F26B - Drogen van vaste materialen of objecten door het verwijderen van vloeistof daaruit

(drooginrichtingen voor combines A01D 41\5; rekken voor het drogen van fruit of groenten A01F 25\5; drogen van voedingsmiddelen A23; drogen van haar A45D 20\5; droogwerktuigen voor het lichaam A47K 10\5; drogen van huishoudelijk artikelen A47L; drogen van gassen of dampen B01D; chemische of fysische processen voor het ontwateren of het soortgelijk scheiden van vloeistoffen uit vaste stoffen B01D 43\5; centrifugeapparatuur B04; drogen van keramiek C04B 33\5; drogen van garens of weefsels in samenhang met een ander soort behandeling D06C; droogframes voor wasgoed zonder verwarming of positieve luchtcirculatie, huishoudelijke wasdrogers of centrifuges, uitwringen of heet persen van wasgoed D06F; industriële ovens, droogovens, technische ovens F27)

Droogprocessen

  • F26B 1/00

    Voorbehandelen van vaste materialen of objecten om te kunnen drogen

  • F26B 3/00

    Drogen van vaste materialen of objecten door processen waarbij sprake is van de toepassing van warmte (in specifieke machines of apparatuur F26B 9\5 tot F26B 19\5)

    • F26B 3/02

      door convectie, d.w.z. waarbij warmte door een gas of damp wordt getransporteerd van een warmtebron naar de te drogen materialen of objecten, bijv. lucht

      • F26B 3/04

        waarbij het gas of de damp over de te drogen materialen of objecten circuleert, of deze omringt F26B 3\5 heeft voorrang)

      • F26B 3/06

        waarbij het gas of de damp door de te drogen materialen of objecten stroomt F26B 3\5 heeft voorrang)

        • F26B 3/08

          voor het losmaken daarvan, bijv. voor het vormen van een gefluïdiseerd bed

          • F26B 3/084

            waarin warmte-uitwisseling plaatsvindt in het gefluïdiseerde bed [5]

          • F26B 3/088

            gebruikmakend van inerte, thermisch gestabiliseerde deeltjes [5]

          • F26B 3/092

            door omroeren van het gefluïdiseerde bed, bijv. door trilling of pulsen [5]

          • F26B 3/097

            gebruikmakend van een magnetisch veld voor het stabiliseren van het gefluïdiseerde bed [5]

      • F26B 3/10

        waarbij het gas of de damp de te drogen materialen of objecten met zich meedraagt

        • F26B 3/12

          in de vorm van een straal

      • F26B 3/14

        waarbij de te drogen materialen of objecten worden bewogen door zwaartekracht

        • F26B 3/16

          in tegenstroom met het gas of de damp

    • F26B 3/18

      door conductie, d.w.z. waarbij de warmte door direct contact van de warmtebron, bijv. een gasvlam, naar de te drogen materialen of objecten wordt getransporteerd

      • F26B 3/20

        waarbij de warmtebron een verwarmd oppervlak is F26B 3\5 heeft voorrang)

      • F26B 3/22

        waarbij de warmtebron en de te drogen materialen of objecten een relatieve beweging ondergaan, bijv. door trilling

        • F26B 3/24

          waarbij de beweging roterend is

        • F26B 3/26

          waarbij de beweging wordt uitgevoerd door zwaartekracht

    • F26B 3/28

      door straling, bijv. van de zon

      • F26B 3/30

        uit infraroodstralende elementen

    • F26B 3/32

      door het ontwikkelen van warmte in de te drogen materialen of objecten

      • F26B 3/34

        door gebruik te maken van elektriciteit

        • F26B 3/347

          Elektromagnetisch verwarmen, bijv. inductieverwarming of verwarming waarbij gebruik wordt gemaakt van microgolfenergie [4]

        • F26B 3/353

          Weerstandsverwarming [4]

      • F26B 3/36

        door gebruik te maken van mechanische effecten, bijv. door wrijving (door gebruik te maken van ultrasoontrilling F26B 5\5)

