B22D - 1/00 behandelen van smelten in de gietlepel of de toevoergiettrechters vóór het gieten

(kenmerken met betrekking tot het injecteren van gas, aangebracht op valschuifsluitingen B22D 41\5, aangebracht op uitgietmondstukken B22D 41\5)

  • B22D 2/00

    Opstelling van weergeefinrichtingen of meetinrichtingen, bijv. voor de temperatuur of viscositeit van de smelt [3]

Gieten van gietelingen, d.w.z. metaalgietsels die geschikt zijn voor het aansluitend smelten; Soortgelijk gieten

  • B22D 3/00

    Gieten van gietelingen en dergelijke (uitrusting voor het transporteren van gesmolten metaal B22D 35\5)

    • B22D 3/02

      Gieten van bedden

  • B22D 5/00

    Machines of installaties voor het gieten van gietelingen en dergelijke

    • B22D 5/02

      met roterende giettafels

    • B22D 5/04

      met eindloze giettransporteurs

Gieten van gietblokken, d.w.z. metaalgietsels die geschikt zijn voor het aansluitend walsen of smeden

  • B22D 7/00

    Gieten van gietblokken (uitrusting voor het transporteren van gesmolten metaal B22D 35\5)

    • B22D 7/02

      Gieten van samengestelde gietblokken van twee of meer verschillende gesmolten metalen, d.w.z. gelijktijdig gegoten

    • B22D 7/04

      Gieten van holle gietblokken

    • B22D 7/06

      Coquilles of gietblokvormen, en het maken daarvan

      • B22D 7/08

        Gedeelde coquilles

      • B22D 7/10

        Hot tops daarvoor

    • B22D 7/12

      Accessoires, bijv. voor het sinteren of het voorkomen van spatten

  • B22D 9/00

    Machines of installaties voor het gieten van gietblokken

Specifieke gietprocessen; Machines of apparatuur daarvoor

  • B22D 11/00

    Continugieten van metalen, d.w.z. gieten in onbeperkte lengten (trekken van metaal, extruderen van metaal B21C)

    • B22D 11/01

      zonder mallen, bijv. op gesmolten oppervlakken [2]

    • B22D 11/04

      in mallen zonder eind, bijv. waarbij de mallen voorzien zijn van oscillerende wanden B22D 11\5 en B22D 11\5 hebben voorrang; installaties voor het continu gieten, bijv. voor het naar boven trekken van de streng B22D 11\5) [3]

      • B22D 11/041

        voor het verticaal gieten B22D 11\5, B22D 11\5 en B22D 11\5 hebben voorrang) [7]

      • B22D 11/043

        Gebogen mallen B22D 11\5 tot B22D 11\5 hebben voorrang) [7]

      • B22D 11/045

        voor het horizontaal gieten B22D 11\5 tot B22D 11\5 hebben voorrang) [7]

        • B22D 11/047

          Middelen voor het vastmaken van tundish aan de mal [7]

      • B22D 11/049

        voor het direct gieten in stalen vormen [7]

      • B22D 11/05

        in mallen met verstelbare wanden [7]

      • B22D 11/051

        in mallen met oscillerende wanden [7]

      • B22D 11/053

        Middelen voor het laten oscilleren van mallen [7]

      • B22D 11/055

        Koelen van mallen [7]

      • B22D 11/057

        Maken of ijken van de mallen [7]

      • B22D 11/059

        Malmaterialen of malbekledingen [7]

    • B22D 11/06

      in mallen met voortbewegende wanden, bijv. met walsen, platen, riemen of rupsbanden B22D 11\5 heeft voorrang) [3]

    • B22D 11/07

      Smeren van de mallen [3]

    • B22D 11/08

      Accessoires voor het starten van de gietprocedure [7]

    • B22D 11/10

      Toevoeren of behandelen van gesmolten metaal B22D 41\5 heeft voorrang) [7]

      • B22D 10/103

        Verspreiden van het gesmolten materiaal, bijv. gebruikmakend van giettrechters, drijvers of verdelers [7]

      • B22D 10/106

        Afschermen van de gesmolten straal [7]

      • B22D 10/108

        Toevoeren van additieven, peoeders en dergelijke [7]

      • B22D 10/11

        Behandelen van het gesmolten metaal [7]

        • B22D 10/111

          door gebruik te maken van beschermende poeders [7]

        • B22D 10/112

          door versneld koelen [7]

        • B22D 10/113

          door vacuümbehandeling [7]

