(randconstructies van openingen in wanden, vloeren of plafonds E06B 1\5) Aantekeningen
(1) Onder deze subklasse vallen bewerkingsmethoden die worden gebruikt bij het construeren van nieuwe gebouwen, en vergelijkbare bewerkingsmethoden bij bestaande gebouwen. Andere bewerkingsmethoden bij bestaande gebouwen worden geklasseerd in groep E04G 23\5, behalve die voor het isoleren. [5] (2) In deze subklasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis: - “plafond” omvat al het afwerkmateriaal dat de onderzijde van de lastdragende plafondstructuur of dakstructuur bedekt. [4]
E04B 1/00
Constructies in het algemeen; Bouwwerken die niet zijn beperkt tot wanden, bijv. afscheidingen, vloeren, plafonds of daken (steigers, bekistingen E04G; speciaal aangepaste bouwwerken voor gebouwen voor een speciaal doel, algemene layout van gebouwen, bijv. modulaire opbouw E04H; zie voor de specifieke delen van gebouwen de relevante groepen voor die delen)
E04B 1/02
Bouwwerken die allereerst bestaan uit last-dragende, blokvormige of plaatvormige elementen E04B 1\5 tot E04B 1\5 hebben voorrang)
E04B 1/04
waarbij de elementen bestaan uit beton, bijv. gewapend beton, of een ander steenachtig materiaal
E04B 1/06
waarbij de elementen zijn voorgespannen
E04B 1/08
waarbij de elementen bestaan uit metaal
E04B 1/10
waarbij de elementen bestaan uit hout
E04B 1/12
waarbij de elementen bestaan uit ander materiaal
E04B 1/14
waarbij de elementen zijn opgebouwd uit twee of meer materialen (van gewapend beton E04B 1\5)
E04B 1/16
Bouwwerken die zijn gemaakt van massa's, bijv. beton, die worden gegoten of op soortgelijke wijze ter plaatse wordt gevormd met of zonder gebruikmaking van hulpelementen, zoals blijvende bekistingen of een onderbouw die moet worden gecoat met lastdragend materiaal E04B 1\5 tot E04B 1\5 hebben voorrang)
E04B 1/18
Bouwwerken die langwerpige last-ondersteunende delen bevatten, bijv. kolommen, liggers of skeletten E04B 1\5 tot E04B 1\5 hebben voorrang; langwerpige last-ondersteunende delen zoals elementen, spanten of spantachtige bouwwerken E04C 3\5)
E04B 1/19
Driedimensionale geraamtebouwwerken [2]
Aantekening
Groep E04B 1\5 heeft voorrang boven de groepen E04B 1\5 tot E04B 1\5. [2]
E04B 1/20
waarbij de steundelen bestaan uit beton, bijv. gewapend beton, of een ander steenachtig materiaal
E04B 1/21
Speciaal daarvoor aangepaste verbindingen [2]
E04B 1/22
waarbij de delen zijn voorgespannen
E04B 1/24
waarbij de steundelen bestaan uit metaal
E04B 1/26
waarbij de steundelen bestaan uit hout
E04B 1/28
waarbij de steundelen bestaan uit ander materiaal
E04B 1/30
waarbij de steundelen zijn opgebouwd uit twee of meer materialen; Composietbouwwerken van staal en beton (van gewapend beton E04B 1\5)
E04B 1/32
Boogstructuren; Welfstructuren; Vouwstructuren (welfdaken E04B 7\5)
E04B 1/34
Buitengewone bouwwerken, bijv. met hangende of vrijdragende delen die worden ondersteund door masten of torenvormige bouwwerken rondom liften of trappen; Kenmerken met betrekking tot de elastische stabiliteit E04B 1\5, E04B 1\5 en E04B 1\5 hebben voorrang; voor vloeren E04B 5\5; gebouwen voor een speciaal doel, bijv. bestand tegen aardbevingen E04H)
E04B 1/343
Bouwwerken die worden gekenmerkt door beweegbare, afscheidbare of inklapbare delen, bijv. voor transport (beweegbare dakdelen E04B 7\5; drijvende gebouwen B63B; kleine geprefabriceerde gebouwen die als één geheel kunnen worden vervoerd E04H 1\5; kleine garages E04H 6\5; tenten of zonnedaken in het algemeen E04H 15\5)
E04B 1/344
met scharnierende delen
E04B 1/346
Roterende gebouwen; Gebouwen met roterende eenheden, bijv. kamers
E04B 1/348
