B25G - Handgrepen voor handwerktuigen

(vastmaken van bladen en dergelijke aan handgrepen van handgereedschap voor het bewerken van grond A01B 1\5; handgrepen van handwerktuigen voor het oogsten A01D 1\5; handgrepen met borstelwerk uit een stuk A46B)

Aantekeningen

(1) Onder deze subklasse vallen handgrepen van handwerktuigen: - in het algemeen; - voor een specifiek doel, zoals bedoeld onder Aantekening (2). (2) Onder deze subklasse vallen geen elders ondergebrachte handgrepen, bijv. die welke vallen onder A45B 9\5, A45C 13\5, A45C 13\5, A47B 95\5, A47J 45\5, B23D 51\5, B25J 13\5, B26B, B60N 3\5, B62B 5\5, B62B 9\5, B62K 21\5, B62M 3\5, B65D 25\5, E05B of G05G.

  • B25G 1/00

    Handgreepconstructies

    • B25G 1/01

      Schokabsorberende middelen B25G 1\5 heeft voorrang) [5]

    • B25G 1/02

      flexibel (hamerkoppen met schokabsorberende middelen B25D 1\5) [5]

    • B25G 1/04

      telescopisch; vergrootbaar; geleed

    • B25G 1/06

      omkeerbaar of in positie verstelbaar

    • B25G 1/08

      met een voorziening voor het daarin opbergen van gereedschapselementen

    • B25G 1/10

      gekenmerkt door materiaal of vorm B25G 1\5 en B25G 1\5 hebben voorrang) [5]

      • B25G 1/12

        elektrisch isolerend materiaal [2]

  • B25G 3/00

    Vastmaken van handgrepen aan de werktuigen

    • B25G 3/02

      Mofverbindingen, messingverbindingen en dergelijke B25G 3\5 heeft voorrang)

      • B25G 3/04

        met losneembare of aparte mofdelen B25G 3\5 heeft voorrang)

      • B25G 3/06

        met een meervoudige mof, bijv. T-vormig B25G 3\5 heeft voorrang)

      • B25G 3/08

        met een zwaluwstaartgroef of een andere groef B25G 3\5 heeft voorrang)

      • B25G 3/10

        met een elastische, tapse of andere zichzelf vastzettende mof of messing B25G 3\5 heeft voorrang)

      • B25G 3/12

        Blokkeerinrichtingen of vastzetinrichtingen

        • B25G 3/14

          met weerhaken of tanden

        • B25G 3/16

          met bajonetsluitingen

        • B25G 3/18

          met vergrendelingen of pallen

        • B25G 3/20

          met klemmiddelen of knijpmiddelen die concentrisch op de handgreep of mof aangrijpen

          • B25G 3/22

            Klauwplaten

        • B25G 3/24

          met klemmiddelen of knijpmiddelen die dwars op de handgreep of mof aangrijpen

        • B25G 3/26

          met spijkers, schroeven, bouten of pennen die door of in de mof steken

        • B25G 3/28

          met wiggen, sleutels of soortgelijke uitzetmiddelen

        • B25G 3/30

          met geschroefde mofverbindingen of messingverbindingen

        • B25G 3/32

          inclusief of in samenhang met een tong, bout of ander lichaam dat axiaal door de gehele lengte van de handgreep gaat

    • B25G 3/34

      door de handgreep op de werktuigen te drukken; gebruikmakend van lijm of een gesmolten metaal, bijv. gieten of vormgieten; door lassen en dergelijke

    • B25G 3/36

      Lapnaden; Klinkverbindingen, schroefverbindingen en dergelijke (mofverbindingen, messingverbindingen en dergelijke B25G 3\5)

    • B25G 3/38

      Scharnierende, kantelbare, draaibare of opvouwbare verbindingen