A23C - Zuivelproducten, bijv. melk, boter of kaas; vervangende middelen voor melk of kaas; maken daarvan

(winnen van eiwitsamenstellingen voor voedingsmiddelen A23J 1\5; bereiden van peptiden in het algemeen, bijv. van eiwitten, C07K 1\5)

Aantekening

Onder deze subklasse vallen: - de chemische aspecten van het maken van zuivelproducten; [3] - de apparatuur die wordt gebruikt voor de daarbij behorende bewerkingstechnieken, bijv. concentreren, verdampen, drogen, conserveren of steriliseren, tenzij dergelijke apparatuur specifiek valt onder een andere subklasse, bijv. A01J voor het behandelen van melk of room bij het maken van boter of kaas. [3]

Algemene zuiveltechnologie

  • A23C 1/00

    Concentreren, verdampen of drogen (daardoor verkregen producten A23C 9\5; maken van boterpoeder A23C 15\5, van strooikaas A23C 19\5; verdampen in het algemeen B01D 1\5) [3]

    • A23C 1/01

      Filmdrogen [3]

      • A23C 1/03

        op trommels of walsen [3]

    • A23C 1/04

      door versproeien in een gasstroom

      • A23C 1/05

        gecombineerd met agglomereren [3]

    • A23C 1/06

      Concentreren door uitvriezen van het water

      • A23C 1/08

        Vriesdrogen [3]

    • A23C 1/10

      Schuimdrogen A23C 1\5 en A23C 1\5 hebben voorrang) [3]

    • A23C 1/12

      Concentreren door verdampen [3]

    • A23C 1/14

      gecombineerd met een andere behandeling A23C 3\5 en A23C 9\5 hebben voorrang) [3]

      • A23C 1/16

        gebruikmakend van additieven [3]

  • A23C 3/00

    Conserveren van melk of melkpreparaten (van room A23C 13\5; van boter A23C 15\5; van kaas A23C 19\5)

    • A23C 3/02

      door verwarmen A23C 3\5 heeft voorrang) [3]

      • A23C 3/023

        in verpakkingen [3]

        • A23C 3/027

          die worden voortbewogen door de apparatuur [3]

      • A23C 3/03

        van losse en onverpakte materialen [3]

        • A23C 3/033

          die worden voortbewogen door de apparatuur [3]

          • A23C 3/037

            in direct contact met het verwarmingsmedium, bijv. stoom [3]

    • A23C 3/04

      door bevriezen of koelen

      • A23C 3/05

        in verpakkingen [3]

    • A23C 3/07

      door bestralen, bijv. met microgolven [3]

    • A23C 3/08

      door het toevoegen van conserveermiddelen (toevoegen van micro-organismen of enzymen A23C 9\5, van andere substanties A23C 9\5)

  • A23C 7/00

    Andere zuiveltechnologie

    • A23C 7/02

      Chemisch reinigen van zuivelapparatuur (reinigen in het algemeen B08B, bijv. B08B 3\5); Gebruik van sterilisatiemethoden daarvoor (sterilisatiemethoden op zich A61L) [3]

    • A23C 7/04

      Verwijderen van ongewenste substanties uit melk (door filtreren A01J 9\5 of A01J 11\5) [3]

Zuivelproducten; Speciaal daarvoor aangepaste processen

  • A23C 9/00

    Melkpreparaten; Melkpoeder of melkpoederpreparaten A23C 21\5 heeft voorrang; conserveren A23C 3\5; chocolademelk A23G 1\5; roomijs of mengsels voor het bereiden van roomijs A23G 9\5; pudding of instantpudding A23L 9\5) [3,16]

    • A23C 9/12

      Gefermenteerde melkpreparaten; Behandelen gebruikmakend van micro-organismen of enzymen (weipreparaten A23C 21\5) [3]

      • A23C 9/123

        gebruikmakend van alleen melkzuurbacterie-achtige micro-organismen; Yoghurt A23C 9\5 heeft voorrang) [3]

      • A23C 9/127

        gebruikmakend van zowel melkzuurbacterie-achtige micro-organismen als andere micro-organismen of enzymen, bijv. kefir of koemis A23C 9\5 heeft voorrang) [3]