  • F26B 5/00

    Drogen van vaste materialen of objecten door processen waarbij geen sprake is van de toepassing van warmte (scheiden van vloeistoffen uit vaste stoffen door zeven B01D; vervangen van vloeistoffen in natte vaste stoffen door andere vloeistoffen, bijv. water door spiritus, B01D 12\5; drogen door elektroforese B01J)

    • F26B 5/02

      door gebruik te maken van ultrasoontrilling

    • F26B 5/04

      door verdamping of sublimatie van vocht onder verlaagde druk, bijv. in een vacuüm

      • F26B 5/06

        waarbij in het proces sprake is van bevriezing

    • F26B 5/08

      door centrifugebehandeling

      • F26B 5/10

        waarbij in het proces tevens sprake is van bevriezing

    • F26B 5/12

      door aanzuiging

    • F26B 5/14

      door het uitoefenen van druk, bijv. wringen; door borstelen; door strijken

    • F26B 5/16

      door contact met sorptielichamen, bijv. een absorberende mal; door bijmengen met sorptiematerialen

  • F26B 7/00

    Drogen van vaste materialen of objecten door processen waarbij gebruik wordt gemaakt van een combinatie van processen die niet vallen onder één van de groepen F26B 3\5 of F26B 5\5

Droogmachines of droogapparatuur

  • F26B 9/00

    Machines of apparatuur voor het drogen van vaste materialen of objecten in rust of met alleen plaatselijke beroering; Huishoudelijke ventilatiekasten

    • F26B 9/02

      in gebouwen (speciale soorten gebouwen E04H)

    • F26B 9/04

      in persen of kleminrichtingen

    • F26B 9/06

      in stilstaande trommels of kamers

      • F26B 9/08

        met roerinrichtingen

    • F26B 9/10

      in de open lucht; in pannen of op tafels in ruimten; Drogen van stapels los materiaal

  • F26B 11/00

    Machines of apparatuur voor het drogen van vaste materialen of objecten met een niet-progressieve beweging

    • F26B 11/02

      in bewegende trommels of andere in hoofdzaak dichte bakken F26B 11\5 heeft voorrang)

      • F26B 11/04

        roterend om een horizontale of licht hellende as

        • F26B 11/06

          met roerinrichtingen die stilstaan

      • F26B 11/08

        roterend om een verticale of sterk hellende as

        • F26B 11/10

          met roerinrichtingen die stilstaan

    • F26B 11/12

      in stilstaande trommels of andere in hoofdzaak dichte bakken met bewegende roerinrichtingen F26B 11\5 heeft voorrang)

      • F26B 11/14

        waarbij de roerinrichting beweegt in een horizontaal of licht hellend vlak

      • F26B 11/16

        waarbij de roerinrichting beweegt in een verticaal of sterk hellend vlak

    • F26B 11/18

      op of in bewegende schotels, borden, pannen of andere in hoofdzaak open bakken

      • F26B 11/20

        met roerinrichtingen die stilstaan

    • F26B 11/22

      op of in stilstaande schotels, borden, pannen of andere in hoofdzaak open bakken, met bewegende roerinrichtingen

  • F26B 13/00

    Machines of apparatuur voor het drogen van weefsels, vezels, garens of andere materialen in lange stukken, met een progressieve beweging

    • F26B 13/02

      met beweging langs een rechte lijn

      • F26B 13/04

        gebruikmakend van walsen

    • F26B 13/06

      met beweging langs een sinusvormige of zigzaggende baan

      • F26B 13/08

        gebruikmakend van walsen

    • F26B 13/10

      Voorzieningen voor het toevoeren, verwarmen of ondersteunen van materialen; Regelen van de beweging, spanning of positie van materialen (verwarmingsprocessen F26B 3\5)

      • F26B 13/12

        Regelen van de beweging, spanning of positie van materialen

      • F26B 13/14

        Walsen (sorptie-oppervlakken F26B 13\5)

