C10J - Produceren van gassen die koolmonoxide en waterstof bevatten, uit vast koolstofhoudend materiaal, door partiële oxidatieprocessen waarbij sprake is van zuurstof of stoom

(ondergronds vergassen van mineralen E21B 43\5); CARBUREREN VAN LUCHT OF EEN ANDER GAS [5,12]

  • C10J 1/00

    Produceren van gasvormige brandstoffen door het carbureren van lucht of andere gassen (voor verbrandingsmotoren F02M) [12]

    • C10J 1/02

      Carbureren van lucht

      • C10J 1/04

        Regelen van de luchttoevoer

      • C10J 1/06

        met materialen die bij gewone temperatuur vloeibaar zijn

        • C10J 1/08

          door het door of langs het vloeistofoppervlak laten gaan van lucht

          • C10J 1/10

            waarbij de vloeistof is geabsorbeerd op dragers

        • C10J 1/12

          door het verstuiven van de vloeistof

        • C10J 1/14

          Regelen van de vloeistoftoevoer in overeenstemming met de luchttoevoer

      • C10J 1/16

        met vaste koolwaterstoffen C10J 1\5 en C10J 1\5 hebben voorrang) [12]

      • C10J 1/18

        in roterende carburatoren

    • C10J 1/20

      Carbureren van andere gassen dan lucht

      • C10J 1/207

        Carbureren door pyrolyse van vast koolstof-houdend materiaal in een brandstofbed C10J 3\5 heeft voorrang) [12]

      • C10J 1/213

        Carbureren door pyrolyse van vast koolstof-houdend materiaal in een carburateur [12]

    • C10J 1/22

      Toevoegen van materialen voor het voorkomen van dampafzetting

    • C10J 1/24

      Regelen van de vochtigheid van de lucht die of het gas dat moet worden gecarbureerd

    • C10J 1/26

      gebruikmakend van verhoogde temperaturen of drukken C10J 1\5 en C10J 1\5 hebben voorrang) [12]

    • C10J 1/28

      Geuren van gaslucht

  • C10J 3/00

    Produceren van gassen die koolmonoxide en waterstof bevatten, bijv. synthesegas of stadsgas, uit vaste koolstofhoudende materialen door partiële oxidatieprocessen waarbij sprake is van zuurstof of stoom [12]

    • C10J 3/02

      Vergassen van brokken brandstof met een vast bed

      • C10J 3/04

        Cyclische processen, bijv. afwisselend blast en run

      • C10J 3/06

        Continuprocessen

        • C10J 3/08

          waarbij de as in vloeibare staat wordt afgevoerd

        • C10J 3/10

          gebruikmakend van uitwendige verwarming

        • C10J 3/12

          gebruikmakend van vaste warmtedragers

        • C10J 3/14

          gebruikmakend van gasvormige warmtedragers

        • C10J 3/16

          waarbij zuurstof en water gelijktijdig reageren met het koolstofhoudende materiaal

        • C10J 3/18

          gebruikmakend van elektriciteit

      • C10J 3/20

        Apparatuur; Installaties

        • C10J 3/22

          Opstelling of plaatsing van kleppen of rookgaskanalen

          • C10J 3/24

            voor het anders dan omhoog door het brandstofbed laten stromen van gassen of dampen

            • C10J 3/26

              omlaag

          • C10J 3/28

            volledig automatisch

        • C10J 3/30

          Inrichtingen voor het laden van brandstoffen

        • C10J 3/32

          Inrichtingen voor het egaal over het bed verspreiden van de brandstof bij het oppoken van het brandstofbed

        • C10J 3/34

          Roosters; Mechanische inrichtingen voor het verwijderen van as

          • C10J 3/36

            Vaste roosters

            • C10J 3/38

              met roerarmen

          • C10J 3/40

            Beweegbare roosters

            • C10J 3/42

              Roterende roosters

        • C10J 3/44

          aangepast voor gebruik op voertuigen

    • C10J 3/46

      Vergassen van korrelvormige of verpulverde brandstoffen in suspensie

      • C10J 3/48

        Apparatuur; Installaties

        • C10J 3/50

          Inrichtingen voor het laden van brandstoffen

        • C10J 3/52

          Inrichtingen voor het verwijderen van as

      • C10J 3/54

        Vergassen van korrelvormige of verpulverde brandstoffen met de Winkler-techniek, d.w.z. door fluïdiseren

        • C10J 3/56

          Apparatuur; Installaties

    • C10J 3/57

      Vergassen waarbij gebruik wordt gemaakt van gesmolten zouten of metalen C10J 3\5 en C10J 3\5 hebben voorrang) [4]

    • C10J 3/58

      gecombineerd met het voordestilleren van de brandstof

      • C10J 3/60

        Processen

        • C10J 3/62

          met gescheiden afvoer van de destillatieproducten

        • C10J 3/64

          met ontleding van de destillatieproducten

          • C10J 3/66

            door het in de vergassingszone brengen daarvan

    • C10J 3/72

      Andere kenmerken

      • C10J 3/74

        Constructie van mantels en dergelijke

        • C10J 3/76

          Watermantels; Stoomketelmantels

      • C10J 3/78

        Hogedrukapparatuur

      • C10J 3/80

        met voorzieningen voor het voorverwarmen van de blast of de waterdamp

      • C10J 3/82

        Gasafvoermiddelen

        • C10J 3/84

          met middelen voor het verwijderen van stof of teer uit het gas

      • C10J 3/86

        gecombineerd met afvalwarmteketels