H01Q - Antennes, d.w.z. radio-antennes

(stralers of antennes voor microgolfverwarming H05B 6\5) [15,18] Aantekeningen

(1) Deze subklasse dekt: - naast de primaire actieve stralingselementen, (i) secundaire inrichtingen voor het absorberen, of het modificeren van de richting of polarisatie, van golven die door antennes worden uitgestraald, en (ii) combinaties met hulpinrichtingen zoals aardschakelaars, toevoerinrichtingen en bliksemafleiders; - zowel zendantennes als ontvangstantennes. [3] (2) Deze subklasse dekt geen inrichtingen in de vorm van een golfgeleider, zoals resonatoren of leidingen, die niet zijn ontworpen als stralingselementen, welke vallen onder subklasse H01P. (3) In deze subklasse wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis: - “actief stralingselement” dekt overeenkomstige delen van een ontvangstantenne. [3]

  • H01Q 1/00

    Details of voorzieningen van antennes (voorzieningen voor het variëren van de oriëntatie van een richtpatroon H01Q 3\5)

Aantekeningen

(1) Deze groep dekt alleen: - structurele details of kenmerken van antennes die niet afhankelijk zijn van de elektrische werking; - structurele details of kenmerken die toepasbaar zijn bij meer dan één soort antenne of antenne-element. (2) Structurele details of kenmerken die zijn beschreven met betrekking tot, of duidelijk toepasbaar op, een specifieke soort antennes of antenne-elementen, worden geklasseerd in de groep die van toepassing is op die soort.

  • H01Q 1/02

    Voorzieningen voor het verwijderen van ijs; Voorzieningen voor het uitdrogen

  • H01Q 1/04

    Aangepast voor ondergronds gebruik of onderwatergebruik

  • H01Q 1/06

    Middelen voor het verlichten van antennes, bijv. als waarschuwing

  • H01Q 1/08

    Middelen voor het inklappen van antennes of delen daarvan (inklapbare raamantennes H01Q 7\5; middelen voor het samenklappen van H-antennes of Yagi-antennes H01Q 19\5) [15]

    • H01Q 1/10

      Telescopische elementen

  • H01Q 1/12

    Steunen; Bevestigingsmiddelen [15]

    • H01Q 1/14

      voor draad of andere niet-stijve stralingselementen

      • H01Q 1/16

        Spanners, spreiders of afstandshouders

    • H01Q 1/18

      Middelen voor het stabiliseren van antennes op een onstabiel platform

    • H01Q 1/20

      Verende bevestigingen

    • H01Q 1/22

      structureel samenhangend met andere uitrusting of artikelen

      • H01Q 1/24

        met een ontvangst-set

      • H01Q 1/26

        met een elektrische ontladingsbuis

  • H01Q 1/27

    Aangepast voor gebruik in of op beweegbare lichamen H01Q 1\5, H01Q 1\5 en H01Q 1\5 hebben voorrang) [3]

    • H01Q 1/28

      Aangepast voor gebruik in of op vliegtuigen, raketprojectielen, satellieten of ballonnen [3]

      • H01Q 1/30

        Middelen voor het opsporen van antennes [3]

    • H01Q 1/32

      Aangepast voor gebruik in of op wegvoertuigen of railvoertuigen [3,15]

    • H01Q 1/34

      Aangepast voor gebruik in of op schepen, onderzeeërs, boeien of torpedo's (voor onderwatergebruik H01Q 1\5) [3,15]

  • H01Q 1/36

    Structurele vorm van stralingselementen, bijv. een kegel, spiraal of paraplu H01Q 1\5 en H01Q 1\5 hebben voorrang)

    • H01Q 1/38

      gevormd door een geleidingslaag op een isolatiedrager [15]

  • H01Q 1/40

    Stralingselementen die zijn gecoat met, of zijn ingebed in, beschermend materiaal

  • H01Q 1/42

    Behuizingen die mechanisch niet innig samenhangen met stralingselementen, bijv. een radome of radarkoepel

