F04C - Verdringermachines voor vloeistoffen met een roterende of oscillerende zuiger

(motoren aangedreven door vloeistoffen F03C); VERDRINGERPOMPEN MET EEN ROTERENDE OF OSCILLERENDE ZUIGER (brandstofinjectiepompen voor motoren F02M) [11]

Aantekening

De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen voorafgaand aan klasse F01, speciaal met betrekking tot de definities van “machines”, “pompen”, “verdringing”, “rotatiezuigermachines”, “oscillatiezuigermachines”, “rotatiezuiger”, “samenwerkende lichamen”, “verplaatsen van samenwerkende lichamen”, “tanden of tandequivalenten” en “inwendige as”.

Machines voor vloeistoffen; Pompen voor vloeistoffen of voor vloeistoffen en elastische fluïda [11]

  • F04C 2/00

    Rotatiezuigermachines of rotatiezuigerpompen (waarbij de assen van samenwerkende lichamen niet parallel lopen F04C 3\5; waarbij de arbeidskamerwanden tenminste gedeeltelijk verend vervormbaar zijn F04C 5\5; met een fluïdumring en dergelijke F04C 7\5; speciaal aangepaste rotatiezuigerpompen voor elastische fluïda F04C 18\5 of F04C 19\5; rotatiezuigermachines of rotatiezuigerpompen waarbij het arbeidsfluïdum uitsluitend wordt verplaatst door één of meer heen en weer bewegende zuigers, of deze uitsluitend verplaatst F04B) [3,8]

Aantekening

Groep F04C 2\5 heeft voorrang boven de groepen F04C 2\5 tot F04C 2\5. [3]

  • F04C 2/02

    met boogvormige aangrijping, d.w.z. met een cirkelvormige rechtlijnige beweging van samenwerkende lichamen, waarbij elk lichaam hetzelfde aantal tanden of tandequivalenten heeft [3]

    • F04C 2/04

      met een inwendige hartlijn [3]

    • F04C 2/06

      met een andere dan inwendige hartlijn F04C 2\5 heeft voorrang) [3]

    • F04C 2/063

      met coaxiaal gemonteerde lichamen met daartussen een langs de omtrek continu veranderende tussenruimte [3]

      • F04C 2/067

        met een aandrijving met nok-en-rondsel [3]

      • F04C 2/07

        met een aandrijving met krukas-en-verbindingsstang [3]

      • F04C 2/073

        met een aandrijving met pal-en-rad [3]

      • F04C 2/077

        met een aandrijving met tandwieloverbrenging [3]

  • F04C 2/08

    met in elkaar grijpende aangrijping, d.w.z. met aangrijping van samenwerkende lichamen die vergelijkbaar is met die van een tandwieloverbrenging [3]

    • F04C 2/10

      met een inwendige hartlijn waarbij het buitenste lichaam meer tanden of tandequivalenten, bijv. rollen, heeft dan het binnenste lichaam [3]

      • F04C 2/107

        met schroefvormige tanden [3]

      • F04C 2/113

        waarbij het binnenste lichaam rollen draagt die ineengrijpen met het buitenste lichaam [3]

    • F04C 2/12

      met een andere dan inwendige hartlijn [3]

      • F04C 2/14

        met getande rotatiezuigers [3]

        • F04C 2/16

          met schroefvormige tanden, bijv. chevronvormig of schroefvormig [3]

        • F04C 2/18

          met gelijksoortige tandvormen F04C 2\5 heeft voorrang) [3]

        • F04C 2/20

          met ongelijksoortige tandvormen F04C 2\5 heeft voorrang) [3]

  • F04C 2/22

    met een inwendige hartlijn met een in alle richtingen gelijke beweging van samenwerkende lichamen op de aangrijpingspunten, of waarbij één van de samenwerkende lichamen stilstaat, waarbij het binnenste lichaam meer tanden of tandequivalenten heeft dan het buitenste lichaam [3]

  • F04C 2/24

    met contra-aangrijping, d.w.z. waarbij de beweging van de samenwerkende lichamen op de aangrijpingspunten een tegengestelde richting hebben [3]

    • F04C 2/26

      met een inwendige hartlijn [3]

    • F04C 2/28

      met een andere dan inwendige hartlijn [3]

