H03B - Direct of door frequentieverandering opwekken van oscillaties met circuits waarbij sprake is van actieve elementen die op niet-schakelende wijze werken; opwekken van ruis met soortgelijke circuits

(speciaal aangepaste generatoren voor elektronische muziekinstrumenten G10H; masers, lasers H01S; opwekken van oscillaties in plasma H05H) [14]

  • H03B 1/00

    Details

    • H03B 1/02

      Structurele details van vermogensoscillatoren, bijv. voor verwarming (generatoren voor verwarming door elektromagnetische velden H05B 6\5) [14]

    • H03B 1/04

      Verminderen van ongewenste oscillaties, bijv. harmonische trillingen

  • H03B 5/00

    Opwekken van oscillaties waarbij gebruik wordt gemaakt van een versterker met regeneratieve terugkoppeling van uitgangssignaal naar ingangssignaal H03B 9\5 en H03B 15\5 hebben voorrang)

    • H03B 5/02

      Details

      • H03B 5/04

        Modificaties van de generator voor het compenseren voor variaties in fysische waarden, bijv. de vermogenstoevoer, belasting of temperatuur

      • H03B 5/06

        Modificaties van de generator voor het garanderen van het starten van oscillaties (starten van generatoren H03L 3\5) [14]

    • H03B 5/08

      met een frequentie-bepalend element dat een discrete inductie en capaciteit bevat

      • H03B 5/10

        waarbij het actieve element in de versterker een vacuümbuis is H03B 5\5 heeft voorrang)

      • H03B 5/12

        waarbij het actieve element in de versterker een halfgeleiderinrichting is H03B 5\5 en H03B 7\5 hebben voorrang) [14]

      • H03B 5/14

        waarbij het frequentie-bepalende element via een brugcircuit is verbonden met een gesloten ring waarbinnen een signaal wordt verzonden [14]

        • H03B 5/16

          waarbij het actieve element in de versterker een vacuümbuis is

    • H03B 5/18

      met een frequentie-bepalend element dat een gespreide inductie en capaciteit bevat

    • H03B 5/20

      met een frequentie-bepalend element dat weerstand en of capaciteit of inductie bevat, bijv. een oscillator met faseverschuiving

      • H03B 5/22

        waarbij het actieve element in de versterker een vacuümbuis is H03B 5\5 heeft voorrang)

      • H03B 5/24

        waarbij het actieve element in de versterker een halfgeleiderinrichting is H03B 5\5 heeft voorrang)

      • H03B 5/26

        waarbij het frequentie-bepalende element deel uitmaakt van een brugcircuit in een gesloten ring waarbinnen een signaal wordt verzonden; waarbij het frequentie-bepalend element via een brugcircuit is verbonden met een dergelijke gesloten ring, bijv. een Wien-Bridge-oscillator of parallelle T- oscillator [14]

        • H03B 5/28

          waarbij het actieve element in de versterker een vacuümbuis is

    • H03B 5/30

      waarbij het frequentie-bepalend element een elektromechanische resonator is

      • H03B 5/32

        in de vorm van een piëzo-elektrische resonator [14]

        • H03B 5/34

          waarbij het actieve element in de versterker een vacuümbuis is H03B 5\5 heeft voorrang)

        • H03B 5/36

          waarbij het actieve element in de versterker een halfgeleiderinrichting is H03B 5\5 heeft voorrang)

        • H03B 5/38

          waarbij het frequentie-bepalende element via een brugcircuit is verbonden met een gesloten ring waarbinnen een signaal wordt verzonden [14]

      • H03B 5/40

        in de vorm van een magnetostrictieve resonator H03B 5\5 heeft voorrang) [14]

      • H03B 5/42

        waarbij het frequentie-bepalende element via een brugcircuit is verbonden met een gesloten ring waarbinnen een signaal wordt verzonden [14]

  • H03B 7/00

    Opwekken van oscillaties waarbij gebruik wordt gemaakt van een actief element met negatieve weerstand tussen twee van de elektroden H03B 9\5 heeft voorrang)

    • H03B 7/02

      met een frequentie-bepalend element dat discrete inductie en capaciteit bevat

      • H03B 7/04

        waarbij het actieve element een vacuümbuis is

      • H03B 7/06

        waarbij het actieve element een halfgeleiderinrichting is

        • H03B 7/08

          in de vorm van een tunneldiode

      • H03B 7/10

        waarbij het actieve element een gasontladingsbuis of boogontladingsbuis is

    • H03B 7/12

      met een frequentie-bepalend element dat gespreide inductie en capaciteit bevat

      • H03B 7/14

        waarbij het actieve element een halfgeleiderinrichting is

  • H03B 9/00

    Opwekken van oscillaties waarbij gebruik wordt gemaakt van looptijdeffecten [2]