        • B22D 10/114

          door gebruik te maken van roermiddelen of trilmiddelen B22D 11\5 heeft voorrang) [7]

          • B22D 10/115

            door gebruik te maken van magnetische velden [7]

        • B22D 10/116

          Louteren van het metaal [7]

          • B22D 10/117

            door behandelen met gassen B22D 11\5 en B22D 11\5 hebben voorrang) [7]

          • B22D 10/118

            door het onder, over of om overlaten laten circuleren van het metaal B22D 11\5 heeft voorrang) [7]

          • B22D 10/119

            door filteren [7]

    • B22D 11/12

      Accessoires voor het ter plaatse opeenvolgend behandelen of bewerken van gegoten uitgangsmaterialen (walsen direct volgend op het continugieten B21B 1\5 en B21B 13\5) [3]

      • B22D 11/124

        voor het koelen [2]

      • B22D 11/126

        voor het snijden [2]

      • B22D 11/128

        voor het afvoeren [2]

    • B22D 11/14

      Installaties voor het continu gieten, bijv. voor het naar boven trekken van de streng

    • B22D 11/16

      Sturen of regelen van processen of bewerkingen [2]

      • B22D 11/18

        voor het uitgieten B22D 11\5 heeft voorrang) [4]

      • B22D 11/20

        voor het verwijderen van gegoten uitgangsmaterialen [4]

      • B22D 11/22

        voor het koelen van gegoten uitgangsmaterialen of van de mal [4]

  • B22D 13/00

    Centrifugaalgieten; Gieten door gebruik te maken van centrifugaalkracht

    • B22D 13/02

      van langgerekte massieve of holle lichamen, bijv. pijpen, in mallen die roteren om hun lengte-as

    • B22D 13/04

      van ondiepe massieve of holle lichamen, bijv. wielen of ringen, in mallen die roteren om hun symmetrie-as

    • B22D 13/06

      van massieve of holle lichamen in mallen die roteren om een as buiten de mal

    • B22D 13/08

      waarin een stilstaande mal wordt gevoed vanuit een roterende massa vloeibaar metaal

    • B22D 13/10

      Accessoires voor centrifugaalgietapparatuur, bijv. mallen, bekledingen daarvoor; Middelen voor het toevoeren van gesmolten metaal, het schoonmaken van mallen of het verwijderen van gietsels (maken of bekleden van mallen B22C) [17]

    • B22D 13/12

      Speciaal aangepast regelen of bewaken bij het centrifugaalgieten, bijv. om veiligheidsredenen (regelen in het algemeen G05) [3]

  • B22D 15/00

    Gieten door gebruik te maken van een mal of kern waarvan een deel van belang is voor de hoge thermische geleidbaarheid, bijv. gieten in stalen vormen; Speciaal daarvoor aangepaste mallen of accessoires (continu gieten van metalen in mallen zonder eind voor het direct gieten in stalen vormen B22D 11\5) [7]

    • B22D 15/02

      van cilinders, zuigers, lagerhuizen of soortgelijke dunwandige objecten

    • B22D 15/04

      Machines of apparatuur voor het gieten met stalen vormen B22D 15\5 heeft voorrang)

  • B22D 17/00

    Spuitgieten of injectiespuitgieten, d.w.z. gieten waarbij een metaal onder hoge druk in een mal wordt geperst [3]

    • B22D 17/02

      Heetkamerpersmachines, d.w.z. met een verwarmde perskamer waarin metaal wordt gesmolten

      • B22D 17/04

        Plunjermachines

      • B22D 17/06

        Luchtinjectiemachines

    • B22D 17/08

      Koudkamerpersmachines, d.w.z. met een onverwarmde perskamer waarin gesmolten metaal wordt geschept

      • B22D 17/10

        met een horizontale persbeweging

      • B22D 17/12

        met een verticale persbeweging

    • B22D 17/14

      Machines met een vacuüm getrokken stempelholte

    • B22D 17/16

      speciaal aangepast voor het gieten van schuifsluitingen of elementen daarvoor

    • B22D 17/18

      Machines die zijn opgebouwd uit eenheden die voorzien in verschillende combinaties

    • B22D 17/20

      Accessoires; Details

      • B22D 17/22

        Stempels (zie voor het maken de toepasselijke klasse, bijv. B23P 15\5); Stempelplaten; Stempelsteunen; Koeluitrusting voor stempels; Accessoires voor het losmaken en uitstoten van gietsels uit stempels