  • F04C 2/30

    met de kenmerken die vallen onder twee of meer van de groepen F04C 2\5, F04C 2\5, F04C 2\5 of F04C 2\5 of met de kenmerken die vallen onder één van deze groepen samen met een ander soort beweging tussen samenwerkende lichamen [3]

    • F04C 2/32

      met zowel de beweging die valt onder groep F04C 2\5 als een relatieve heen en weer gaande beweging tussen de samenwerkende lichamen [3]

      • F04C 2/324

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het binnenste lichaam en heen en weer bewegen ten opzichte van het buitenste lichaam [3]

        • F04C 2/328

          en tevens scharnierend vastzitten aan het buitenste lichaam [3]

      • F04C 2/332

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het buitenste lichaam en heen en weer bewegen ten opzichte van het binnenste lichaam [3]

        • F04C 2/336

          en tevens scharnierend vastzitten aan het binnenste lichaam [3]

    • F04C 2/34

      met de beweging die valt onder de groepen F04C 2\5 of F04C 2\5 en een relatieve heen en weer gaande beweging tussen de samenwerkende lichamen [3]

      • F04C 2/344

        met schoepen die heen en weer bewegen ten opzichte van het binnenste lichaam [3]

        • F04C 2/348

          waarbij de schoepen positief aangrijpen, met speling langs de omtrek, op een buitenste roteerbaar lichaam [3]

        • F04C 2/352

          waarbij de schoepen draaien om de as van het buitenste lichaam [3]

      • F04C 2/356

        met schoepen die heen en weer bewegen ten opzichte van het buitenste lichaam [3]

    • F04C 2/36

      met beide bewegingen die vallen onder de groepen F04C 2\5 en F04C 2\5 [3]

    • F04C 2/38

      met de beweging die valt onder groep F04C 2\5 en met een scharnierend lichaam F04C 2\5 heeft voorrang) [3]

      • F04C 2/39

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan zowel het binnenste als het buitenste lichaam [3]

    • F04C 2/40

      met de beweging die valt onder de groepen F04C 2\5 of F04C 2\5 en met een scharnierend lichaam [3]

      • F04C 2/44

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het binnenste lichaam [3]

      • F04C 2/46

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het buitenste lichaam [3]

  • F04C 3/00

    Rotatiezuigermachines of rotatiezuigerpompen waarbij de samenwerkende lichamen niet-parallelle bewegingsassen hebben, bijv. schroefvormig (waarbij de wanden van de arbeidskamer tenminste gedeeltelijk verend vervormbaar zijn F04C 5\5; speciaal aangepaste rotatiezuigerpompen met niet-parallelle bewegingsassen van samenwerkende delen voor elastische fluïda F04C 18\5) [8]

    • F04C 3/02

      waarbij de assen onder een hoek van 90° zijn aangebracht [5]

      • F04C 3/04

        met in elkaar grijpende aangrijping, d.w.z. met aangrijping van samenwerkende lichamen die vergelijkbaar is met die van een tandwieloverbrenging [5]

    • F04C 3/06

      waarbij de assen anders dan onder een hoek van 90° zijn aangebracht [5]

      • F04C 3/08

        met in elkaar grijpende aangrijping, d.w.z. met aangrijping van samenwerkende lichamen die vergelijkbaar is met die van een tandwieloverbrenging [5]

  • F04C 5/00

    Rotatiezuigermachines of rotatiezuigerpompen waarbij de wanden van de arbeidskamer tenminste gedeeltelijk verend vervormbaar zijn (soortgelijke speciaal aangepaste pompen voor elastische fluïda F04C 18\5) [8]

  • F04C 7/00

    Rotatiezuigermachines of rotatiezuigerpompen met een fluïdumring en dergelijke (soortgelijke speciaal aangepaste pompen voor elastische fluïda F04C 19\5) [8]

  • F04C 9/00

    Oscillatiezuigermachines of oscillatiezuigerpompen (soortgelijke speciaal aangepaste pompen voor elastische fluïda F04C 21\5) [8]

  • F04C 11/00

    Combinaties van twee of meer machines of pompen, elk met een roterende of oscillerende zuiger; (speciaal aangepaste combinaties van dergelijke pompen voor elastische fluïda F04C 23\5); Pompinstallaties F04C 13\5 heeft voorrang; speciaal aangepast voor elastische fluïda F04C 23\5; fluïdumoverbrenging F16H 39\5 tot F16H 47\5) [8,11]

