D06C - Appreteren, stijven, opspannen of strekken van textielweefsels

(zie voor chemische aspecten D06L tot D06Q; drogen F26B) [2]

Aantekening

In deze subklasse wordt de volgende term gebruikt met de aangegeven betekenis: - “weefsel” omvat garens in kettingvorm of velvorm.

  • D06C 3/00

    Strekken, opspannen of uitspreiden van textielweefsels; Produceren van elasticiteit in textielweefsels (vormen of strekken van buisvormige weefsels op kernen of inwendige frames D06C 5\5; elimineren van het scheeftrekken of gedesoriënteerd raken van inslagdraden in weefsels D06H 3\5)

    • D06C 3/02

      door een eindloze ketting of soortgelijke apparatuur (haken of pennenblokken D06C 3\5)

      • D06C 3/04

        Spanklemmen

    • D06C 3/06

      door een roterende schijf, wals of soortgelijke apparatuur

    • D06C 3/08

      door frames of soortgelijke apparatuur

    • D06C 3/10

      Haken, pennenblokken of soortgelijke apparatuur

  • D06C 5/00

    Vormen of strekken van buisvormige weefsels op kernen of inwendige frames (steunen voor het alleen drogen D06F 59\5)

  • D06C 7/00

    Verwarmen of koelen van textielweefsels (zorgen voor een harde greep bij tricot D06C 5\5; zengen D06C 9\5; behandelen met vloeistoffen, gassen of dampen D06B; zie tijdens elders ondergebrachte bewerkingen de relevante groepen voor dergelijke bewerkingen)

    • D06C 7/02

      Zetten

    • D06C 7/04

      Carboniseren of oxideren (processen met een gecombineerde chemische en mechanische behandeling D06M)

  • D06C 9/00

    Zengen (voor het maken van patronen of ontwerpen D06C 23\5)

    • D06C 9/02

      met een vlam

    • D06C 9/04

      door contact met verwarmde elementen

  • D06C 11/00

    Ruwen, noppen of op een andere wijze opruwen of opzetten van de pool van textielweefsels (voor het maken van patronen of ontwerpen D06C 23\5)

  • D06C 13/00

    Scheren, knippen of plukken van de oppervlakken van textielweefsels; Poolsnijden; Afwerken van naadranden (voor het maken van patronen of ontwerpen D06C 23\5; snijden of versnijden van weefsels D06H)

    • D06C 13/02

      Voorzieningen voor het detecteren van de aanwezigheid van een naad in het weefsel voor het optillen van het scheerblad

    • D06C 13/04

      Scheren van vlechtwerk of borduurwerk, bijv. het snijden van losse draden

    • D06C 13/06

      Verwijderen van drijfweefsels

    • D06C 13/08

      Snijden van poollussen (op het weefgetouw D03D 39\5)

    • D06C 13/10

      Splitsen van dubbel poolweefsel of poolbreisel (op het weefgetouw D03D 39\5)

    • D06C 13/12

      Afwerken van tricot of naadranden van weefsels

  • D06C 15/00

    Kalanderen, persen, strijken, glanzen of satineren van textielweefsel (krimpen door samenpersen D06C 21\5; voor het maken van patronen of ontwerpen D06C 23\5; strijken of persen in de huishouding, wasserij en dergelijke D06F)

    • D06C 15/02

      tussen samenwerkende perswalsen of kalanderwalsen

    • D06C 15/04

      tussen walsen en samenwerkende concave oppervlakken D06C 15\5 heeft voorrang)

    • D06C 15/06

      tussen walsen en samenwerkende bewegende oppervlakken die zijn gevormd uit flexibel materiaal, bijv. banden

    • D06C 15/08

      Walsen daarvoor

    • D06C 15/10

      tussen vlakke platen van een pers

      • D06C 15/12

        voor het persen van een stapel weefsels

    • D06C 15/14

      Slagkalanderen of stampkalanderen

  • D06C 17/00

    Vollen

    • D06C 17/02

      met walsen

    • D06C 17/04

      met hamers of slagwerktuigen

  • D06C 19/00

    Breken of zachtmaken van weefsel (door strekken D06C 3\5; door kalanderen, persen of slagkalanderen D06C 15\5; door vollen D06C 17\5)

  • D06C 21/00

    Krimpen door samenpersen

  • D06C 23/00

    Maken van patronen of ontwerpen op weefsels (door bedrukken B41F; decoreren in het algemeen B44)

    • D06C 23/02

      door zengen, rouwen, scheren, etsen of borstelen

    • D06C 23/04

      door krimpen, reliëfdruk, meegeven van een moiré-effect of krippen

  • D06C 25/00

    Behandelen van zelfkanten of andere randen, bijv. stijven (afwerken van randen D06C 13\5; vormen van zelfkanten op het weefgetouw, bijv. door kleefstof, D03D 47\5)

  • D06C 27/00

    Niet elders ondergebrachte samengestelde processen of apparatuur voor het apprêteren of stijven van textielweefsels

  • D06C 29/00

    Apprêteren of stijven van textielweefsels, voorzover niet vallend onder de andere groepen van deze subklasse [8]