B64C - Vliegtuigen; helicopters
(luchtkussenvoertuigen B60V)
Aantekening
Voorzover mogelijk wordt geklasseerd in overeenstemming met constructieve kenmerken; klassering in overeenstemming met specifieke soorten vliegtuigen wordt normaal gesproken beschouwd als van ondergeschikt belang, behalve in gevallen waar dit wordt gezien als het essentiële kenmerk. [3]
Vliegtuigconstructies of stroomlijnkappen [9]
B64C 1/00
Rompen; Constructieve kenmerken die horen bij rompen, vleugels, stabilisatievlakken en dergelijke (aërodynamische kenmerken die horen bij rompen, vleugels, stabilisatievlakken en dergelijke B64C 23\5; cockpitinstallaties B64D)
B64C 1/06
Spanten; Huidverstijvers; Langsliggers
B64C 1/08
Geodetische of andere constructies met een open frame
B64C 1/10
Dichte spanten of drukschotten
B64C 1/12
Constructie of bevestiging van huidpanelen
B64C 1/16
speciaal aangepast voor het monteren van een voortstuwingsinstallatie
B64C 1/18
Vloeren
B64C 1/20
speciaal aangepast voor vracht
B64C 1/22
Andere constructies voor het beladen, die een geheel vormen met de romp
B64C 1/24
Opstapjes die vastzitten aan en kunnen worden teruggetrokken in de romp (gemakkelijk demonteerbaar B64D 9\5)
B64C 1/26
Vastmaken van de vleugels, staartstukken of stabilisatievlakken
B64C 1/28
Delen van de romp die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen ten behoeve van het verbeteren van het zicht van de piloot
B64C 1/30
Delen van de romp die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen ten behoeve van het verminderen van de totale afmetingen van het vliegtuig
B64C 1/32
Delen van de romp die kunnen worden afgescheiden of afgeworpen ten behoeve van een noodontsnapping (schietstoelen B64D 25\5)
B64C 1/34
met opblaasbare constructieve componenten (verbinden van ventielen met opblaasbare elastische lichamen B60C 29\5)
B64C 1/36
aangepast voor het opnemen van antennes of radarkoepels (antennes of radarkoepels op zich H01Q)
B64C 1/38
Aangepaste constructies voor het verminderen van het effect van aërodynamische of andere uitwendige opwarming
B64C 1/40
Geluidsisolatie of warmte-isolatie
-
B64C 3/10
Vleugelvormen
B64C 3/14
Vleugelprofielen
B64C 3/16
Frontale aspecten
B64C 3/18
Liggers; Ribben; Huidverstijvers (vastmaken van vleugels aan de romp B64C 1\5)
B64C 3/20
Integrale constructies of sandwichconstructies (gelaagde producten of sandwichconstructies in het algemeen B32B)
B64C 3/22
Geodetische of andere constructies met een open frame
B64C 3/24
Gegoten constructies
B64C 3/26
Constructie, vorm of bevestiging van huidvelden of huidbekleding, bijv. panelen
B64C 3/28
Vleugelneusrandconstructies of vleugelachterrandconstructies die vastzitten aan de basisconstructie, bijv. waarbij vaste spleten worden gevormd
B64C 3/30
met opblaasbare constructieve componenten (verbinden van ventielen met opblaasbare elastische lichamen B60C 29\5)
B64C 3/32
speciaal aangepast voor het monteren van een voortstuwingsinstallatie
B64C 3/34
Ingebouwde tanks, bijv. voor brandstof (andere brandstoftanks of brandstofsystemen voor vliegtuigen B64D)
B64C 3/36
Aangepaste constructies voor het verminderen van het effect van aërodynamische of andere externe opwarming
B64C 3/38
Verstellen van complete vleugels of van delen daarvan
B64C 3/40
Variëren van de pijlstellingshoek
B64C 3/42
Verstellen om de koorde
B64C 3/44
Variëren van de welving
B64C 3/52
Laten kromtrekken of verdraaien
B64C 3/54