        • B22D 17/24

          Accessoires voor het plaatsen en vasthouden van kernen of inzetstukken

      • B22D 17/26

        Mechanismen of inrichtingen voor het blokkeren of openen van stempels

      • B22D 17/28

        Smeltpotten

      • B22D 17/30

        Accessoires voor het toevoeren van gesmolten metaal, bijv. in porties

      • B22D 17/32

        Regeluitrusting

  • B22D 18/00

    Drukgieten; Vacuümgieten B22D 17\5 heeft voorrang; behandelen van het metaal in de mal door gebruik te maken van druk of een vacuüm B22D 27\5) [3]

    • B22D 18/02

      Drukgieten door gebruik te maken van mechanische persinrichtingen, bijv. gietsmeden B22D 18\5 heeft voorrang) [3]

    • B22D 18/04

      Lagedrukgieten, d.w.z. gebruikmakend van drukken tot een paar bar voor het vullen van de mal [3]

    • B22D 18/06

      Vacuümgieten, d.w.z. gebruikmakend van een vacuüm voor het vullen van de mal [3]

    • B22D 18/08

      Regelen of bewaken, bijv. om veiligheidsredenen (regelen in het algemeen G05) [3]

  • B22D 19/00

    Gieten in, op of om objecten die deel uitmaken van het product B22D 23\5 heeft voorrang; alumino-thermisch lassen B23K 23\5; coaten door het gieten van gesmolten materiaal op het substraat C23C 6\5)

    • B22D 19/02

      voor het maken van gewapende artikelen B22D 19\5 heeft voorrang) [3]

    • B22D 19/04

      voor het samenvoegen van delen

    • B22D 19/06

      voor het maken of repareren van gereedschap

    • B22D 19/08

      voor het opbouwen van bekledingen of afdekkingen, bijv. van antifrictiemetaal of babbittmetaal

    • B22D 19/10

      Repareren van defecte of beschadigde objecten door metaalgiettechnieken (door andere technieken B23P 6\5)

    • B22D 19/12

      voor het maken van objecten met delen die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, bijv. scharnieren

    • B22D 19/14

      waarbij de objecten draadvormig zijn of een bijzondere vorm hebben (maken van legeringen die vezels of filamenten bevatten, door het in contact brengen van de vezels of filamenten met gesmolten metaal C22C 47\5 [3]

    • B22D 19/16

      voor het maken van verbindingsobjecten die worden gegoten van twee of meer verschillende metalen, bijv. voor het maken van walsen voor walsmolens (gieten van samengestelde gietblokken B22D 7\5) [3]

  • B22D 21/00

    Gieten van niet-ijzerhoudende metalen of metaalachtige verbindingen, voorzover hun metallurgische eigenschappen van belang zijn voor de gietprocedure; Samenstellingen daarvoor

    • B22D 21/02

      Gieten van extreem oxideerbare niet-ijzerhoudende metalen, bijv. in een inerte atmosfeer (apparatuur voor het vacuümgieten B22D 18\5; gebruiken van een inerte atmosfeer bij het gieten van metalen in het algemeen B22D 23\5)

      • B22D 21/04

        Gieten van aluminium of magnesium

    • B22D 21/06

      Gieten van niet-ijzerhoudende metalen met een hoog smeltpunt, bijv. metaalcarbiden B22D 21\5 heeft voorrang)

  • B22D 23/00

    Gietprocessen voorzover niet vallend onder de groepen B22D 1\5 tot B22D 21\5 (maken van metaalachtig poeder door gieten B22F 9\5; aluminothermisch lassen B23K 23\5; opnieuw smelten van metalen C22B 9\5)

    • B22D 23/02

      Gieten aan de bovenzijde

    • B22D 23/04

      Gieten door indopen (heetdompelprocessen of dompelprocessen voor het in gesmolten toestand aanbrengen van coatingmateriaal zonder de vorm te be(nvloeden C23C 2\5)

    • B22D 23/06

      In de mal afsmelten van metaal, bijv. metaaldeeltjes

      • B22D 23/10

        Elektroslakgieten [5]

  • B22D 25/00

    Speciaal gieten dat wordt gekenmerkt door de aard van het product B22D 15\5, B22D 17\5 en B22D 19\5 hebben voorrang; gieten van stereotiepplaten B41D 3\5) [2]

    • B22D 25/02

      door de bijzondere vorm; van kunstwerken

      • B22D 25/04

        Gieten van metaalplaten voor elektrische accu's en dergelijke (maken daarvan door meertrapsprocessen H01M 4\5) [2]