  • H01Q 1/44

    gebruikmakend van een uitrusting met een andere hoofdfunctie naast die van antenne H01Q 1\5 tot H01Q 1\5 hebben voorrang) [15]

    • H01Q 1/46

      Elektrische toevoerleidingen of communicatieleidingen

  • H01Q 1/48

    Aardingsmiddelen; Aardschermen; Tegenwichten [15]

  • H01Q 1/50

    Structurele samenhang van antennes met aardschakelaars, invoerinrichtingen of bliksembeveiligers [15]

  • H01Q 1/52

    Middelen voor het verminderen van de koppeling tussen antennes; Middelen voor het verminderen van de koppeling tussen een antenne en een andere structuur (absorptiemiddelen H01Q 17\5)

  • H01Q 3/00

    Voorzieningen voor het veranderen of variëren van de oriëntatie of de vorm van het richtpatroon van de golven die worden uitgestraald door een antenne of een antennesysteem

    • H01Q 3/01

      waarbij de vorm van de antenne of het antennesysteem wordt gevarieerd [3]

    • H01Q 3/02

      gebruikmakend van de mechanische beweging van een antenne of antennesysteem als geheel

      • H01Q 3/04

        voor het variëren van één coördinaat van de oriëntatie

        • H01Q 3/06

          over een beperkte hoek

      • H01Q 3/08

        voor het variëren van twee coördinaten van de oriëntatie

        • H01Q 3/10

          voor het produceren van een kegelvormige of spiraalvormige aftasting

    • H01Q 3/12

      gebruikmakend van een relatieve mechanische beweging tussen primaire actieve elementen en secundaire inrichtingen van antennes of antennesystemen

      • H01Q 3/14

        voor het variëren van de relatieve positie van een primair actief element en een brekingsinrichting of buigingsinrichting

      • H01Q 3/16

        voor het variëren van de relatieve positie van een primair actief element en een terugkaatsingsinrichting

        • H01Q 3/18

          waarin het primaire actieve element beweegbaar is en de terugkaatsingsinrichting vast staat

        • H01Q 3/20

          waarin het primaire actieve element vast staat en de terugkaatsingsinrichting beweegbaar is

    • H01Q 3/22

      waarbij de oriëntatie wordt gevarieerd in overeenstemming met de frequentievariatie van de uitgestraalde golf

    • H01Q 3/24

      waarbij de oriëntatie wordt gevarieerd door schakelenergie van het ene actieve stralingselement naar een ander, bijv. voor bundelschakeling

    • H01Q 3/26

      waarbij de relatieve bekrachtigingsfase of bekrachtigingsamplitude tussen twee of meer actieve stralingselementen wordt gevarieerd; waarbij de energiespreiding over een stralingsopening wordt gevarieerd H01Q 3\5 en H01Q 3\5 hebben voorrang)

      • H01Q 3/28

        waarbij de amplitude wordt gevarieerd [3]

      • H01Q 3/30

        waarbij de fase wordt gevarieerd [3]

        • H01Q 3/32

          door mechanische middelen [3]

        • H01Q 3/34

          door elektrische middelen (actieve lenzen of reflectiereeksen H01Q 3\5) [3]

          • H01Q 3/36

            met variabele faseverschuivers [3]

            • H01Q 3/38

              waarbij de faseverschuivers digitaal zijn [3]

          • H01Q 3/40

            met een faserende matrix [3]

          • H01Q 3/42

            gebruikmakend van frequentiemenging [3]

    • H01Q 3/44

      waarbij de elektrische of magnetische karakteristieken van terugkaatsingsinrichtingen, brekingsinrichtingen of buigingsinrichtingen die zijn verbonden met het stralingselement, worden gevarieerd [3]

      • H01Q 3/46

        Actieve lenzen of reflectiereeksen [3]

  • H01Q 5/00

    Voorzieningen voor het gelijktijdig bedienen van antennes bij twee of meer verschillende golfbanden, bijv. tweevoudige of meervoudige bandregelingen (combinaties van afzonderlijke actieve antenne-eenheden die werken in verschillende golfbanden en zijn verbonden met een gemeenschappelijk voedingssysteem H01Q 21\5) [3,15]

