(meten van puls-karakteristieken G01R; moduleren van sinusvormige oscillaties met pulsen H03C; verzenden van digitale informatie H04L; discriminatorcircuits voor het detecteren van een faseverschil tussen twee signalen door tellen of integreren van oscillatiecycli H03D 3\5; automatisch regelen, starten, synchroniseren of stabiliseren van generatoren van elektronische oscillaties of pulsen waarbij het soort generator niet van belang of niet beschreven is H03L; coderen, decoderen of code-omzetting in het algemeen H03M) [4,13]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt: - methoden, circuits, inrichtingen of apparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van actieve elementen die discontinu of schakelend werken voor het opwekken, tellen, versterken, vormen, moduleren, demoduleren of op een andere wijze manipuleren van signalen; - elektronisch schakelen waarbij geen sprake is van het maken of verbreken van contact; - logische circuits die elektrische pulsen verwerken. (2) In deze subklasse wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis: - een “actief element” zorgt voor het regelen van de omzetting van invoerenergie in een oscillatie of een discontinue energiestroom. (3) In deze subklasse wordt, als de conclusies van een octrooidocument niet beperkt zijn tot een specifiek circuitelement, het document tenminste geklasseerd naar de elementen die worden gebruikt in de beschreven uitvoering. [6]
H03K 3/00
Circuits voor het opwekken van elektrische pulsen; Mono-stabiele, bi-stabiele of meervoudig stabiele circuits H03K 4\5 heeft voorrang; voor digitale functiegeneratoren in computers G06F 1\5) [5,13]
H03K 3/01
Details [3]
H03K 3/011
Modificeren van de generator voor het compenseren voor variaties in fysische waarden, bijv. spanning of temperatuur [6]
H03K 3/012
Modificeren van de generator voor het verbeteren van de reactietijd of het verlagen van stroomverbruik [6]
H03K 3/013
Modificeren van de generator voor het voorkomen van ruis of interferentie [3]
H03K 3/014
Modificeren van de generator voor het garanderen van het starten van oscillaties [6]
H03K 3/015
Modificeren van de generator voor het constant houden van de energie [6]
H03K 3/017
Verstellen van de breedte of de aan/uit-verhouding van pulsen (puls-breedtemodulatie H03K 7\5) [3]
H03K 3/02
Generatoren die worden gekenmerkt door het soort circuit of door de middelen die worden gebruikt voor het produceren van pulsen H03K 3\5 tot H03K 3\5 hebben voorrang)
H03K 3/021
door het gebruik, als actieve elementen, van meer dan één soort element of middel, bijv. BIMOS of samengestelde inrichtingen zoals IGBT [6]
H03K 3/023
door het gebruik van differentiaalversterker of vergelijkende schakelingen, met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling [3]
H03K 3/0231
Niet-stabiele circuits [6]
H03K 3/0232
Mono-stabiele circuits [6]
H03K 3/0233
Bi-stabiele circuits [6]
H03K 3/0234
Meervoudig stabiele circuits [6]
H03K 3/027
door het gebruik van logische circuits, met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling [3]
H03K 3/03
Niet-stabiele circuits [3]
H03K 3/033
Mono-stabiele circuits [3]
H03K 3/037
Bi-stabiele circuits [3]
H03K 3/038
Meervoudig stabiele circuits [6]
H03K 3/04
door het gebruik, als actieve elementen, van alleen vacuümbuizen, met positieve terugkoppeling H03K 3\5 en H03K 3\5 hebben voorrang) [3]
H03K 3/05
gebruikmakend van andere middelen dan een transformator voor de terugkoppeling
H03K 3/06
gebruikmakend van tenminste twee buizen die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van de ene wordt afgeleid van de uitvoer van een ander, bijv. een multivibrator
H03K 3/08
niet-stabiel
H03K 3/09
Stabiliseren van de uitvoer [2]
H03K 3/10
mono-stabiel
H03K 3/12
bi-stabiel
H03K 3/13
Bi-stabiel met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]
H03K 3/14
meervoudig stabiel
H03K 3/16
gebruikmakend van een transformator voor terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator met verzadigbare kern
