F16K - Kleppen; kranen; afsluiters; bedieningsvlotters; inrichtingen voor het ontluchten of beluchten

Aantekening

(1) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen volgend op de titels van klasse B81 en subklasse B81B met betrekking tot “microstructurele inrichtingen” en “microstructurele systemen”. [7] (2) De aandacht wordt gevestigd op Aantekening (2) volgend op de titel van subklasse G05D en ook op de onderverdelingen van die subklasse, in overeenstemming waarmee drukregelaars en stromingsregelaars, bijv. stromingsregelkleppen met drukcompensatie, zelfs met het gehele regelsysteem ondergebracht in een klep en werkend met of zonder hulpvermogen, vallen respectievelijk onder de groepen G05D 16\5 of G05D 7\5. Details van de klepdelen op zich worden echter geklasseerd in de toepasselijke groepen van deze subklasse. [2] (2) De aandacht wordt gevestigd op de volgende plaatsen:

  • A47J 27/09

    Veiligheidsinrichtingen voor hogedrukpannen

  • A47J 31/46

    Aflevertuiten, aftapkleppen of soortgelijke apparatuur waaruit drank stroomt

  • A61B 5/0235

    Speciaal aangepaste kleppen voor het meten van druk in hartvaten en bloedvaten

  • A61F 2/24

    Hartkleppen

  • A61M 16/20

    Speciaal aangepaste kleppen voor medische beademingsinrichtingen

  • A61M 39/00

    Speciaal aangepaste buisverbindingen, buiskoppelingen, kleppen of aftakkingen voor medisch gebruik in het algemeen

  • A62B 9/02

    Kleppen voor beademingsapparatuur

  • A62B 18/10

    Kleppen voor ademhalingsmaskers of ademhalingskappen

A 62 C Brandblussers B 05 B Sproeiers, sproeikoppen of andere afgifte-apparatuur voor het versproeien of vernevelen

  • B60C 29/00

    Opstelling van bandopblaasventielen ten opzichte van banden of velgen; Verbinden van ventielen met wielvelgen, banden of andere opblaasbare elastische lichamen

  • B60G 17/048

    Speciaal aangepaste kleppen voor het instellen van karakteristieken van fluïdumvering bij voertuigen

B 60 T Speciaal aangepaste kleppen voor rembesturingssystemen bij voertuigen

  • B62D 5/08

    Semi-machinale voertuigbesturing die wordt gekenmerkt door het gebruikte soort klep

  • B63B 7/00

    , *

    B63C 9/00

    Opstelling van opblaasventielen voor drijvende reddinguitrusting

  • B65D 47/04

    Containersluitingen met afvoerkleppen

  • B65D 83/28

    , *

    B65D 83/44

    Speciaal aangepaste sproeiers of kleppen voor aerosolcontainers

  • B65D 90/32

    Veiligheidskleppen voor grote containers

  • B65D 90/54

    Schuiven of sluitingen op grote containers

  • B67C 3/28

    Stromingsregelinrichtingen voor het bottelen van vloeistoffen

B 67 D Afgeven, afleveren of doorvoeren van vloeistoffen

  • E02B 8/00

    Details, bijv. kleppen, van stuwen of waterkeringen

  • E02B 13/02

    Sluitingen voor irrigatieleidingen

  • E03B 9/02

    Opstelling van kleppen in brandkranen

E 03 D Spoelkleppen voor toiletten of urinalen

  • E05F 3/12

    Klepvoorzieningen in deursluiters

  • E21B 21/10

    Klepvoorzieningen in circulatiesystemen voor boorvloeistoffen

  • E21B 34/00

    Klepvoorzieningen voor boorgaten of boorputten

  • F01B 25/10

    Arbeidsfluïdumkleppen voor het regelen van machines of motoren in het algemeen of van verdringermachines of verdringermotoren

  • F01D 17/10

    Uiteindelijke aandrijvers voor het regelen van niet-verdringermachines of niet-verdringermotoren

F 01 L Periodiek bediende kleppen voor machines of motoren

  • F02D 9/08

    Smoorkleppen voor het regelen van verbrandingsmotoren

  • F02K 9/58

    Kleppen voor het toevoeren van stuwstof bij raketmotoren

F 02 M Carburatoren, brandstofinjectie

  • F02M 59/46

    Kleppen voor brandstofinjectiepompen

F 04 Pompen

  • F16F 9/34

    Kleppen voor schokdempers

  • F16L 29/00

    , *

    F16L 37/28

    Pijpverbindingen of snelkoppelingen met middelen voor het blokkeren van een fluïdum