    • H03B 9/01

      gebruikmakend van ontladingsbuizen [2]

      • H03B 9/02

        gebruikmakend van een buis met vertragende velden (gebruikmakend van klystrons H03B 9\5) [2]

      • H03B 9/04

        gebruikmakend van een klystron [2]

        • H03B 9/06

          gebruikmakend van een reflexklystron [2]

      • H03B 9/08

        gebruikmakend van een buis met lopende golven [2]

      • H03B 9/10

        gebruikmakend van een magnetron [2]

    • H03B 9/12

      gebruikmakend van halfgeleiderapparatuur, bijv. Gunn-inrichtingen [2]

      • H03B 9/14

        en elementen die gespreide inductie en capaciteit bevatten [3]

  • H03B 11/00

    Opwekken van oscillaties waarbij gebruik wordt gemaakt van een door schokken bekrachtigde afstemkring (met terugkoppeling H03B 5\5)

    • H03B 11/02

      bekrachtigd door een vonk [14]

    • H03B 11/04

      bekrachtigd door een onderbreker

      • H03B 11/06

        door een mechanische onderbreker

      • H03B 11/08

        waarbij de onderbreker een ontladingsbuis is

      • H03B 11/10

        waarbij de onderbreker een halfgeleiderinrichting is

  • H03B 13/00

    Opwekken van oscillaties waarbij gebruik wordt gemaakt van het afbuigen van een elektronenstraal in een kathodestraalbuis

  • H03B 15/00

    Opwekken van oscillaties waarbij gebruik wordt gemaakt van galvano-magnetische inrichtingen, bijv. Hall-inrichtingen, inrichtingen gebruikmakend van spin transfer effecten of inrichtingen gebruikmakend van giant magnetoresistance, of waarbij gebruik wordt gemaakt van supergeleiding [14]

  • H03B 17/00

    Opwekken van oscillaties waarbij gebruik wordt gemaakt van een stralingsbron en een detector [14]

  • H03B 19/00

    Opwekken van oscillaties door het niet-regeneratief vermenigvuldigen of delen van de frequentie van een signaal uit een afzonderlijke bron [14]

    • H03B 19/03

      gebruikmakend van niet-lineaire inductie [3]

    • H03B 19/05

      gebruikmakend van niet-lineaire capaciteit, bijv. varactor dioden [3]

    • H03B 19/06

      door middel van ontladingsinrichtingen of halfgeleiderinrichtingen met meer dan twee elektroden

      • H03B 19/08

        door middel van een ontladingsinrichting

        • H03B 19/10

          gebruikmakend van alleen vermenigvuldiging

        • H03B 19/12

          gebruikmakend van alleen deling

      • H03B 19/14

        door middel van een halfgeleiderinrichting

    • H03B 19/16

      gebruikmakend van niet-geregelde gelijkrichtinrichtingen, bijv. gelijkrichtdioden of Schottky-dioden [3]

      • H03B 19/18

        en elementen met gespreide inductie en capaciteit [3]

      • H03B 19/20

        in de vorm van dioden met ladingopslag of ladingvermeerdering [3]

  • H03B 21/00

    Opwekken van oscillaties door het combineren van niet-gemoduleerde signalen van verschillende frequenties H03B 19\5 heeft voorrang) [3,14]

    • H03B 21/01

      door het mengen van niet-gemoduleerde signalen van verschillende frequenties [3]

      • H03B 21/02

        door meervoudige menging, d.w.z. voor frequentiesynthese [3]

      • H03B 21/04

        gebruikmakend van verschillende gelijksoortige trappen [3]

  • H03B 23/00

    Opwekken van oscillaties die periodiek over een vooraf bepaald frequentiebereik zwaaien [14]

  • H03B 25/00

    Gelijktijdig opwekken van oscillaties met verschillende frequenties door een vrijlopende oscillator

  • H03B 27/00

    Opwekken van oscillaties voor meerdere uitgangssignalen van dezelfde frequentie maar verschillend in fase, anders dan louter twee uitgangssignalen met tegenfase

  • H03B 28/00

    Opwekken van oscillaties door methoden die niet vallen onder de groepen H03B 5\5 tot H03B 27\5, inclusief het modificeren van de golfvorm voor het produceren van sinusvormige oscillaties (analoge functiegeneratoren voor het uitvoeren van rekenbewerkingen G06G 7\5) [4,14]

  • H03B 29/00

    Opwekken van ruisstromen en ruisspanningen (gasgevulde ontladingsbuizen met een vaste kathode, die speciaal zijn aangepast om te dienen als ruisgeneratoren H01J 17\5) [14]