F02C - Gasturbine-installaties; luchtinlaatopeningen voor straalmotorinstallaties; regelen van brandstoftoevoer bij straalmotorinstallaties met ontluchting

(constructie van turbines F01D; straalmotorinstallaties F02K; constructie van compressoren of waaiers F04; verbrandingsapparatuur waarin de verbranding plaatsvindt in een gefluïdiseerd bed van brandstof of andere deeltjes F23C 10\5; opwekken van onder hoge druk staande of snelstromende verbrandingsproducten F23R; gebruikmaking van gasturbines in compressiekoelinstallaties F25B 11\5; zie voor gebruikmaking van gasturbines in voertuigen de relevante voertuigklassen) [7,8]

Aantekeningen

(1) Onder deze subklasse vallen: - turbine-installaties die werken op een verbrandingsproduct of heet gas; - verbrandingsturbines of verbrandingsturbine-installaties; - turbine-installaties waarin het arbeidsfluïdum een onverwarmd, onder druk staand gas is. (2) Onder deze subklasse vallen geen: - stoomturbine-installaties, welke vallen onder subklasse F01K; - speciale-dampinstallaties, welke vallen onder subklasse F01K. (3) In deze subklasse wordt de volgende uitdrukking gebruikt met de aangegeven betekenis: - “gasturbine-installaties” omvat alle materie uit Aantekening (1) hierboven en omvat tevens kenmerken van straalmotorinstallaties die horen bij gasturbine-installaties. (4) De aandacht wordt gevestigd op de Aantekeningen voorafgaand aan klasse F01.