  • F16L 55/00

    Opstelling van kleppen in pijpen

  • F16L 55/055

    Speciaal aangepaste kleppen voor het voorkomen of minimaliseren van het effect van waterslag

  • F16L 55/46

    Lanceerinrichtingen voor pigs of moles

  • F16N 23/00

    Controlekleppen voor smeersystemen

  • F17C 13/04

    Opstelling van kleppen in drukvaten

  • F22B 37/44

    Opstelling van veiligheidskleppen op stoomketels

  • F22D 5/34

    Toepassing van kleppen bij automatische watertoevoer in een ketel

  • F23L 13/00

    Kleppen voor het regelen van de luchttoevoer naar branders

  • F23Q 2/173

    Kleppen voor aanstekers met gasvormige brandstof en een verstelbare vlam

  • F24C 3/12

    , *

    F24C 5/16

    Opstelling van kleppen bij kachels of fornuizen

F 24 F Klimaatregeling; Ventilatie

  • F25B 41/04

    Plaatsing van vloeistofcirculatiekleppen in koelmachines

G 05 D Regelen van niet-elektrische variabelen

  • G10B 3/06

    Kleppen voor orgels

  • G10D 9/04

    Kleppen voor andere door een luchtstroom in werking gestelde muziekinstrumenten. [5]

Constructieve soorten [9]

Aantekening

In de groepen F16K 1\5 tot F16K 13\5 wordt een beweging die leidt tot verbreken van de afdichting of tot uiteindelijke afdichting die anders is dan de beweging voor het openen of sluiten van de klep, niet in beschouwing genomen bij het bepalen van de te klasseren beweging. [2]

  • F16K 1/00

    Hefkleppen, d.w.z. afsluitapparatuur met sluitlichamen waarvan tenminste één component van de beweging voor het openen en sluiten loodrecht staat op de sluitvlakken (diafragmakleppen F16K 7\5)

    • F16K 1/02

      met een schroefspindel F16K 1\5 tot F16K 1\5 hebben voorrang; bedieningsmechanismen met schroefspindels F16K 31\5)

      • F16K 1/04

        met een afsluitlichaam dat aan de spindel vastzit, bijv. hoofdkleppen

      • F16K 1/06

        Speciale voorzieningen voor het verbeteren van de stroming, bijv. speciaal gevormde kanalen of behuizingen

        • F16K 1/08

          waarin de spindel loodrecht staat op de algemene stromingsrichting

        • F16K 1/10

          waarin de spindel onder een hoek staat met de algemene stromingsrichting

    • F16K 1/12

      met een gestroomlijnd kleplichaam waaromheen het fluïdum stroomt als de klep is geopend

    • F16K 1/14

      met kogelvormige kleplichamen (controlekleppen F16K 15\5)

    • F16K 1/16

      met draaibare sluitlichamen

      • F16K 1/18

        met draaibare schijven of schuiven

        • F16K 1/20

          met een rotatie-as die buiten het kleplichaam is aangebracht

        • F16K 1/22

          met een rotatie-as die het kleplichaam doorkruist, bijv. vlinderkleppen

          • F16K 1/226

            Vorm of opstelling van de afdichting

            • F16K 1/228

              Beweegbare afdichtingslichamen

    • F16K 1/24

      met kleplichamen die, bij het openen van de klep, eerst worden opgetild uit de zitting en daarna worden gedraaid om een as parallel aan de zitting

      • F16K 1/26

        Vorm of opstelling van de afdichting

        • F16K 1/28

          Beweegbare afdichtingslichamen

    • F16K 1/30

      speciaal aangepast voor drukcontainers

    • F16K 1/32

      Details (details van een meer algemene toepasbaarheid F16K 25\5 tot F16K 51\5)

      • F16K 1/34

        Afsluitdelen F16K 1\5, F16K 1\5, F16K 1\5 en F16K 1\5 hebben voorrang)

        • F16K 1/36

          Kleplichamen (voor kleppen met een dubbele zitting F16K 1\5)

          • F16K 1/38

            kegelvormig

          • F16K 1/40

            schroefvormig

        • F16K 1/42

          Klepzittingen (voor kleppen met een dubbele zitting F16K 1\5)