      • A23C 9/13

        gebruikmakend van additieven [3]

        • A23C 9/133

          Vruchten of groenten [3]

        • A23C 9/137

          Verdikkingsmiddelen [3]

    • A23C 9/14

      waarbij de chemische samenstelling van de melk wordt gemodificeerd door een niet-chemische behandeling [3]

Aantekening

Bij het klasseren in deze groep wordt tevens geklasseerd in de groep B01D 15\5, voor zover het onderwerpen van algemeen belang met betrekking tot chromatografie betreft. [8]

  • A23C 9/142

    door dialyse, omgekeerde osmose of ultrafiltratie A23C 9\5 heeft voorrang) [3]

  • A23C 9/144

    met elektrische middelen, bijv. elektrodialyse [3]

  • A23C 9/146

    door het uitwisselen van ionen [3]

  • A23C 9/148

    door filtreren met een moleculaire zeef of door gelfiltratie [3]

  • A23C 9/15

    Gereconstitueerde of gerecombineerde melkproducten met niet uit melk afkomstig vet noch uit melk afkomstige eiwitten (met verdikkingsmiddelen A23C 9\5; mengsels van wei, met melkproducten of melkcomponenten A23C 21\5) [3]

  • A23C 9/152

    met additieven (gefermenteerde melkpreparaten met additieven A23C 9\5) [3]

  • A23C 9/154

    met verdikkingsmiddelen, eieren of graanpreparaten; Melkgelen [3]

  • A23C 9/156

    Melkpreparaten met smaakstoffen A23C 9\5 heeft voorrang) [3]

  • A23C 9/158

    met vitaminen of antibiotica [3]

  • A23C 9/16

    Agglomereren of granuleren van melkpoeder; Maken van instantmelkpoeder; Daardoor verkregen producten A23C 1\5 en A23C 9\5 hebben voorrang) [3]

  • A23C 9/18

    Melk in gedroogde en samengeperste of halfvaste vorm [3]

  • A23C 9/20

    Dieetmelkproducten voor zover niet vallend onder de groepen A23C 9\5 tot A23C 9\5 [3]

  • A23C 11/00

    Vervangende middelen voor melk, bijv. koffiemelkpoeder (vervangende middelen voor kaas A23C 20\5; vervangende middelen voor boter A23D; vervangende middelen voor room A23L 9\5) [16]

    • A23C 11/02

      met tenminste één niet uit melk afkomstige component als bron van vetten of eiwitten A23C 19\5 en A23C 21\5 hebben voorrang) [3]

      • A23C 11/04

        met niet uit melk afkomstige vetten maar zonder niet uit melk afkomstige eiwitten A23C 11\5 en A23C 11\5 hebben voorrang) [3]

      • A23C 11/06

        met niet uit melk afkomstige eiwitten A23C 11\5 en A23C 11\5 hebben voorrang) [3]

      • A23C 11/08

        met caseïnaten maar zonder andere melkeiwitten noch melkvetten [3]

      • A23C 11/10

        al dan niet met lactose maar zonder andere melkcomponenten als bron van vetten, koolhydraten of eiwitten, bijv. sojamelk [3]

  • A23C 13/00

    Room; Roompreparaten; Maken daarvan (koffiemelkpoeder A23C 11\5; vervangende middelen voor room A23L 9\5) [16]

    • A23C 13/08

      Conserveren [3]

      • A23C 13/10

        door het toevoegen van conserveermiddelen A23C 13\5 en A23C 13\5 hebben voorrang) [3]

    • A23C 13/12

      Roompreparaten (roomijs A23G 9\5)

      • A23C 13/14

        met melkproducten of melkcomponenten [3]

      • A23C 13/16

        met of behandeld met micro-organismen, enzymen of antibiotica; Zure room [3]

  • A23C 15/00

    Boter; Boterpreparaten; Maken daarvan (vervangende middelen voor boter A23D)

    • A23C 15/02

      Maken daarvan

      • A23C 15/04

        uit boterolie of watervrije boter [3]

      • A23C 15/06

        Behandelen van room vóór een fase-omslag [3]

    • A23C 15/12

      Boterpreparaten

      • A23C 15/14

        Boterpoeder; Boterolie, d.w.z. gesmolten boter, bijv. ghee [3]