    • H01Q 5/10

      Resonerende antennes [3]

      • H01Q 5/15

        voor het bedienen van centraal-gevoede antennes die één, of twee of meer op één lijn liggende, in hoofdzaak rechte of langwerpige actieve elementen bevatten [15]

    • H01Q 5/20

      gekenmerkt door het operationele golfgebied [15]

      • H01Q 5/22

        RF golfbereik gecombineerd met niet-RF golfbereik, bijv. infrarood of optisch [15]

      • H01Q 5/25

        Ultrabreed [UWB] systemen, bijv. meervoudige resonantiesystemen; Pulsesystemen [15]

      • H01Q 5/28

        Voorzieningen voor het tot stand brengen van polarisatie of bundelbreedte over twee of meer verschillende golfbereiken [15]

    • H01Q 5/30

      Regelingen die zorgen voor werking op verschillende golfbereiken [15]

      • H01Q 5/307

        Afzonderlijke of gekoppelde zendelementen, waarbij elk element wordt gevoed op niet-specifieke wijze [15]

        • H01Q 5/314

          gebruikmakend van frequentie-afhankelijke circuits of componenten, bijv. valcircuits of condensatoren [15]

          • H01Q 5/321

            binnen een zendelement of tussen gekoppelde zendelementen [15]

          • H01Q 5/328

            tussen een zendelement en de grond [15]

          • H01Q 5/335

            bij de voeding, bijv. voor impedantie-aanpassing [15]

        • H01Q 5/342

          voor verschillende voortplantingsmodi H01Q 5\5 heeft voorrang) [15]

          • H01Q 5/35

            gebruikmakend van twee of meer gelijktijdige voedingspunten [15]

          • H01Q 5/357

            gebruikmakend van één voedingspunt [15]

            • H01Q 5/364

              Creëren van meerde stroombanen [15]

              • H01Q 5/371

                Vertakken van stroombanen [15]

      • H01Q 5/378

        Combinatie van voedingselementen met parasitaire elementen [15]

        • H01Q 5/385

          Twee of meer parasitaire elementen [15]

        • H01Q 5/392

          waarbij de parasitaire elementen tweevoudige of meervoudige bandkarakteristieken hebben [15]

    • H01Q 5/40

      Overlappende of verweven structuren; Gecombineerde of elektromechanisch gekoppelde voorzieningen, bijv. met twee of meer niet-verbonden gevoede zendelementen [15]

      • H01Q 5/42

        gebruikmakend van twee of meer overlappende reeksen [15]

      • H01Q 5/45

        gebruikmakend van twee of meer voedingen in samenhang met een gezamenlijke reflectie-inrichting, buigingsinrichting of brekingsinrichting [15]

        • H01Q 5/47

          met een coaxiale opstelling van de voedingen [15]

      • H01Q 5/48

        Combinaties van twee of meer dipoolantennes [15]

        • H01Q 5/49

          met parasitaire elementen die worden gebruikt voor een ander doel dan voor tweevoudige of meervoudige banden, bijv. overlappende Yagi-antennes [15]

    • H01Q 5/50

      Voedingsregelingen of aanpassingsregelingen voor breedbandwerking of meervoudige bandwerking [15]

      • H01Q 5/55

        voor hoornantennes of golfgeleider-antennes [15]

  • H01Q 7/00

    Raamantennes met een in hoofdzaak gelijkmatige stroomverdeling rond de lus en met een stralings-richtpatroon in een vlak evenwijdig aan het vlak van de lus

    • H01Q 7/02

      Inklapbare; Intrekbare antennes

    • H01Q 7/04

      Antennes met tegenwicht H01Q 7\5 en H01Q 7\5 hebben voorrang)

    • H01Q 7/06

      met een kern van ferromagnetisch materiaal H01Q 7\5 heeft voorrang)

      • H01Q 7/08

        Ferriet-staafantennes of soortgelijke antennes met een langwerpige kern

  • H01Q 9/00

    Elektrisch korte antennes met afmetingen die niet meer zijn dan tweemaal de werkende golflengte, en die bestaan uit geleidende actieve stralingselementen [15]