        • F16K 1/44

          Details van zittingen of kleplichamen van kleppen met een dubbele zitting

        • F16K 1/46

          Bevestiging van afdichtingsringen

      • F16K 1/48

        Vastmaken van kleplichamen aan klepspindels [4]

      • F16K 1/50

        Voorkomen van rotatie van kleplichamen

      • F16K 1/52

        Middelen voor het tevens verstellen van de mate van stroming

      • F16K 1/54

        Voorzieningen voor het modificeren van de wijze waarop de mate van stroming varieert tijdens het in werking stellen van de klep

  • F16K 3/00

    Schuifkranen of schuifkleppen, d.w.z. afsluitapparatuur met sluitende delen die een schuifbeweging langs de zitting maken voor het openen of sluiten F16K 5\5 heeft voorrang; in stuwen of waterkeringen E02B 8\5)

    • F16K 3/02

      met platte afdichtingsvlakken; Pakkingen daarvoor

      • F16K 3/03

        met een sluitlichaam in de vorm van een irisdiafragma

      • F16K 3/04

        met draaibare sluitdelen

        • F16K 3/06

          in de vorm van sluitplaten die zijn aangebracht tussen toevoerkanalen en afvoerkanalen F16K 3\5 heeft voorrang)

          • F16K 3/08

            met cirkelvormige sluitplaten die kunnen roteren om hun middelpunt

        • F16K 3/10

          met speciale voorzieningen voor het scheiden van de afdichtingsvlakken of voor het samendrukken daarvan

      • F16K 3/12

        met wigvormige voorzieningen van afdichtingsvlakken

        • F16K 3/14

          met speciale voorzieningen voor het scheiden van de afdichtingsvlakken of voor het samendrukken daarvan

      • F16K 3/16

        met speciale voorzieningen voor het scheiden van de afdichtingsvlakken of voor het samendrukken daarvan F16K 3\5 en F16K 3\5 hebben voorrang)

        • F16K 3/18

          door beweging van de sluitlichamen

        • F16K 3/20

          door beweging van de zittingen

    • F16K 3/22

      met afdichtingsvlakken die zijn gevormd als oppervlakken van omwentelingslichamen F16K 13\5 heeft voorrang; met verende kleplichamen F16K 3\5)

      • F16K 3/24

        met cilindrische kleplichamen

        • F16K 3/26

          met fluïdumkanalen in het kleplichaam

    • F16K 3/28

      met verende kleplichamen

    • F16K 3/30

      Details

      • F16K 3/312

        Lijnblinderingen

      • F16K 3/314

        Vormen of constructies van schuiven; Bevestigen van de schuif aan de spindel

      • F16K 3/316

        Geleiden van de schuif

      • F16K 3/32

        Middelen voor het tevens verstellen van de mate van stroming

      • F16K 3/34

        Voorzieningen voor het modificeren van de wijze waarin de mate van stroming varieert tijdens het in werking stellen van de klep

      • F16K 3/36

        Kenmerken met betrekking tot smering

  • F16K 5/00

    Kranen of afsluiters die alleen afsluitapparatuur bevatten waarvan tenminste één van de afdichtingsvlakken is gevormd als een min of meer volledig oppervlak van een omwentelingslichaam, waarbij de beweging voor het openen en sluiten in hoofdzaak roterend is (kranen met een hefklep F16K 1\5)

    • F16K 5/02

      met pluggen met kegelvormige oppervlakken; Pakkingen daarvoor

    • F16K 5/04

      met pluggen met cilindrische oppervlakken; Pakkingen daarvoor

    • F16K 5/06

      met pluggen met bolle oppervlakken; Pakkingen daarvoor

    • F16K 5/08

      Details

      • F16K 5/10

        Middelen voor het tevens verstellen van de mate van stroming

      • F16K 5/12

        Voorzieningen voor het modificeren van de wijze waarin de mate van stroming varieert tijdens het in werking stellen van de klep

      • F16K 5/14

        Speciale voorzieningen voor het scheiden van de afdichtingsvlakken of voor het samendrukken daarvan

        • F16K 5/16

          voor pluggen met kegelvormige oppervlakken

        • F16K 5/18

          voor pluggen met cilindrische oppervlakken

        • F16K 5/20

          voor pluggen met bolle oppervlakken

      • F16K 5/22

        Kenmerken met betrekking tot smering

  • F16K 7/00

    Diafragma-afsluitapparatuur, bijv. met een vervormd maar niet fysiek bewogen lichaam, voor het afsluiten van een kanaal (containerschuiven of containersluitingen die werken door vervorming van flexibele wanden B65D 90\5; middelen voor het blokkeren van pijpen of slangen F16L 55\5)