Bouwwerken die zijn opgebouwd uit eenheden die tenminste aanzienlijke delen van twee zijden van een ruimte bevatten, bijv. doosvormige of celvormige eenheden met een gesloten vorm of een skeletvorm (wandeenheden die plaats bieden aan leidingen en dergelijke E04C 2\5)
E04B 1/35
Bijzondere bouwmethoden, bijv. lift-slab, jack-block E04B 1\5 heeft voorrang; bekistingen, betonbekistingen voor het ter plaatse vormen van wanden, vloeren, plafonds of daken voor bouwwerken met een specifieke vorm E04G 11\5; transporteren of samenvoegen van bouwmaterialen E04G 21\5; bewerkingsmaatregelen aan bestaande gebouwen E04G 23\5)
E04B 1/38
Verbindingen voor bouwwerken in het algemeen
Aantekening
Speciaal aangepaste verbindingen voor specifieke delen van gebouwen of voor specifieke bouwwerken zijn geklasseerd in de groepen voor die delen of werken, bijv. in de groepen E04B 1\5, E04B 2\5, E04B 5\5, E04B 7\5 of E04B 9\5. Niet speciaal aangepaste verbindingen voor bouwconstructies, of met een meer algemene toepassing, zijn geklasseerd in de toepasselijke subklassen, bijv. F16B. [5]
E04B 1/48
Deuvels, d.w.z. aangepaste lichamen die de oppervlakken van twee delen binnendringen en die de schuifspanningen opnemen
E04B 1/49
met zelfdoorborende delen, bijv. klauwdeuvels
E04B 1/58
voor staafvormige bouwelementen
E04B 1/61
voor plaatvormige bouwelementen met elkaar [5]
E04B 1/62
Isolatie of andere bescherming; Elementen of gebruik van specifiek materiaal daarvoor (chemische samenstellingen C01 tot C11; werktuigen voor het aanbrengen van isolatie of afdichtingen E04F 21\5; gebouwen die bestand zijn of bescherming bieden tegen externe ongewenste invloeden E04H 9\5; afdichten van pijpen in wanden of afscheidingen F16L 5\5; afschermen tegen gevaarlijke straling G21F; zie voor constructies van specifieke delen van gebouwen de relevante groepen voor die delen)
E04B 1/64
voor het dampwerend maken; Beschermen tegen corrosie (afdichtingen E04B 1\5)
E04B 1/66
Afdichtingen (toevoegen van anti-lekeigenschappen aan pleister C04B; bitumineuze afdichtingsmassa's C08L 95\5; afdichtingen voor waterbouwkundig werk in het algemeen E02B 3\5; tegen grondvocht of grondwater E02D 31\5; afdekkingen tegen regen of andere neerslagen uit de atmosfeer E04D; zie voor de samenstelling van materiaal of het maken van afdicht-foliën de relevante klassen voor deze foliën)
E04B 1/68
van verbindingen, bijv. dilatatievoegen (pakking voor voegen in wegen of vliegvelden E01C 11\5; dilatatievoegen voor bruggen E01D 19\5; afdichten van verbindingen tussen heipalen E02D 5\5; verbindingen in funderingsbouwwerken E02D 29\5; inrichtingen voor het afdichten van de ruimten of verbindingen tussen dakbedekkingselementen E04D 1\5; afdichten van verbindingen tussen dakbedekkingselementen E04D 3\5; constructie van verbindingen voor het afwerken van vloeren of van ter plaatse uit massa's gemaakte vloerlagen E04F 15\5)
E04B 1/682
ter plaatse gevormd [5]
E04B 1/684
gebruikmakend van voorgevormde elastomere elementen [5]
E04B 1/686
met meerdere holle, vervormbare inwendige cellen [5]
E04B 1/74
Isoleren, absorberen of terugkaatsen van warmte, geluid of lawaai (vormen van ruimten, of voorzieningen in ruimten, voor het beïnvloeden of richten van geluid E04B 1\5); Andere bouwmethoden die gunstige thermische of akoestische condities bieden, bijv. waarbij warmte wordt opgeslagen in de wanden (brandbescherming E04B 1\5; elementen die voornamelijk zijn aangepast voor de bouw E04C 1\5 tot E04C 3\5; voornamelijk aangepast voor bedekkingen van oppervlakken E04F 13\5; als onderlagen voor vloerafdekkingen E04F 15\5; afsluitingen voor wandopeningen of soortgelijke openingen E06B)
E04B 1/76
specifiek met betrekking tot alleen warmte (warmte-isolatie in het algemeen F16L 59\5)
E04B 1/78
Warmte-isolerende elementen
E04B 1/80
