F02D - Regelen van verbrandingsmotoren
(voertuigtoebehoren die op één losse subeenheid inwerken, voor het automatisch regelen van de voertuigsnelheid B60K 31\5; gezamenlijke besturing van voertuigsubeenheden van verschillende soort of functie, aandrijfregelsystemen voor wegvoertuigen met een ander doel dan het regelen van één losse subeenheid B60W; cyclisch werkende kleppen voor verbrandingsmotoren F01L; regelen van de smering van een verbrandingsmotor F01M; koelen van verbrandingsmotoren F01P; toevoeren van brandbare mengsels of bestanddelen daarvan aan verbrandingsmotoren, bijv. carburatoren of inspuitpompen, F02M; starten van verbrandingsmotoren F02N; regelen van de ontsteking F02P; zie voor het regelen van gasturbine-installaties, straalmotor-installaties of installaties van motoren die werken met verbrandingsproducten de relevante subklassen voor deze installaties) [4,8]
Aantekeningen
(1) In deze subklasse wordt de volgende term of uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenissen: - “brandstofinspuiting” betekent het inbrengen van een brandbare substantie in een ruimte, bijv. een cilinder, door middel van een drukbron, bijv. een pomp, die continu of cyclisch werkt achter de substantie; - “aanjagen” betekent het toevoeren aan de arbeidsruimte, bijv. een cilinder, van verbrandingslucht die onder druk is gebracht door middel van een drukbron, bijv. een pomp. (2) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen voorafgaand aan klasse F01. (3) In deze subklasse worden de elektrische aspecten van regelvoorzieningen geklasseerd in de groepen F02D 41\5 tot F02D 45\5. [4]
Regelen, bijv. besturen, van brandstofinspuiting [9]
F02D 1/00
Regelen van brandstof-inspuitpompen, bijv. van hogedruk-inspuitpompen F02D 3\5 heeft voorrang) [2]
F02D 1/02
niet beperkt tot verstelling van de inspuittijd, bijv. het variëren van de hoeveelheid afgegeven brandstof
F02D 1/04
door mechanische middelen die afhankelijk zijn van de motorsnelheid, bijv. gebruikmakend van centrifugaalregulateurs F02D 1\5 heeft voorrang)
F02D 1/06
door middelen die afhankelijk zijn van de druk van het arbeidsfluïdum van een motor F02D 1\5 heeft voorrang)
F02D 1/08
Overbrengen van een regelpuls naar een pompregeling, bijv. met vermogensaandrijving of semimachinaal
F02D 1/10
mechanisch
F02D 1/12
niet-mechanisch, bijv. hydraulisch
F02D 1/14
pneumatisch
F02D 1/16
Verstellen van de inspuittijd F02D 1\5 heeft voorrang)
F02D 1/18
met niet-mechanische middelen voor het overbrengen van een regelpuls; met versterking van een regelpuls
F02D 3/00
Regelen van lagedrukbrandstofinspuiting, d.w.z. waarbij het brandstof-luchtmengsel met op die wijze ingespoten brandstof in hoofdzaak wordt gecomprimeerd door de compressieslag van de motor, door andere middelen dan alleen de regeling van een inspuitpomp (carburatoren F02M) [2]
Aantekening
Als de regelapparatuur of het regelsysteem deel uitmaakt van de lagedruk-brandstofinjectieapparatuur, wordt deze geklasseerd in groep F02M 69\5. [5]
F02D 3/02
met continue inspuiting of stroming bovenstrooms van het inspuitsproeier [2]
F02D 3/04
Regelen van brandstofinspuiting en carburatie, bijv. van afwisselende systemen
F02D 7/00
Andere niet-elektrische brandstof-inspuitregeling [4]
F02D 7/02
Regelen van brandstofinspuiting waarbij brandstof wordt ingespoten door gecomprimeerde lucht
F02D 9/00
Regelen van motoren door het smoren van luchtkanalen, brandstof-luchtinlaatkanalen of uitlaatkanalen
F02D 9/02
met betrekking tot inlaatkanalen (smoorkleppen, of voorzieningen daarvan in leidingen F02D 9\5)
F02D 9/04
met betrekking tot uitlaatkanalen (smoorkleppen, of voorzieningen daarvan in leidingen F02D 9\5)
F02D 9/06
Uitlaatremmen
F02D 9/08
Speciaal aangepaste smoorkleppen daarvoor; Voorzieningen van dergelijke kleppen in kanalen (smoorkleppen die zijn gemodificeerd voor gebruik in, of zijn aangebracht in, carburatoren F02M; smoorkleppen in het algemeen F16K)
F02D 9/10
met draaibaar gemonteerde flappen
F02D 9/12
met verschuifbaar gemonteerde kleplichamen; met kleplichamen die in de lengterichting van een kanaal kunnen bewegen
F02D 9/14
waarbij de lichamen dwars op het kanaal kunnen verschuiven
F02D 9/16
waarbij de lichamen kunnen roteren