    • B22D 25/06

      door de fysische eigenschappen B22D 27\5 heeft voorrang)

      • B22D 25/08

        door gelijkmatige hardheid B22D 15\5 heeft voorrang)

  • B22D 27/00

    Behandelen van het metaal in de mal terwijl het gesmolten of rekbaar is B22D 7\5, B22D 11\5, B22D 18\5 en B22D 43\5 hebben voorrang) [3]

    • B22D 27/02

      Gebruiken van elektriciteit of magnetisme

    • B22D 27/04

      Beïnvloeden van de temperatuur van het metaal, bijv. door het verwarmen of koelen van de mal (koelen van mallen zonder eind bij het continu gieten B22D 11\5) [7]

      • B22D 27/06

        Verwarmen van het bovenste afvalmateriaal van gietblokken (hot tops voor coquilles B22D 7\5)

    • B22D 27/08

      Schudden, trillen of keren van mallen B22D 11\5 en B22D 11\5 hebben voorrang) [7]

    • B22D 27/09

      gebruikmakend van druk [3]

      • B22D 27/11

        door gebruik te maken van mechanische persinrichtingen [3]

      • B22D 27/13

        door gebruik te maken van gasdruk [3]

    • B22D 27/15

      gebruikmakend van een vacuüm [3]

    • B22D 27/18

      Maatregelen bij het gebruik maken van chemische processen voor het beïnvloeden van de oppervlaktesamenstelling van gietsels, bijv. voor het verhogen van de weerstand tegen zuuraanvallen

    • B22D 27/20

      Niet eerder genoemde maatregelen voor het beinvloeden van de korrelstructuur of de textuur; Samenstellingen daarvoor

Afwerkmaatregelen na het gieten [9]

  • B22D 29/00

    Verwijderen van gietsels uit mallen, niet beperkt tot gietprocessen die vallen onder één hoofdgroep; Verwijderen van kernen; Hanteren van gietblokken [2]

    • B22D 29/02

      Speciaal ontworpen trilapparatuur voor het uitschudden van vormkasten

    • B22D 29/04

      Hanteren of afstropen van gietsels of gietblokken (zie voor grijpers in het algemeen de relevante subklassen, bijv. B66C)

      • B22D 29/06

        Afstropers die in werking worden gesteld door een fluïdum onder druk

      • B22D 29/08

        Afstropers die mechanisch in werking worden gesteld [2]

  • B22D 30/00

    Koelen van gietsels, niet beperkt tot gietprocessen die vallen onder één hoofdgroep (accessoires voor het koelen van gegoten uitgangsmaterialen bij het continugieten van metalen B22D 11\5; sturen of regelen van processen of bewerkingen voor het koelen van gegoten uitgangsmaterialen of mallen bij het continugieten van metalen B22D 11\5; gieten in stalen vormen B22D 15\5) [5]

  • B22D 31/00

    Afsnijden van overtollig materiaal na het gieten, bijv. zijdoorlaten van gietgaten (reinigen van gietsels door zandstralen B24C) [9]

Andere uitrusting voor het gieten [3,9]

  • B22D 33/00

    Uitrusting voor het hanteren van mallen

    • B22D 33/02

      Keren of verplaatsen

    • B22D 33/04

      Samenbrengen of scheiden

    • B22D 33/06

      Belasten of ontlasten

  • B22D 35/00

    Uitrusting voor het in bedden of mallen voortbewegen van gesmolten metaal B22D 37\5 tot B22D 41\5 hebben voorrang; zie bij een speciale aanpassing aan specifieke processen of machines de relevante groepen)

    • B22D 35/02

      in bedden

    • B22D 35/04

      in mallen, bijv. bodemplaten of giettrechters

    • B22D 35/06

      Verwarmingsuitrusting of koeluitrusting

  • B22D 37/00

    Sturen of regelen van het uitgieten van gesmolten metaal uit een vat met daarin de gietsmelt B22D 39\5 en B22D 41\5 hebben voorrang; zie bij een speciale aanpassing aan specifieke processen of machines de relevante groepen van deze subklasse) [3,5]

  • B22D 39/00

    Uitrusting voor het in porties toevoeren van gesmolten metaal (zie bij een speciale aanpassing aan specifieke processen of machines de relevante groepen van deze subklasse)

    • B22D 39/02

      met middelen voor het regelen van de hoeveelheid gesmolten metaal via het volume [3]