schaaldeelvormig
E04B 1/82
specifiek met betrekking tot alleen geluid (dempen van lawaai in leidingen of kanalen E04F 17\5; dempen van lawaai in het algemeen G10K 11\5)
E04B 1/84
Geluidabsorberende elementen
E04B 1/86
schaaldeelvormig
E04B 1/88
Isolatie-elementen voor zowel warmte als geluid
E04B 1/90
schaaldeelvormig
E04B 1/92
Beschermen tegen andere ongewenste invloeden of gevaren (gebouwen die bescherming bieden tegen gevaren van buitenaf E04H 9\5; afschermen tegen gevaarlijke straling G21F)
E04B 1/98
tegen trillingen of schokken (op funderingen E02D 31\5); tegen mechanische vernietiging, bijv. bij luchtaanvallen (tegen alleen incidentele schade E04B 1\5; afwerking daarvoor E04F; gebouwen die bestand zijn tegen aardbevingen en dergelijke, schuilkelders, voorzieningen van wanden voor het opvangen van brokstukken E04H 9\5)
E04B 2/00
Wanden voor gebouwen, bijv. afscheidingen; Wandconstructie met betrekking tot isolatie; Speciaal aangepaste verbindingen voor wanden (verbindingen voor bouwwerken in het algemeen E04B 1\5; isolatie voor gebouwen in het algemeen E04B 1\5; bouwelementen met een relatief dunne vorm voor delen van gebouwen E04C 2\5)
E04B 2/02
opgebouwd uit lagen bouwelementen
E04B 2/04
Wanden die géén holten hebben, noch tussen noch in de massieve elementen
E04B 2/06
gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie
E04B 2/08
door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten
E04B 2/10
door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen
E04B 2/12
gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek
E04B 2/14
Wanden met holten in, maar niet tussen, de elementen, d.w.z. waarbij elke holte is ingesloten door tenminste vier zijden van één element
E04B 2/16
gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie
E04B 2/18
door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten
E04B 2/20
door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen
E04B 2/22
gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek
E04B 2/24
waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in sommige holten voor het vormen van lastdragende pilaren of balken
E04B 2/26
waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in alle holten voor het vormen van een wandconstructie
E04B 2/28
Wanden met holten tussen, maar niet in, de elementen; Wanden van elementen die elk bestaan uit twee of meer delen die op afstand worden gehouden door middel van afstandhouders, waarbij alle delen massief zijn
E04B 2/30
gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie; Afstandhouders voor spouwmuren
E04B 2/32
door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten
E04B 2/34
door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen
E04B 2/36
gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek
E04B 2/38
waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in sommige holten voor het vormen van lastdragende kolommen of balken
E04B 2/40
waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in alle holten voor het vormen van een wandconstructie
E04B 2/42
Wanden met holten zowel tussen als in de elementen; Wanden van elementen die elk bestaan uit twee of meer delen die op afstand worden gehouden door middel van afstandhouders, waarbij tenminste één van de delen holten bezit
E04B 2/44
gebruikmakend van elementen met speciaal ontworpen middelen voor het stabiliseren van de positie; Afstandhouders voor spouwmuren
E04B 2/46
door het in elkaar grijpen van uitsteeksels of inzetstukken met inkepingen, bijv. tongen, groeven of zwaluwstaarten
E04B 2/48
door kleine kanalen in, of in groeven tussen, de elementen te vullen met materiaal met of zonder versterkingen
E04B 2/50
gebruikmakend van elementen met een algemene vorm die afwijkt van die van een rechthoek