    • H01Q 9/02

      Niet-resonerende antennes

    • H01Q 9/04

      Resonerende antennes

      • H01Q 9/06

        Details

        • H01Q 9/08

          Speciaal aangepaste aansluitdozen voor het ondersteunen van naastliggende uiteinden van op één lijn liggende stijve elementen

        • H01Q 9/10

          Speciaal aangepaste aansluitdozen voor het ondersteunen van naastliggende uiteinden van divergerende elementen

          • H01Q 9/12

            aangepast voor verstelling van de hoek tussen de elementen

        • H01Q 9/14

          Elementen met een verstelbare lengte (telescopische elementen H01Q 1\5)

      • H01Q 9/16

        met een voeding tussen de uiteinden van de antenne, bijv. een centraal gevoede dipool H01Q 9\5 heeft voorrang)

        • H01Q 9/18

          Verticaal plaatsing van de antenne

        • H01Q 9/20

          Twee op één lijn liggende, in hoofdzaak rechte actieve elementen; Losse, in hoofdzaak rechte actieve elementen H01Q 9\5 heeft voorrang)

          • H01Q 9/22

            Stijve staafvormige of vergelijkbare buisvormige elementen

          • H01Q 9/24

            Shuntvoedingsvoorzieningen voor losse actieve elementen, bijv. voor driehoeks-aanpassing

        • H01Q 9/26

          met één of meer gevouwen elementen, waarbij de gevouwen delen over een klein deel van de werkende golflengte op afstand van elkaar liggen (resonerende raamantennes H01Q 7\5)

          • H01Q 9/27

            Spiraalantennes [3]

        • H01Q 9/28

          Kegelvormige, cilindervormige, kooivormige, strookvormige, gaasvormige of soortgelijke elementen met een vergroot stralingsvlak; Elementen die twee kegelvormige oppervlakken bevatten met op één lijn liggende assen en naastliggende toppen, en die worden gevoed door transmissieleidingen met twee geleiders (golfgeleider-hoorns of golfgeleider-mondstukken H01Q 13\5; sleufantennes H01Q 13\5) [15]

      • H01Q 9/30

        met een voeding naar het uiteinde van een langwerpig actief element, bijv. een uni-pool H01Q 9\5 heeft voorrang)

        • H01Q 9/32

          Verticale opstelling van het element H01Q 9\5 heeft voorrang)

          • H01Q 9/34

            Mastantennes, torenantennes of soortgelijke zelfdragende of in staande positie ondersteunde antennes

          • H01Q 9/36

            met topbelasting

          • H01Q 9/38

            met tegenwicht (met een tegenwicht dat met langwerpige elementen bevat die in één vlak liggen met het actieve element H01Q 9\5)

        • H01Q 9/40

          Elementen met een vergroot stralingsvlak

        • H01Q 9/42

          met een gevouwen element, waarbij de gevouwen delen over een klein deel van de werkende golflengte op afstand van elkaar liggen

          • H01Q 9/43

            Sabel-vormige antennes [3]

      • H01Q 9/44

        met meerdere divergerende rechte elementen, bijv. een V-vormige dipool of kruisantenne; met meerdere elementen met gemeenschappelijk hellende, in hoofdzaak rechte delen (combinaties van twee of meer actieve elementen H01Q 21\5; tourniquetantennes H01Q 21\5) [15]

        • H01Q 9/46

          met stijve elementen die divergeren vanuit één punt

  • H01Q 11/00

    Elektrisch lange antennes met afmetingen die meer zijn dan tweemaal de kortste werkende golflengte, en die bestaan uit geleidende actieve stralingselementen (antennes met lekkende golfgeleider, sleufantennes H01Q 13\5) [15]

    • H01Q 11/02

      Niet-resonerende antennes, bijv. een lopende-golfantenne (Yagi-antennes H01Q 19\5) [15]