      • A23C 15/16

        Boter met een verminderd vetgehalte [3]

    • A23C 15/18

      Conserveren [3]

      • A23C 15/20

        door het toevoegen van conserveermiddelen [3]

  • A23C 17/00

    Karnemelk; Karnemelkpreparaten A23C 9\5 heeft voorrang; conserveren A23C 3\5) [3]

    • A23C 17/02

      met of behandeld met micro-organismen of enzymen [3]

  • A23C 19/00

    Kaas; Kaaspreparaten; Maken daarvan (vervangende middelen voor kaas A23C 20\5; caseïne A23J 1\5)

    • A23C 19/02

      Maken van stremsel of kaaswrongel [3]

      • A23C 19/024

        gebruikmakend van een continu proces [3]

      • A23C 19/028

        zonder het daadwerkelijk afscheiden van wei uit gestremde melk [3]

      • A23C 19/032

        gekenmerkt door het gebruik van specifieke micro-organismen, of van enzymen van microbiologische oorsprong [3]

      • A23C 19/04

        gekenmerkt door het gebruik van specifieke enzymen van een plantaardige of dierlijke oorsprong A23C 19\5 heeft voorrang) [3]

      • A23C 19/045

        Stremmen van melk zonder leb of vervangende middelen daarvoor [3]

      • A23C 19/05

        Behandelen van melk vóór het stremmen; Afscheiden van wei uit wrongel A23C 19\5 heeft voorrang) [3]

      • A23C 19/055

        Toevoegen van niet uit melk afkomstige vetten of eiwitten [3]

    • A23C 19/06

      Behandelen van stremsel na het afscheiden van de wei; Daardoor verkregen producten A23C 19\5 heeft voorrang) [3]

      • A23C 19/064

        Zouten [3]

      • A23C 19/068

        Specifieke soorten kaas [3]

        • A23C 19/072

          Cheddarkaas [3]

        • A23C 19/076

          Zachte ongerijpte kaas, bijv. boerenkaas of roomkaas [3]

        • A23C 19/08

          Bewerken van kaaspreparaten; Maken daarvan, bijv. smelten, emulgeren of steriliseren [3]

          • A23C 19/082

            Toevoegen van substanties aan het stremsel vóór of tijdens het smelten; Smeltzouten [3]

          • A23C 19/084

            Behandelen van, of toevoegen van substanties aan, het stremsel na het smelten (toevoegen van niet uit melk afkomstige componenten A23C 19\5) [3]

      • A23C 19/086

        Strooikaas of poederkaas; Gedroogde kaaspreparaten [3]

      • A23C 19/09

        Andere kaaspreparaten; Mengsels van kaas met andere voedingsmiddelen (conserveren A23C 19\5) [3]

        • A23C 19/093

          Toevoegen van niet uit melk afkomstige vetten of eiwitten [3]

    • A23C 19/097

      Conserveren [3]

      • A23C 19/10

        Toevoegen van conserveermiddelen [3]

        • A23C 19/11

          van antibiotica [3]

    • A23C 19/14

      Behandelen van kaas na het bereiken van de uiteindelijke vorm, bijv. rijpen of roken (conserveren A23C 19\5)

      • A23C 19/16

        Bedekken van het kaasoppervlak, bijv. met paraffinewas

  • A23C 20/00

    Vervangende middelen voor kaas A23C 19\5 en A23C 19\5 hebben voorrang) [3]

    • A23C 20/02

      zonder melkcomponenten, caseïnaat of lactose als bronnen van vetten, eiwitten of koolhydraten [3]

  • A23C 21/00

    Wei; Weipreparaten A23C 1\5, A23C 3\5 en A23C 9\5 hebben voorrang) [3]

    • A23C 21/02

      met of behandeld met micro-organismen of enzymen [3]

    • A23C 21/04

      met niet uit melk afkomstige componenten als bron van vetten of eiwitten [3]

    • A23C 21/06

      Mengsels van wei met melkproducten of melkcomponenten [3]

    • A23C 21/08

      met andere organische additieven, bijv. plantaardige of dierlijke producten [3]

    • A23C 21/10

      met anorganische additieven [3]

  • A23C 23/00

    Andere zuivelproducten