E04D - Dakbedekkingen; dakramen of bovenlichten; goten; dakdekkersgereedschap
(afdekkingen van buitenwanden met stucwerk of ander poreus materiaal E04F 13\5)
Aantekening
In deze subklasse wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis: - “dakbedekkingen” omvat elke overeenkomstige soort waterdichte afdekking tegen regen, sneeuw, hagel en dergelijke voor andere delen van gebouwen.
E04D 1/00
Dakbedekking door gebruik te maken van dakpannen, leistenen, dakspanen of andere kleine dakbedekkingselementen (dakbedekkingssteunen E04D 12\5)
-
E04D 1/04
van keramiek, glas of beton, met of zonder wapening
E04D 1/06
van metaal
E04D 1/08
van kunststoffen; van vezelmaterialen
E04D 1/12
Dakbedekkingselementen die zijn gevormd als vlakke dakpannen of dakspanen, d.w.z. met een plat buitenvlak E04D 1\5 en E04D 1\5 hebben voorrang)
E04D 1/14
van leisteenmateriaal, met of zonder bevestigingsmiddelen
E04D 1/16
van keramiek, glas of beton, met of zonder wapening
E04D 1/18
van metaal
E04D 1/20
van kunststoffen, vezelmaterialen of hout
E04D 1/24
Dakbedekkingselementen met holten, bijv. holle dakpannen E04D 1\5 heeft voorrang)
E04D 1/26
Strookvormige dakbedekkingselementen die lijken op een rij dakspanen
E04D 1/28
Dakbedekkingselementen die twee of meer lagen bevatten, bijv. voor isolatie
E04D 1/34
Bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van dakbedekkingselementen aan steunelementen
E04D 1/36
Inrichtingen voor het afdichten van de ruimten of voegen tussen dakbedekkingselementen (afdichten van voegen niet beperkt tot dakbedekkingselementen E04B 1\5)
-
E04D 3/00
Dakbedekking door gebruik te maken van vlakke of gebogen schaaldelen of stijve platen E04D 1\5 heeft voorrang; opgebouwde daken E04D 11\5)
E04D 3/02
met vlakke schaaldelen, leistenen of platen, of waarbij de doorsnede onbelangrijk is E04D 3\5 heeft voorrang)
E04D 3/04
van beton of keramiek (van asbestcement E04D 3\5)
E04D 3/06
van glas of ander doorschijnend materiaal; Vastzetmiddelen daarvoor (vastzetten van glasruiten door middelen die toepasbaar zijn voor ramen E06B 3\5)
E04D 3/08
met metalen glaslatten
E04D 3/14
met glaslatten van ander materiaal, bijv. van glas
E04D 3/16
van metaal
E04D 3/24
met een speciale doorsnede, bijv. met golvingen aan beide zijden of met ribben, flenzen en dergelijke E04D 3\5 heeft voorrang)
E04D 3/26
van beton of keramiek
E04D 3/28
van glas
E04D 3/30
van metaal
E04D 3/32
van kunststoffen, vezelmaterialen of asbestcement
E04D 3/35
Schaaldelen of stijve platen voor daken die twee of meer lagen bevatten, bijv. voor isolatie
E04D 3/36
Verbinden; Bevestigen
Aantekening
In de groepen E04D 3\5 tot E04D 3\5 worden kleine extra bevestigingselementen, bijv. spijkers of schroeven, niet beschouwd als afzonderlijke verbindingselementen.
E04D 3/361
door speciaal geprofileerde randgedeelten van de schaaldelen of platen
E04D 3/362
door het opsluiten van de rand van het ene schaaldeel of plaat in het geprofileerde randgedeelte van het aanliggende schaaldeel of de aanliggende plaat, bijv. gebruikmakend van afzonderlijke verbindingselementen
E04D 3/363
met een klikwerking [4]
E04D 3/3645
door een perspassing [4]
E04D 3/365
door het eenvoudig onderling laten overlappen van de randgedeelten met gebruik van afzonderlijke verbindingselementen, bijv. haken of bouten voor golfplaten
E04D 3/366
door het afsluiten van de ruimte tussen de schaaldelen of platen met goten, uitstulpingen of overbruggingselementen, bijv. stroken
E04D 3/367
door het blijvend vervormen van de randgedeelten van aanliggende schaaldelen of platen, bijv. door het vouwen van de randen [4]
E04D 3/368
door het samenpersen van de randgedeelten van aanliggende schaaldelen of platen
E04D 3/369
door het aan elkaar lassen van de randgedeelten van aanliggende schaaldelen of platen
E04D 3/40
Schaaldelen of platen die plaatselijk zijn gemodificeerd voor een hulpdoel, bijv. om te rusten op wanden of om als gootwerk te dienen; Elementen voor een specifiek doel, bijv. nokelementen, die speciaal zijn ontworpen voor gebruik in samenhang met schaaldelen of platen (dakbedekkingsaspecten van energie-opvanginrichtingen E04D 13\5)
Aantekening
Groep E04D 5\5 heeft voorrang boven de groepen E04D 5\5 tot E04D 5\5.