      • H01Q 11/04

        met delen die zijn gebogen, gevouwen, gevormd, afgeschermd of elektrisch belast voor het verkrijgen van een gewenste faseverhouding van de straling uit geselecteerde gedeelten van de antenne H01Q 11\5 tot H01Q 11\5 hebben voorrang) [15]

      • H01Q 11/06

        Ruitvormige antennes; V-vormige antennes

      • H01Q 11/08

        Schroefvormige antennes

      • H01Q 11/10

        Log-periodieke antennes H01Q 11\5 heeft voorrang) [3]

    • H01Q 11/12

      Resonerende antennes

      • H01Q 11/14

        met delen die zijn gebogen, gevouwen, gevormd of afgeschermd, of een faserende impedantie hebben, voor het verkrijgen van een gewenste faseverhouding van de straling uit geselecteerde gedeelten van de antenne, of voor het verkrijgen van gewenst polarisatie-effecten H01Q 11\5 heeft voorrang) [15]

        • H01Q 11/16

          waarin de geselecteerde gedeelten op één lijn liggen

        • H01Q 11/18

          waarin de geselecteerde gedeelten parallel op afstand van elkaar liggen [3]

      • H01Q 11/20

        V-vormige antennes

  • H01Q 13/00

    Golfgeleider-hoorns of golfgeleider-mondstukken; Spleetantennes; Antennes met lekkende golfgeleider; Vergelijkbare structuren die straling veroorzaken langs het transmissie-pad van een geleide golf [15]

    • H01Q 13/02

      Golfgeleider-hoorns

      • H01Q 13/04

        Dubbelconushoorns (dubbelconusdipolen die twee kegelvormige vlakken bevatten met op één lijn liggende assen en aangrenzende toppen, en die worden gevoed door transmissieleidingen met twee geleiders H01Q 9\5)

    • H01Q 13/06

      Golfgeleider-mondstukken (hoorns H01Q 13\5)

    • H01Q 13/08

      Uitstralende uiteinden van microgolftransmissieleidingen met twee geleiders, bijv. van coaxkabels of van microstrookleidingen

    • H01Q 13/10

      Resonerende spleetantennes

      • H01Q 13/12

        Cilinderantennes met langwerpige spleet; Vergelijkbare structuren

        • H01Q 13/14

          Skeletvormige cilinderantennes

      • H01Q 13/16

        Gevouwen spleetantennes

      • H01Q 13/18

        waarbij de spleet aan de achterzijde wordt gesteund door, of wordt gevormd in een grenswand van, een trilholte (cilinderantennes met langwerpige spleet H01Q 13\5)

    • H01Q 13/20

      Niet-resonerende antennes met lekkende golfgeleider of antennes in de vorm van een transmissieleiding; Vergelijkbare structuren die straling veroorzaken langs het transmissie-pad van een geleide golf

      • H01Q 13/22

        Antennes met langwerpige spleet in de grenswand van een golfgeleider of transmissieleiding

      • H01Q 13/24

        uitgevoerd als diëlectrische of ferromagnetische staaf of pijp H01Q 13\5 heeft voorrang)

      • H01Q 13/26

        Oppervlaktegolfgeleiders in de vorm van één geleider, bijv. een strookgeleider

      • H01Q 13/28

        met elementen met elektrische discontinuïteiten, en op afstand van elkaar staand in de richting van de golfvoortplanting, bijv. diëlectrische elementen of geleidingselementen die een kunstmatig diëlectricum vormen [15]

  • H01Q 15/00

    Inrichtingen voor het terugkaatsen, breken, afbuigen of polariseren van golven die zijn uitgestraald door een antenne, bijv. quasi-optische inrichtingen (variabel voor het veranderen van richting H01Q 3\5; voorzieningen van dergelijke inrichtingen voor het geleiden van golven H01P 3\5; variabel voor modulatie H03C 7\5)

    • H01Q 15/02

      Brekingsinrichtingen of buigingsinrichtingen, bijv. een lens of prisma

      • H01Q 15/04

        met één of meer golfgeleider-kanalen die worden begrensd door effectieve geleidingsvlakken die in hoofdzaak dwars op de elektrische vector van de golf staan, bijv. een golfgeleider-lens met evenwijdige platen

