C22C - Legeringen
(behandelen van legeringen C21D of C22F) [10]
Aantekening
In deze subklasse worden de volgende termen of uitdrukkingen gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “legeringen” omvatten tevens: (a) metaalachtige composietmaterialen die een aanzienlijke hoeveelheid vezels of andere enigszins grotere deeltjes bevatten; (b) keramische samenstellingen die aan carbiden, diamant, oxiden, boriden, nitriden of siliciden gebonden vrije metalen, bijv. cermets, of andere metaalverbindingen, bijv. oxinitriden of sulfiden, bevatten anders dan als macroscopische versterkingsmiddelen. [4] - “op basis van” houdt tenminste 50 gew.-% in van het specifieke bestanddeel of van de specifieke groep bestanddelen. [2]
Niet-ijzerhoudende legeringen, d.w.z. legeringen op basis van voornamelijk andere metalen dan ijzer [2,5,9]
Aantekening
De groepen C22C 43\5 tot C22C 49\5 hebben voorrang boven de groepen C22C 1\5 tot C22C 38\5. [9]
C22C 1/00
Maken van niet-ijzerhoudende legeringen (door elektrothermische methoden C22B 4\5; door elektrolyse C25C) [10]
C22C 1/02
door smelten
C22C 1/03
gebruikmakend van moederlegeringen [2]
C22C 1/04
door poedermetallurgie C22C 1\5 heeft voorrang) [2]
C22C 1/05
Mengsels van metaalpoeder met niet-metaalachtig poeder C22C 1\5 heeft voorrang) [2]
C22C 1/06
met speciale middelen voor het louteren of onttrekken van zuurstof
C22C 1/08
Legeringen met open of gesloten poriën
C22C 1/10
Legeringen die niet-metalen bevatten C22C 1\5 heeft voorrang) [2]
C22C 3/00
Verwijderen van materiaal uit niet-ijzerhoudende legeringen voor het produceren van legeringen met verschillende samenstelling
C22C 5/00
Legeringen op basis van edele metalen
C22C 5/02
Legeringen op basis van goud [2]
C22C 5/04
Legeringen op basis van een metaal uit de platinagroep [2]
C22C 5/06
Legeringen op basis van zilver [2]
C22C 5/08
met koper als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 5/10
met cadmium het als volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 7/00
Legeringen op basis van kwik
C22C 9/00
Legeringen op basis van koper
C22C 9/01
met aluminium als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 9/02
met tin als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 9/04
met zink als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 9/05
met mangaan als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 9/06
met nikkel of kobalt als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 9/08
met lood als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 9/10
met silicium als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 11/00
Legeringen op basis van lood
C22C 11/02
met een alkalimetaal of een aardalkalimetaal als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 11/04
met koper als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 11/06
met tin als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 11/08
met antimoon of bismuth als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 11/10
met tin [2]
C22C 12/00
Legeringen op basis van antimoon of bismuth [2]
C22C 13/00
Legeringen op basis van tin
C22C 13/02
met antimoon of bismuth als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 14/00
Legeringen op basis van titaan [2]
C22C 16/00
Legeringen op basis van zirkonium [2]
C22C 18/00
Legeringen op basis van zink [2]
C22C 18/02
met koper als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 18/04
met aluminium als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 19/00
Legeringen op basis van nikkel of kobalt
C22C 19/03
op basis van nikkel [2]
C22C 19/05
met chroom [2]
C22C 19/07
op basis van kobalt [2]
C22C 20/00
Legeringen op basis van cadmium [2]
C22C 21/00
Legeringen op basis van aluminium
C22C 21/02
met silicium als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 21/04
Gemodificeerde aluminiumsiliciumlegeringen
C22C 21/06