E04B 2/52
waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in sommige holten voor het vormen van lastdragende kolommen of balken
E04B 2/54
waarbij de wanden worden gekenmerkt door vullingen in alle holten voor het vormen van een wandconstructie
E04B 2/56
Wanden met een dragende constructie of met pilaren; Wanden met langwerpige lastdragende lichamen E04B 2\5 en E04B 2\5 hebben voorrang; kolommen E04C 3\5)
E04B 2/58
met langwerpige lichamen van metaal
E04B 2/60
gekenmerkt door een speciale doorsnede van de langwerpige lichamen
E04B 2/62
waarbij de lichamen worden gevormd door twee of meer elementen naast elkaar
E04B 2/64
met langwerpige lichamen van beton
E04B 2/66
gekenmerkt door een speciale doorsnede van de langwerpige lichamen
E04B 2/70
met langwerpige lichamen van hout
E04B 2/74
Verwijderbare niet-lastdragende afscheidingen; Afscheidingen met een vrije bovenrand (panelen met een frame E04C 2\5)
E04B 2/76
met een dragende constructie of posten van metaal
E04B 2/78
gekenmerkt door een speciale doorsnede van de framelichamen
E04B 2/80
met een dragende constructie of posten van hout
E04B 2/82
gekenmerkt door de wijze waarop randen zijn verbonden met het gebouw; Middelen daarvoor; Speciale details van gemakkelijk verwijderbare afscheidingen
E04B 2/84
Wanden die worden gemaakt door het ter plaatse gieten, storten of stampen E04B 2\5 en E04B 2\5 hebben voorrang; bekistingen daarvoor E04G 11\5; bewerken van beton of soortgelijke massa's die ter plaatse kan worden gegoten of gestort E04G 21\5)
E04B 2/86
gemaakt in blijvende bekistingen
E04B 2/88
Gordijnwanden
E04B 2/90
met panelen die direct zijn vastgemaakt aan het bouwwerk [4]
E04B 2/92
Sandwichpanelen [4]
E04B 2/94
Betonnen panelen E04B 2\5 heeft voorrang) [4]
E04B 2/96
met panelen die zijn vastgemaakt aan het bouwwerk via verticale stijlen of dwarsbalken [4]
E04B 5/00
Vloeren; Vloerconstructie met betrekking tot isolatie; Speciaal daarvoor aangepaste verbindingen (elementen voor vloeren, bijv. bakstenen, stenen, vullichamen of liggers E04C; vloeren als afwerking, isoleren van vloeren, gelede loze vloeren voor bijv. computers, E04F 15\5) [5]
E04B 5/02
Lastdragende vloerstructuren die in hoofdzaak worden gevormd van geprefabriceerde eenheden E04B 5\5 tot E04B 5\5 hebben voorrang)
E04B 5/04
met liggers van beton of een ander steenachtig materiaal, bijv. asbestcement E04B 5\5 en E04B 5\5 hebben voorrang)
E04B 5/06
tegen elkaar geplaatst
E04B 5/10
met metalen liggers of draagbalken, bijv. met stalen vakwerkliggers E04B 5\5 heeft voorrang)
E04B 5/12
met houten liggers E04B 5\5 heeft voorrang)
E04B 5/14
met liggers of draagbalken die in twee richtingen zijn gelegd
E04B 5/16
Lastdragende vloerstructuren die geheel of gedeeltelijk zijn gegoten of die op soortgelijke wijze ter plaatse zijn gevormd E04B 5\5 tot E04B 5\5 hebben voorrang; vloeren die meer worden gekenmerkt door de geprefabriceerde elementen E04C)
E04B 5/17
Vloerstructuren die gedeeltelijk ter plaatse worden gevormd
E04B 5/18
met verstijvingsribben of andere bintachtige formaties die volledig worden gegoten tussen vullichamen
E04B 5/19
waarbij de vullichamen werken als zelfdragende blijvende bekistingen E04B 5\5 heeft voorrang)
E04B 5/21
Vloeren met kruisribben
E04B 5/23
met verstijvingsribben of andere bintachtige formaties die geheel of gedeeltelijk zijn geprefabriceerd (waarbij alle lastdragende delen in hoofdzaak bestaan uit geprefabriceerde eenheden E04B 5\5)
E04B 5/32
Vloerstructuren die geheel ter plaatse zijn gegoten met of zonder bekistingseenheden of wapeningen
E04B 5/36
met bekistingseenheden als deel van de vloer
E04B 5/38