    • F16K 7/02

      met een buisvormig diafragma

      • F16K 7/04

        samentrekbaar door een uitwendige radiale kracht

        • F16K 7/06

          door middel van een schroefspindel, nok of andere mechanische middelen

        • F16K 7/07

          door middel van fluïdumdruk

      • F16K 7/08

        samentrekbaar door verdraaien

    • F16K 7/10

      met een opblaasbaar lichaam

    • F16K 7/12

      met een plat, schotelvormig of komvormig diafragma

      • F16K 7/14

        aangebracht om te worden vervormd tegen een platte zitting

        • F16K 7/16

          waarbij het diafragma mechanisch in werking wordt gesteld, bijv. door een schroefspindel of nok

        • F16K 7/17

          waarbij het diafragma door fluïdumdruk in werking wordt gesteld

    • F16K 7/18

      met een diafragma dat slechts aan één zijde vastzit, bijv. dat op de zitting wordt gelegd door afrolling

    • F16K 7/20

      met een samendrukbaar massief sluitlichaam

  • F16K 11/00

    Meerwegkleppen, bijv. mengkleppen; Pijpfittingen met dergelijke kleppen; Speciaal aangepaste opstelling van kleppen en stroomleidingen voor het mengen van fluïda [4]

    • F16K 11/02

      waarbij alle beweegbare afdichtingsvlakken als één eenheid bewegen

      • F16K 11/04

        met alleen hefkleppen

        • F16K 11/044

          met beweegbare kleplichamen die zijn gepositioneerd tussen klepzittingen [4]

        • F16K 11/048

          met klepzittingen die zijn gepositioneerd tussen beweegbare kleplichamen [4]

        • F16K 11/052

          met draaibare sluitlichamen, bijv. vlinderkleppen [4]

        • F16K 11/056

          met kogelvormige kleplichamen [4]

      • F16K 11/06

        met alleen schuifkleppen

        • F16K 11/065

          met rechtlijnig schuivende sluitlichamen [4]

          • F16K 11/07

            met cilindrische schuiven [4]

        • F16K 11/072

          met draaibare sluitlichamen [4]

          • F16K 11/074

            met platte afdichtingsvlakken [4]

          • F16K 11/076

            met afdichtingsvlakken die zijn gevormd als oppervlakken van omwentelingslichamen [4]

        • F16K 11/078

          met draaibare en rechtlijnig beweegbare sluitlichamen [4]

      • F16K 11/08

        met alleen kranen of afsluiters

        • F16K 11/083

          met een tapse plug [2]

        • F16K 11/085

          met een cilindrische plug [2]

        • F16K 11/087

          met een bolvormige plug [2]

    • F16K 11/10

      met twee of meer sluitlichamen die niet als een eenheid bewegen

      • F16K 11/12

        waarbij de ene plug in een andere ronddraait

      • F16K 11/14

        bediend door één bedieningslichaam, bijv. een handgreep (waarbij de ene plug in een andere ronddraait F16K 11\5)

        • F16K 11/16

          dat alleen verschuift. alleen ronddraait of alleen schommelt in één vlak

        • F16K 11/18

          met afzonderlijke bedieningsbewegingen voor afzonderlijke sluitlichamen

      • F16K 11/20

        bediend door afzonderlijke bedieningslichamen (waarbij de ene plug in een andere ronddraait F16K 11\5)

        • F16K 11/22

          met een bedieningslichaam voor elke klep, bijv. onderling verbonden voor het vormen van meerwegkleppen

        • F16K 11/24

          met een elektromagnetisch bediende klep, bijv. voor wasmachines

  • F16K 13/00

    Andere constructieve soorten afsluitapparatuur (middelen voor het blokkeren van pijpen of slangen F16L 55\5); Voorzieningen voor het afsluiten [4]

    • F16K 13/02

      waarbij beide afdichtingsvlakken zijn gevormd als kleine cilindersegmenten en het bewegende lichaam draaibaar is gemonteerd

    • F16K 13/08

      Voorzieningen voor het afsluiten [4]

      • F16K 13/10

        door middel van een vloeibaar of korrelvormig medium [4]