      • H01Q 15/06

        met meerdere golfgeleider-kanalen van verschillende lengte

      • H01Q 15/08

        gevormd uit massief diëlectrisch materiaal

      • H01Q 15/10

        met een driedimensionale reeks van impedantiediscontinuïteiten, bijv. gaten in geleidingsvlakken of geleidende schijven voor het vormen van een kunstmatig diëlectricum [15]

      • H01Q 15/12

        tevens werkend als polarisatiefilter

    • H01Q 15/14

      Reflectievlakken; Soortgelijke structuren

      • H01Q 15/16

        gebogen in twee dimensies, bijv. paraboloïde

      • H01Q 15/18

        met meerdere gemeenschappelijk hellende platte vlakken, bijv. een hoekreflector

        • H01Q 15/20

          Inklapbare reflectoren

      • H01Q 15/22

        tevens werkend als polarisatiefilter

    • H01Q 15/23

      Combinaties van reflectievlakken met brekingsinrichtingen of buigingsinrichtingen [3]

    • H01Q 15/24

      Polarisatie-inrichtingen; Polarisatiefilters H01Q 15\5 en H01Q 15\5 hebben voorrang) [15]

  • H01Q 17/00

    Inrichtingen voor het absorberen van golven die worden uitgestraald door een antenne; Combinaties van dergelijke inrichtingen met actieve antenne-elementen of antennesystemen

  • H01Q 19/00

    Combinaties van primaire actieve antenne-elementen en antenne-eenheden met secundaire inrichtingen, bijv. met quasi-optische inrichtingen, die de antenne een gewenste richtkarakteristiek geeft

    • H01Q 19/02

      Details

      • H01Q 19/04

        Middelen voor het inklappen van H-antennes of Yagi-antennes

    • H01Q 19/06

      gebruikmakend van brekingsinrichtingen of buigingsinrichtingen, bijv. een lens

      • H01Q 19/08

        voor het modificeren van het stralingspatroon van een stralingshoorn waarin de inrichting is geplaatst

      • H01Q 19/09

        waarin het primaire actieve element is gecoat met, of is ingebed in, een diëlectrisch of magnetisch materiaal (beschermingsmateriaal H01Q 1\5; variëren van de elektrische of magnetische kenmerken van brekingsinrichtingen of afbuigingsinrichtingen H01Q 3\5) [3,15]

    • H01Q 19/10

      gebruikmakend van terugkaatsingsoppervlakken

      • H01Q 19/12

        waarin de oppervlakken hol zijn H01Q 19\5 heeft voorrang) [3]

        • H01Q 19/13

          waarbij de primaire stralingsbron één stralingselement is, bijv. een dipool, een spleet of een golfgeleider-uitgang H01Q 19\5 heeft voorrang) [3]

        • H01Q 19/15

          waarbij de primaire stralingsbron een leidingbron is, bijv. een antenne met lekkende golfgeleider [3]

        • H01Q 19/17

          waarbij de primaire stralingsbron twee of meer stralingselementen bevat H01Q 19\5 en H01Q 25\5 hebben voorrang) [3]

      • H01Q 19/18

        met twee of meer terugkaatsingsvlakken op afstand van elkaar H01Q 19\5 heeft voorrang) [15]

        • H01Q 19/185

          waarin de oppervlakken plat zijn [3]

        • H01Q 19/19

          met één hol hoofdterugkaatsingsvlak dat samenhangt met een hulpterugkaatsingsvlak [3]

          • H01Q 19/195

            waarin een terugkaatsingsvlak tevens werkt is als een polarisatiefilter of polarisatie-inrichting [3]

    • H01Q 19/20

      Produceren van een smalle straal door twee cilindervormige focusseerinrichtingen waarvan de brandpunts-lijnen loodrecht op elkaar staan

    • H01Q 19/22

      gebruikmakend van een secundaire inrichting in de vorm van één in hoofdzaak recht geleidingselement