F02D 9/18
met kleplichamen met elastische wanden
F02D 11/00
Voorzieningen van, of aanpassingen aan, niet-automatische middelen voor het laten werken van motorregelingen, bijv. door de bediener opgestart (speciaal voor omkeren van de bewegingsrichting F02D 27\5; opstelling of bevestiging van regelinrichtingen voor de krachtbron in voertuigen B60K 26\5) [2,5,8]
F02D 11/02
gekenmerkt door hand-geregelde, voet-geregelde of soortgelijke door de bediener geregelde opstartmiddelen [5]
F02D 11/04
gekenmerkt door mechanische stangenstelsels (met vermogensaandrijving of hulp daarvan F02D 11\5) [5]
F02D 11/06
gekenmerkt door niet-mechanische stangenstelsels, bijv. fluïdumregelstelsels, of door regelstelsels met vermogensaandrijving of hulp daarvan [5]
F02D 11/08
pneumatische regelstelsels [5]
F02D 11/10
elektrische regelstelsels [5]
F02D 13/00
Regelen van het motoruitgangsvermogen door het variëren van bedieningskarakteristieken van inlaatkleppen of uitlaatkleppen, bijv. tijdinstelling (modificeren van het klepdrijfwerk F01L)
F02D 13/02
tijdens werking van een motor
F02D 13/04
gebruikmakend van de motor als rem
F02D 13/06
Uitschakelen van cilinders
F02D 13/08
voor het buiten werking stellen of laten vrijlopen van een motor
F02D 15/00
Variëren van de compressieverhouding (modificeren van het klepdrijfwerk F01L)
F02D 15/02
door verandering of verplaatsing van de zuigerslag
F02D 15/04
door verandering van het volume van de compressieruimte zonder de zuigerslag te veranderen
F02D 17/00
Regelen van motoren door het uitschakelen van afzonderlijke cilinders; Buiten werking stellen of laten vrijlopen van motoren (regelen of buiten werking stellen door het variëren van bedieningskarakteristieken van inlaatkleppen of uitlaatkleppen F02D 13\5)
F02D 17/02
Uitschakelen (uitschakelen van motoren in voorzieningen met meerdere motoren F02D 25\5)
Regelingen die horen bij specifieke soorten motoren of bij aanpassingen van motoren
F02D 19/00
Regelen van motoren die worden gekenmerkt door hun gebruik van niet-vloeibare brandstoffen, meerdere soorten brandstoffen of niet-brandstofsubstanties die zijn toegevoegd aan de brandbare mengsels (waarbij de niet-brandstofsubstanties gasvormig zijn F02D 21\5)
F02D 19/02
horend bij motoren die werken met gasvormige brandstoffen (apparatuur, of regeldelen daarvan, voor het mengen van gas en lucht F02M)
F02D 19/04
horend bij motoren die werken met vaste brandstoffen, bijv. poederkool
F02D 19/06
horend bij motoren die werken met meerdere soorten brandstof, bijv. afwisselend met lichte en zware stookolie, anders dan motoren waarbij de verbruikte brandstof niet uitmaakt
F02D 19/08
waarbij gelijktijdig gebruik wordt gemaakt van meerdere soorten brandstoffen F02D 19\5 heeft voorrang)
F02D 19/10
horend bij compressie-ontstekingsmotoren waarin de hoofdbrandstof gasvormig is
F02D 19/12
horend bij motoren die werken met niet-brandstofsubstanties of met antiklopmiddelen, bijv. met een klopwerende brandstof (apparatuur, of regeldelen daarvan, voor het afgeven van dergelijke substanties of middelen F02M)
F02D 21/00
Regelen van motoren die worden gekenmerkt doordat ze worden gevoed met niet-atmosferische zuurstof een ander niet-brandstofgas
F02D 21/02
horend bij motoren met zuurstoftoevoer
F02D 21/04
met circulatie van uitlaatgassen in gesloten of halfgesloten circuits
F02D 21/06
horend bij motoren waarbij een ander niet-brandstofgas wordt toegevoegd aan verbrandingslucht
F02D 23/00
Regelen van motoren die worden gekenmerkt doordat ze worden aangejaagd
F02D 23/02
waarbij de motoren brandstof-inspuitmotoren zijn
F02D 25/00
Regelen van twee of meer samenwerkende motoren
F02D 25/02
voor het synchroniseren van de snelheid
F02D 25/04
door het uitschakelen van motoren
F02D 27/00
Regelen van motoren die worden gekenmerkt doordat ze omkeerbaar zijn
F02D 27/02
door het uitvoeren van een programma
F02D 28/00
Programmaregeling van motoren (zie voor een specifieke programmaregeling voor een soort motor of voor een doel dat valt onder één van de groepen uit deze subklasse, behalve de groepen F02D 29\5 en F02D 39\5, of onder één groep van een andere subklasse, bijv. van F01L, die groep; programmaregeling in het algemeen G05) [2]