  • F04C 13/00

    Aanpassingen van machines of pompen voor een speciale toepassing, bijv. voor extreem hoge drukken (van speciaal aangepaste pompen voor elastische fluïda F04C 25\5) [8]

  • F04C 14/00

    Regelen of bewaken van, of veiligheidsvoorzieningen voor, machines, pompen of pompinstallaties (van speciaal aangepaste pompen of pompinstallaties voor elastische fluïda F04C 28\5) [8]

    • F04C 14/02

      speciaal aangepast voor diverse serieel- of parallel geschakelde machines of pompen [8]

    • F04C 14/04

      speciaal aangepast voor omkeerbare machines of pompen [8]

    • F04C 14/06

      speciaal aangepast voor het stoppen, starten, vrijlopen of onbelast lopen [8]

    • F04C 14/08

      gekenmerkt door het variëren van de rotatiesnelheid [8]

    • F04C 14/10

      gekenmerkt door het verwisselen van de posities van inlaat- en uitlaatpoorten met betrekking tot de arbeidskamer [8]

      • F04C 14/12

        gebruikmakend van schuifkleppen [8]

      • F04C 14/14

        gebruikmakend van rotatiekleppen [8]

      • F04C 14/16

        gebruikmakend van hefkleppen [8]

    • F04C 14/18

      gekenmerkt door het variëren van de inhoud van de arbeidskamer (door het verwisselen van de posities van inlaat- en uitlaatpoorten F01C 14\5) [8]

      • F04C 14/20

        door het veranderen van de vorm van de binnen- of buitenomtrek van de arbeidskamer [8]

      • F04C 14/22

        door het veranderen van de eccentriciteit tussen samenwerkende delen [8]

    • F04C 14/24

      gekenmerkt door het gebruik van kleppen voor het regelen van de druk of doorstroming, bijv. ontlastingskleppen F01C 14\5 heeft voorrang) [8]

      • F04C 14/26

        gebruikmakend van omleidingskanalen [8]

    • F04C 14/28

      Veiligheidsvoorzieningen; Bewaking [8]

  • F04C 15/00

    Componenten of details van, of accessoires voor, machines, pompen of pompinstallaties voor zover niet vallend onder de groepen F04C 2\5 tot F04C 14\5 [8]

    • F04C 15/06

      Voorzieningen voor toevoer of afvoer van het arbeidsfluïdum, bijv. constructieve kenmerken van de inlaat of uitlaat [8]

Speciaal aangepaste pompen voor elastische fluïda [8]

  • F04C 18/00

    Speciaal aangepaste rotatiezuigerpompen voor elastische fluïda (met een fluïdumring en dergelijke F04C 19\5; rotatiezuigerpompen waarbij het arbeidsfluïdum uitsluitend wordt verplaatst door één of meer heen en weer bewegende zuigers F04B) [3,8]

Aantekening

Groep F04C 18\5 heeft voorrang boven de groepen F04C 18\5 tot F04C 18\5. [3,5]

  • F04C 18/02

    met boogvormige aangrijping, d.w.z. met een cirkelvormige rechtlijnige beweging van samenwerkende lichamen waarbij elk lichaam hetzelfde aantal tanden of tandequivalenten heeft [3]

    • F04C 18/04

      met een inwendige hartlijn [3]

    • F04C 18/06

      met een andere dan inwendige hartlijn F04C 18\5 heeft voorrang) [3]

    • F04C 18/063

      met coaxiaal gemonteerde lichamen met daartussen een langs de omtrek continu veranderende tussenruimte [3]

      • F04C 18/067

        met een aandrijving met nok-en-rondsel [3]

      • F04C 18/07

        met een aandrijving met krukas-en-verbindingsstang [3]

      • F04C 18/073

        met een aandrijving met pal-en-rad [3]

      • F04C 18/077

        met een aandrijving met tandwieloverbrenging [3]

  • F04C 18/08

    met in elkaar grijpende aangrijping, d.w.z. met aangrijping van samenwerkende lichamen die vergelijkbaar is met die van een tandwieloverbrenging [3]