Variëren van de oppervlakte (kleppen die groter gemaakt kunnen worden voor het vergroten van de welving B64C 3\5)
B64C 3/56
Opvouwen of samenklappen voor het verminderen van de totale afmetingen van een vliegtuig
B64C 3/58
voorzien van verstoorders of spoilers (verstelbaar voor het besturen B64C 9\5)
B64C 5/00
Stabilisatievlakken (vastmaken van stabilisatievlakken aan de romp B64C 1\5)
B64C 5/02
Staartvlakken (kielvlakken B64C 5\5)
B64C 5/04
Neusvlakken
B64C 5/06
Verticale staartvlakken (speciaal voor vleugels B64C 5\5)
B64C 5/08
gemonteerd op of ondersteund door vleugels
B64C 5/10
verstelbaar
B64C 5/12
voor het terugtrekken ervan tegen of binnen de romp of motorgondel
B64C 5/14
Variëren van de pijlstellingshoek
B64C 5/16
om de dwarsas
B64C 5/18
in oppervlakte
B64C 7/00
Niet elders ondergebrachte constructies of stroomlijnkappen
B64C 7/02
Motorgondels
B64C 9/00
Verstelbare stuurvlakken of stuurlichamen, bijv. roeren (verstellen van stabilisatievlakken B64C 5\5; systemen voor het in werking stellen van de stuurvlakken van vliegtuigen B64C 13\5)
B64C 9/02
Monteren of ondersteunen daarvan
B64C 9/04
met verbindingsafhankelijke bewegingen
B64C 9/06
met twee of meer onafhankelijke bewegingen
B64C 9/08
fysiek verplaatsbaar (variëren van de welving van vleugels B64C 3\5)
B64C 9/12
waarbij vlakken van een ander soort of met een andere functie gelijktijdig worden versteld
B64C 9/14
voor het vormen van spleten (grenslaagcontrole B64C 21\5)
B64C 9/16
aan de achterrand van de vleugel
B64C 9/18
door enkelvoudige kleppen
B64C 9/20
door meervoudige kleppen
B64C 9/22
aan de neusrand van de vleugel
B64C 9/24
door enkelvoudige kleppen
B64C 9/26
door meervoudige kleppen
B64C 9/28
door kleppen aan zowel de neusrand als de achterrand van de vleugel die in samenhang met elkaar werken
B64C 9/30
Balanceren van scharnierend bevestigde vlakken, bijv. dynamisch
B64C 9/32
Luchtremvlakken (rem door parachutes B64D 17\5)
B64C 9/34
door samenklappen of terugtrekken tegen of in andere vlakken of lichamen
B64C 9/36
tegen of in rompen of motorgondels
B64C 9/38
Kleppen die door een straal worden aangeblazen
B64C 11/00
Propellers, bijv. tunnelpropellers; Kenmerken die horen bij propellers en rotoren voor propellervliegtuigen (speciaal aangepaste rotoren voor propellervliegtuigen B64C 27\5)
B64C 11/02
Naafconstructie
B64C 11/04
Bladbevestigingen
B64C 11/06
voor bladen met een variabele spoed
B64C 11/08
voor niet-verstelbare bladen
B64C 11/10
stijf
B64C 11/12
flexibel
B64C 11/14
Naafkappen
B64C 11/16
Bladen
B64C 11/18
Aërodynamische kenmerken
B64C 11/20
Constructieve kenmerken
B64C 11/22
Massieve bladen
B64C 11/24
Holle bladen
B64C 11/26
Opgebouwde bladen
B64C 11/28
Inklapbare of opvouwbare bladen
B64C 11/30
Mechanismen voor het veranderen van de spoed
B64C 11/32
mechanisch
B64C 11/34
automatisch
B64C 11/36
niet-automatisch
B64C 11/38
met een fluïdum, bijv. hydraulische
B64C 11/40
automatisch
B64C 11/42
niet-automatisch
B64C 11/44
elektrisch
B64C 11/46
Voorzieningen van, of constructieve aspecten die horen bij, meerdere propellers
B64C 11/48
Eenheden van twee of meer coaxiale propellers
B64C 11/50
Fasesynchronisatie tussen meerdere propellers
B64C 13/00
Stuursystemen of overbrengingssystemen voor het in werking stellen van de stuurvlakken van vliegtuigen, kleppen voor het vergroten van het hefvermogen, luchtremmen of spoilers
B64C 13/02
Aandrijfmiddelen
B64C 13/04