      • H01Q 19/24

        waarbij het primaire actieve element centraal wordt gevoed en in hoofdzaak recht is, bijv. een H-antenne

      • H01Q 19/26

        waarbij het primaire actieve element aan het uiteinde wordt gevoed en langwerpig is

    • H01Q 19/28

      gebruikmakend van een secundaire inrichting in de vorm van twee of meer in hoofdzaak rechte geleidingselementen (log-periodieke antennes H01Q 11\5; in de vorm van een terugkaatsingsvlak H01Q 19\5)

      • H01Q 19/30

        waarbij het primaire actieve element centraal wordt gevoed en in hoofdzaak recht is, bijv. een Yagi-antenne

      • H01Q 19/32

        waarbij het primaire actieve element aan het uiteinde wordt gevoed en langwerpig is

  • H01Q 21/00

    Antennereeksen of antennesystemen (voorzieningen voor het veranderen of variëren van de oriëntatie of vorm van het richtpatroon van de golven die worden uitgestraald van een antenne of antennesysteem H01Q 3\5) [15]

    • H01Q 21/06

      Reeksen van afzonderlijk bekrachtigde antenne-eenheden die gelijksoortig zijn gepolariseerd en op afstand van elkaar staan

      • H01Q 21/08

        waarbij de eenheden op afstand van elkaar staan langs of grenzend aan een rechtlijnig pad

        • H01Q 21/10

          Op één lijn liggende voorzieningen van in hoofdzaak rechte langwerpige geleidende eenheden

        • H01Q 21/12

          Parallelvoorzieningen van in hoofdzaak rechte langwerpige geleidende eenheden (lopende-golfantennes met een transmissieleiding die belast is met dwarselementen H01Q 11\5; Yagi-antennes H01Q 19\5) [15]

          • H01Q 21/14

            Adcock-antenne

            • H01Q 21/16

              U-vormig

            • H01Q 21/18

              H-vormig

      • H01Q 21/20

        waarbij de eenheden op afstand van elkaar staan langs of grenzend aan een gebogen pad

      • H01Q 21/22

        Antenne-eenheden van de reeks die niet-gelijkmatig in amplitude of fase bekrachtigd worden, bijv. een tapse of binomische reeks

    • H01Q 21/24

      Combinaties van antenne-eenheden die in verschillende richtingen zijn gepolariseerd voor het verzenden of ontvangen van cirkelvormig of elliptisch gepolariseerde golven of van in elke richting lineair gepolariseerde golven

      • H01Q 21/26

        Tourniquetantennes of soortgelijke antennes die voorzieningen bevatten van drie of meer langwerpige elementen die radiaal en symmetrisch in een horizontaal vlak om een gemeenschappelijk middelpunt zijn geplaatst

    • H01Q 21/28

      Combinaties van in hoofdzaak onafhankelijke, niet-samenwerkende antenne-eenheden of antennesystemen

    • H01Q 21/29

      Combinaties van verschillend samenwerkende antenne-eenheden die zorgen voor een gewenste richtkarakteristiek H01Q 25\5 heeft voorrang) [3]

    • H01Q 21/30

      Combinaties van afzonderlijke antenne-eenheden die in verschillende golfbanden werken en die zijn verbonden met een gemeenschappelijk voedingssysteem

  • H01Q 23/00

    Antennes met actieve circuits of circuitelementen die daarin zijn geïntegreerd of daaraan zijn vastgemaakt [3]

Aantekeningen

(1) Deze groep dekt alleen die combinaties waarin het soort antenne of antenne-element niet van belang is. [3] (2) Combinaties met een specifiek soort antenne zijn geklasseerd in de groep die van toepassing is op die soort. [3]

  • H01Q 25/00

    Antennes of antennesystemen die zorgen voor tenminste twee stralingspatronen (voorzieningen voor het veranderen of variëren van de oriëntatie of de vorm van het richtpatroon H01Q 3\5) [3]

    • H01Q 25/02

      met som-en-verschil patronen H01Q 25\5 heeft voorrang) [3,15]

    • H01Q 25/04

      Multimodusantennes [3]