H03K 3/22
speciaal aangepast voor amplitudevergelijking, d.w.z. Multiar
H03K 3/26
door het gebruik, als actieve elementen, van bipolaire transistors met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling H03K 3\5 en H03K 3\5 hebben voorrang) [2]
H03K 3/28
gebruikmakend van andere middelen dan een transformator voor de terugkoppeling
H03K 3/281
gebruikmakend van tenminste twee transistors die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van de ene wordt afgeleid van de uitvoer van een ander, bijv. een multivibrator
H03K 3/282
niet-stabiel
H03K 3/283
Stabiliseren van de uitvoer [2]
H03K 3/284
mono-stabiel
H03K 3/286
bi-stabiel [3]
H03K 3/287
gebruikmakend van extra transistors in het terugkoppelcircuit H03K 3\5 heeft voorrang) [3]
H03K 3/288
gebruikmakend van extra transistors in het invoercircuit H03K 3\5 heeft voorrang) [3]
H03K 3/2885
waarbij het invoercircuit een differentiaalconfiguratie heeft [5]
H03K 3/289
van het meester-slaaftype [3]
H03K 3/2893
Bi-stabiel met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]
H03K 3/2897
met een invoercircuit met differentiaalconfiguratie [6]
H03K 3/29
meervoudig stabiel
H03K 3/30
gebruikmakend van een transformator voor terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator
H03K 3/313
door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met twee elektroden, met één of twee potentiaalsprongbarrières en met een negatieve weerstandskarakteristiek [3]
H03K 3/315
waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn
H03K 3/33
door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met gatengeheugen of een verrijkingseffect
H03K 3/335
door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee elektroden en met een lawine-effect
H03K 3/35
door het gebruik, als actieve elementen, van bipolaire halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee PN-juncties, meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode gekoppeld aan hetzelfde geleidbaarheidsgebied H03K 3\5 en H03K 3\5 hebben voorrang) [3]
H03K 3/351
waarbij de inrichtingen unijunctie-transistors zijn H03K 3\5 heeft voorrang) [3]
H03K 3/352
waarbij de inrichtingen thyristors zijn [3]
H03K 3/3525
Anodepoort-thyristors of programmeerbare unijunctie-transistors [6]
H03K 3/353
door het gebruik, als actieve elementen, van veldtransistors met inwendige of uitwendige positieve terugkoppeling H03K 3\5 en H03K 3\5 hebben voorrang) [2,3]
H03K 3/354
Niet-stabiele circuits [3]
H03K 3/355
Mono-stabiele circuits [3]
H03K 3/356
Bi-stabiele circuits [3]
H03K 3/3562
van het meester-slaaftype [6]
H03K 3/3565
Bi-stabiel met hysterese, bijv. een Schmitt-trigger [6]
H03K 3/3568
Meervoudig stabiele circuits [6]
H03K 3/357
door het gebruik, als actieve elementen, van sterk negatieve weerstandsinrichtingen, bijv. Gunn-inrichtingen [2]
H03K 3/36
door het gebruik, als actieve elementen, van niet elders ondergebrachte halfgeleiders [2]
H03K 3/37
door het gebruik, als actieve elementen, van met gas gevulde buizen, bijv. niet-stabiele triggercircuits H03K 3\5 heeft voorrang)
H03K 3/38
door het gebruik, als actieve elementen, van supergeleidende inrichtingen [3]
H03K 3/40
door het gebruik, als actieve elementen, van elektrochemische galvanische elementen
H03K 3/42
door het gebruik, als actieve elementen, van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. elektrisch of optisch gekoppelde licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen
H03K 3/43
door het gebruik, als actieve elementen, van straal-afbuigingsbuizen
H03K 3/45
door het gebruik, als actieve elementen, van niet-lineaire magnetische of diëlectrische inrichtingen
H03K 3/47
waarbij de inrichtingen parametrons zijn
H03K 3/49
waarbij de inrichtingen ferroresonant zijn
H03K 3/51
waarbij de inrichtingen magnetische kernen met meerdere openingen zijn, bijv. transfluxors
H03K 3/53