handmatig in werking gesteld
B64C 13/06
verstelbaar ten behoeve van individuele personen
B64C 13/08
Trimmen naar de nulstand
B64C 13/10
met waarschuwingsinrichtingen
B64C 13/12
Dubbele besturingsapparatuur
B64C 13/14
vergrendelbaar (in positie vergrendelen ten behoeve van individuele personen B64C 13\5)
B64C 13/16
automatisch in werking gesteld, bijv. reagerend op het detecteren van remousstoten
B64C 13/18
gebruikmakend van een automatische piloot (automatische piloten op zich G05D 1\5)
B64C 13/20
gebruikmakend van uitgezonden signalen
B64C 13/22
gemakkelijk omschakelbaar op handbediening
B64C 13/24
Overbrengingsmiddelen
B64C 13/26
zonder krachtversterking of waarbij krachtversterking niet van belang is
B64C 13/28
mechanisch
B64C 13/30
gebruikmakend van kabelmechanismen, kettingmechanismen of stangenmechanismen
B64C 13/32
gebruikmakend van een nokkenmechanismen
B64C 13/34
gebruikmakend van een tandwielmechanismen
B64C 13/36
met een fluïdum
B64C 13/38
met krachtversterking
B64C 13/40
gebruikmakend van fluïdumdruk
B64C 13/42
met herhalingsvoorzieningen of stand-by voorzieningen
B64C 13/44
met voorrang op handbediening; met automatische terugkeer naar de rustpositie
B64C 13/46
met kunstmatig gevoel
B64C 13/48
gekenmerkt door een gas als fluïdum
B64C 13/50
gebruikmakend van elektrische energie
B64C 15/00
Regelen van de stand, vliegrichting of hoogte door een stuwstraal in het algemeen (details van straalmotorinstallaties, bijv. van sproeiers of straalpijpen, F02K) [3]
B64C 15/02
met stuwstralen uit de voortstuwingsinstallatie
B64C 15/12
met een kantelbare voortstuwingsinstallatie
B64C 15/14
met stuwstralen die niet uit de voortstuwingsinstallatie afkomstig zijn (kleppen die door een straal worden aangeblazen B64C 9\5)
B64C 17/00
Niet elders ondergebrachte vliegtuigstabilisatie
B64C 17/02
met apparatuur die door zwaartekracht of traagheid in werking wordt gesteld
B64C 17/04
met slingerlichamen
B64C 17/06
met een gyroscoop (besturen met een automatische piloot B64C 13\5)
B64C 17/08
door het toevoeren of afvoeren van ballast (voor luchtschepen of ballonnen B64B)
B64C 17/10
Verplaatsen van brandstof voor het bijstellen van de vliegtuigstabiliteit
B64C 19/00
Niet elders ondergebrachte vliegtuigbesturing
B64C 19/02
Gemeenschappelijk besturingen
Niet elders ondergebracht beïnvloeden van de luchtstroming over vliegtuigvlakken
B64C 21/00
Beïnvloeden van de luchtstroming over vliegtuigvlakken door het beïnvloeden van de grenslaagstroming (grenslaagcontrole in het algemeen F15D)
B64C 23/00
Niet elders ondergebracht beïnvloeden van de luchtstroming over vliegtuigvlakken
B64C 23/02
door middel van roterende lichamen met een ronde of een soortgelijke vorm
B64C 23/04
door het opwekken van schokgolven
B64C 23/06
door het opwekken van wervelgebieden
B64C 23/08
gebruikmakend van het Magnus-effect
B64C 25/00
Onderstellen (luchtkussenonderstellen B60V 3\5)
B64C 25/02
Landingsgestellen
B64C 25/04
Opstelling of plaatsing bij vliegtuigen
B64C 25/06
vast
B64C 25/08
niet-vast, bijv. afwerpbaar
B64C 25/10
intrekbaar, opvouwbaar of inklapbaar
B64C 25/12
zijwaarts
B64C 25/14
voorwaarts en achterwaarts
B64C 25/16
Stroomlijnkappen die kunnen bewegen in samenhang met elementen van het landingsgestel
B64C 25/18
Bedieningsmechanismen
B64C 25/20
mechanisch
B64C 25/22
met een fluïdum
B64C 25/24
elektrisch
B64C 25/26
Regelsystemen of blokkeersystemen daarvoor
B64C 25/28