met schaaldeelvormige bekistingseenheden die gelijktijdig werken als wapening; Bekistingsschaaldelen met wapeningen die zich zijwaarts uitstrekken buiten het element
E04B 5/40
met metalen bekistingsschaaldelen
E04B 5/43
Vloerstructuren met een bijzonder ontwerp; Kenmerken met betrekking tot de elastische stabiliteit; Vloerstructuren die speciaal zijn ontworpen voor het alleen op kolommen rusten, bijv. paddenstoelvloeren of computervloeren (bijzondere constructies in het algemeen E04B 1\5)
E04B 5/44
Vloeren die zijn samengesteld uit stenen, mortel en wapeningselementen (met inzetstukken van glas E04B 5\5)
E04B 7/00
Daken; Dakconstructie met betrekking tot isolatie (bouwwerken voor zowel daken als vloeren E04B 5\5; plafonds E04B 9\5; kassen A01G 9\5; grote containers met drijvende afdekkingen B65D 88\5; dakspanten, spantachtige bouwwerken, binten E04C 3\5; dakbedekkingen E04D) [5]
E04B 7/02
met platte glooiende oppervlakken, bijv. zadeldaken E04B 7\5 heeft voorrang)
E04B 7/04
ondersteund door horizontale liggers en dergelijke die op de wanden rusten E04B 7\5 heeft voorrang)
E04B 7/06
Constructies van dakkruisingen of versprongen uiteinden
E04B 7/08
Welfdaken E04B 7\5 heeft voorrang; gewelfde structuren in het algemeen E04B 1\5; opblaasbare tenten of zonnedaken in het algemeen E04H 15\5; opblaasbare bekistingen voor vorming ter plaatse E04G 11\5)
E04B 7/10
Schelpstructuren, bijv. met een hyperbolisch-parabolische vorm; Roostervormige formaties die werken als schelpstructuren; Vouwstructuren
E04B 7/12
gevormd met nissen, bijv. zaagtanddaken E04B 7\5 heeft voorrang)
E04B 7/14
Hangende daken (hangende tenten of zonnedaken in het algemeen E04H 15\5)
E04B 7/16
Dakstructuren met beweegbare dakdelen (gebouwen voor een speciaal doel E04H)
E04B 7/20
Daken die bestaan uit zelfdragende schaaldelen, bijv. die kunnen worden belast [5]
E04B 7/22
waarbij de schaaldelen isolerende eigenschappen hebben, bijv. gelamineerd met lagen isolatiemateriaal E04B 7\5 heeft voorrang) [6]
E04B 7/24
waarbij de schaaldelen inklapbaar zijn, bijv. voor transport [6]
E04B 9/00
Plafonds; Plafondconstructies, bijv. loze zolderingen; Plafondconstructie met betrekking tot isolatie (plafonds die worden gebruikt als bekistingen voor het maken van vloeren E04B 5\5; afdekkingen of bekledingen voor plafonds E04F 13\5) [5]
E04B 9/02
met middelen voor ventilatie of dampafvoer [5]
E04B 9/06
gekenmerkt door constructieve aspecten van de steunconstructie [5]
E04B 9/08
met de mogelijkheid tot uitzetting [5]
E04B 9/10
Verbindingen tussen parallelle lichamen van de steunconstructie E04B 9\5 heeft voorrang) [5]
E04B 9/12
Verbindingen tussen niet-parallelle lichamen van de steunconstructie E04B 9\5 heeft voorrang) [5]
E04B 9/14
waarbij alle lichamen discontinu zijn en tenminste gedeeltelijk in hetzelfde vlak liggen [5]
E04B 9/16
waarbij de lichamen in verschillende vlakken liggen [5]
E04B 9/18
Middelen voor het ophangen van de steunconstructie [5]
E04B 9/20
verstelbaar [5]
E04B 9/22
Verbinden van schaaldelen, platen en dergelijke met de steunconstructie [5]
E04B 9/24
waarbij de schaaldelen, platen en dergelijke worden gepositioneerd op, of worden vastgehouden tegen, horizontale flenzen van de steunconstructie [5]
E04B 9/26
door middelen van een kliksluiting met elastisch vervormbare elementen [5]
E04B 9/28
waarbij de schaaldelen, platen en dergelijke groeven hebben die tegen horizontale flenzen van de steunconstructie of tegen daarmee verbonden hulpmiddelen aanliggen [5]
E04B 9/30
gekenmerkt door randdetails van het plafond, bijv. het vastzetten ervan aan een aanliggende wand [5]
E04B 9/34
Opengewerkte plafonds, bijv. in de vorm van tralies E04B 9\5 heeft voorrang; roosters voor verlichtingsinrichtingen F21V) [5]
E04B 9/36
bestaand uit parallelle latten [5]