H05H - Plasmatechniek

(ionenstraalbuizen H01J 27\5; magnetisch-hydrodynamische generatoren H02K 44\5; produceren van röntgenstralen waarbij sprake is van plasma-opwekking H05G 2\5); PRODUCEREN VAN VERSNELDE ELEKTRISCH GELADEN DEELTJES OF VAN NEUTRONEN (verkrijgen van neutronen uit radioactieve bronnen G21, bijv. G21B, G21C of G21G); PRODUCEREN OF VERSNELLEN VAN NEUTRALE MOLECULAIRE OF ATOMAIRE STRALEN (atoomklokken G04F 5\5; inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van gestimuleerde emissie H01S; frequentieregeling door het vergelijken met een referentiefrequentie die wordt bepaald door de energieniveaus van moleculen, atomen of subatomaire deeltjes H03L 7\5) [8]

Aantekeningen

(1) Deze subklasse dekt: (a) het opwekken of hanteren van plasma; (b) inrichtingen die niet vallen onder subklasse H01J en waarin elektronen, ionenstralen of neutrale deeltjes worden versneld tot een hoogenergetisch niveau; © inrichtingen voor het produceren van neutrale deeltjesbundels; [3] (d) trefplaten of schijven voor (a), (b), of ©. [3] (2) De aandacht wordt gevestigd op subklasse G21K. [3]

  • H05H 1/00

    Opwekken van plasma; Hanteren van plasma (toepassen van plasmatechniek in thermonucleaire fusiereactoren G21B 1\5) [8]

    • H05H 1/02

      Voorzieningen voor het begrenzen van plasma door elektrische of magnetische velden; Voorzieningen voor het verwarmen van plasma (elektronenoptica H01J)

      • H05H 1/03

        gebruikmakend van elektrostatische velden [3]

      • H05H 1/04

        gebruikmakend van magnetische velden die in hoofdzaak worden opgewekt door de ontlading in het plasma

        • H05H 1/06

          Langwerpige kleminrichtingen

        • H05H 1/08

          Theta-kleminrichtingen

      • H05H 1/10

        gebruikmakend van alleen aangebrachte magnetische velden

        • H05H 1/11

          gebruikmakend van een cusp-configuratie H05H 1\5 heeft voorrang) [3]

        • H05H 1/12

          waarin het insluitingsvat een gesloten lus vormt, bijv. een stellarator

        • H05H 1/14

          waarin het insluitingsvat recht is en magnetische spiegels heeft

      • H05H 1/16

        gebruikmakend van aangebrachte elektrische en magnetische velden

        • H05H 1/18

          waarin de velden oscilleren bij zeer hoge frequentie, bijv. in het microgolfbereik

      • H05H 1/20

        Ohmse verwarming

      • H05H 1/22

        voor injectieverwarming

    • H05H 1/24

      Opwekken van plasma [2]

      • H05H 1/26

        Plasmatoortsen [2]

        • H05H 1/28

          Koel voorzieningen [3]

        • H05H 1/30

          gebruikmakend van aangebrachte elektromagnetische velden, bijv. hoogfrequent of met microgolfenergie H05H 1\5 heeft voorrang) [3]

        • H05H 1/32

          gebruikmakend van een boog H05H 1\5 heeft voorrang) [3]

          • H05H 1/34

            Details, bijv. elektroden of mondstukken [3]

            • H05H 1/36

              Circuitvoorzieningen H05H 1\5 en H05H 1\5 hebben voorrang) [3]

            • H05H 1/38

              Geleiden of centreren van elektroden [3]

            • H05H 1/40

              gebruikmakend van aangebrachte magnetische velden, bijv. voor het focusseren of roteren van de boog [3]

          • H05H 1/42

            met voorzieningen voor het inbrengen van materialen in het plasma, bijv. poeder of vloeistof (elektrostatisch sproeien, sproei-apparatuur met middelen voor het elektrisch opladen van de straal B05B 5\5) [3]

          • H05H 1/44

            gebruikmakend van meer dan één toorts [3]

      • H05H 1/46

        gebruikmakend van aangebrachte elektromagnetische velden, bijv. hoogfrequent of met microgolfenergie H05H 1\5 heeft voorrang) [3]

      • H05H 1/48

        gebruikmakend van een boog H05H 1\5 heeft voorrang) [3]

        • H05H 1/50

          en gebruikmakend van aangebrachte magnetische velden, bijv. voor het focusseren of roteren van de boog [3]

