C10L - Niet elders ondergebrachte brandstoffen; aardgas; synthetisch aardgas die wordt verkregen door processen die niet vallen onder de subklassen [[ipc-nl:secties:sectie_c:klasse_c10:c10g|c10g]] en [[ipc-nl:secties:sectie_c:klasse_c10:c10k|c10k]]; vloeibaar petroleumgas (lpg); gebruik van toevoegmiddelen aan brandstoffen of brandhaarden; vuurmakers [5,9]

  • C10L 1/00

    Vloeibare koolstofhoudende brandstoffen

    • C10L 1/02

      op basis van voornamelijk componenten die alleen bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof

    • C10L 1/04

      op basis van voornamelijk mengsels van koolwaterstoffen

      • C10L 1/06

        voor vonkontsteking

      • C10L 1/08

        voor compressie-ontsteking

    • C10L 1/10

      met additieven

Aantekeningen

(1) In de groepen C10L 1\5 tot C10L 1\5 is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt een verbinding geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [8,15] (2) Als een toevoegmiddel bestaat uit een mengsel van verbindingen, wordt geklasseerd naar elke belangrijke component. [8] (3) Een metaalzout of een ammoniumzout van een verbinding wordt geklasseerd als die verbinding, bijv. een chroomsulfonaat wordt geklasseerd als een sulfonaat in groep C10L 1\5, en niet in groep C10L 1\5.

  • C10L 1/12

    Anorganische verbindingen

  • C10L 1/14

    Organische verbindingen

    • C10L 1/16

      Koolwaterstoffen

    • C10L 1/18

      met zuurstof

      • C10L 1/182

        met hydroxygroepen; Zouten daarvan [8]

        • C10L 1/183

          waarbij tenminste één hydroxygroep gebonden is aan een aromatisch koolstofatoom [8]

      • C10L 1/185

        Ethers; Acetalen; Ketalen; Adehyden; Ketonen [8]

      • C10L 1/188

        Carbonzuren; Zouten daarvan [8]

        • C10L 1/189

          waarbij tenminste één carboxylgroep gebonden is aan een aromatisch koolstofatoom [8]

      • C10L 1/19

        Esters [8]

      • C10L 1/192

        Macromoleculaire verbindingen [8]

        • C10L 1/195

          verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [8]

          • C10L 1/196

            afgeleid van monomeren met een onverzadigde koolstof-koolstofbinding en een carboxylgroep, of zouten, anhydriden of esters daarvan [8]

          • C10L 1/197

            afgeleid van monomeren met een onverzadigde koolstof-koolstofbinding en een acyloxygroep van een verzadigd carbonzuur of koolzuur [8]

        • C10L 1/198

          verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [8]

    • C10L 1/20

      met halogeen

    • C10L 1/22

      met stikstof

      • C10L 1/222

        met tenminste één enkele koolstof-stikstofbinding [8]

        • C10L 1/223

          waarbij tenminste één aminogroep gebonden is aan een aromatisch koolstofatoom [8]

        • C10L 1/224

          Amiden; Imiden [8]

      • C10L 1/226

        met tenminste één stikstof-stikstofbinding, bijv. azoverbindingen, aziden of hydrazinen [8]

      • C10L 1/228

        met tenminste één dubbele koolstof-stikstofbinding, bijv. guanidinen, hydrazonen, semicarbazonen of iminen; met tenminste één driedubbele koolstof-stikstofbinding, bijv. nitrielen [8]

      • C10L 1/23

        met tenminste één stikstof-zuurstofbinding, bijv. nitroverbindingen, nitraten of nitrieten [8]

      • C10L 1/232

        met stikstof in een heterocyclische ring [8]

        • C10L 1/233

          met stikstof of zuurstof in de ring, bijv. oxazolen [8]

      • C10L 1/234

        Macromoleculaire verbindingen [8]

        • C10L 1/236

          verkregen door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [8]

        • C10L 1/238

          verkregen op andere wijze dan door reacties waarbij alleen sprake is van onverzadigde koolstof-koolstofbindingen [8]

          • C10L 1/2383

            Polyaminen of polyiminen, of derivaten daarvan [8]

            • C10L 1/2387

              Polyoxyalkyleen-aminen [8]

    • C10L 1/24

      met zwavel, seleen of telluur

    • C10L 1/26

      met fosfor

    • C10L 1/28

      met silicium

    • C10L 1/30

      met elementen die niet worden genoemd in de groepen C10L 1\5 tot C10L 1\5 [8]

  • C10L 1/32

    bestaande uit kool-oliesuspensies of waterige emulsies

  • C10L 3/00

    Gasvormige brandstoffen; Aardgas; Synthetisch aardgas dat wordt verkregen door processen die niet vallen onder de subklassen C10G en C10K; Vloeibaar petroleumgas of LPG [5]