Functionele typen

  • F16K 15/00

    Controlekleppen (speciaal aangepaste kleppen voor opblaasballen A63B 41\5)

    • F16K 15/02

      met geleide stijve kleplichamen

      • F16K 15/03

        met een scharnierend sluitlichaam

      • F16K 15/04

        gevormd als kogels

      • F16K 15/06

        met geleide klepstelen

      • F16K 15/08

        gevormd als ringen

        • F16K 15/10

          ingebouwd in, of star vastgezet aan, een gezamenlijke klepplaat

        • F16K 15/12

          Veren voor ringkleppen [3]

    • F16K 15/14

      met flexibele kleplichamen

      • F16K 15/16

        met tongvormige lamellen

    • F16K 15/18

      met een bedieningsmechanisme; Gecombineerde controlekleppen en bediende kleppen

    • F16K 15/20

      speciaal ontworpen voor opblaasbare lichamen, bijv. banden (verbinden van ventielen met opblaasbare elastische lichamen B60C 29\5)

  • F16K 17/00

    Veiligheidskleppen; Balanskleppen (overdrukinrichtingen voor aerosolcontainers B65D 83\5)

    • F16K 17/02

      die worden geopend door overdruk aan één kant; die worden gesloten door onvoldoende druk aan één kant (controlekleppen F16K 15\5)

      • F16K 17/04

        veerbelast

        • F16K 17/06

          met speciale voorzieningen voor het verstellen van de openingsdruk

        • F16K 17/08

          met speciale voorzieningen om te zorgen voor een groot afvoerkanaal

        • F16K 17/10

          met een hulpklep voor het door fluïdum bedienen van de hoofdklep

      • F16K 17/12

        gewichtbelast

      • F16K 17/14

        met een breuklichaam

        • F16K 17/16

          met een breukdiafragma

      • F16K 17/164

        en die gesloten blijft na terugkeer van de normale druk

      • F16K 17/168

        gecombineerd met handmatig geregelde kleppen, bijv. een klep gecombineerd met een veiligheidsklep

    • F16K 17/18

      die worden geopend door overdruk aan één van beide kanten

      • F16K 17/19

        Balanskleppen voor in hoofdzaak tanks

        • F16K 17/192

          met een sluitlichaam in de vorm van een beweegbare vloeistofkolom

        • F16K 17/194

          gewichtbelast

        • F16K 17/196

          veerbelast

    • F16K 17/20

      Kleppen voor overmatige stroming (in werking gesteld ten gevolge van een schok of een soortgelijke externe invloed F16K 17\5)

      • F16K 17/22

        in werking gesteld door het verschil in druk tussen twee plaatsen in de stromingsleiding

        • F16K 17/24

          direct werkend op het afsluitlichaam

          • F16K 17/26

            werkend in elke richting

          • F16K 17/28

            werkend in slechts één richting

            • F16K 17/30

              veerbelast

        • F16K 17/32

          werkend op een servomechanisme of op een mechanisme voor het lossen van een meenemer

      • F16K 17/34

        waarin de stromingsenergie van het stromende medium het sluitmechanisme in werking stelt

    • F16K 17/36

      in werking gesteld ten gevolge van omstandigheden van buitenaf, bijv. een schok of een positieverandering

      • F16K 17/38

        bij overmatige temperatuur

    • F16K 17/40

      met een breuklichaam, bijv. een breukdiafragma of smeltverbinding (kleppen met een breuklichaam dat wordt geopend bij overdruk aan één kant F16K 17\5)

    • F16K 17/42

      Kleppen voor het voorkomen van het binnendringen van lucht in de uitlaat van containers voor vloeistoffen

  • F16K 21/00

    Fluïdumafgiftekleppen (speciaal aangepast voor aerosolcontainers B65D 83\5; voor het hanteren van vloeistoffen B67D; voor spoelinrichtingen voor toiletten en dergelijke E03D)

    • F16K 21/02

      zorgend voor een continue kleine stroming

    • F16K 21/04

      Zelfsluitende kleppen, d.w.z. automatisch sluitend na bediening

      • F16K 21/06

        waarin de sluitbeweging, al dan niet vertraagd, direct na het openen begint

        • F16K 21/08

          met kogelvormige sluitlichamen

        • F16K 21/10

          met een hydraulische remcilinder die op het sluitlichaam werkt

        • F16K 21/12

          met hydraulisch bediende openingsmiddelen; met voorzieningen voor drukontlasting vóór het openen