door het gebruik van een energie-accumulerend element dat wordt ontladen in de belasting via een schakelinrichting die wordt geregeld door een uitwendig signaal en waarbij geen sprake is van positieve terugkoppeling H03K 3\5 heeft voorrang)
H03K 3/537
waarbij de schakelinrichting een vonk-brug is [3]
H03K 3/543
waarbij de schakelinrichting een vacuümbuis is [3]
H03K 3/55
waarbij de schakelinrichting een met gas gevulde buis is met een stuurelektrode
H03K 3/57
waarbij de schakelinrichting een halfgeleiderinrichting is
H03K 3/59
door het gebruik van galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen [2]
H03K 3/64
Generatoren voor het produceren van reeksen pulsen, d.w.z. eindige puls-volgorden
H03K 3/66
door het onderbreken van de uitvoer van een generator
H03K 3/70
waarbij de tijdintervallen tussen alle aansluitende pulsen van één reeks gelijk zijn
H03K 3/72
met middelen voor het variëren van de mate van herhaling van reeksen
H03K 3/78
Opwekken van één reeks pulsen met een vooraf bepaald patroon, bijv. een vooraf bepaald aantal
H03K 3/84
Opwekken van pulsen met een vooraf bepaalde statistische verdeling van een parameter, bijv. generatoren voor willekeurige pulsen [2]
H03K 3/86
Niet onder de voorgaande subgroepen vallend opwekken van pulsen door middel van vertragingslijnen [2]
H03K 4/00
Opwekken van pulsen met voornamelijk een eindige steilheid of met getrapte gedeelten [13]
H03K 4/02
met getrapte gedeelten, bijv. een golfladder
H03K 4/04
met parabolische vorm
H03K 4/06
met driehoekige vorm
H03K 4/08
met zaagtandvorm
H03K 4/10
gebruikmakend, als actieve elementen, van alleen vacuümbuizen
H03K 4/12
waarin een zaagtandspanning wordt geproduceerd over een condensator
H03K 4/14
gebruikmakend van twee buizen die op zodanige wijze gekoppeld zijn dat de invoer van de ene wordt afgeleid van de uitvoer van de ander, bijv. een multivibrator
H03K 4/16
gebruikmakend van één buis met positieve terugkoppeling door een transformator, bijv. een blokkeeroscillator
H03K 4/18
gebruikmakend van één buis met negatieve weerstand tussen twee van de elektroden, bijv. een transitron of dynatron
H03K 4/20
gebruikmakend van een buis met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator
H03K 4/22
gecombineerd met een transitron, bijv. een fantastron of sanatron
H03K 4/24
Boot-strap generatoren
H03K 4/26
waarin een zaagtandstroom wordt geproduceerd door een inductieklos
H03K 4/28
gebruikmakend van een buis die werkt als schakelinrichting [3]
H03K 4/32
gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen
H03K 4/34
gebruikmakend van één buis met positieve terugkoppeling door een transformator
H03K 4/36
gebruikmakend van één buis met negatieve weerstand tussen twee van de elektroden, bijv. een transitron of dynatron
H03K 4/38
gecombineerd met een Miller-integrator
H03K 4/39
gebruikmakend van een buis die werkt als versterker [3]
H03K 4/41
met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator [3]
H03K 4/43
gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen [3]
H03K 4/48
gebruikmakend, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen H03K 4\5 tot H03K 4\5 hebben voorrang)
H03K 4/50
waarin een zaagtandspanning wordt geproduceerd over een condensator
H03K 4/501
waarbij het beginpunt van de terugloopperiode wordt bepaald door de amplitude van de spanning over de condensator, bijv. door een vergelijkende schakeling
H03K 4/502
waarbij de condensator wordt opgeladen vanuit een constante stroombron [6]
H03K 4/52
gebruikmakend van twee halfgeleiderinrichtingen die zodanig gekoppeld zijn dat de invoer van elk wordt afgeleid uit de uitvoer van de ander, bijv. een multivibrator
H03K 4/54
gebruikmakend van één halfgeleiderinrichting met positieve terugkoppeling door een transformator, bijv. een blokkeeroscillator
H03K 4/56
gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator
H03K 4/58
Boot-strap generatoren
H03K 4/60
waarin een zaagtandstroom wordt geproduceerd door een inductieklos
H03K 4/62
gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting die werkt als schakelinrichting [3]
H03K 4/64
gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen
H03K 4/66
gebruikmakend van één inrichting met positieve terugkoppeling, bijv. een blokkeeroscillator
H03K 4/68
Generatoren waarin de schakelinrichting geleidend is tijdens het terugloopdeel van de cyclus
H03K 4/69
gebruikmakend van een halfgeleiderinrichting die werkt als versterker [3]
H03K 4/71
met negatieve terugkoppeling door een condensator, bijv. een Miller-integrator [3]
H03K 4/72
gecombineerd met middelen voor het opwekken van de aandrijfpulsen
H03K 4/787
gebruikmakend, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met twee elektroden en met een negatieve weerstandskarakteristiek [2]
H03K 4/793
gebruikmakend van tunneldioden [2]
H03K 4/80
gebruikmakend, als actieve elementen, van meerlaagse dioden
H03K 4/83
gebruikmakend, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee PN-juncties, meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsdeel [2]
H03K 4/84
Generatoren waarin de halfgeleiderinrichting geleidend is tijdens het terugloopdeel van de cyclus
H03K 4/86
gebruikmakend, als actieve elementen, van met gas gevulde buizen
H03K 4/88
gebruikmakend, als actieve elementen, van elektrochemische galvanische elementen
H03K 4/92
met een golfvorm die een gedeelte van een sinusoïde bevat (opwekken van sinusvormige oscillaties H03B) [2]
H03K 4/94
met een trapezevorm [2]
Aantekening
In deze groep zijn de invoersignalen puls-vormig. [3]
H03K 5/003
Veranderen van het gelijkstroomniveau (opnieuw inbrengen van de gelijkstroomcomponent van een televisiesignaal H04N 5\5) [13]
H03K 5/007
Base line stabilisatie (drempelvorming H03K 5\5)
H03K 5/01
Vormen van pulsen (discriminatie tegen ruis of interferentie H03K 5\5)
H03K 5/02
door versterken H03K 5\5 heeft voorrang) [13]
H03K 5/04
door het verlengen van de duur; door het verkorten van de duur
H03K 5/05
door het gebruik van kloksignalen of andere tijdreferentiesignalen [3]
H03K 5/06
door het gebruik van vertragingslijnen of andere analoge vertragingselementen [3]
H03K 5/07
door het gebruik van resonantiecircuits [3]
H03K 5/12
door het steiler maken van voorflanken of achterflanken
H03K 5/125
Discrimineren van pulsen (meten van de kenmerken van afzonderlijke pulsen G01R 29\5; scheiden van synchronisatiesignalen bij televisiesystemen H04N 5\5) [6,13]
H03K 5/1252
Onderdrukken of beperken van ruis of interferentie (speciaal aangepast voor zendsystemen H04B 15\5 of H04L 25\5) [6]
H03K 5/1254
speciaal aangepast voor pulsen die worden opgewekt door het sluiten van een schakelaar, d.w.z. anti-bouncing inrichtingen (debouncing circuits voor elektronische uurwerken G04G 5\5) [6]
H03K 5/13
Voorzieningen met één uitgangssignaal en waarbij ingangssignalen worden omgezet naar pulsen die worden afgegeven na gewenste tijdsintervallen
H03K 5/131
Digitaal geregeld [14]
H03K 5/133
gebruikmakend van een keten van actieve vertragingsmiddelen [14]
H03K 5/134
met veldeffect-transistors [14]
H03K 5/135
door het gebruik van tijdreferentiesignalen, bijv. kloksignalen [3]
H03K 5/14
door het gebruik van vertragingslijnen H03K 5\5 heeft voorrang) [3,14]
H03K 5/145
door het gebruik van resonantiecircuits [3]
H03K 5/15
Voorzieningen waarin pulsen worden afgegeven op verschillende tijden met diverse uitgangssignalen, d.w.z. puls-verdelers (distributievoorzieningen, schakelvoorzieningen of poortvoorzieningen H03K 17\5) [2]
H03K 5/151
met twee complementaire uitgangssignalen [6]
H03K 5/153
Voorzieningen waarin een puls wordt afgegeven ogenblikkelijk nadat een vooraf bepaalde karakteristiek van een ingangssignaal aanwezig is of na een vaste tijdsinterval volgend op dat moment (schakelen op de nul-doorgang H03K 17\5)
H03K 5/156
Voorzieningen waarin een continue puls-reeks wordt omgevormd tot een reeks met een gewenst patroon
H03K 5/159
Niet onder de voorgaande subgroepen vallende toepassingen van vertragingslijnen
H03K 5/22