met weergeefinrichtingen of waarschuwingsinrichtingen
B64C 25/30
door een noodgeval in werking gesteld
B64C 25/32
gekenmerkt door elementen die de grond of een soortgelijk oppervlak aanraken (vanghaken B64C 25\5)
B64C 25/34
met wielen, bijv. meerwielige draaistellen
B64C 25/38
met rupsbanden
B64C 25/40
waarbij de elementen roteren voor ze de grond raken
B64C 25/42
Voorzieningen of aanpassingen van remmen (waarbij de remkracht op de grond tenminste gedeeltelijk door een snelheidstoestand wordt geregeld, bijv. versnelling of vertraging van het de grond aanrakende onderstel, B60T 8\5) [4]
B64C 25/44
Bedieningsmechanismen
B64C 25/46
Remregelaars voor het voorkomen van het slippen of over de kop slaan van een vliegtuig
B64C 25/48
verschillend bediend voor het besturen
B64C 25/50
Bestuurbare onderstellen; Trillingsdempers (stuurinrichtingen die toepasbaar zijn op landvoertuigen B62D)
B64C 25/52
Ski's of glijders
B64C 25/54
Drijvers
B64C 25/56
opblaasbaar (verbinden van ventielen met opblaasbare elastische lichamen B60C 29\5)
B64C 25/58
Voorzieningen of aanpassingen van schokdempers of veren (trillingsdempers B64C 25\5; voertuigophanging in het algemeen B60G; schokdempers op zich F16F)
B64C 25/60
Vloeistofdempers
B64C 25/62
Veerbelaste schokdempers; Veren
B64C 25/64
met rubberelementen of soortgelijke elementen
B64C 25/66
Onderstellen met veranderbare lengte; Combinaties van verschillende soorten grond-aanrakende elementen
B64C 25/68
Vanghaken (remkabels en dergelijke, bijv. op vliegdekschepen B64F)
Niet elders ondergebrachte vliegtuigsoorten of vliegtuigcomponenten
B64C 27/00
Propellervliegtuigen; Rotoren daarvoor (onderstellen B64C 25\5)
B64C 27/02
Gyrocopters of molenvliegtuigen
B64C 27/04
Helicopters
B64C 27/06
met één rotor
B64C 27/08
met twee of meer rotoren
B64C 27/10
coaxiaal geplaatst
B64C 27/12
Rotoraandrijvingen
B64C 27/14
Directe aandrijving tussen de voortstuwingsinstallatie en de rotornaaf
B64C 27/16
Aandrijving van rotoren door middelen die zijn gemonteerd op de rotorbladen, bijv. propellers
B64C 27/18
waarbij de middelen bestaan uit straalreaktie-apparatuur
B64C 27/20
Propellervliegtuigen die worden gekenmerkt door ingekapselde rotoren, bijv. vliegende platforms
B64C 27/22
Samengestelde propellervliegtuigen, d.w.z. vliegtuigen die tijdens de vlucht gebruikmaken van de kenmerken van zowel een vliegtuig als een helikopter
B64C 27/24
met rotorbladen die tijdens de vlucht zijn geblokkeerd om als vleugels te fungeren
B64C 27/26
gekenmerkt voor vaste vleugels
B64C 27/28
met propellers met een voorwaartse stuwing die kunnen draaien om als hefrotor te fungeren
B64C 27/30
met een voorziening voor het verminderen van de luchtweerstand van een niet-werkende rotor
B64C 27/32
Rotoren (kenmerken die horen bij rotoren en propellers B64C 11\5)
B64C 27/33
met buigbare armen [3]
B64C 27/35
met elastomere verbindingen [3]
-
B64C 27/39
met afzonderlijk gelede bladen, d.w.z. met klepscharnieren of remscharnieren [3]
B64C 27/41
met een klepscharnier of een kogelgewrichtverbinding als deel van de bladen [3]
B64C 27/43
in de vorm van een schommel, d.w.z. tweebladige rotoren [3]
B64C 27/45
met alleen een vaanstandscharnier [3]
B64C 27/46
Bladen
B64C 27/467
Aërodynamische kenmerken
B64C 27/473
Constructieve kenmerken
B64C 27/48
Voetbevestiging aan de rotorkop
B64C 27/50
Bladen die opvouwbaar zijn voor het kunnen opslaan van een vliegtuig
B64C 27/51
Dempen van bladbewegingen [3]
