D03C - Vakmechanismen; patroonkaarten of patroonkettingen; ponsen van kaarten; ontwerpen van patronen

  • D03C 1/00

    Schachtmechanismen

    • D03C 1/02

      Schachtmechanismen met één schacht, d.w.z. schachtmechanismen waarin hetzelfde haalmes en dergelijke dient voor elke inslagdraad D03C 1\5 heeft voorrang)

      • D03C 1/04

        Schachtmechanismen met één schacht en een open vak

    • D03C 1/06

      Schachtmechanismen met twee schachten, d.w.z. schachtmechanismen waarin aparte haalmessen en dergelijke dienen voor afwisselende inslagdraden

      • D03C 1/08

        omkeerbaar, d.w.z. waarbij de juiste vakken automatisch worden geopend als de weefstoel naar achteren wordt bewogen

    • D03C 1/10

      Schachtmechanismen met een centraal vak, d.w.z. waarbij het vak wordt gevormd door het optillen van sommige draden en het laten zakken van de anderen vanuit de centrale positie van een gesloten vak

    • D03C 1/12

      Schachtmechanismen met tandwielen in plaats van haalmessen

    • D03C 1/14

      Kenmerken die horen bij verschillende soorten schachtmechanismen (noodstops die reageren op het foutief werken van schachtmechanismen D03D 51\5)

      • D03C 1/16

        Opstelling van een schachtmechanisme ten opzichte van de weefstoel

      • D03C 1/18

        Messen; Mesframes

      • D03C 1/20

        Haken; Optilinrichtingen

      • D03C 1/22

        Naalden; Naaldhouders; Naaldborden

      • D03C 1/24

        Cilinders; Cilinderladebalken

      • D03C 1/26

        Zorgen voor het in elkaar kunnen grijpen van tilhaken en haalmessen

        • D03C 1/28

          door het eerst creëren en vervolgens elimineren van speling tussen haken en messen

        • D03C 1/30

          waarbij alle haken van de messen worden losgemaakt, en geselecteerde haken weer worden vastgemaakt

        • D03C 1/32

          waarbij alle haken aan de messen vastzitten, en niet-geselecteerde haken daarvan worden losgemaakt

      • D03C 1/34

        Voorzieningen waarbij kettingdraden elkaar passeren op verschillende hoogten voor het vermijden van opstopping

      • D03C 1/36

        Beschermvoorzieningen voor kaarten of kettingen, bijv. cross-border schachtmechanismen

  • D03C 3/00

    Jacquards (regelen van een jacquard door aftasting van ontwerpen D03C 17\5; voor Axminster-weefstoelen met grijpers D03D 39\5)

    • D03C 3/02

      Jacquards met één schacht

      • D03C 3/04

        met een open vak

    • D03C 3/06

      Jacquards met twee schachten

      • D03C 3/08

        met een open vak

    • D03C 3/10

      Jacquards met een centraal vak

    • D03C 3/12

      Jacquards met meerdere vakken, d.w.z. jacquards waarbij kettingdraden naar diverse verschillende hoogten worden bewogen, bijv. voor het weven van poolweefsel

    • D03C 3/14

      Jacquards zonder tilhaken, bijv. met geknoopte koorden in samenhang met sleutelgatvormige sleuven

    • D03C 3/16

      Verdoljacquards of andere jacquards met door een krachtbron bediende tussennaalden tussen leesnaalden en tilhaken

    • D03C 3/18

      Zelfkantjacquards

    • D03C 3/20

      Elektrisch bediende jacquards

    • D03C 3/22

      Door een fluïdum bediende jacquards

    • D03C 3/24

      Kenmerken die horen bij verschillende soorten jacquards

      • D03C 3/26

        Algemene opstelling van jacquards, of plaatsing ervan ten opzichte van de weefstoel

      • D03C 3/28

        Voorzieningen voor het vinden van de inslagdraad; Voorzieningen voor het voorkomen van het openen van een volgend vak tijdens het stoppen van de weefstoel

      • D03C 3/30

        Voorzieningen waarin haken vooruit worden bewogen voor het sluiten van een vak

      • D03C 3/32

        Aandrijfmechanismen voor jacquards

        • D03C 3/34

          Bedieningsmechanismen voor cilinders

        • D03C 3/36

          Bedieningsmechanismen voor het messenraam

      • D03C 3/38

        Harnasborden

      • D03C 3/40

        Constructie van tilkoorden

      • D03C 3/42

        Voorzieningen van tilkoorden

      • D03C 3/44

        Lingoes

  • D03C 5/00

    Met nokken of op een andere wijze direct werkende vakmechanismen, d.w.z. voor het bedienen van kamschachtframes zonder tussenkomst van energie-leverende inrichtingen

    • D03C 5/02

      bediend door roterende nokken

      • D03C 5/04

        Constructie of vorm van nokken (nokken in het algemeen F16H 53\5)

    • D03C 5/06

      bediend door andere nokinrichtingen dan roterende nokken

  • D03C 7/00

    Linonvakmechanismen of soortgelijke vakmechanismen

    • D03C 7/02

      Gaaskamschachten

    • D03C 7/04

      Mechanismen met schijven die oscilleren om een inslaggewijze as, en met openingen voor kettingdraden

    • D03C 7/06

      Mechanismen met oognaalden voor het verplaatsen van kettingdraden van de ene naar de andere kant of naar andere kettingdraden

    • D03C 7/08

      Inrichtingen voor het herhaaldelijk in dezelfde richting twisten van kettingdraden

  • D03C 9/00

    Kamschachten; Kamschachtframes (voor het weven van linon D03C 7\5)

    • D03C 9/02

      Kamschachten

      • D03C 9/04

        Metalen kamschachten

    • D03C 9/06

      Kamschachtframes

  • D03C 11/00

    Zelfkantvakmechanismen die geen deel uitmaken van hoofdvakmechanismen (zelfkantjacquards D03C 3\5; linonzelfkantmechanismen D03C 7\5)

  • D03C 13/00

    Niet eerder wijze ondergebrachte vakmechanismen

  • D03C 15/00

    Patroonkaarten of patroonkettingen

    • D03C 15/02

      Kettingen van metaal, hout of een soortgelijk materiaal met uitstekende elementen die een patroon aangeven

    • D03C 15/04

      Kaarten of papier dat is geperforeerd voor het aanduiden van een patroon

    • D03C 15/06

      Apparatuur voor het in patroonkaarten steken of daaruit verwijderen van pennen

    • D03C 15/08

      Apparatuur voor het onderling verbinden, bijv. door strikken, of loskoppelen van ponskaarten

  • D03C 17/00

    Kaartenponsapparatuur (op digitale wijze markeren van registratiedragers G06K)

    • D03C 17/02

      handmatig geregeld, d.w.z. waarbij de te ponsen gaten worden bepaald door de bediener

      • D03C 17/04

        door een krachtbron bediend

    • D03C 17/06

      automatisch, d.w.z. waarbij het ontwerp optisch of op een andere wijze wordt afgetast voor het regelen van ponsapparatuur of voor het direct regelen van de weefjacquard

  • D03C 19/00

    Methoden of inrichtingen in verband met het ontwerpen of maken van patronen, voorzover niet vallend onder andere groepen in deze subklasse [8]