F23N - Regelen van verbranding

(speciaal aangepaste regelinrichtingen voor verbrandingsapparatuur waarin verbranding plaatsvindt in een fluïdisatiebed van brandstof of andere deeltjes F23C 10\5; toestandsafhankelijke regelaars voor het regelen van de verbranding in huishoudelijke fornuizen met open vuur voor vaste brandstof F24B 1\5; regelen in het algemeen G05) [8]

  • F23N 1/00

    Regelen van brandstoftoevoer

    • F23N 1/02

      samen met luchttoevoer

    • F23N 1/04

      samen met luchttoevoer en met trek

    • F23N 1/06

      samen met trek

    • F23N 1/08

      samen met een ander medium, bijv. ketelwater

      • F23N 1/10

        en met luchttoevoer of trek

  • F23N 3/00

    Regelen van luchttoevoer of trek (samen met brandstoftoevoer F23N 1\5)

    • F23N 3/02

      Regelen van trek door het met directe druk bedienen van losse kleppen of dempers

    • F23N 3/04

      door het bedienen van losse kleppen of dempers met temperatuurgevoelige elementen

    • F23N 3/06

      door het gezamenlijk bedienen van twee of meer kleppen of dempers F23N 3\5 heeft voorrang)

    • F23N 3/08

      door systemen met een krachtbron

  • F23N 5/00

    Systemen voor het regelen van verbranding F23N 1\5 en F23N 3\5 hebben voorrang)

    • F23N 5/02

      gebruikmakend van inrichtingen die reageren op thermische veranderingen of op thermische uitzetting van een medium

      • F23N 5/04

        gebruikmakend van bimetaalelementen

      • F23N 5/06

        gebruikmakend van balgen; gebruikmakend van diafragma's

      • F23N 5/08

        gebruikmakend van lichtgevoelige elementen

      • F23N 5/10

        gebruikmakend van thermokoppels

      • F23N 5/12

        gebruikmakend van ionisatiegevoelige elementen, d.w.z. vlampijpen

      • F23N 5/14

        gebruikmakend van thermogevoelige weerstanden

    • F23N 5/16

      gebruikmakend van geluidgevoelige detectoren

    • F23N 5/18

      gebruikmakend van detectoren die gevoelig zijn voor de mate van stroming van lucht of brandstof

    • F23N 5/20

      met een tijdprogramma dat werkt via elektrische middelen, bijv. gebruikmakend van relais met vertraagde werking

    • F23N 5/22

      met een tijdprogramma dat werkt via mechanische middelen, bijv. gebruikmakend van nokken

    • F23N 5/24

      Voorkomen van het ontstaan van ongewone of ongewenste condities, d.w.z. veiligheidsvoorzieningen F23N 5\5 tot F23N 5\5 hebben voorrang)

    • F23N 5/26

      Details