      • F16K 21/14

        met speciale middelen voor het voorkomen van het zelf sluiten

      • F16K 21/16

        sluitend na het afgeven van een vooraf bepaalde hoeveelheid fluïdum F16K 21\5 heeft voorrang)

      • F16K 21/18

        gesloten als een stijgende vloeistof een vooraf bepaald niveau bereikt (vlotterkleppen F16K 31\5)

        • F16K 21/20

          door middelen waarbij gebruik wordt gemaakt van luchtaanzuiging via een opening die wordt gesloten door de stijgende vloeistof

  • F16K 23/00

    Kleppen voor het voorkomen van het druppelen uit sproeiers

  • F16K 24/00

    Inrichtingen, bijv. kleppen, voor het ontluchten of beluchten van omhullingen (balanskleppen F16K 17\5; opstelling of bevestiging in pijpen of pijpsystemen F16L 55\5; ontluchten of beluchten als extra functie van condenspotten of soortgelijke apparatuur F16T; zie voor het ventileren van ruimten of voertuigen de toepasselijke subklasse, bijv. F24F) [2]

    • F16K 24/02

      waarbij de omhulling zelf een klep, kraan of afsluiter is [2]

    • F16K 24/04

      alleen voor ontluchting F16K 24\5 heeft voorrang) [2]

    • F16K 24/06

      alleen voor beluchting F16K 24\5 heeft voorrang) [2]

Details

Aantekening

Details die niet vallen onder de groepen F16K 25\5 tot F16K 51\5, worden geklasseerd in de groepen F16K 1\5 tot F16K 24\5.

  • F16K 25/00

    Details met betrekking tot het contact tussen kleplichamen en klepzittingen (andere beweging van kleplichamen dan die voor het openen en sluiten *

    F16K 29/00

    ; zie voor afdichtingsconstructies de toepasselijke groepen in overeenstemming met het soort klep)

    • F16K 25/02

      Voorzieningen waarbij gebruik wordt gemaakt van een fluïdum dat uit kleplichamen of klepzittingen stroomt

    • F16K 25/04

      Niet elders ondergebrachte voorzieningen voor het voorkomen van erosie

  • F16K 27/00

    Constructie van behuizingen (methoden voor het lassen van behuizingen B 23 K); Gebruik van materialen daarvoor

    • F16K 27/02

      van hefkleppen (voor het verminderen van de stromingsweerstand van hefkleppen met een schroefspindel F16K 1\5)

    • F16K 27/04

      van schuifkleppen

    • F16K 27/06

      van kranen of afsluiters

    • F16K 27/07

      van afsluitdelen van tanks, bijv. bij tankwagens [4]

    • F16K 27/08

      Geleidingsjukken voor spindels; Middelen voor het sluiten van behuizingen; Stofkappen, bijv. voor bandventielen

    • F16K 27/10

      Gelaste behuizingen

    • F16K 27/12

      Afdekkingen voor behuizingen

  • F16K 29/00

    Voorzieningen voor het anders bewegen van kleplichamen dan voor het openen of sluiten van de klep, bijv. voor het inslijpen of het voorkomen van kleving

    • F16K 29/02

      zorgend voor een continue beweging

  • F16K 31/00

    Bedieningsmiddelen; Losinrichtingen

    • F16K 31/02

      elektrisch; magnetisch

      • F16K 31/04

        gebruikmakend van een motor

        • F16K 31/05

          speciaal aangepast voor het bedienen van handbediende kleppen of voor een gecombineerde motorbediening en handbediening

      • F16K 31/06

        gebruikmakend van een magneet

        • F16K 31/08

          gebruikmakend van een permanente magneet

        • F16K 31/10

          met een extra mechanisme tussen de appendage en het sluitlichaam

          • F16K 31/11

            met extra handbedieningsmiddelen [2]

    • F16K 31/12

      in werking gesteld door een fluïdum (door een fluïdum in werking gestelde controlekleppen F16K 15\5; door een fluïdum in werking gestelde veiligheidskleppen F16K 17\5)

      • F16K 31/122

        waarbij het fluïdum op een zuiger werkt F16K 31\5, F16K 31\5, F16K 31\5 en F16K 31\5 hebben voorrang) [2]

        • F16K 31/124

          door een servo-systeem in werking gesteld [2]

