H02J - Circuitvoorzieningen of circuitsystemen voor het toevoeren of distribueren van elektrisch vermogen; systemen voor het opslaan van elektrische energie [<wrap ipc2019>19</wrap>]
Aantekeningen
(1) Deze subklasse dekt: - leidingstelsels of distributienetwerken voor wisselstroom of gelijkstroom; - circuitvoorzieningen voor batterijvoedingen, inclusief het opladen of regelen daarvan, of het gecoördineerd voeden van twee of meer bronnen van de een of andere soort; - circuitvoorzieningen of circuitsystemen voor draadloze toevoer of distributie van elektrisch vermogen. [16] (2) Deze subklasse dekt geen: - regeling van één motor, generator of dynamo-elektrische omzetter van de soorten die vallen onder de subklassen H01F of H02K, wat valt onder subklasse H02P; - regeling van één motor of generator van de soorten die vallen onder subklasse H02N, wat valt onder die subklasse.
H02J 1/00
Circuitvoorzieningen voor leidingstelsels of distributienetwerken voor gelijkstroom
H02J 1/02
Voorzieningen voor het verminderen van harmonische trillingen of rimpelspanningen [9,19]
H02J 1/04
Systemen voor constante stroomtoevoer
H02J 1/06
Tweedraadssystemen
H02J 1/08
Driedraads-systemen; Systemen met meer dan drie draden
H02J 1/10
Parallel werkende gelijkstroombronnen [19]
H02J 1/12
Parallel werkende gelijkstroomgeneratoren met omvormers, bijv. met een kwikbooggelijkrichter
H02J 1/14
Vereffenen van de belasting in een netwerk [19]
H02J 1/16
met dynamo-elektrische machines die zijn gekoppeld met vliegwielen
H02J 3/00
Circuitvoorzieningen voor leidingstelsel of distributienetwerken voor wisselstroom
H02J 3/01
Voorzieningen voor het verminderen van harmonische trillingen of rimpelspanningen [3,9,19]
H02J 3/02
gebruikmakend van één netwerk voor het gelijktijdig distribueren van vermogen bij verschillende frequenties; gebruikmakend van één netwerk voor het gelijktijdig distribueren van wisselstroom en gelijkstroom
H02J 3/04
voor het koppelen van netwerken met eenzelfde frequentie maar gevoed vanuit verschillende bronnen
H02J 3/06
Regelingen voor het overdragen van vermogen tussen gekoppelde netwerken; Regelingen voor het delen van belasting tussen gekoppelde netwerken
H02J 3/08
Synchroniseren van netwerken
H02J 3/10
Systemen voor constante stroomtoevoer
H02J 3/12
voor het verstellen van de spanning in wisselstroomnetwerken door het veranderen van een karakteristiek van de netwerkbelasting
H02J 3/14
door het inschakelen of uitschakelen van belastingen aan het netwerk, bijv. progressief uitgebalanceerde belasting
H02J 3/16
door het verstellen van het blinde vermogen
H02J 3/18
Voorzieningen voor het verstellen, elimineren of compenseren van blind vermogen in netwerken (voor het verstellen van de spanning H02J 3\5) [19]
H02J 3/20
in lange bovengrondse leidingen
H02J 3/22
in kabels
H02J 3/24
Voorzieningen voor het voorkomen of verminderen van vermogensoscillaties in netwerken (door het regelen van één generator H02P 9\5)
H02J 3/26
Voorzieningen voor het elimineren of verminderen van asymmetrie in polyfasenetwerken
H02J 3/28
Voorzieningen voor het uitbalanceren van de belasting in een netwerk door energieopslag
H02J 3/30
gebruikmakend van dynamo-elektrische machines die zijn gekoppeld met vliegwielen
H02J 3/32
gebruikmakend van batterijen met omzettingsmiddelen
H02J 3/34
Voorzieningen voor het overdragen van elektrisch vermogen tussen netwerken met in hoofdzaak verschillende frequentie [19]
H02J 3/36
Voorzieningen voor het overdragen van elektrisch vermogen tussen wisselstroomnetwerken via een gelijkstroomhoogspanningsbrug
H02J 3/38
Voorzieningen voor het parallel voeden van één netwerk door twee of meer generatoren, omvormers of transformatoren
H02J 3/40
Synchroniseren van een generator voor koppeling met een netwerk of een andere generator
H02J 3/42
met een automatische parallelverbinding bij het bereiken van de synchronisatie
H02J 3/44
met middelen voor het garanderen van de juiste fasevolgorde
H02J 3/46
Regelen van het delen van uitvoer tussen de generatoren, omvormers of transformatoren
H02J 3/48
Regelingen voor het delen van de component in fase
H02J 3/50
Regelingen voor het delen van de component met verschoven fase
H02J 4/00
Circuitvoorzieningen voor leidingstelsels of distributienetwerken waarbij niet specifiek wordt gesproken over wisselstroom of gelijkstroom [2]
H02J 5/00
Circuitvoorzieningen voor het overdragen van elektrisch vermogen tussen wisselstroomnetwerken en gelijkstroomnetwerken H02J 3\5 heeft voorrang)
H02J 7/00
Circuitvoorzieningen voor het opladen of depolariseren van batterijen of voor het toevoeren van ladingen uit batterijen
H02J 7/02
voor het opladen van batterijen vanuit het hoofdwisselstroomnet door omvormers [16]
H02J 7/04