Circuits met meer dan één ingangssignaal en één uitgangssignaal voor het met elkaar vergelijken van pulsen of puls-reeksen in overeenstemming met de karakteristieken van het ingangssignaal, bijv. de helling of integraal (aanduiden van faseverschil van twee cyclische puls-reeksen G01R 25\5) [3]
H03K 5/24
waarbij de karakteristiek de amplitude is [3]
H03K 5/26
waarbij de karakteristiek de duur, periode, positie, frequentie of volgorde is [3]
H03K 6/00
Niet onder een van de andere hoofdgroepen van deze subklasse vallend manipuleren van pulsen met een eindige helling (circuits met regeneratieve werking H03K 4\5)
Aantekening
In deze groep zijn de ingangssignalen puls-vormig. [3]
H03K 6/02
Versterken van pulsen
H03K 6/04
Modificeren van de helling van pulsen, bijv. S-correctie (S-correctie bij televisie H04N 3\5)
H03K 7/00
Moduleren van pulsen met een continu variabel modulatiesignaal
H03K 7/02
Amplitudemodulatie, d.w.z. PAM
H03K 7/04
Positiemodulatie, d.w.z. PPM
H03K 7/06
Frequentiemodulatie of tempomodulatie, d.w.z. PFM of PRM
H03K 7/08
Duurmodulatie of breedtemodulatie
H03K 7/10
Gecombineerde modulatie, bijv. een tempomodulatie en een amplitudemodulatie
H03K 9/00
Demoduleren van pulsen die zijn gemoduleerd met een continu variabel signaal
H03K 9/02
van amplitudegemoduleerde pulsen
H03K 9/04
van positie-gemoduleerde pulsen
H03K 9/06
van frequentie-gemoduleerde of snelheid-gemoduleerde pulsen
H03K 9/08
van duur-gemoduleerde of breedte-gemoduleerde pulsen
H03K 9/10
van pulsen met gecombineerde modulatie
H03K 11/00
Omzetten van soorten modulatie, bijv. positie-gemoduleerde pulsen naar duur-gemoduleerde pulsen
H03K 17/00
Elektronisch schakelen of poorten, d.w.z. niet door het maken en verbreken van contacten (poortversterkers H03F 3\5; schakelvoorzieningen voor wisselsystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van statische inrichtingen H04Q 3\5) [13]
H03K 17/04
Modificaties voor het versnellen van schakeling [3]
H03K 17/041
zonder terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H03K 17/0412
door maatregelen die worden genomen in het regelcircuit [6]
H03K 17/0414
Anti-verzadigingsmaatregelen [6]
H03K 17/0416
door maatregelen die worden genomen in het uitgangscircuit [6]
H03K 17/042
door terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H03K 17/0422
Anti-verzadigingsmaatregelen [6]
H03K 17/0424
door het gebruik van een transformator [6]
H03K 17/06
Modificaties voor het garanderen van een volledig geleidende toestand [3]
H03K 17/08
Modificaties voor het beschermen van het schakelcircuit tegen overstroom of overspanning [3]
H03K 17/081
zonder terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H03K 17/0812
door maatregelen die worden genomen in het regelcircuit [6]
H03K 17/0814
door maatregelen die worden genomen in het uitgangscircuit [6]
H03K 17/082
door terugkoppeling van het uitgangscircuit naar het regelcircuit [6]
H03K 17/10
Modificaties voor het verhogen van de maximaal toelaatbare schakelspanning [3]
H03K 17/12
Modificaties voor het verhogen van de maximaal toelaatbare schakelstroom [3]
H03K 17/13
Modificaties voor het schakelen bij nul-doorgang (opwekken van een impuls bij nul-doorgang H03K 5\5) [3]
H03K 17/14
Modificaties voor het compenseren van variaties in fysische waarden, bijv. van de temperatuur [3]
H03K 17/16
Modificaties voor het elimineren van interferentiespanningen of interferentiestromen [3]
H03K 17/18
Modificaties voor het aanduiden van de schakeltoestand [3]
H03K 17/20
Modificaties voor het terugstellen van de kernschakeleenheden in een vooraf bepaalde toestand [3]
H03K 17/22
Modificaties voor het garanderen van een vooraf bepaalde begintoestand na het aanbrengen van de voedingsspanning (bi-stabiele generatoren H03K 3\5) [3]
H03K 17/24
Opslaan van de werkelijke toestand bij het wegvallen van de voedingsspanning [3]
H03K 17/26
Modificaties voor het tijdelijk blokkeren na het opvangen van regelpulsen [3]
H03K 17/28