    • F04C 18/10

      met een inwendige hartlijn waarbij het buitenste lichaam meer tanden of tandequivalenten, bijv. rollen, heeft dan het binnenste lichaam [3]

      • F04C 18/107

        met schroefvormige tanden [3]

      • F04C 18/113

        waarbij het binnenste lichaam rollen draagt die ineengrijpen met het buitenste lichaam [3]

    • F04C 18/12

      met een andere dan inwendige hartlijn [3]

      • F04C 18/14

        met getande rotatiezuigers [3]

        • F04C 18/16

          met schroefvormige tanden, bijv. chevronvormig of schroefvormig [3]

        • F04C 18/18

          met gelijksoortige tandvormen F04C 18\5 heeft voorrang) [3]

        • F04C 18/20

          met ongelijksoortige tandvormen F04C 18\5 heeft voorrang) [3]

  • F04C 18/22

    met een inwendige hartlijn met een in elke richting gelijke beweging van samenwerkende lichamen op de aangrijpingspunten, of waarbij één van de samenwerkende lichamen stilstaat, waarbij het binnenste lichaam meer tanden of tandequivalenten heeft dan het buitenste lichaam [3]

  • F04C 18/24

    met contra-aangrijping, d.w.z. waarbij de beweging van samenwerkende lichamen op de aangrijpingspunten een tegengestelde richting hebben [3]

    • F04C 18/26

      met een inwendige hartlijn [3]

    • F04C 18/28

      met een andere dan inwendige hartlijn [3]

  • F04C 18/30

    met de kenmerken die vallen onder twee of meer van de groepen F04C 18\5, F04C 18\5, F04C 18\5, F04C 18\5 of F04C 18\5, of met de kenmerken die vallen onder één van deze groepen samen met een ander soort beweging tussen samenwerkende lichamen [3]

    • F04C 18/32

      met zowel de beweging die valt onder groep F04C 18\5 als een relatieve heen en weer gaande beweging tussen de samenwerkende lichamen [3]

      • F04C 18/324

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het binnenste lichaam en heen en weer bewegen ten opzichte van het buitenste lichaam [3]

        • F04C 18/328

          en tevens scharnierend vastzitten aan het buitenste lichaam [3]

      • F04C 18/332

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het buitenste lichaam en heen en weer bewegen ten opzichte van het binnenste lichaam [3]

        • F04C 18/336

          en tevens scharnierend vastzitten aan het binnenste lichaam [3]

    • F04C 18/34

      met de beweging die valt onder de groepen F04C 18\5 of F04C 18\5 en een relatieve heen en weer gaande beweging tussen de samenwerkende lichamen [3]

      • F04C 18/344

        met schoepen die heen en weer bewegen ten opzichte van het binnenste lichaam [3]

        • F04C 18/348

          waarbij de schoepen positief aangrijpen, met speling langs de omtrek, in een buitenste roteerbaar lichaam [3]

        • F04C 18/352

          waarbij de schoepen draaien om de as van het buitenste lichaam [3]

      • F04C 18/356

        met schoepen die heen en weer bewegen ten opzichte van het buitenste lichaam [3]

    • F04C 18/36

      met beide bewegingen die vallen onder de groepen F04C 18\5 en F04C 18\5 [3]

    • F04C 18/38

      met de beweging die valt onder groep F04C 18\5 en met een scharnierend lichaam F04C 18\5 heeft voorrang) [3]

      • F04C 18/39

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan zowel het binnenste als het buitenste lichaam [3]

    • F04C 18/40

      met de beweging die valt onder de groepen F04C 18\5 of F04C 18\5 en met een scharnierend lichaam [3]

      • F04C 18/44

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het binnenste lichaam [3]

      • F04C 18/46

        met schoepen die scharnierend vastzitten aan het buitenste lichaam [3]

  • F04C 18/48

    Rotatiezuigerpompen waarbij de samenwerkende lichamen niet-parallelle bewegingsassen hebben [5]

Aantekening

Groep F04C 18\5 heeft voorrang boven de groep F04C 18\5. [3,5]

  • F04C 18/50

    waarbij de assen onder een hoek van 90° zijn aangebracht [5]

