F02F - Cilinders, zuigers of behuizingen voor verbrandingsmotoren; voorzieningen van afdichtingen in verbrandingsmotoren

(speciaal aangepast voor verbrandingsrotatiezuigermotoren of verbrandingsoscillatiezuigermotoren F02B; speciaal aangepast voor gasturbine-installaties F02C; speciaal aangepast voor straalmotor-installaties F02K) [2] Aantekeningen

(1) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen voorafgaand aan klasse F01. (2) Klasse F16 heeft voorrang boven deze subklasse, behalve voor materie die specifiek hoort bij verbrandingsmotoren.

  • F02F 1/00

    Cilinders; Cilinderkoppen (in het algemeen F16J)

    • F02F 1/02

      met koelmiddelen (cilinderkoppen F02F 1\5)

      • F02F 1/04

        voor luchtkoeling

        • F02F 1/06

          Vorm of opstelling van koelvinnen; Cilinders met vinnen

          • F02F 1/08

            waarbij de loopvoering en het koeldeel van de cilinder los staan van elkaar of van verschillend materiaal zijn

      • F02F 1/10

        voor vloeistofkoeling

        • F02F 1/12

          Voorkomen van corrosie van vloeistof-swept oppervlakken

        • F02F 1/14

          Cilinders met middelen voor het richten, geleiden of distribueren van een vloeistofstroom

        • F02F 1/16

          Natte cilindervoeringen

    • F02F 1/18

      Andere cilinders

      • F02F 1/20

        gekenmerkt door constructieve kenmerken waarbij sprake is van smering

      • F02F 1/22

        gekenmerkt door de aanwezigheid van poorten in een cilinderwand voor het spoelen of laden

    • F02F 1/24

      Cilinderkoppen

      • F02F 1/26

        met koelmiddelen

        • F02F 1/28

          voor luchtkoeling

          • F02F 1/30

            Cilinderkoppen met vinnen

            • F02F 1/32

              waarbij de cilinderkoppen een kopklep hebben

            • F02F 1/34

              met middelen voor het richten of distribueren van een koelmedium F02F 1\5 heeft voorrang)

        • F02F 1/36

          voor vloeistofkoeling

          • F02F 1/38

            waarbij de cilinderkoppen een kopklep hebben

          • F02F 1/40

            met middelen voor het richten, geleiden of distribueren van een vloeistofstroom F02F 1\5 heeft voorrang)

      • F02F 1/42

        Vorm of opstelling van inlaatkanalen of uitlaatkanalen in cilinderkoppen

  • F02F 3/00

    Zuigers (in het algemeen F16J)

    • F02F 3/02

      met middelen voor het opnemen of regelen van warmte-uitzetting

      • F02F 3/04

        met inzetstukken voor het regelen van de uitzetting

        • F02F 3/06

          waarbij de inzetstukken een bimetaal-effect hebben

        • F02F 3/08

          waarbij de inzetstukken ringvormig zijn

    • F02F 3/10

      met oppervlaktebekledingen F02F 3\5 heeft voorrang)

      • F02F 3/12

        op zuigerkoppen

        • F02F 3/14

          in verbrandingskamers

    • F02F 3/16

      met koelmiddelen

      • F02F 3/18

        waarbij de middelen een vloeibaar of vast koelmiddel zijn, bijv. natrium, in een gesloten kamer in de zuiger

      • F02F 3/20

        waarbij de middelen een fluïdum zijn, dat door of langs de zuiger stroomt

        • F02F 3/22

          waarbij het fluïdum vloeistof is

    • F02F 3/24

      met middelen voor het geleiden van gassen in cilinders, bijv. voor het geleiden van een spoellading in tweetaktmotoren

    • F02F 3/26

      met een verbrandingskamer in de zuigerkop (waarbij het oppervlak daarvan bekleed is F02F 3\5)

    • F02F 3/28

      Andere zuigers met een speciaal gevormde kop

  • F02F 5/00

    Zuigerringen, bijv. in samenhang met de zuigertop

  • F02F 7/00

    Behuizingen, bijv. krukkasten (motorbehuizingen in het algemeen F16M)

  • F02F 11/00

    Voorzieningen van afdichtingen in verbrandingsmotoren (zuigerringen F02F 5\5; afdichtingen op zich F16J)