Regelen van de laadstroom of laadspanning
H02J 7/06
gebruikmakend van ontladingsbuizen of halfgeleiderinrichtingen
H02J 7/08
gebruikmakend van alleen ontladingsbuizen
H02J 7/10
gebruikmakend van alleen halfgeleiderinrichtingen
H02J 7/12
gebruikmakend van magnetische inrichtingen met regelbare verzadigingsgraad, d.w.z. magnetische versterkers
H02J 7/14
voor het opladen van batterijen vanuit dynamo-elektrische generatoren die met een variërende snelheid worden aangedreven, bijv. op een voertuig
H02J 7/16
Regelen van de laadstroom of laadspanning door het veld te variëren
H02J 7/18
ten gevolge van het variëren van de Ohmse weerstand in een veldcircuit, waarbij gebruik wordt gemaakt van het stapsgewijze in of uit het circuit schakelen van weerstand
H02J 7/20
ten gevolge van het variëren van een continu variabele Ohmse weerstand
H02J 7/22
ten gevolge van het variëren van de make-to-break verhouding van intermitterend werkende contacten, bijv. gebruikmakend van een Tirrill-regelaar
H02J 7/24
gebruikmakend van ontladingsbuizen of halfgeleiderinrichtingen
H02J 7/26
gebruikmakend van magnetische inrichtingen met regelbare verzadigingsgraad
H02J 7/28
gebruikmakend van magnetische inrichtingen met regelbare verzadigingsgraad in combinatie met een geregelde ontladingsbuis of halfgeleiderinrichting
H02J 7/30
gebruikmakend van machines die door een ankerreactie wordt bekrachtigd
H02J 7/32
voor het opladen van batterijen vanuit een oplaad-set die een niet-elektrisch krachtwerktuig bevat
H02J 7/34
Parallelwerking in netwerken waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel een gelijkstroomaccumulator als andere gelijkstroombronnen, bijv. met een bufferwerking H02J 7\5 heeft voorrang) [4]
H02J 7/35
met lichtgevoelige elementen [4]
H02J 7/36
Voorzieningen waarbij gebruik wordt gemaakt van eindelement-schakeling
H02J 9/00
Circuitvoorzieningen voor noodvoeding of reservevoeding, bijv. voor noodverlichting [19]
H02J 9/02
waarin een hulpdistributiesysteem en de daarmee samenhangende lampen in bedrijf worden gesteld
H02J 9/04
waarin het distributiesysteem wordt ontkoppeld van de normale bron en wordt aangekoppeld met een reservebron
H02J 9/06
waarbij automatisch wordt omgeschakeld
H02J 9/08
waarvoor een krachtwerktuig moet worden gestart
H02J 11/00
Circuitvoorzieningen die zorgen voor inbedrijfstelling van hulpstations waarin elektrisch vermogen wordt opgewekt, gedistribueerd of omgezet [19]
H02J 13/00
Circuitvoorzieningen die zorgen voor aanduiding op afstand van netwerkcondities, bijv. een momentane opname van de openstand of sluitstand van elke circuitonderbreker in het netwerk; Circuitvoorzieningen die zorgen voor regeling op afstand van schakelmiddelen in een vermogensdistributienetwerk, bijv. het inschakelen of uitschakelen van stroomverbruikers door gebruik te maken van een pulscodesignaal dat wordt gedragen door het netwerk
H02J 50/00
Circuitvoorzieningen of circuitsystemen voor draadloze toevoer of distributie van elektrisch vermogen [16]
Aantekeningen [16]
(1) In deze hoofdgroep vallen de specifieke soorten draadloze technologie die worden gebruikt voor vermogensoverdracht, onder de groepen H02J 50\5 - H02J 50\5, terwijl aspecten die relevant zijn voor de circuitvoorzieningen of circuitsystemen daarvoor vallen onder de groepen H02J 50\5 - H02J 50\5. [16] (2) In deze groep wordt naar meerdere aspecten geklasseerd, zodat onderwerpen die worden gekenmerkt door aspecten die vallen onder meer dan één van de ondergroepen, moeten worden geklasseerd in elk van die ondergroepen. [16]
H02J 50/05
gebruikmakend van capacitieve koppeling [16]
H02J 50/10
gebruikmakend van inductieve koppeling [16]
H02J 50/12
resonerend [16]
H02J 50/15
gebruikmakend van ultrasone golven [16]
H02J 50/20
gebruikmakend van midrogolven of radiofrequentiegolven [16]
H02J 50/23
gekenmerkt door het soort zendantennes, bijv. gerichte antenne-arrays of Yagi-antennes [16]
H02J 50/27
gekenmerkt door het soort ontvangstantenne, bijv. rectennas [16]
H02J 50/30
gebruikmakend van licht, bijv. lasers [16]
H02J 50/40
gebruikmakend van twee of meer zendinrichtingen of ontvangstinrichtingen H02J 50\5 heeft voorrang) [16]
H02J 50/50
gebruikmakend van extra energieversterkers tussen zendinrichtingen en ontvangstinrichtingen [16]
H02J 50/60
reagerend op de aanwezigheid van vreemde objecten, bijv. detectie van levende wezens [16]
H02J 50/70
waarbij sprake is van de vermindering van elektrische, magnetische of elektromagnetische lekvelden [16]
H02J 50/80
waarbij sprake is van de uitwisseling van data, met betrekking tot de toevoer of verspreiding van elektrisch vermogen, tussen zendinrichtingen en ontvangstinrichtingen [16]
H02J 50/90
waarbij sprake is van detectie of optimalisatie van de positie, bijv. uitlijning [16]