Modificaties voor het inbrengen van een tijdsvertraging vóór schakeling (modificaties die zorgen voor het kunnen selecteren van tijdsintervallen voor het uitvoeren van meer dan één schakelwerking H03K 17\5) [3]
H03K 17/284
in veldtransistorschakelaars [3]
H03K 17/288
in buisschakelaars [3]
H03K 17/292
in thyristorschakelaars, unijunctie-transistorschakelaars of programmeerbare unijunctie-transistorschakelaars [3]
H03K 17/296
Modificaties die zorgen voor het kunnen selecteren van tijdsintervallen voor het uitvoeren van meer dan één schakelwerking en waarvan de werking automatisch wordt beëindigd nadat het programma is afgelopen (elektronische klokken die middelen bevatten die moeten worden bediend op vooraf geselecteerde tijdstippen of na vooraf geselecteerde tijdsintervallen G04G 15\5) [3]
H03K 17/30
Modificaties die zorgen voor een vooraf bepaalde drempel vóór schakeling (vormen van pulsen door drempelvorming H03K 5\5) [3]
H03K 17/51
gekenmerkt door het gebruik van specifieke componenten H03K 17\5 tot H03K 17\5 en H03K 17\5 hebben voorrang) [3]
H03K 17/52
door het gebruik, als actieve elementen, van met gas gevulde buizen [3]
H03K 17/54
door het gebruik, als actieve elementen, van vacuümbuizen (gebruikmakend van dioden H03K 17\5) [3]
H03K 17/56
door het gebruik, als actieve elementen, van halfgeleiderinrichtingen (gebruikmakend van dioden H03K 17\5) [3]
H03K 17/567
Circuits die worden gekenmerkt door het gebruik van meer dan één soort halfgeleiderinrichting, bijv. BIMOS of samengestelde inrichtingen zoals IGBT [6]
H03K 17/58
waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn [3]
H03K 17/60
waarbij de inrichtingen bipolaire transistors zijn (bipolaire transistors met vier of meer elektroden H03K 17\5) [3]
H03K 17/605
met galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit H03K 17\5 heeft voorrang) [5]
H03K 17/61
gebruikmakend van een transformatorkoppeling [5]
H03K 17/615
in een Darlington-configuratie [5]
H03K 17/64
met inductieve belastingen [3]
H03K 17/66
Schakelvoorzieningen voor het selectief in elke richting laten passeren van de stroom; Schakelvoorzieningen voor het naar wens omkeren van de stroom [3]
H03K 17/68
speciaal aangepast voor het schakelen van wisselstromen of wisselspanningen [3]
H03K 17/687
waarbij de inrichtingen veldtransistors zijn [3]
H03K 17/70
waarbij de inrichtingen slechts twee elektroden hebben en negatieve weerstand uitoefenen (waarbij de inrichtingen tunneldioden zijn H03K 17\5) [3]
H03K 17/72
Bipolaire halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee PN-juncties, bijv. thyristors of programmeerbare unijunctie-transistors, of met meer dan drie elektroden, bijv. silicium-geregelde schakelaars, of met meer dan één elektrode die is verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsgebied, bijv. unijunctie-transistors [3]
H03K 17/722
met galvanische isolatie tussen het regelcircuit en het uitgangscircuit H03K 17\5 heeft voorrang) [5]
H03K 17/723
gebruikmakend van een transformatorkoppeling [5]
H03K 17/732
Maatregelen voor het kunnen uitschakelen [5]
H03K 17/74
door het gebruik, als actieve elementen, van dioden (door het gebruik van meer dan één soort halfgeleiderinrichting H03K 17\5; door het gebruik van tunneldioden H03K 17\5; door het gebruik van dioden met negatieve weerstand H03K 17\5) [3]
H03K 17/78
door het gebruik, als actieve elementen, van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen die elektrisch of optisch zijn gekoppeld [3]
H03K 17/785
voor het regelen van veldtransistorschakelaars [5]
H03K 17/79
voor het regelen van halfgeleiderschakelaars met meer dan twee PN-juncties, of meer dan drie elektroden of meer dan één elektrode die is verbonden met hetzelfde geleidbaarheidsgebied [5]
H03K 17/795
voor het regelen van bipolaire transistors [5]
H03K 17/80
door het gebruik, als actieve elementen, van niet-lineaire magnetische of diëlectrische inrichtingen [3]
H03K 17/82
waarbij de inrichtingen transfluxors zijn [3]