B64C 27/52
Fysiek kantelen van een rotor ten opzichte van de romp (met een schommelconstructie B64C 27\5)
B64C 27/54
Mechanismen voor het regelen van de bladverstelling of de bladbeweging ten opzichte van de rotorkop, bijv. lag-lead beweging
B64C 27/56
gekenmerkt door de regelbedieningsmiddelen, bijv. handmatig in werking gesteld B64C 27\5 heeft voorrang)
B64C 27/57
automatisch of reagerend op een toestand, bijv. reagerend op de snelheid, de torsie of de trekkracht van een rotor [3]
B64C 27/58
Overbrengingsmiddelen, bijv. in combinatie met aandrijfmiddelen of met middelen die werken op de bladen (aandrijfmiddelen B64C 27\5; middelen die werken op de bladen B64C 27\5)
B64C 27/59
mechanisch [3]
B64C 27/605
inclusief een schommelplaat, kogelkop of nokkenmechanisme [3]
B64C 27/615
inclusief op de bladen gemonteerde kleppen [3]
B64C 27/625
inclusief roterende massa's of servorotoren [3]
B64C 27/635
speciaal voor het regelen van lag-lead bewegingen van de bladen [3]
B64C 27/64
gebruikmakend van fluïdumdruk, bijv. met een fluïdumkrachtversterker [3]
B64C 27/68
gebruikmakend van elektrische energie, bijv. met een elektrokrachtversterker [3]
B64C 27/72
Middelen die op de bladen werken
B64C 27/78
in samenhang met een spoedverstelling van de bladen van een anti-torsierotor
B64C 27/80
voor het ongelijk verstellen van de bladspoed tussen twee of meer hefrotoren
B64C 27/82
gekenmerkt door de aanwezigheid van een extra rotor of een fluïdumstraalinrichting voor het opheffen van de torsie op de hefrotor of voor het veranderen van de richting van een propellervliegtuig
B64C 29/00
Vliegtuigen die verticaal kunnen landen of stijgen (regelen van de stand, vliegrichting of hoogte door een straalreactie B64C 15\5; propellervliegtuigen B64C 27\5; luchtkussenvoertuigen B60V; details van straalmotorinstallaties, bijv. sproeiers of straalpijpen, F02K)
B64C 29/02
met bij het op de grond staan een verticale vliegrichting
B64C 29/04
gekenmerkt door een straalreaktievoortstuwing
B64C 30/00
Supersone vliegtuigen [3]
B64C 31/00
Vliegtuigen die kunnen vliegen zonder voortstuwingsinstallatie; Gemotoriseerde deltavliegers; Ultralichte vliegtuigen
B64C 31/02
Zweefvliegtuigen en dergelijke (deltavliegers B64C 31\5) [6]
B64C 31/024
met een hulpvoortstuwingsinstallatie [6]
B64C 31/028
Deltavliegers; Ultralichte vliegtuigen [6]
B64C 31/032
met een deltavleugel [6]
B64C 31/036
met een vleugel in de vorm van een parachute (parachutes B64D 17\5) [6]
B64C 31/04
Op mankracht werkende vliegtuigen (klapvliegtuigen B64C 33\5)
B64C 33/00
Ornithopters of klapvliegtuigen
B64C 33/02
Vleugels; Bedieningsmechanismen daarvoor
B64C 35/00
Vliegboten; Watervliegtuigen (onderstellen B64C 25\5)
B64C 35/02
Vliegbootrompen [3]
B64C 37/00
Omvormbare vliegtuigen (voertuigen die in of over verschillende media kunnen voortbewegen B60F)
B64C 37/02
Vliegeenheden die worden gevormd uit afzonderlijke vliegtuigen (slepen, in de lucht bijtanken of vliegtuigen vervoerd door vliegtuigen B64D)
B64C 39/00
Niet elders ondergebrachte vliegtuigen
B64C 39/02
gekenmerkt door een speciaal doel
B64C 39/04
met meerdere rompen of staartdragers [3]
B64C 39/06
met schijfvormige of ringvormige vleugels [3]
B64C 39/08
met meerdere vleugels [3]
B64C 39/10
Vliegende vleugels [3]
B64C 39/12
Eendvliegtuigen of canardvliegtuigen [3]
B64C 99/00
Onderwerpen voorzover niet vallend onder de andere groepen in deze subklasse [10]