      • F16K 31/126

        waarbij het fluïdum op een diafragma, balg en dergelijke werkt F16K 31\5, F16K 31\5, F16K 31\5 en F16K 31\5 hebben voorrang) [2]

        • F16K 31/128

          door een servo-systeem in werking gesteld [2]

      • F16K 31/14

        voor bevestiging op, of in combinatie met, met de hand in werking gestelde kleppen

        • F16K 31/143

          waarbij het fluïdum op een zuiger werkt

        • F16K 31/145

          waarbij het fluïdum op een diafragma werkt

      • F16K 31/16

        met een ander mechanisme dan een trekstang of duwstang, tussen fluïdummotor en sluitlichaam (met een vlotter F16K 31\5)

        • F16K 31/163

          waarbij het fluïdum op een zuiger werkt

        • F16K 31/165

          waarbij het fluïdum op een diafragma werkt

      • F16K 31/18

        in werking gesteld door een vlotter (vlotters F16K 33\5; door een vlotter in werking gestelde kleppen in condenspotten F16T 1\5, in ketels F22D 5\5)

        • F16K 31/20

          waarbij een hefklep in werking wordt gesteld

          • F16K 31/22

            waarbij de vlotter vastzit aan de klep

          • F16K 31/24

            met een overbrenging met aan elkaar geschakelde delen van één vlotter naar één klep

            • F16K 31/26

              waarbij de klep wordt geleid voor een rechtlijnige beweging en waarbij de vlotter vastzit aan een draaiarm

          • F16K 31/28

            met twee of meer vlotters die één klep in werking stellen

        • F16K 31/30

          waarbij een schuifkraan of schuifklep in werking wordt gesteld

        • F16K 31/32

          waarbij een kraan of afsluiter in werking wordt gesteld

        • F16K 31/34

          werkend op een stuurklep waarmee de afsluitapparatuur wordt geregeld

      • F16K 31/36

        waarin fluïdum uit de leiding constant wordt toegevoerd aan de fluïdummotor

        • F16K 31/363

          waarbij het fluïdum op een zuiger werkt F16K 31\5 heeft voorrang)

        • F16K 31/365

          waarbij het fluïdum op een diafragma werkt

        • F16K 31/38

          waarin het fluïdum direct op beide zijden van de fluïdummotor werkt, waarvan één van de zijden is verbonden door middel van een smoorkanaal en waarbij de motor in werking wordt gesteld door het bedienen van een afvoer vanaf die zijde F16K 31\5 heeft voorrang)

          • F16K 31/383

            waarbij het fluïdum op een zuiger werkt

          • F16K 31/385

            waarbij het fluïdum op een diafragma werkt

        • F16K 31/40

          met een elektrisch in werking gesteld lichaam in de afvoer van de motor

      • F16K 31/42

        door middel van elektrisch in werking gestelde delen in de toevoerleidingen of afvoerleidingen van de fluïdummotor F16K 31\5 heeft voorrang)

    • F16K 31/44

      Mechanische bedieningsmiddelen

      • F16K 31/46

        voor afstandbediening

      • F16K 31/48

        in werking gesteld door een mechanische tijdschakelaar, bijv. met een demper (zelfsluitende kleppen F16K 21\5)

      • F16K 31/50

        met een schroefspindel

      • F16K 31/52

        met een kruk, excentriek of nok

        • F16K 31/524

          met een nok

        • F16K 31/528

          met een pen met sleuf

      • F16K 31/53

        met een tandwieloverbrenging

        • F16K 31/54

          met een rondsel met tandheugel

      • F16K 31/56

        zonder stabiele tussenpositie, bijv. met klikwerking

      • F16K 31/58

        met een beweegbaar afvoermondstuk

      • F16K 31/60

        Handgrepen

      • F16K 31/62

        Pedalen of soortgelijke bedieningslichamen, bijv. in werking gesteld door de knie of heup

    • F16K 31/64

      reagerend op temperatuurvariatie (afhankelijk van overmatige temperatuur F16K 17\5; regelen van brandbestrijdingsuitrusting A62C 37\5; inrichtingen voor het voorkomen van het barsten van waterpijpen door bevriezing E03B 7\5) [4]

      • F16K 31/66

        elektrisch of magnetisch in werking gesteld, bijv. door magneten met variabele magnetische karakteristieken [4]

      • F16K 31/68

        in werking gesteld door fluïdumdruk of volumetrische variatie in een afgesloten kamer [4]