met magnesium als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 21/08
met silicium [2]
C22C 21/10
met zink als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 21/12
met koper als het volgende hoofdbestanddeel [2]
Aantekening
In de groepen C22C 21\5 tot C22C 21\5 is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt een legering geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [4,15]
C22C 21/14
met silicium [2]
C22C 21/16
met magnesium [2]
C22C 21/18
met zink [2]
C22C 22/00
Legeringen op basis van mangaan [2]
C22C 23/00
Legeringen op basis van magnesium
C22C 23/02
met aluminium als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 23/04
met zink of cadmium als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 23/06
met een zeldzaam aardmetaal als het volgende hoofdbestanddeel [2]
C22C 24/00
Legeringen op basis van een alkalimetaal of een aardalkalimetaal [2]
C22C 25/00
Legeringen op basis van beryllium
C22C 26/00
Legeringen die diamant bevatten [4]
C22C 27/00
Legeringen op basis van rhenium of een vuurvast metaal dat niet wordt genoemd in de groepen C22C 14\5 of C22C 16\5 [2]
C22C 27/02
Legeringen op basis van vanadium, niobium of tantaal [2]
C22C 27/04
Legeringen op basis van wolfraam of molybdeen [2]
C22C 27/06
Legeringen op basis van chroom [2]
C22C 29/00
Legeringen op basis van carbiden, oxiden, boriden, nitriden of siliciden, bijv. cermets, of andere metaalverbindingen, bijv. oxynitriden of sulfiden [4]
C22C 29/02
op basis van carbiden of carbonitriden [4]
C22C 29/04
op basis van carbonitriden [4]
C22C 29/06
op basis van carbiden, maar zonder andere metaalverbindingen [4]
C22C 29/08
op basis van wolfraamcarbid [4]
C22C 29/10
op basis van titaancarbid [4]
C22C 29/12
op basis van oxiden [4]
C22C 29/14
op basis van boriden [4]
C22C 29/16
op basis van nitriden [4]
C22C 29/18
op basis van siliciden [4]
C22C 30/00
Legeringen met minder dan 50 gew.-% van elk bestanddeel [2]
Aantekening
In de groepen C22C 30\5 tot C22C 30\5 is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt een legering geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats, tenzij anders staat vermeld. [4,15]
C22C 30/02
met koper [2]
C22C 30/04
met tin of lood [2]
C22C 30/06
met zink [2]
C22C 32/00
Niet-ijzerhoudende legeringen met tenminste 5 gew.-% maar minder dan 50 gew.-% aan oxiden, carbiden, boriden, nitriden, siliciden of andere metaalverbindingen, bijv. oxynitriden of sulfiden, hetzij als zodanig toegevoegd hetzij ter plaatse gevormd [2]
IJzerhoudende legeringen, d.w.z. legeringen op basis van ijzer [2,5,9]
-
C22C 33/02
door poedermetallurgie [10]
C22C 33/04
door smelten [2]
C22C 33/06
gebruikmakend van moederlegeringen [2]
C22C 33/08
Maken van gietijzerlegeringen [2]
C22C 33/10
inclusief procedures voor het toevoegen van magnesium [2]
C22C 33/12
door gefluïdiseerde injectie [2]
C22C 35/00
Moederlegeringen voor ijzer of staal
Aantekening
In de groepen C22C 37\5 of C22C 38\5 is de prioriteitsregel voor de laatste plaats van kracht, d.w.z. op elk hiërarchisch niveau wordt een legering geklasseerd in de laatst toepasselijke plaats waaronder één van de legering-componenten valt, tenzij anders staat vermeld. [2,15]
C22C 37/00
Gietijzerlegeringen [2]
C22C 37/04
met sferoïdisch grafiet
C22C 37/06
met chroom [2]
C22C 37/08
met nikkel
C22C 37/10
met aluminium of silicium
C22C 38/00
IJzerhoudende legeringen, bijv. staallegeringen (gietijzerlegeringen C22C 37\5) [2]
C22C 38/02
met silicium [2,8]
C22C 38/04
met mangaan [2,8]
C22C 38/06
met aluminium [2,8]
C22C 38/08
met nikkel [2,8]
C22C 38/10
met kobalt [2,8]
C22C 38/12
met wolfraam, tantaal, molybdeen, vanadium of niobium [2,8]
C22C 38/14
met titaan of zirkonium [2,8]
C22C 38/16
met koper [2,8]
C22C 38/18
met chroom [2,8]
C22C 38/20
met koper [2,8]
C22C 38/22
met molybdeen of wolfraam [2,8]
C22C 38/24
met vanadium [2,8]
C22C 38/26
met niobium of tantaal [2,8]
C22C 38/28