F02D 29/00
Regelen van motoren waarbij zo'n regeling hoort bij de daardoor aangedreven inrichtingen, waarbij het gaat om andere inrichtingen dan delen of accessoires die essentieel zijn voor de motorwerking, bijv. het regelen van motoren door signalen van buitenaf [2,8]
F02D 29/02
horend bij motoren voor het aandrijven van voertuigen; horend bij motoren voor het aandrijven van propellers met variabele spoed [2]
F02D 29/04
horend bij motoren voor het aandrijven van pompen
F02D 29/06
horend bij motoren voor het aandrijven van elektrische generatoren
Andere niet-elektrische regeling van verbrandingsmotoren [4,9]
F02D 31/00
Niet elders ondergebracht gebruik van niet-elektrische regulateurs die de snelheid aftasten, voor het regelen van verbrandingsmotoren [9]
F02D 33/00
Niet elders ondergebracht niet-elektrisch regelen van de afgifte van brandstof of verbrandingslucht [9]
F02D 33/02
van verbrandingslucht
F02D 35/00
Niet elders ondergebracht niet-elektrisch regelen van motoren, afhankelijk van condities buiten of binnen de motor [9]
F02D 35/02
van inwendige condities
F02D 37/00
Niet elders ondergebracht niet-elektrisch gemeenschappelijk regelen van twee of meer motorfuncties [9]
F02D 37/02
waarbij één van de functies de ontsteking is (ontstekingsregeling op zich F02P)
F02D 39/00
Andere niet-elektrische regeling [4]
F02D 39/02
van viertaktmotoren
F02D 39/04
van motoren met andere cycli dan viertakt, bijv. tweetakt
F02D 39/06
van motoren waarbij de brandstof in hoofdzaak aan het einde van een compressieslag wordt toegevoegd
F02D 39/08
van motoren waarbij de brandstof in hoofdzaak vóór de compressieslag wordt toegevoegd
F02D 39/10
van vrije-zuigermotoren; van motoren zonder roterende hoofdaandrijfas
Elektrisch regelen van verbrandingsmotoren [4]
Aantekeningen
(1) Onder de groepen F02D 41\5 tot F02D 45\5 vallen elektrische aspecten van elektrisch geregelde inrichtingen. [6] (2) Onder de groepen F02D 41\5 tot F02D 45\5 vallen geen: - niet-elektrische aspecten van elektrisch geregelde inrichtingen, welke vallen onder de groepen F02D 1\5 tot F02D 39\5 of onder subklasse F02M; [6] - combinaties van zowel elektrische als niet-elektrische aspecten van elektrisch geregelde inrichtingen, welke vallen onder de groepen F02D 1\5 tot F02D 39\5 of onder subklasse F02M. [4,6]
F02D 41/00
Elektrisch regelen van de toevoer van een brandbaar mengsel of de bestanddelen daarvan F02D 43\5 heeft voorrang) [4]
F02D 41/02
Circuitvoorzieningen voor het genereren van regelsignalen [4]
F02D 41/04
Inbrengen van correcties voor specifieke regelcondities F02D 41\5 heeft voorrang) [4]
F02D 41/06
voor het starten of opwarmen van de motor [4]
F02D 41/10
voor versnelling [4]
F02D 41/12
voor vertraging [4]
F02D 41/14
Inbrengen van geslotenlus-correcties [4]
F02D 41/16
voor het laten vrijlopen [4]
F02D 41/18
door het meten van de stroming van de inlaatlucht (meten van stroming in het algemeen G01F) [4]
F02D 41/20
Uitvoercircuits, bijv. voor het regelen van stromen in commandospoelen (stroomregeling in inductieve belastingen in het algemeen H03K 17\5) [4]
F02D 41/22
Veiligheidsinrichtingen of weergeefinrichtingen voor ongewone condities [4]
F02D 41/24
gekenmerkt door het gebruik van digitale middelen [4]
F02D 41/26
gebruikmakend van een computer, bijv. een microprocessor [4]
F02D 41/28
Interfacecircuits [4]
F02D 41/30
Regelen van brandstofinspuiting [4]
F02D 41/32
onder lage druk [4]
F02D 41/38
onder hoge druk [4]
F02D 41/40
met middelen voor het regelen van de inspuittijd of de inspuitduur [4]
F02D 43/00
Gemeenschappelijk elektrisch regelen van twee of meer functies, bijv. ontsteking, brandstof-luchtmengsel, recirculatie, aanjaging of uitlaatgasbehandeling (elektrisch regelen van behandelapparatuur voor uitlaatgassen op zich F01N 9\5) [4]
F02D 43/02
alleen gebruikmakend van analoge middelen [4]
F02D 43/04
alleen gebruikmakend van digitale middelen [4]
F02D 45/00
Elektrisch regelen dat niet valt onder de groepen F02D 41\5 tot F02D 43\5 (elektrisch regelen van behandelapparatuur voor uitlaatgassen F01N 9\5; zie voor het elektrisch regelen van één van de functies ontsteking, smering, koeling, start of inlaatverwarming de relevante subklassen voor die functies) [4]