      • F16K 31/70

        mechanisch in werking gesteld, bijv. door een bimetaalstrook [4]

    • F16K 31/72

      Specifiek aangepaste bedieningsmiddelen of losinrichtingen voor het verbeteren van de snelheid van de klepreactie [4]

  • F16K 33/00

    Vlotters voor het in werking stellen van kleppen of andere apparatuur

  • F16K 35/00

    Middelen ter voorkoming van het per ongeluk of onrechtmatig in werking stellen

    • F16K 35/02

      die moeten worden geblokkeerd of gelost door duwen en trekken

    • F16K 35/04

      meegevend als weerstand tegen de bediening

    • F16K 35/06

      gebruikmakend van een verwijderbaar bedieningslichaam of blokkeerlichaam, bijv. een sleutel F16K 35\5 en F16K 35\5 hebben voorrang)

    • F16K 35/08

      waarbij voor het instellen een code nodig is, bijv. cijfersloten

    • F16K 35/10

      met blokkeerkappen of grendelstangen

    • F16K 35/12

      met een verzegeldraad

    • F16K 35/14

      waarbij twee of meer kleppen worden vergrendeld

    • F16K 35/16

      met een blokkeerlichaam dat in werking wordt gesteld door een magneet

  • F16K 37/00

    Speciale middelen in of op kleppen of andere afsluitapparatuur voor het aanduiden of opnemen van de werking daarvan, of voor het laten afgeven van een alarm

  • F16K 39/00

    Inrichtingen voor het ontlasten van de druk op de afdichtingsvlakken

    • F16K 39/02

      voor hefkleppen

    • F16K 39/04

      voor schuifkleppen

    • F16K 39/06

      voor kranen of afsluiters

  • F16K 41/00

    Spindelafdichtingen

    • F16K 41/02

      met een pakkingbus

      • F16K 41/04

        met tenminste één ring van rubber of een soortgelijk materiaal tussen spindel en behuizing

      • F16K 41/06

        met tenminste één ring die is vastgemaakt aan zowel spindel als behuizing

      • F16K 41/08

        met tenminste één ring die is voorzien van een axiaal uitstekende sluitlip langs de omtrek

    • F16K 41/10

      met een diafragma, bijv. gevormd als een balg of buis

      • F16K 41/12

        met een nagenoeg plat diafragma

    • F16K 41/14

      met een kegelvormige flens op de spindel die samenwerkt met een kegelvormig vlak in de behuizing

    • F16K 41/16

      met een flens op de spindel die rust op een afdichtingsring

      • F16K 41/18

        alleen afdichtend als het sluitlichaam zich in de geopende positie bevindt

  • F16K 43/00

    Extra sluitmiddelen in kleppen die ingeval van reparatie, bijv. bij het opnieuw aanbrengen van sluitringen, van de klep de functie kunnen overnemen van de normale sluitmiddelen; Inrichtingen voor het tijdelijk vervangen van delen van kleppen met hetzelfde doel

  • F16K 47/00

    Middelen in kleppen voor het absorberen van fluïdumenergie (voor pijpen F16L 55\5)

    • F16K 47/02

      voor het voorkomen van waterslag of geruis

    • F16K 47/04

      voor het verminderen van druk, waarbij de smoorklep is ingebouwd in het sluitlichaam

      • F16K 47/06

        met een smoorklep in de vorm van een schroefvormig kanaal

    • F16K 47/08

      voor het verminderen van druk, en met een smoorlichaam los van het sluitlichaam

      • F16K 47/10

        waarin het medium in de ene richting door het smoorkanaal moet stromen, en in de andere richting door een veel wijder kanaal parallel aan het smoorkanaal kan stromen

      • F16K 47/12

        waarbij het smoorkanaal schroefvormig is

      • F16K 47/14

        waarbij het smoorkanaal een geperforeerd membraan is

      • F16K 47/16

        waarbij het smoorlichaam een kegel is

  • F16K 49/00

    Middelen in of op kleppen voor verwarming of koeling (voor pijpen F16L 53\5; thermische isolatie in verband met pijpen of pijpsystemen F16L 59\5)

  • F16K 51/00

    Andere details die niet horen bij specifieke soorten kleppen of afsluitapparatuur

    • F16K 51/02

      speciaal aangepast voor hoog-vacuüminstallaties [2]

  • F16K 99/00

    Onderwerpen voor zover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]