      • H05H 1/52

        gebruikmakend van exploderende draden of vonkbruggen H05H 1\5 heeft voorrang; vonkbruggen in het algemeen H01T) [3]

    • H05H 1/54

      Plasmaversnellers [3]

  • H05H 3/00

    Produceren of versnellen van neutrale deeltjesbundels, bijv. moleculaire of atomaire stralen [3]

    • H05H 3/02

      Opwekken van een moleculaire of atomaire straal, bijv. resonante straalopwekking (gasmasers H01S 1\5) [3]

    • H05H 3/04

      Versnellen door elektromagnetische golf-druk [3]

    • H05H 3/06

      Opwekken van neutronenstralen (trefplaten voor het produceren van kernreacties H05H 6\5; neutronenbronnen G21G 4\5) [5]

  • H05H 5/00

    Gelijkspanningsversnellers; Versnellers waarbij gebruik wordt gemaakt van aparte pulsen H05H 3\5 heeft voorrang) [5]

    • H05H 5/02

      Details (trefplaten voor het produceren van een kernreactie H05H 6\5) [3]

      • H05H 5/03

        Versnellerbuizen (vaten of containers van elektrische ontladingsbuizen met een verbeterde potentiaalspreiding over het oppervlak van het vat H01J 5\5; afschermingen van röntgenbuizen in samenhang met vaten of containers H01J 35\5) [4]

    • H05H 5/04

      bekrachtigd door elektrostatische generatoren, bijv. een Vandergraaff-generator [4]

    • H05H 5/06

      Tandemversnellers; Meertrapsversnellers

    • H05H 5/08

      Deeltjesversnellers waarbij gebruik wordt gemaakt van verhogingstransformatoren, bijv. resonantietransformatoren [4]

  • H05H 6/00

    Trefplaten voor het produceren van kernreacties (steunen voor te bestralen trefplaten of objecten G21K 5\5) [3]

  • H05H 7/00

    Details van inrichtingen van de soorten die vallen onder de groepen H05H 9\5 tot H05H 13\5 (trefplaten voor het produceren van kernreacties H05H 6\5) [3]

    • H05H 7/02

      Circuits of systemen voor het toevoeren van of voeden met radiofrequentie-energie (radiofrequentiegeneratoren H03B)

    • H05H 7/04

      Magneetsystemen; Bekrachtigen daarvan

    • H05H 7/06

      Voorzieningen met twee stralen; Voorzieningen met meerdere stralen

    • H05H 7/08

      Voorzieningen voor het in schillen injecteren van deeltjes

    • H05H 7/10

      Voorzieningen voor het uit schillen uitstoten van deeltjes

    • H05H 7/12

      Voorzieningen voor het variëren van de uiteindelijke energie van een straal

    • H05H 7/14

      Vacuümkamers H05H 5\5 heeft voorrang) [4]

      • H05H 7/16

        in de vorm van een golfgeleider [4]

      • H05H 7/18

        Trilholten; Resonatoren [4]

        • H05H 7/20

          met supergeleidende wanden [4]

    • H05H 7/22

      Details van lineaire versnellers, bijv. driftbuizen H05H 7\5 tot H05H 7\5 hebben voorrang) [4]

  • H05H 9/00

    Lineaire versnellers H05H 11\5 heeft voorrang)

    • H05H 9/02

      Lineaire versnellers met een lopende golf

    • H05H 9/04

      Lineaire versnellers met een staande golf

  • H05H 11/00

    Magnetische inductieversnellers, bijv. betatrons

    • H05H 11/02

      Betatrons met een luchtkern

    • H05H 11/04

      Betatrons met voorspanning

  • H05H 13/00

    Magnetische resonantieversnellers; Cyclotrons

    • H05H 13/02

      Synchrocyclotrons, d.w.z. frequentie-gemoduleerde cyclotrons

    • H05H 13/04

      Synchrotrons

    • H05H 13/06

      Magnetische resonantieversnellers met een luchtkern

    • H05H 13/08

      Magnetische resonantieversnellers met wisselende gradiënt

    • H05H 13/10

      Versnellers die één of meer lineaire versnellingsgedeelten en buigmagneten en dergelijke bevatten voor het laten terugkeren van de geladen deeltjes in een traject parallel aan het eerste versnellingsgedeelte, bijv. microtrons [4]

  • H05H 15/00

    Niet elders ondergebrachte methoden of inrichtingen voor het versnellen van geladen deeltjes [4]