        • F26B 13/16

          geperforeerd F26B 13\5 heeft voorrang; door het toepassen van aanzuiging F26B 13\5)

        • F26B 13/18

          verwarmd; gekoeld

      • F26B 13/20

        Ondersteunen van materialen door fluïdumstralen, bijv. lucht

      • F26B 13/22

        Voorzieningen van gasvlammen

    • F26B 13/24

      Voorzieningen of inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van droogprocessen waarbij geen sprake is van verwarming (dergelijke processen op zich F26B 5\5)

      • F26B 13/26

        gebruikmakend van sorptievlakken, bijv. banden of afdekkingen op walsen

      • F26B 13/28

        door het uitoefenen van druk; door borstelen; door strijken

      • F26B 13/30

        door het toepassen van aanzuiging, bijv. door geperforeerde walsen

  • F26B 15/00

    Machines of apparatuur voor het drogen van objecten met een progressieve beweging; Machines of apparatuur met progressieve beweging voor het drogen van compacte hoeveelheden materiaal F26B 13\5 en F26B 17\5 hebben voorrang; transporteurs in het algemeen B65G)

    • F26B 15/02

      met beweging langs een volledige cirkel of een deel daarvan

      • F26B 15/04

        in een horizontaal vlak

        • F26B 15/06

          waarbij sprake is van diverse vlakken boven elkaar

      • F26B 15/08

        in een verticaal vlak

    • F26B 15/10

      met beweging in een baan die is opgebouwd uit één of meer rechte lijnen, bijv. samengesteld

      • F26B 15/12

        waarbij alle lijnen horizontaal of licht hellend zijn

        • F26B 15/14

          waarbij de objecten of hoeveelheden materialen worden gedragen door borden of rekken

        • F26B 15/16

          waarbij de objecten of hoeveelheden materialen worden gedragen door transportwagens op wielen

        • F26B 15/18

          waarbij de objecten of hoeveelheden materialen worden gedragen door eindloze riemen

      • F26B 15/20

        waarbij alle lijnen verticaal of sterk hellend zijn

        • F26B 15/22

          waarbij de objecten of hoeveelheden materialen worden gedragen door eindloze riemen

          • F26B 15/24

            in een zigzaggende baan

    • F26B 15/26

      met beweging in een schroefvormige baan

  • F26B 17/00

    Machines of apparatuur voor het drogen van materialen in een losse, plastische of gefluïdiseerde vorm, bijv. korrels of stapelvezels, met een progressieve beweging F26B 13\5 heeft voorrang)

    • F26B 17/02

      met een beweging die wordt uitgevoerd door riemen die de materialen dragen; met een beweging die wordt uitgevoerd door riemen die de materialen over stilstaande oppervlakken voortbewegen

      • F26B 17/04

        waarbij de riemen alle horizontaal of licht hellend zijn F26B 17\5 heeft voorrang)

      • F26B 17/06

        waarbij de riemen alle verticaal of sterk hellend zijn F26B 17\5 heeft voorrang)

      • F26B 17/08

        waarbij de riemen zijn aangebracht in een sinusvormige of zigzaggende baan

    • F26B 17/10

      met een beweging die wordt uitgevoerd door fluïdumstromen, bijv. komend uit een mondstuk F26B 3\5 heeft voorrang) [5]

    • F26B 17/12

      met een beweging die uitsluitend wordt uitgevoerd door zwaartekracht

      • F26B 17/14

        waarbij de materialen door een tegenstroom van gas bewegen

      • F26B 17/16

        waarbij de materialen langs een verwarmd oppervlak omlaag gaan

    • F26B 17/18

      met een beweging die wordt uitgevoerd door het laten roteren van schroefbladen of andere roterende transporteurs die het materiaal laten bewegen in stilstaande kamers