    • F04C 18/52

      met in elkaar grijpende aangrijping, d.w.z. met aangrijping van samenwerkende lichamen die vergelijkbaar is met die van een tandwieloverbrenging [5]

  • F04C 18/54

    waarbij de assen onder een andere hoek dan van 90° zijn aangebracht [5]

    • F04C 18/56

      met in elkaar grijpende aangrijping, d.w.z. met aangrijping van samenwerkende lichamen die vergelijkbaar is met die van een tandwieloverbrenging [5]

  • F04C 19/00

    Speciaal aangepaste rotatiezuigerpompen met een fluïdumring en dergelijke, voor elastische fluïda [8]

  • F04C 21/00

    Speciaal aangepaste oscillatiezuigerpompen voor elastische fluïda [8]

  • F04C 23/00

    Combinaties van twee of meer speciaal aangepaste pompen, elk met een roterende of oscillerende zuiger, voor elastische fluïda; Speciaal aangepaste pompinstallaties voor elastische fluïda; Speciaal aangepaste meertrapspompen voor elastische fluïda F04C 25\5 heeft voorrang) [8]

    • F04C 23/02

      Pompen die worden gekenmerkt door hun combinatie met, of aanpassing aan, specifieke aandrijfmachines of aandrijfmotoren (zie voor overheersende aspecten van de machines of motoren de relevante klassen)

  • F04C 25/00

    Aanpassingen voor een speciaal doel voor pompen voor elastische fluïda [8]

    • F04C 25/02

      voor het produceren van een hoog vacuüm (afdichtingsvoorzieningen F04C 27\5; geluiddemping F04C 29\5)

  • F04C 27/00

    Afdichtingsvoorzieningen in speciaal aangepaste rotatiezuigerpompen voor elastische fluïda (afdichten in het algemeen F16J) [8]

    • F04C 27/02

      Vloeistofafdichtingen voor hoog-vacuümpompen

  • F04C 28/00

    Regelen of bewaken van, of veiligheidsvoorzieningen voor, speciaal aangepaste pompen of pompinstallaties voor elastische fluïda [8]

    • F04C 28/02

      speciaal aangepast voor diverse serieel- of parallel geschakelde pompen [8]

    • F04C 28/04

      speciaal aangepast voor omkeerbare pompen [8]

    • F04C 28/06

      speciaal aangepast voor het stoppen, starten, vrijlopen of onbelast lopen [8]

    • F04C 28/08

      gekenmerkt door het variëren van de rotatiesnelheid [8]

    • F04C 28/10

      gekenmerkt door het verwisselen van de posities van inlaat- en uitlaatpoorten met betrekking tot de arbeidskamer [8]

      • F04C 28/12

        gebruikmakend van schuifkleppen [8]

      • F04C 28/14

        gebruikmakend van rotatiekleppen [8]

      • F04C 28/16

        gebruikmakend van hefkleppen [8]

    • F04C 28/18

      gekenmerkt door het variëren van de inhoud van de arbeidskamer (door het verwisselen van de posities van inlaat- en uitlaatpoorten F01C 28\5) [8]

      • F04C 28/20

        door het veranderen van de vorm van de binnen- of buitenomtrek van de arbeidskamer [8]

      • F04C 28/22

        door het veranderen van de excentriciteit tussen samenwerkende delen [8]

    • F04C 28/24

      gekenmerkt door het gebruik van kleppen voor het regelen van de druk of doorstroming, bijv. ontlastingskleppen F01C 28\5 heeft voorrang) [8]

      • F04C 28/26

        gebruikmakend van omleidingskanalen [8]

    • F04C 28/28

      Veiligheidsvoorzieningen; Bewaking [8]

  • F04C 29/00

    Componenten of details van, of accessoires voor, speciaal aangepaste pompen of pompinstallaties voor elastische fluïda, voor zover niet vallend onder de groepen F04C 18\5 tot F04C 28\5 [8]

    • F04C 29/02

      Smering; Smeermiddelafscheiding [11]

    • F04C 29/04

      Verwarming; Koeling; Warmte-isolatie [11]

    • F04C 29/06

      Geluiddemping [11]

    • F04C 29/12

      Voorzieningen voor toevoer of afvoer van het arbeidsfluïdum, bijv. constructieve aspecten van inlaat of uitlaat [8]