met titaan of zirkonium [2,8]
C22C 38/30
met kobalt [2,8]
C22C 38/32
met boor [2,8]
C22C 38/34
met meer dan 1.5 gew.-% silicium [2,8]
C22C 38/36
met meer dan 1.7 gew.-% koolstof [2,8]
C22C 38/38
met meer dan 1.5 gew.-% mangaan [2,8]
C22C 38/40
met nikkel [2,8]
C22C 38/42
met koper [2,8]
C22C 38/44
met molybdeen of wolfraam [2,8]
C22C 38/46
met vanadium [2,8]
C22C 38/48
met niobium of tantaal [2,8]
C22C 38/50
met titaan of zirkonium [2,8]
C22C 38/52
met kobalt [2,8]
C22C 38/54
met boor [2,8]
C22C 38/56
met meer dan 1.7 gew.-% koolstof [2,8]
C22C 38/58
met meer dan 1.5 gew.-% mangaan [2,8]
C22C 38/60
met lood, seleen, telluur of antimoon, of met meer dan 0.04 gew.-% zwavel [2,8]
C22C 43/00
Legeringen die radioactieve materialen bevatten [2]
C22C 45/00
Amorfe legeringen [5]
C22C 45/02
met ijzer als het hoofdbestanddeel [5]
C22C 45/04
met nikkel of kobalt als het hoofdbestanddeel [5]
C22C 45/06
met beryllium als het hoofdbestanddeel [5]
C22C 45/08
met aluminium als het hoofdbestanddeel [5]
C22C 45/10
met molybdeen, wolfraam, niobium, tantaal, titaan of zirkonium als het hoofdbestanddeel [5]
Legeringen die vezels of filamenten bevatten [7]
Aantekening
In de groepen C22C 47\5 en C22C 49\5 is het gewenst de indexcodes van de groepen C22C 101\5, C22C 111\5 en C22C 121\5 toe te voegen. [7,8]
C22C 47/00
Maken van legeringen die metaalachtige of niet-metaalachtige vezels of filamenten bevatten [7]
C22C 47/02
Voorbehandelen van de vezels of filamenten [7]
C22C 47/04
door coaten, bijv. met een beschermende of geactiveerde afdekking [7]
C22C 47/06
door het vormen van de vezels of filamenten in een voorgevormde structuur, bijv. gebruikmakend van een tijdelijk bindmiddel voor het vormen van een matvormig element [7]
C22C 47/08
door het in contact brengen van de vezels of filamenten met gesmolten metaal, bijv. door het laten binnendringen van de vezels of filamenten die in de mal zijn geplaatst [7]
C22C 47/10
Laten binnendringen in aanwezigheid van een reactieve atmosfeer; Reactieve binnendringing [7]
C22C 47/12
Laten binnendringen of gieten onder mechanische druk [7]
C22C 47/14
door poedermetallurgie, d.w.z. door het verwerken van mengsels van metaalpoeder en vezels of filamenten [7]
C22C 47/16
door thermisch versproeien van het metaal, bijv. plasmasproeien [7]
C22C 47/18
gebruikmakend van een voorgevormde structuur van vezels of filamenten [7]
C22C 47/20
door het aan druk en warmte blootstellen van een stelsel dat tenminste één metaallaag of metaalplaat en één laag van vezels of filamenten bevat [7]
C22C 49/00
Legeringen die metaalachtige of niet-metaalachtige vezels of filamenten bevatten [7]
C22C 49/02
gekenmerkt door het matrixmateriaal [7]
C22C 49/04
Lichte metalen [7]
C22C 49/06
Aluminium [7]
C22C 49/08
Metalen uit de ijzergroep [7]
C22C 49/10
Vuurvaste metalen [7]
C22C 49/11
Titaan [7]
C22C 49/12
Kristallijn matrixmateriaal dat is opgebouwd uit tenminste twee metalen [7]
C22C 49/14
gekenmerkt door de vezels of filamenten [7]
Indexschema in samenhang met de groepen C22C 47\5 en C22C 49\5, met betrekking tot de aard van het vezelmateriaal dat in de metaalvezelcomposieten aanwezig is. [7,8]
C22C 101/00
Niet-metaalachtige vezels of filamenten [7]
C22C 101/02
op basis van oxiden, bijv. keramische oxidevezels [7]
C22C 101/04
Aluminiumoxide [7]
C22C 101/06
Gemengde oxiden, bijv. aluminiumsilicaat of glas [7]
C22C 101/08
op basis van niet-oxiden, bijv. keramische niet-oxidevezels [7]
C22C 101/10
Koolstof [7]
C22C 101/12
Carbiden [7]
C22C 101/14
Siliciumcarbid [7]
C22C 101/16
Nitriden [7]
C22C 101/18
Siliciumnitride [7]
C22C 101/20
Boor [7]
C22C 101/22
Boriden [7]
C22C 111/00
Metaalachtige vezels of filamenten [7]
C22C 111/02
Vuurvaste metaalvezels of metaalfilamenten, bijv. wolfraamvezels [7]
C22C 121/00
Voorbehandelde vezels of filamenten [7]
C22C 121/02
Gecoate vezels of filamenten, bijv. keramische vezels met beschermende coatings [7]