      • F26B 17/20

        waarbij de rotatie-as horizontaal of licht hellend is

      • F26B 17/22

        waarbij de rotatie-as verticaal of sterk hellend is

    • F26B 17/24

      met een beweging die wordt uitgevoerd door het wegschieten of wegwerpen van de materialen

    • F26B 17/26

      met een beweging die wordt uitgevoerd door heen en weer bewegende of oscillerende transporteurs die materialen over stilstaande oppervlakken voortbewegen; met een beweging die wordt uitgevoerd door heen en weer bewegende of oscillerende planken, zeven of borden

    • F26B 17/28

      met een beweging die wordt uitgevoerd door rollen of schijven waarover of waartussen materiaal gaat, bijv. een zuigtrommel of zeef

    • F26B 17/30

      met een beweging die wordt uitgevoerd door roterende of oscillerende containers; met een beweging die wordt uitgevoerd door roterende vloeren

      • F26B 17/32

        waarbij de beweging in een horizontaal of licht hellend vlak plaatsvindt

      • F26B 17/34

        waarbij de beweging in een verticaal of sterk hellend vlak plaatsvindt

  • F26B 19/00

    Machines of apparatuur voor het drogen van vaste materialen of objecten, die niet vallen onder de groepen F26B 9\5 tot F26B 17\5

  • F26B 20/00

    Combinaties van machines of apparatuur die vallen onder twee of meer van de groepen F26B 9\5 tot F26B 19\5

Algemeen toepasbare details

  • F26B 21/00

    Voorzieningen voor het toevoeren of regelen van lucht of gassen voor het drogen van vaste materialen of objecten (klimaatregeling of ventilatie in het algemeen F24F)

    • F26B 21/02

      Laten circuleren van lucht of gassen in gesloten cycli, bijv. geheel in de droogruimte F26B 21\5 heeft voorrang)

      • F26B 21/04

        gedeeltelijk buiten de droogruimte

    • F26B 21/06

      Regelen, bijv. besturen, van parameters voor de gastoevoer F26B 21\5 heeft voorrang) [18]

      • F26B 21/08

        Vochtigheid

      • F26B 21/10

        Temperatuur; Druk

      • F26B 21/12

        Stromingssnelheid; Stromingshoeveelheid

    • F26B 21/14

      gebruikmakend van andere gassen of dampen dan lucht of stoom

  • F26B 23/00

    Verwarmingsvoorzieningen (gebruikmakend van verwarmde lucht of gassen F26B 21\5)

    • F26B 23/02

      gebruikmakend van verwarming door verbranding F26B 23\5 heeft voorrang)

    • F26B 23/04

      door elektrische verwarming F26B 23\5 heeft voorrang)

      • F26B 23/06

        weerstandverwarming

      • F26B 23/08

        inductieverwarming; capacitieve verwarming; microgolfverwarming

    • F26B 23/10

      gebruikmakend van buizen of kanalen die verwarmde fluïda bevatten

  • F26B 25/00

    Algemeen toepasbare details die niet vallen onder de groepen F26B 21\5 of F26B 23\5 (laden, transporteren of lossen in het algemeen B65G)

    • F26B 25/02

      Niet onder een andere subklasse vallende toepassingen van aandrijfmechanismen

    • F26B 25/04

      Roerinrichtingen, schraapinrichtingen en dergelijke

    • F26B 25/06

      Kamers, containers of bakken

      • F26B 25/08

        Delen daarvan

        • F26B 25/10

          Vloeren, daken of bodems; Valse bodems

        • F26B 25/12

          Wanden of zijkanten; Deuren

      • F26B 25/14

        Kamers, containers of bakken met een eenvoudige constructie

        • F26B 25/16

          in hoofdzaak dicht, bijv. een trommel

        • F26B 25/18

          in hoofdzaak open, bijv. een schotel, bord of pan

    • F26B 25/20

      Rollen F26B 25\5 heeft voorrang)

    • F26B 25/22

      Regelen van het droogproces in afhankelijkheid van het vloeistofgehalte van vaste materialen of objecten