[4,11]
A23J 1/00
Winnen van eiwitsamenstellingen voor voedingsmiddelen; In bulk openen van eieren en het scheiden van eigeel of dooier en eiwit [4,11]
A23J 1/02
uit vlees
A23J 1/04
uit vis of andere zeedieren [11]
A23J 1/06
uit bloed [2,11]
A23J 1/08
uit eieren
A23J 1/09
waarbij eiwit en eigeel worden gescheiden
A23J 1/10
uit haar, veren, hoorn, huiden, leer, botten en dergelijke
A23J 1/12
uit granen, tarwe, zemelen of melasse
A23J 1/14
uit groentezaden of andere plantaardige zaden; uit perskoeken of oliehoudende zaden
A23J 1/16
uit afvalwater van de zetmeelindustrie of soortgelijk afval
A23J 1/18
uit gisten
A23J 1/20
uit melk, bijv. caseïne (stremsel A23C); uit wei
A23J 1/22
Drogen van caseïne
A23J 3/00
Opwerken van eiwitten voor voedingsmiddelen
Aantekening
In de groepen A23J 3\5 tot A23J 3\5 wordt geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [5]
A23J 3/04
Dierlijke eiwitten [5]
A23J 3/06
Gelatine [5]
A23J 3/08
Eiwitten uit zuivel [5]
A23J 3/10
Caseïne (drogen van caseïne A23J 1\5) [5]
A23J 3/12
uit bloed [5]
A23J 3/14
Plantaardige eiwitten [5]
A23J 3/16
uit sojabonen [5]
A23J 3/18
uit tarwe [5]
A23J 3/20
Eiwitten uit micro-organismen of eencellige algae [5]
A23J 3/22
door texturiseren [5]
Aantekening
Materie die is geklasseerd in de groepen A23J 3\5 tot A23J 3\5, wordt tevens geklasseerd in de groepen A23J 3\5 tot A23J 3\5 als het soort eiwit van belang is. [5]
A23J 3/24
gebruikmakend van bevriezen [5]
A23J 3/26
gebruikmakend van extruderen of expanderen [5]
A23J 3/28
gebruikmakend van stollen uit of in een bad, bijv. spinvezels [5]
A23J 3/30
door hydrolyseren [5]
Aantekening
Materiaal dat geklasseerd wordt in de groepen A23J 3\5 tot A23J 3\5, wordt tevens geklasseerd in de groepen A23J 3\5 tot A23J 3\5 als het soort eiwit van belang is. [5]
A23J 3/32
gebruikmakend van chemische middelen [5]
A23J 3/34
gebruikmakend van enzymen [5]
A23J 7/00
Fosfatidesamenstellingen voor voedingsmiddelen, bijv. lecithine [4]