H03K 17/84
waarbij de inrichtingen dunnefilminrichtingen zijn [3]
H03K 17/86
waarbij de inrichtingen twistors zijn [3]
H03K 17/88
door het gebruik, als actieve elementen, van buizen met straalafbuiging [3]
H03K 17/92
door het gebruik, als actieve elementen, van supergeleidende inrichtingen [2,3]
H03K 17/94
gekenmerkt door de wijze waarop de regelsignalen worden opgewekt [3,4,13]
H03K 17/945
Naderingsschakelaars H03K 17\5 heeft voorrang) [3]
H03K 17/95
gebruikmakend van een magnetische detector [3]
H03K 17/955
gebruikmakend van een capacitieve detector [3]
H03K 17/96
Contactschakelaars (speciaal aangepast voor elektronische uurwerken zonder bewegende delen G04G 21\5) [3,10]
H03K 17/965
Schakelaars die worden geregeld door het bewegen van een element dat deel uitmaakt van de schakelaar [3]
H03K 17/968
gebruikmakend van opto-elektronische inrichtingen [4]
H03K 17/969
met meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]
H03K 17/97
gebruikmakend van een magnetisch beweegbaar element [3]
H03K 17/972
met meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]
H03K 17/975
gebruikmakend van een capacitief beweegbaar element [3]
H03K 17/98
met meerdere regellichamen, bijv. een toetsenbord [4]
H03K 19/00
Logische circuits, d.w.z. met tenminste twee ingangssignalen die werken op één uitgangssignaal (circuits voor computersystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van fuzzy logica G06N 7\5); Omkeercircuits
H03K 19/003
Modificaties voor het verhogen van de betrouwbaarheid [3]
H03K 19/007
Storingsvrije circuits [3]
H03K 19/01
Modificaties voor het versnellen van de schakeling [3]
H03K 19/013
in bipolaire transistorcircuits [3]
H03K 19/017
in veldtransistorcircuits [3]
H03K 19/0175
Koppelvoorzieningen; Interface voorzieningen (interface voorzieningen voor digitale computers G06F 3\5 of G06F 13\5) [5]
H03K 19/018
gebruikmakend van alleen bipolaire transistors [5]
H03K 19/0185
gebruikmakend van alleen veldtransistors [5]
H03K 19/04
gebruikmakend van met gas gevulde buizen
H03K 19/06
gebruikmakend van vacuümbuizen (gebruikmakend van diodegelijkrichters H03K 19\5)
H03K 19/08
gebruikmakend van halfgeleiderinrichtingen H03K 19\5 heeft voorrang; waarin de halfgeleiderinrichtingen alleen diodegelijkrichters zijn H03K 19\5) [3]
H03K 19/082
gebruikmakend van bipolaire transistors [3]
H03K 19/084
Diode/transistor-logica [3]
H03K 19/086
Emitter-gekoppelde logica [3]
H03K 19/088
Transistor/transistor-logica [3]
H03K 19/09
Weerstand/transistor-logica [3]
H03K 19/091
Logica met geïntegreerde injectie of gemengde transistors [3]
H03K 19/094
gebruikmakend van veldtransistors [3]
H03K 19/0944
gebruikmakend van een MOSFET H03K 19\5 heeft voorrang) [5]
H03K 19/0948
gebruikmakend van een CMOS [5]
H03K 19/0952
gebruikmakend van een Schottky-FET H03K 19\5 heeft voorrang) [5]
H03K 19/0956
gebruikmakend van een Schottky-diode met FET-logica H03K 19\5 heeft voorrang) [5]
H03K 19/096
Synchrone circuits, d.w.z. gebruikmakend van kloksignalen [3]
H03K 19/098
gebruikmakend van thyristors [3]
H03K 19/10
gebruikmakend van tunneldioden [3]
H03K 19/12
gebruikmakend van diodegelijkrichters
H03K 19/14
gebruikmakend van opto-elektronische inrichtingen, d.w.z. licht-uitstralende en foto-elektrische inrichtingen die elektrisch of optisch zijn gekoppeld (optische logische elementen G02F 3\5)
H03K 19/16
gebruikmakend van verzadigbare magnetische inrichtingen
H03K 19/162
gebruikmakend van parametrons
H03K 19/164
gebruikmakend van ferroresonante inrichtingen
H03K 19/166
gebruikmakend van transfluxors
H03K 19/168
gebruikmakend van dunne-filminrichtingen
H03K 19/17
gebruikmakend van twistors
H03K 19/173
gebruikmakend van elementaire logische circuits als componenten [3]
H03K 19/177
aangebracht in matrixvorm [3]
H03K 19/18
gebruikmakend van galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen [2]
H03K 19/185
gebruikmakend van diëlectrisch element met een variabele diëlectrische constante, bijv. ferro-elektrische condensatoren [2]