E04D 5/02
met materiaal dat is geïmpregneerd met afdichtende substanties, bijv. dakvilt
E04D 5/04
door gebruik te maken van metaalfoliën
E04D 5/06
door gebruik te maken van kunststoffen
E04D 5/08
door gebruik te maken van andere materialen
E04D 5/10
door gebruik te maken van samengestelde of gelamineerde materialen, bijv. metaalfoliën of kunststoffilms die zijn gecoat met bitumen E04D 5\5 heeft voorrang)
E04D 5/12
speciaal gemodificeerd, bijv. geperforeerd, met een korrelig oppervlak of met kussentjes
E04D 5/14
Bevestigingsmiddelen daarvoor
E04D 7/00
Dakbedekking van afdichtingsmassa's die ter plaatse worden opgebracht; Met grind bedekken van platte daken
E04D 9/00
Dakbedekking door gebruik van stro, riet of soortgelijke materialen (impregneren tegen brandschade B27K)
E04D 11/00
Dakbedekking voorzover niet beperkt tot kenmerken die alleen vallen onder één van de groepen E04D 1\5 tot E04D 9\5; Dakbedekking op manieren die niet vallen onder de groepen E04D 1\5 tot E04D 9\5
E04D 12/00
Niet-structurele steunen voor dakdekkersmaterialen, bijv. kraalschroten of planken E04D 11\5 heeft voorrang)
E04D 13/00
Speciale voorzieningen of inrichtingen in verband met dakbedekkingen; Dakwaterafvoer (ventilatiepannen E04D 1\5; ventilerende schaaldelen E04D 3\5; inwendige kanalen E04F 17\5; zie voor dakbedekkingselementen de relevante groepen)
E04D 13/03
Dakramen of bovenlichten; Koepels; Ventilerende dakramen of bovenlichten E04D 13\5 heeft voorrang; bouwwerken daarvoor E04B 7\5)
E04D 13/035
gekenmerkt door beweegbare delen
E04D 13/04
Dakwaterafvoer; Waterafvoerhulpstukken bij platte daken (gootpannen *
E04D 1/30
E04D 13/064
Dakgoten [6]
E04D 13/068
Middelen voor het aan elkaar bevestigen van dakgootdelen [6]
E04D 13/072
Ophangmiddelen (in combinatie met middelen voor het aan elkaar bevestigen van dakgootdelen E04D 13\5) [6]
E04D 13/076
Inrichtingen of voorzieningen voor het verwijderen van sneeuw, ijs of vuil uit dakgoten, of voor het voorkomen van opeenhoping daarvan [6]
E04D 13/10
Sneeuwvangers
E04D 13/12
Inrichtingen of voorzieningen voor het kunnen lopen op het dak of in de dakgoot
E04D 13/14
Aansluitingen van dakbedekking op schoorstenen of op andere delen die boven het dak uitsteken
E04D 13/143
met ventilatiemiddelen [6]
E04D 13/147
speciaal aangepast voor schuine daken [6]
E04D 13/15
Afwerkstroken; Randstroken; Fascias E04D 13\5 heeft voorrang) [6]
E04D 13/152
met ventilatiemiddelen [6]
E04D 13/155
voor het tegenhouden van de dakbedekking [6]
E04D 13/158
voor het afdekken van de overhang bij de laagste dakrand, bijv. binnenwelvingen, of de dakrand van zadeldaken [6]
E04D 13/17
Niet elders ondergebracht ventileren van dakbedekkingen (ventileren van kamers of ruimten F24F) [6]
E04D 13/18
Dakbedekkingsaspecten van energie-opvanginrichtingen, bijv. inclusief zonnepanelen (zonnewarmtecollectoren die zijn ingebed in dakconstructies F24S 20\5) [4,14,18]
E04D 15/00
Apparatuur of gereedschap voor dakdekkers
E04D 15/02
voor dakbedekkingen die dakpannen, dakspanen of soortgelijke dakbedekkingselementen bevatten
E04D 15/04
voor dakbedekkingen die schaaldelen, platen of flexibel materiaal bevatten
E04D 15/06
voor het hanteren van dakbedekkingsmateriaal of afdichtingsmateriaal in rolvorm
E04D 15/07
voor het hanteren van dakbedekkingsmateriaal of afdichtingsmateriaal in bulkvorm