen

      • F16N 13/06

        In werking stellen van smeerpompen

        • F16N 13/08

          met de hand

        • F16N 13/10

          met een mechanische aandrijving F16N 13\5 heeft voorrang)

          • F16N 13/12

            met borgvertanding

          • F16N 13/14

            met een nok of tuimelplaat op de aandrijfas parallel aan de pompcilinder of pompcilinders

        • F16N 13/16

          met een fluïdumaandrijving

        • F16N 13/18

          waarbij de relatieve beweging van pomponderdelen wordt veroorzaakt door traagheid van één van de delen of van een aandrijflichaam

    • F16N 13/20

      Rotatiepompen (met distributie-uitrusting F16N 13\5)

    • F16N 13/22

      met een distributie-uitrusting [9]

  • F16N 15/00

    Smeren met andere substanties dan olie of vet; Smering die wordt gekenmerkt door het gebruik van specifieke smeermiddelen in specifieke apparatuur of onder specifieke condities F16N 17\5 heeft voorrang; smeermiddelsamenstellingen, selectie van specifieke substanties als smeermiddelen in het algemeen C10M; zie voor speciaal aangepaste smering voor machines of apparaten die vallen onder één andere klasse de relevante klasse voor die machine of dat apparaat) [9]

    • F16N 15/02

      met grafiet of grafiethoudende samenstellingen

    • F16N 15/04

      met water [9]

  • F16N 17/00

    Smeren van machines of apparatuur die werken onder extreme condities (additieven voor smeerolie of smeervet C10M)

    • F16N 17/02

      bij hoge temperatuur [9]

    • F16N 17/04

      bij lage temperatuur [9]

    • F16N 17/06

      in vacuüm of onder lagere druk (smeren van roterende anodes van röntgenbuizen H01J 35\5) [9]

Details van smeertoestellen of smeersystemen

  • F16N 19/00

    Smeermiddelhouders voor gebruik in smeertoestellen of smeersystemen

  • F16N 21/00

    Leidingen; Knooppunten; Fittingen voor smeeropeningen [9]

    • F16N 21/02

      Smeernippels

    • F16N 21/04

      Mondstukken voor het verbinden van smeeruitrusting met nippels

    • F16N 21/06

      Afdeklichamen voor nippels, leidingen of openingen

  • F16N 23/00

    Speciale aanpassingen van controlekleppen (controlekleppen in het algemeen F16K)

  • F16N 25/00

    Distributie-uitrusting (gecombineerd met een oliepomp F16N 13\5) [9]

    • F16N 25/02

      met een heen en weer bewegende distributieschuifklep

    • F16N 25/04

      met een roterend distributielichaam [9]

  • F16N 27/00

    Proportionele inrichtingen [9]

    • F16N 27/02

      Afsluituitrusting [9]

  • F16N 29/00

    Speciale middelen in smeervoorzieningen of smeersystemen die zorgen voor het aanduiden of detecteren van ongewenste condities; Gebruik van inrichtingen die reageren op condities in smeervoorzieningen of smeersystemen (zie voor constructies van apparatuur buiten de smeervoorzieningen of smeersystemen de relevante klassen) [9]

    • F16N 29/02

      voor het beïnvloeden van de toevoer van smeermiddel

    • F16N 29/04

      voor het kunnen geven van waarschuwing; voor het kunnen stoppen van bewegende delen

  • F16N 31/00

    Middelen voor het opvangen, tegenhouden of aftappen van smeermiddel in of bij machines of apparatuur [9]

    • F16N 31/02

      Olievangers; Oliewissers (olieschraapringen voor zuigers F16J 9\5)

  • F16N 33/00

    Mechanische voorzieningen voor het reinigen van smeeruitrusting; Speciale rekken en dergelijke voor gebruik bij het aftappen van smeermiddel uit machineonderdelen

Hanteren van smeermiddelen

  • F16N 35/00

    Opslaan van smeermiddelen in motorcompartimenten en dergelijke [9]

  • F16N 37/00

    Uitrusting voor het doorvoeren van smeermiddelen van de ene container naar de andere

    • F16N 37/02

      voor het vullen van vetpistolen

  • F16N 39/00

    Voorzieningen voor het conditioneren van smeermiddelen in het smeersysteem (reinigen van smeerolie, smeermiddelsamenstellingen C10M)

    • F16N 39/02

      door koeling [9]

    • F16N 39/04

      door verwarming [9]

    • F16N 39/06

      door filtratie [9]

    • F16N 39/08

      door verdunning, bijv. door het toevoegen van brandstof [9]

  • F16N 99/00

    Onderwerpen voor zover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]