    • C10L 3/02

      Samenstellingen die acetyleen bevatten

      • C10L 3/04

        Absorberende samenstellingen, bijv. oplosmiddelen

    • C10L 3/06

      Aardgas; Synthetisch aardgas dat wordt verkregen door processen die niet vallen onder C10G, C10K 3\5 of C10K 3\5 [5]

      • C10L 3/08

        Produceren van synthetisch aardgas [5]

      • C10L 3/10

        Opwerken van aardgas of synthetisch aardgas [5]

    • C10L 3/12

      Vloeibaar petroleumgas of LPG [5]

  • C10L 5/00

    Vaste brandstoffen (geproduceerd door het laten stollen van vloeibare brandstoffen C10L 7\5; turfbriketten C10F 7\5) [9]

    • C10L 5/02

      Briketten die in hoofdzaak bestaan uit koolstofhoudende materialen van minerale oorsprong (turfbriketten C10F)

      • C10L 5/04

        Te gebruiken grondstoffen; Voorbehandelen daarvan

      • C10L 5/06

        Briketteerprocessen [9]

        • C10L 5/08

          zonder de hulp van vreemde bindmiddelen [9]

        • C10L 5/10

          met behulp van bindmiddelen, bijv. voorbehandelde bindmiddelen

          • C10L 5/12

            met anorganische bindmiddelen

          • C10L 5/14

            met organische bindmiddelen

            • C10L 5/16

              met bitumineuze bindmiddelen, bijv. teer of pek

            • C10L 5/18

              met naftaleen

            • C10L 5/20

              met sulfietloog

          • C10L 5/22

            Methoden voor het op de andere ingrediënten aanbrengen van het bindmiddel; Apparatuur daarvoor

      • C10L 5/24

        Bestrijden van stof tijdens het briketteren; Veiligheidsinrichtingen tegen explosies

      • C10L 5/26

        Nabehandelen van de briketten

        • C10L 5/28

          Verwarmen van de briketten; Verkolen van de bindmiddelen

        • C10L 5/30

          Koelen van de briketten

        • C10L 5/32

          Coaten

      • C10L 5/34

        Andere details van de briketten

        • C10L 5/36

          Vormen

          • C10L 5/38

            Briketten die bestaan uit verschillende lagen

    • C10L 5/40

      op basis van voornamelijk materialen met een niet-minerale oorsprong

      • C10L 5/42

        van dierlijke substanties of daaruit verkregen producten

      • C10L 5/44

        van plantaardige substanties

      • C10L 5/46

        van rioolafval, huishoudelijk afval of stadsafval

      • C10L 5/48

        van industriële resten of afvalmaterialen C10L 5\5 en C10L 5\5 hebben voorrang) [4]

  • C10L 7/00

    Brandstoffen die worden geproduceerd door het laten stollen van vloeibare brandstoffen

    • C10L 7/02

      vloeibare brandstoffen [9]

      • C10L 7/04

        alcohol

  • C10L 8/00

    Brandstoffen voorzover niet ondergebracht in andere groepen van deze subklasse [8]

  • C10L 9/00

    Behandelen van vaste brandstoffen voor het verbeteren van hun verbranding

    • C10L 9/02

      door chemische middelen

      • C10L 9/04

        door hydrogeneren

      • C10L 9/06

        door oxideren

    • C10L 9/08

      door warmtebehandeling, bijv. calcineren

    • C10L 9/10

      door gebruik te maken van additieven

      • C10L 9/12

        Oxidatiemiddelen, bijv. zuurstof-vrijmakende verbindingen

  • C10L 10/00

    Gebruik van toevoegmiddelen aan brandstoffen of brandhaarden voor een specifiek doel (gebruikmakend van bindmiddelen voor het briketteren van vaste brandstoffen C10L 5\5; gebruikmakend van toevoegmiddelen voor het verbeteren van de verbranding van vaste brandstoffen C10L 9\5) [8,9]

    • C10L 10/02

      voor het verminderen van rookontwikkeling

    • C10L 10/04

      voor het tegengaan van corrosie of aanzetting

    • C10L 10/06

      voor het kunnen verwijderen van roet

    • C10L 10/08

      voor het verbeteren van de smering; voor het verminderen van slijtage [8]

    • C10L 10/10

      voor het verhogen van het octaangehalte [8]

    • C10L 10/12

      voor het verhogen van het cetaangetal [8]

    • C10L 10/14

      voor het verbeteren van de eigenschappen bij lage temperaturen [8]

      • C10L 10/16

        Vloeipuntverlagers [8]

    • C10L 10/18

      gebruik van reinigingsmiddelen of dispergeermiddelen voor een doel dat niet valt onder de groepen C10L 10\5 tot C10L 10\5 [8]

  • C10L 11/00

    Vuurmakers

    • C10L 11/02

      op basis van vuurvaste poreuze lichamen

    • C10L 11/04

      bestaande uit brandbaar materiaal (lucifers C06F)

    • C10L 11/06

      met een speciale vorm

    • C10L 11/08

      Apparatuur voor het maken daarvan