    • B22D 39/04

      met middelen voor het regelen van de hoeveelheid gesmolten metaal via het gewicht [3]

    • B22D 39/06

      met middelen voor het regelen van de hoeveelheid gesmolten metaal via de druk boven het gesmolten metaal [3]

  • B22D 41/00

    Vaten met daarin de gietsmelt, bijv. gietlepels, keerschotels, gietkroezen en dergelijke B22D 39\5 en B22D 43\5 hebben voorrang) [5]

    • B22D 41/005

      met verwarmingsmiddelen of koelmiddelen [5]

      • B22D 41/01

        Verwarmingsmiddelen [5]

        • B22D 41/015

          met uitwendige verwarming, d.w.z. waarbij de warmtebron geen deel uitmaakt van de gietlepel [5]

    • B22D 41/02

      Bekledingen

    • B22D 41/04

      kantelbaar

      • B22D 41/05

        Gietlepels met schenktuit [5]

    • B22D 41/06

      Uitrusting voor het kantelen

    • B22D 41/08

      voor het uitgieten over de bodem B22D 41\5 en B22D 41\5 hebben voorrang)

    • B22D 41/12

      Rijdende gietpannen of soortgelijke containers; Wagens voor gietpannen (gietkranen B66C)

      • B22D 41/13

        Revolvergietpannen [7]

    • B22D 41/14

      Afsluitingen [5]

      • B22D 41/16

        in de vorm van een afsluitstaaf, d.w.z. waarbij een afsluitstaaf omlaag beweegt door zowel het vat als het metaal daarin, voor het selectief registry met de uitgietopening [5]

        • B22D 41/18

          Afsluitstaven daarvoor [5]

        • B22D 41/20

          Bedieningsuitrusting voor de afsluitstaven [5]

      • B22D 41/22

        in de vorm van een schuifklep, d.w.z. met een vaste plaat en een beweegbare plaat die langs elkaar schuiven voor het selectief registry van hun openingen [5]

        • B22D 41/24

          gekenmerkt door een lineair beweegbare plaat B22D 41\5 tot B22D 41\5 hebben voorrang) [5]

        • B22D 41/26

          gekenmerkt door een roterend beweegbare plaat B22D 41\5 tot B22D 41\5 hebben voorrang) [5]

        • B22D 41/28

          Platen daarvoor B22D 41\5 tot B22D 41\5 hebben voorrang) [5]

          • B22D 41/30

            Maken of repareren daarvan [5]

            • B22D 41/32

              gekenmerkt door de daarbij gebruikte materialen [5]

          • B22D 41/34

            Steunmiddelen, vastzetmiddelen of centreermiddelen daarvoor [5]

          • B22D 41/36

            Behandelen van de platen, bijv. smeren of verwarmen (gietlepels, kroezen en dergelijke met verwarmingsmiddelen B22D 41\5) [5]

        • B22D 41/38

          Middelen voor het bedienen van de schuifklep [5]

        • B22D 41/40

          Middelen voor het samendrukken van de platen [5]

        • B22D 41/42

          Kenmerken met betrekking tot gasinjectie [5]

      • B22D 41/44

        Verteerbare sluitmiddelen, d.w.z. eenmalig te gebruiken sluitmiddelen [5]

        • B22D 41/46

          Vuurvaste proppen [5]

        • B22D 41/48

          Smeltsluitingen [5]

    • B22D 41/50

      Uitgietmondstukken [5]

      • B22D 41/52

        Maken of repareren daarvan [5]

        • B22D 41/54

          gekenmerkt door de daarbij gebruikte materialen [5]

      • B22D 41/56

        Middelen voor het ondersteunen, hanteren of veranderen van een uitgietmondstuk [5]

      • B22D 41/58

        met gasinjectiemiddelen [5]

      • B22D 41/60

        met verwarmingsmiddelen of koelmiddelen [5]

      • B22D 41/62

        met roermiddelen of trilmiddelen [5]

  • B22D 43/00

    Mechanisch reinigen, bijv. het afschuimen van gesmolten metalen

  • B22D 45/00

    Niet elders ondergebrachte uitrusting voor het gieten

  • B22D 46/00

    Regelen of bewaken, niet beperkt tot het gieten dat valt onder één hoofdgroep, bijv. om veiligheidsredenen (regelen in het algemeen G05) [3]

  • B22D 47/00

    Gietinstallaties

    • B22D 47/02

      voor het zowel vormgieten als persgieten