F23G - Crematie-ovens; opwerken van afval of laagwaardige brandstoffen door verbranding [10]
F23G 1/00
Speciaal aangepaste methoden of apparatuur voor het cremeren van menselijke of dierlijke overblijfselen [10]
F23G 5/00
Methoden of apparatuur, bijv. vuilverbrandingsovens, voor het verbranden van afval of laagwaardige brandstoffen [4,9,10]
F23G 5/02
met voorbehandeling [4,10]
F23G 5/033
vergruizen of fijnstampen [4]
F23G 5/04
drogen [4]
F23G 5/05
gebruikmakend van droogroosters [4]
F23G 5/08
met extra verwarming [4,10]
F23G 5/10
met elektrische middelen [4,10]
F23G 5/12
gebruikmakend van gasvormige of vloeibare brandstof F23G 5\5 heeft voorrang) [4]
F23G 5/14
inclusief naverbranding [4]
F23G 5/16
in een aparte verbrandingskamer [4]
F23G 5/18
in een stapel [4]
F23G 5/20
met verbranding in roterende of oscillerende trommels [4,10]
F23G 5/22
waarbij de trommels kegelvormig zijn [4]
F23G 5/24
met verbranding in een verticale, in hoofdzaak ronde, verbrandingskamer [4,10]
F23G 5/26
met een roterende bodem [4]
F23G 5/28
met harkarmen [4]
F23G 5/30
met verbranding in een gefluïdiseerd bed [4,10]
F23G 5/32
waarbij het afval of de laagwaardige brandstof wordt blootgesteld aan een wervelbeweging, bijv. cyclonale vuilverbrandingsovens [4,10]
F23G 5/34
waarbij het afval wordt verbrand in een kuil of op een hoop wordt gegooid voor de verbranding [4]
F23G 5/36
met verbranding in een kegelvormige verbrandingskamer, bijv. “wigwam” vuilverbrandingsovens F23G 5\5 heeft voorrang) [4,10]
F23G 5/38
met voorzieningen met meerdere vuurhaarden [4,10]
F23G 5/40
Draagbare of mobiele apparatuur [4,10]
F23G 5/42
mandvormig [4]
F23G 5/44
Details; Accessoires [4]
F23G 5/46
Terugwinnen van warmte [4]
F23G 5/48
Voorkomen van corrosie [4]
F23G 5/50
Regelvoorzieningen of veiligheidsvoorzieningen [4]
F23G 7/00
Speciaal aangepaste methoden of apparatuur, bijv. vuilverbrandingsovens, voor het verbranden van specifiek afval of specifieke laagwaardige brandstof, bijv. chemicaliën F23G 1\5 heeft voorrang; toiletten met verbranding A47K 11\5; oxidatie van slib C02F 11\5; verbranden van radioactief afval G21F 9\5) [4,8,9,10]
F23G 7/02
van suikerbietenafval of uitgeperst suikerriet [4]
F23G 7/04
van afvalloog, bijv. sulfietloog [4]
F23G 7/05
van afgewerkte oliën [4]
F23G 7/06
van afvalgassen of giftige gassen, bijv. uitlaatgassen (uitlaatapparatuur voor motoren met middelen voor het onschadelijk maken van de uitlaatgassen, bijv. door thermische of katalytische omzetting F01N 3\5; verbranding van onverbrand materiaal uit een eerdere verbranding van vaste of vloeibare brandstof F23B of F23C) [4,8,9,10,13]
F23G 7/07
waarin verbranding plaatsvindt in aanwezigheid van katalytisch materiaal [8]
F23G 7/08
gebruikmakend van fakkels, bijv. in stapels [4]
F23G 7/10
van groenafval of tuinafval [4]
F23G 7/12
van kunststoffen, bijv. rubber [4]
F23G 7/14
van verontreinigde grond, bijv. grond die is verontreinigd met olie [4,10]