H03K 19/19
gebruikmakend van ferroresonante inrichtingen [2]
H03K 19/195
gebruikmakend van supergeleidende inrichtingen [2,3]
H03K 19/20
gekenmerkt door de logische functie, bijv. AND-circuits, OR-circuits, NOR-circuits of NOT-circuits H03K 19\5 tot H03K 19\5 hebben voorrang)
H03K 19/21
Non-equivalentiecircuits (EXCLUSIVE-OR), d.w.z. die een uitvoer geven als het ingangssignaal slechts bij één invoer voorkomt; Coïncidentiecircuits (COINCIDENCE), d.w.z. die alleen een uitvoer geven als alle ingangssignalen identiek zijn [3]
H03K 19/23
Meerderheidscircuits of minderheidscircuits, d.w.z. die een uitvoer geven die overeenkomt met de toestand van de meerderheid of minderheid van de invoer [3]
H03K 21/00
Details van pulstellers of frequentiedelers
H03K 21/02
Ingangscircuits [4]
H03K 21/08
Uitgangscircuits [4]
H03K 21/10
met logische circuits
H03K 21/12
met parallelle uitlezing [4]
H03K 21/14
met seriële uitlezing van opgeslagen getallen [4]
H03K 21/16
Circuits voor het overdragen van pulsen tussen opeenvolgende tientallen
H03K 21/17
met veldtransistors [4]
H03K 21/18
Circuits voor het zichtbaar aanduiden van het resultaat [4]
H03K 21/20
gebruikmakend van gloei-ontladingslampen
H03K 21/40
Bewaking; Foutdetectie; Voorkomen of corrigeren van een onjuiste teller-werking [4]
H03K 23/00
Pulstellers die telketens bevatten; Frequentiedelers die telketens bevatten H03K 29\5 heeft voorrang)
H03K 23/40
Poortsignalen of kloksignalen die worden toegevoerd aan alle trappen, d.w.z. synchrone tellers [4]
H03K 23/42
Poortsignalen of kloksignalen met een verschoven fase die aan teltrappen worden toegevoerd [4]
H03K 23/44
gebruikmakend van veldtransistors [4]
H03K 23/46
gebruikmakend van inrichtingen waarbij lading wordt overgedragen, d.w.z. bucket brigade inrichtingen of door lading gekoppelde inrichtingen [4]
H03K 23/48
met een andere basis of een ander grondtal dan een macht van twee H03K 23\5 heeft voorrang) [4]
H03K 23/58
Poortsignalen of kloksignalen die niet worden toegevoerd aan alle trappen, d.w.z. asynchrone tellers H03K 23\5 tot H03K 23\5 hebben voorrang) [4]
H03K 23/60
met veldtransistors [4]
H03K 23/62
omkeerbaar [4]
H03K 23/64
met een andere basis of een ander grondtal dan een macht van twee H03K 23\5 tot H03K 23\5 hebben voorrang) [4]
H03K 23/66
met een variabele tel-basis, bijv. door voorinstelling of door het toevoegen of onderdrukken van pulsen [4]
H03K 23/68
met een niet geheel getal als basis [4]
H03K 23/70
met een oneven getal als basis H03K 23\5 heeft voorrang) [4]
H03K 23/72
Tellers voor tientallen H03K 23\5 heeft voorrang) [4]
H03K 23/74
gebruikmakend van relais [4]
H03K 23/76
gebruikmakend van magnetische kernen of ferro-elektrische condensatoren [4]
H03K 23/78
gebruikmakend van opto-elektronische inrichtingen [4]
H03K 23/80
gebruikmakend van halfgeleiderinrichtingen met slechts twee elektroden, bijv. een tunneldiode of meerlaagse diode [4]
H03K 23/82
gebruikmakend van met gas gevulde buizen [4]
H03K 23/84
gebruikmakend van thyristors of unijunctie-transistors [4]
H03K 25/00
Pulstellers met stapsgewijze integratie en statische opslag; Analoge frequentiedelers
H03K 25/02
met ladingopslag, bijv. een condensator zonder polarisatiehysterese
H03K 25/04
gebruikmakend van een extra puls-generator die wordt getriggerd door de binnenkomende pulsen [4]
H03K 25/12
met hysterese-opslag
H03K 27/00
Pulstellers waarin pulsen continu circuleren in een gesloten lus; Analoge frequentiedelers (tellers met terugkoppeling via een schuifregister H03K 23\5) [4]
H03K 29/00
Pulstellers die meervoudig stabiele elementen bevatten, bijv. voor een drietallige of decimale schaal; Analoge frequentiedelers
H03K 29/04
gebruikmakend van gasontladingsbuizen met meerdere kathoden [4]
H03K 29/06
gebruikmakend van buizen met een straal, bijv. magnetrons of kathodestraalbuizen [4]
H03K 99/00
Onderwerpen voor zover niet vallend onder andere groepen van deze subklasse [13]